Toetsingskader vernieuwend duurzaam Moerdijkse Hoek

advertisement
Beoordelingskader Vernieuwend Duurzaam Moerdijkse Hoek
Aanleiding
Het provinciaal bestuur heeft de ambitie de ontwikkeling van het bedrijventerrein Moerdijkse
Hoek op een vernieuwend duurzame wijze gestalte te geven. Voor de definitie van
duurzaamheid sluit het provinciaal bestuur aan bij de “drie kapitalen” benadering van Telos.
Een ontwikkeling is duurzaam wanneer er sprake is van een evenwichtige groei van zowel
economisch, ecologisch als sociaal cultureel kapitaal.
In de startnotitie mer is voorts aangegeven dat het bedrijventerrein Moerdijkse Hoek in alle
fasen van het besluitvorming een nationaal voorbeeld dient te zijn, dus zowel bij de
planvorming, de ontwikkeling, de realisatie en het beheer.
Voorts betekent een vernieuwend duurzaam bedrijventerrein, dat in iedere fase een hogere
ambitie wordt nagestreefd dan bij soortgelijke projecten elders in het land. Naast een
algemene bijdrage van het terrein aan een duurzame economische ontwikkeling van de regio
West-Brabant levert het vernieuwend duurzaam bedrijventerrein een impuls aan de veiligheid
en leefbaarheid in de aangrenzende gebieden en woongebieden. Economische ontwikkeling
mag per saldo niet te koste gaan van de ecologische en sociaal-maatschappelijke kwaliteiten
van West-Brabant.
Het vernieuwend karakter kan buiten de voorloperfunctie van Moerdijkse Hoek ook bestaan
de voortdurende aandacht voor het zoeken naar mogelijkheden om qua duurzaamheid beter te
presteren. Dit beteken dat naast de fysieke inrichting ook de organisatie en het proces van
groot belang zijn voor het vernieuwend duurzame karakter van Moerdijkse Hoek.
In het advies inzake de richtlijnen heeft de commissie voor de mer aangegeven dat het
wenselijk zou zijn een eenvoudig beoordelingskader te ontwikkelen om het Vernieuwend
Duurzame karakter van Moerdijkse Hoek tijdens de planvorming te kunnen monitoren.
Daarnaast heeft Telos in de rapportage over Moerdijkse Hoek een “Checklist vernieuwend
duurzaam Moerdijkse Hoek” uitgewerkt. Hierin wordt aangesloten bij de basisprincipes voor
een duurzaam bedrijventerrein die Telos geeft. Deze basisprincipes zijn:
 een goede afstemming met de bestaande kwaliteit en identiteit van het gebied;
 het inpassen van de bedrijfsfuncties in de omgeving;
 het toepassen van een duidelijke segmentering: afstemming met de economische
structuur in de regio en tussen bedrijven op het terrein;
 het toepassen van de methode voor duurzaam – en dus flexibel – bouwen;
 het toepassen van de lagenbenadering conform het streekplan 2002 en de Vijfde Nota
Ruimtelijke Ordening;
 het invoeren van park- en facilitymanagement: als motor voor vernieuwing, om zorg
te dragen voor bestendige kwaliteit van het terrein en implementatie van duurzame
maatregelen;
 het streven naar industriële symbiose (samenwerking tussen bedrijven met wederzijds
voordeel). Hierbij maakt de provincie de opmerking dat de uiteindelijke mate van
317522165
1
symbiose - het niveau waarop dit vanuit economie, ecologie en sociaal cultureel
opzicht uitkomt - resultaat is van nader onderzoek en ontwerp;
 het streven naar duurzaam ondernemen. Het algemeen in het kader van ISO-systemen
toegepaste ‘voorzorgprincipe’ valt daar onder.
De basisprincipes zijn te beschouwen als wezenlijke onderdelen van een duurzame
benadering. In grote lijnen vormen ze vooral een uitnodiging om permanent aandacht te
besteden aan de mogelijkheden voor een duurzaam ontwerp en een duurzame ontwikkeling,
realisatie en beheer van Moerdijkse Hoek (afstemming, inpassing, segmentering,
lagenbenadering, symbiose, duurzaam ondernemen). Enkele onderdelen laten zich ook
vertalen in heel concrete eisen zoals duurzaam bouwen en de oprichting van en deelname aan
bedrijven aan park- en facilitymanagement.
Voor de te maken afwegingen is het van belang te bepalen welke prioriteiten worden
gehanteerd voor de verschillende elementen van ‘vernieuwend duurzaam’. Op hoofdlijnen
zijn de prioriteiten met de uitwerking van het beoordelingskader bepaald middels de keuze
van de thema’s. Het beoordelingskader bestaat uit een combinatie van inhoudelijke en
procesmatige ambities.
Uit de gesprekken die tot dusverre met diverse deskundigen zijn gevoerd blijkt dat het
procesmatige ambities voor het vernieuwend duurzame karakter van het bedrijventerrein
minstens net zo belangrijk zijn als de inhoudelijke ambities. Binnen de aangegeven ambities
zijn de volgende vijf clusters als meest bepalend te kwalificeren:
 Duurzaam proces middels symbiose, cyclische benadering, parkmanagement en
interactieve communicatie met alle belanghebbenden;
 Multimodale ontsluiting;
 Beperking van gebruik van grondstoffen en energie (streven naar absolute
ontkoppeling van milieubelasting en economische groei, koppeling afvalstromen en
energie);
 Verbetering van de leefbaarheid in de regio (o.a. door extra woningen) en geen verslechtering van de gezondheidsbelasting in de invloedssfeer van Moerdijkse Hoek;
 Financieel verantwoorde realisatie van 600 ha1 bovenregionaal bedrijventerrein voor
grootschalige bedrijven in de milieucategorieën 4 en 5.
Bovenstaande ambities dienen in belangrijke mate te worden gerealiseerd wil het bedrijventerrein Moerdijkse Hoek de titel vernieuwend duurzaam kunnen dragen.
Voorts is met de keuze voor de aansluiting op de Telos-benadering impliciet gekozen voor de
randvoorwaarde, dat voor geen van de drie kapitalen sprake mag zijn van een achteruitgang.
Op die manier wordt ook voorkomen dat afwenteling plaatsvindt naar een van de drie
kapitalen. Daarnaast past bij het beoordelingskader voor alle onderdelen een beoordeling op
eventuele afwenteling in de tijd.
1
Het definitieve aantal hectares is ondermeer afhankelijk van de uitkomsten van het MER.
317522165
2
De kracht van het beoordelingskader is, dat het abstracte begrip ‘vernieuwend duurzaam’
meetbaar gemaakt wordt. De keerzijde is dat de beoordeling leidt tot (te) veel aandacht voor
de onderdelen en (te) weinig aandacht voor de samenhang en de onderliggende visie op de
vormgeving van een duurzame ontwikkeling.
Last but not least is het van belang ruimte te creëren voor creatieve oplossingen. Vernieuwend
duurzaam is meer dan het systematisch nalopen van een checklist of beoordelingskader.
Zorgvuldigheid leidt tot gestage verbeteringen maar vaak niet tot de transitie die nodig is om
grote stappen voorwaarts te maken.
Haalbaarheid van een duurzaamheidstoets
De ervaringen uit het verleden leren, dat het op voorhand bepalen van stringente eisen voor
bedrijven de exploitatie van het bedrijventerrein onder druk zet, zeker in tijden van beperkte
economische groei. Overheden zien zich vaak genoodzaakt om eisen te laten vallen om de
exploitatie van het bedrijventerrein niet in gevaar te brengen.
De kracht van de driedimensionale benadering van duurzaamheid van Telos is, dat het de
samenhang in beeld brengt tussen ecologie, economie en sociaal-cultureel kapitaal. De kans
op een duurzame ontwikkeling is het grootst wanneer de drie dimensies elkaar versterken.
Beperking van de uitstoot van afvalstoffen (ecologie) wordt aantrekkelijk voor een bedrijf
wanneer dit leidt tot het terugwinnen van grondstoffen. De bereidheid om te investeren zal
alleen maar toenemen als dit leidt tot vermindering van het gezondsheidsrisico’s voor
medewerkers en omwonenden. Voorbeelden van symbiose uit de praktijk van het
projecteninnovatieteam (PIT) sluiten aan op deze benadering. Ook is uit praktijkonderzoek
vast te stellen dat de grootste winst ontstaat op de natuurlijke investeringsmomenten die weer
gerelateerd zijn aan de conjunctuur. Verder is zichtbaar dat optimalisering van duurzaamheid
een proces is van enkele decennia. Het vraagt aandacht over een langere periode en is
daarmee ook min of meer onafhankelijk van de economische conjunctuur. Het moment van
ontstaan van de ‘winst’ is vaak wel verbonden aan die economische conjunctuur.
Door die langdurige aandacht voor continue verbeteringen ontstaat enige onafhankelijkheid
van conjuncturele ontwikkelingen. Wel is het van belang om in tijden van laagconjunctuur
zoveel mogelijk ruimte te behouden voor aanpassingen in tijden van hoogconjunctuur door
bijvoorbeeld besluiten te verbinden aan een tijdshorizon. Met andere woorden, flexibiliteit is
van belang om voortdurend in te kunnen spelen op nieuwe mogelijkheden voor een meer
duurzame ontwikkeling van Moerdijkse Hoek.
Uiteraard hoort bij die benadering een minimum-eis. Veelal zal die bepaald worden door het
wettelijk kader. Waar mogelijk kunnen specifieke eisen voor individuele bedrijven/
bedrijfstypen worden geformuleerd voor Moerdijkse Hoek.
Voorgaande benadering leidt er voor het ruimtelijk ontwerp toe dat het accent zou moeten
liggen op het scheppen van de voorwaarden c.q. de mogelijkheden voor een duurzame
ontwikkeling. Voor het beoordelingskader betekent dit dat het accent zou moeten liggen op
uitnodigende ambities. Het streven naar absolute ontkoppeling van economische groei en
milieubelasting past in de categorie ‘uitnodigende ambities’, die lopende de planvorming en
verdere ontwikkeling ruimte bieden voor nadere invulling. Om het vernieuwende karakter van
het beoordelingskader te waarborgen ligt het voor de hand dit regelmatig te actualiseren.
317522165
3
Ten aanzien van de vestiging van bedrijven en de relatie met het vernieuwend duurzame
karakter van Moerdijkse Hoek is nog het volgende op te merken. Vernieuwend duurzaam
betekent niet dat er voor potentieel hinderlijke bedrijven geen plaats zou zijn op Moerdijkse
Hoek. Dit zou ook strijdig zijn met de afweging die ten grondslag ligt aan de keuze van de
locatie en het profiel voor Moerdijkse Hoek zoals die in hoofdzaak in het streekplan 2002 van
de provincie Noord-Brabant zijn bepaald. Het vernieuwend duurzame van vestiging van
potentieel - sterk - hinderlijke bedrijven op Moerdijkse Hoek kan worden opgebouwd aan de
hand van de volgende elementen:
 Door de specifieke kenmerken van Moerdijkse Hoek is sprake van een duurzame
locatie voor de betreffende activiteit. Een extra positieve bijdrage kan ontstaan
wanneer bij bedrijfsverplaatsing op de oorspronkelijke locatie een aanzienlijke
verbetering ontstaat;
 Van het bedrijf wordt gevraagd zich niet alleen bij vestiging maar continu qua
duurzaamheid bij de top van de betreffende sector te scharen;
 Van het bedrijf wordt bij vestiging gevraagd deel te nemen aan een continu proces van
optimalisering van de duurzaamheid op bedrijfs-, terrein- en regionaal niveau.
Deelname aan park- c.q. facilitymanagement wordt daartoe verplicht gesteld. De
overheid dient dit proces te faciliteren met kennis, informatie, regelgeving op maat en
overige middelen zoals geld en menskracht.
Relatie beoordelingskader en mer
Zoals gezegd vloeit het beoordelingskader voort uit het advies inzake de richtlijnen van de
commissie voor de mer. In het kader van de mer-procedure volgt ook een belangrijke formele
toepassing van het beoordelingskader, echter ook daarna zal bij andere typen besluiten het
beoordelingskader dienen als hulpmiddel voor een zorgvuldige afweging.
Ten opzichte van het indicatief beoordelingskader in de startnotitie hanteert het
beoordelingskader vernieuwend duurzaam Moerdijkse Hoek over het algemeen een hoger
abstractieniveau.
Bij de uitwerking van het ruimtelijk ontwerp is het ook van belang aandacht te besteden aan
de concrete onderdelen die genoemd staan in het indicatief beoordelingskader (startnotitie mer
pg 58-59). Voor de beoordeling en afweging van de alternatieven zullen die concretere
effecten op onderdelen opgenomen worden in een waardering van de meer abstracte
indicatoren van het beoordelingskader.
Een vergelijkbare redenering kan worden gevolgd voor de beleidsdoelstellingen die
EU(richtlijnen), rijk en provincie hanteren op onderdelen. Bij het bepalen van de effecten zal
ook aangegeven worden in hoeverre daarmee aan de betreffende beleidsdoelstellingen wordt
voldaan. Het ligt voor de hand dat het vernieuwend duurzame karakter van het
bedrijventerrein er op onderdelen toe leidt dat beter gepresteerd wordt dan op grond van de
beleidsdoelstellingen mag worden verwacht.
Relatie beoordelingskader Nota van uitgangspunten
Lopende het proces van planvorming, ontwikkeling, realisatie en beheer van het
bedrijventerrein zullen diverse producten tot stand komen. Het beoordelingskader zal in eerste
317522165
4
instantie worden gebruikt om de besluitvorming over het ruimtelijke plan te ondersteunen
maar is daarnaast ook voor de onderbouwing van keuzes ten behoeve van andere fases en
producten bedoeld. Te denken valt aan het bestemmingsplan, de ontwikkelings/uitgifte
strategie en de vergunningverlening. Met het oog op die andere fases en producten dient het
beoordelingskader op onderdelen nader te worden verfijnd.
Daarbij kan het beoordelingskader niet alleen achteraf maar ook vooraf worden benut, door
bij de uitwerking van de verschillende producten rekening te houden met de ambities die in
het beoordelingskader zijn verwoord.
Hoofdkeuzes waarop het beoordelingskader van toepassing kan zijn bij de ontwikkeling van
een bedrijventerrein:
Locatiekeuze (gereed)
Ruimtelijk ontwerp (Streekplan)
Ruimtelijk ontwerp (Best. Plan)
(Her)Ontwikkeling/uitgifte
Vergunningverlening
Beheer/parkmanagement
Opzet beoordelingskader
Het voorliggende beoordelingskader is opgesteld aan de hand van de rapportage van Telos, de
provinciale Menukaart duurzame bedrijventerreinen, inbreng van bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en overheden en de inbreng van het Projecteninnovatieteam (PIT ).
Het accent voor het beoordelingskader ligt voorlopig op de planvorming een doorkijk naar
ontwikkeling en beheer is op onderdelen nuttig en noodzakelijk. Vooraf zijn de volgende
eisen geformuleerd voor het beoordelingskader:
 Een eenvoudig beoordelingkader bestaat uit maximaal 5 indicatoren per
“duurzaamheids -kapitaal” (economie, ecologie en sociaal-cultureel kapitaal) en 5
voor het proces;
 Waar relevant is de ambitie gekoppeld aan regionaal, terrein of bedrijfsniveau;
 Het accent voor het beoordelingskader ligt vooralsnog op de ontwerp-fase. Bij
toepassing in ander fasen (ontwikkeling, beheer) zal het kader op onderdelen wijzigen.
In het algemeen geldt dat de keuzes in het begin van het proces fundamenteler zijn en
dus uit oogpunt van duurzaamheid bepalender zijn dan de keuzes die later in het
317522165
5
proces worden gemaakt. Zo is bijvoorbeeld de keuze voor de locatie wezenlijker dan
het al dan niet accommoderen van een bepaald bedrijf;
 De organisatie van de beoordeling dient per ambitie nader te worden uitgewerkt. Waar
nodig en mogelijk zal bij de uitvoering van de beoordeling een link worden gelegd
met bestaande informatie/toetsen zoals OEI/RWS, GES/GGD, monitor Havenschap et
cetera.
 Bij de beoordeling kan ook een weging (toekenning van gewichten) van de
verschillende elementen van het beoordelingskader aan de orde zijn;
 Voor de ambities zelf gelden de vragen: Zijn ze voldoende richtinggevend? Zijn ze
voldoende uitnodigend en uitdagend? Zijn ze SMART2 met flexibiliteit?
Opzet beoordeling
Gezien het belang van een integrale benadering voor een duurzame ontwikkeling is op de
voorziene beoordelingsmomenten beoordeling van economie, ecologie en sociaal-culturele
aspecten aan de orde.
Om de beoordeling goed gestalte te kunnen geven is vooraf duidelijkheid nodig over de
organisatie en eventuele uitbesteding van – onderdelen van – de beoordeling. Ook is voor alle
onderdelen een beschrijving van de nul-situatie aan de orde. In de fase van de voorgenomen
ruimtelijke ontwikkeling van Moerdijkse Hoek is vooral het regionale en terreinniveau van
belang voor de beschrijving van de nul-situatie. Het is van belang de effecten van de
ontwikkeling van Moerdijkse Hoek te kunnen beschouwen in het licht van de aanwezigheid
en verdere ontwikkeling van Moerdijk I, de realisatie van de HSL, de mogelijke verbreding
van de A16 en wellicht op langere termijn de aanleg van de dedicated spoorlijn voor
goederenvervoer Rotterdam-Antwerpen.
Op basis van de beschrijving van de nul-situatie kunnen de sterke en zwakke punten worden
beschreven die vervolgens kunnen worden vertaald in verbeteringen c.q. aanpassingen van het
ruimtelijk ontwerp. In de ontwikkelingssfeer valt te denken aan een saldering van milieueffecten van bijvoorbeeld Moerdijk I en Moerdijkse Hoek binnen de beschikbare wettelijke
milieuruimte. Afhankelijk van de aard en omvang van het probleem kunnen prioriteiten
worden bepaald en optimale oplossingen worden uitgewerkt. Een dergelijke constructie
betekent uiteraard dat er over en weer sprake moet zijn van zeggenschap inzake de
ontwikkelingen op Moerdijk I respectievelijk Moerdijkse Hoek.
Het doortrekken van de systematiek naar de exploitatie en beheersfase kan betekenen, dat het
beoordelingskader de opzet aanreikt voor een jaarlijkse omgevingsmonitor waarbij de
resultaten van de monitoring op hun beurt weer input vormen voor verbetervoorstellen.
Voorgaande eisen leiden tot een beoordelingskader van beperkte omvang. Dit betekent niet
dat andere aspecten niet onderzocht zullen worden. Zo is het in het kader van de merprocedure noodzakelijk alle relevante milieu-aspecten te beschrijven. Wel is het zo dat de
waardering van en keuze uit de ontwikkelde alternatieven in eerste instantie plaats zal vinden
op basis van de indicatoren zoals die in het beoordelingskader zijn opgenomen. Op deze
manier is een overzichtelijke integrale afweging van ecologie, economie en sociaal-
2
SMART = Specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden.
317522165
6
maatschappelijke aspecten mogelijk met het oog op de te maken keuzes ten aanzien van het
ruimtelijk ontwerp en in later instantie de ontwikkeling, realisatie en het beheer.
Voor de ontwerp-fase zijn vooralsnog twee beoordelingsmomenten voorzien. In eerste
instantie zullen een aantal ruimtelijke alternatieven globaal worden uitgewerkt. Om een
integrale afweging te kunnen maken is het van belang dat ook de economische en sociaalmaatschappelijke aspecten van die globale alternatieven zijn bepaald. Daarbij is het denkbaar
dat onderdelen van de ruimtelijke alternatieven sociaal-maatschappelijk of economisch gezien
niet onderscheidend zijn.
Op basis van een eerste globale integrale beoordeling kunnen de alternatieven worden
besproken en concreter worden uitgewerkt. De globale beoordeling zal worden uitgevoerd op
basis van parate kennis en informatie. Het spreekt voor zich dat voor de inventarisatie van de
ecologische, economische en sociaal-maatschappelijke effecten dezelfde ruimtelijke
alternatieven als uitgangspunt zullen worden gehanteerd. Voor zover relevant zullen daarbij
ook dezelfde sociaal-maatschappelijke en economische uitgangspunten worden gehanteerd.
Na die concretisering kan een tweede uitvoeriger beoordeling plaats vinden, die zijn beslag
krijgt in de vorm van het MER en de rapportages over de sociaal-maatschappelijke en
economische aspecten van de drie alternatieven en de onderbouwing van het
voorkeursalternatief. Het is van belang vast te stellen dat het in eerste instantie gaat om de
onderbouwing van een ruimtelijke afweging. Het beschouwen van de sociaalmaatschappelijke en economische aspecten draagt bij aan een betere onderbouwing van die
ruimtelijke afweging.
De tweede beoordeling zal worden uitgevoerd op basis van zoveel mogelijke feitelijke
informatie over de te verwachten effecten. Daartoe zal gebruik gemaakt worden van de
informatie uit lopende onderzoeken en de resultaten van de berekeningen aan de hand van
enkele modellen (hydrologie, haalbaarheid et cetera). Waar feitelijke informatie niet voor
handen is zal een deskundigenoordeel worden gehanteerd als maatstaf. De organisatie van de
beoordeling zal in handen zijn van de initiatiefnemer, de provincie, gebruik makend van de
informatie van diverse partners en externe deskundigheid op onderdelen.
Om verschillende variabelen met elkaar te kunnen vergelijken bestaat de score uit:
-- = wanneer de minimale eis volstrekt niet wordt gehaald
- = wanneer de minimale eis bijna gehaald wordt
0 = wanneer aan de minimale eis wordt voldaan
+ = wanneer in beperkte mate aan de ambitie wordt voldaan
++ = wanneer grotendeels of volledig aan de ambitie wordt voldaan
De totaalscore biedt een hulpmiddel voor de vergelijking van verschillende alternatieven en
keuzemogelijkheden. Het is ook niet meer dan een hulpmiddel. Onderliggende inhoudelijke
analyses moeten uitwijzen of de alternatieven of keuzemogelijkheden op alle onderdelen en
als totaal aanvaardbaar zijn.
Hoewel bij het beoordelingskader het accent ligt op het meetbaar maken van duurzaamheid,
dient ook hier te worden benadrukt dat het bij een vernieuwend duurzame ontwikkeling
vooral ook gaat om inspiratie. In het Brabant Elan rapport “Land van Later” worden
ontmoeting, inspiratie en stimulering genoemd als fases voor gedragsveranderingen die
noodzakelijk zijn voor een duurzame ontwikkeling.
317522165
7
Faciliteiten
Uit voorgaande mag duidelijk zijn dat beoordeling geen doel op zich is maar bedoeld is als
aanzet tot vernieuwend duurzame oplossingen. Beoordeling vormt de aanleiding voor het
gesprek over mogelijkheden voor verbetering van ontwerp, ontwikkeling, inrichting en beheer
van Moerdijkse Hoek. Het permanent faciliteren van “het gesprek” is en belangrijke waarborg
voor vernieuwend duurzame oplossingen. De faciliteiten voor dit gesprek kunnen bestaan uit:
 Zorgdragen voor goede en betrouwbare informatie;
 Zorgen voor een juiste setting voor het gesprek (gesprekspartners, gespreksleiding);
 Inbreng van kennis over maatregelen die kunnen leiden tot verbetering zoals de
menukaart, Brabant Elan3 e.d. (zie literatuur);
 Creëren van ruimte voor experimenten.
Gezien het brede maatschappelijke belang van een vernieuwend duurzame ontwikkeling ligt
er een verantwoordelijkheid voor het faciliteren van het gesprek bij de overheid. Gezien het
eigenbelang ligt voor het bedrijfsleven een medeverantwoordelijkheid in de rede.
Betrokkenheid van de omgeving draagt bij aan optimalisering van de mogelijke uitwerkingen.
Status beoordeling
Vooralsnog heeft het hierna beschreven beoordelingskader geen wettelijke status. De
onderdelen mer (wettelijk) en watertoets (bestuurlijke afspraak) hebben wel een formele
status. Door het expliciet vast te stellen en ter advisering voor te leggen aan de commissie
voor de mer, zal het beoordelingskader in de praktijk gaan werken als een formeel
beoordelingskader. Het is dan ook van groot belang de ambities zorgvuldig te bepalen.
Het zal duidelijk zijn dat voor alle elementen geldt, dat de wettelijke normen de ondergrens
van de ambities bepalen. Voor de overige elementen lijkt het in het algemeen niet wenselijk
harde kwantitatieve beleidsinhoudelijke eisen te formuleren. Degelijke ambities zijn vaak snel
achterhaald, inflexibel en nodigen niet uit tot vernieuwing. De inhoudelijke ambities zullen
dan ook vooral het karakter krijgen van “streefbeeld”. Op onderdelen – bijvoorbeeld
gezondsheidsrisico – kan het politiek-bestuurlijk wenselijk zijn wel concrete ambities te
benoemen.
Uit de ervaringen van Telos en PIT is af te leiden dat het wel wenselijk kan zijn om qua
proces of organisatie enkele zaken expliciet vast te leggen zoals:
 Er komt een beheersorganisatie van, voor en door bedrijfsleven en overheid die zorg
draagt voor het parkmanagement op bedrijventerrein Moerdijkse Hoek;
 Nieuwvestigers zijn verplicht deel te nemen aan die beheersorganisatie (selectie aan de
poort).
3
In het kader van Brabant Elan zijn rapporten verschenen over duurzame ontwikkeling ten aanzien van sociaalculturele aspecten, landbouw en voeden, wonen in Brabant, beleidsontwikkelingen en communicatie,
samenleving en informele zorg en duurzame financiering.
317522165
8
Beoordelingskader vernieuwend duurzaam Moerdijkse Hoek
De volgende elementen bepalen het vernieuwend duurzame karakter van Moerdijkse Hoek
Planet (ecologisch kapitaal, H. Wassenberg)
Energie
Efficiënte benutting van energie bij de realisatie van het bedrijventerrein, in de
bedrijfsvoering van de bedrijven en het beheer en onderhoud van het terrein. De efficiëntie
wordt bevorderd door beperking van het energiegebruik en gebruik van duurzame
energiebronnen. Beoordeling vindt plaats op basis van een energie-analyse van de ruimtelijke
alternatieven en jaarlijkse rapportages (energieboekhouding) van bedrijven.
Water(systeem)
Qua water is het doel gericht op voorkoming van negatieve invloed op het watersysteem in de
regio en beperking van de invloed op het watersysteem op het terrein. Onder het
watersysteem wordt verstaan: de waterkringloop, grond- en oppervlaktewaterpeilen,waterberging , kwaliteit van oppervlaktewater en waterbodems, veiligheid
(overstromingsrisico). Realisatie van een waterketenbedrijf is een belangrijke
randvoorwaarde. Beoordeling vindt plaats op basis van vergelijking van de ruimtelijke
alternatieven aan de hand van een hydrologisch model.
Grond-, hulp- en afvalstoffen
Bij de grond- hulp- en afvalstoffen staat de cyclische benadering centraal. Het gaat om
beperking van gebruik van niet hernieuwbare grondstoffen en maximaal hergebruik. De
benadering leidt tot minimale emissies en is een opstap naar absolute ontkoppeling van
economische groei en milieudruk. Beoordeling vindt plaats aan de hand van een vergelijking
van de ruimtelijke alternatieven en regelmatige analyse van bedrijfsprocessen op de
mogelijkheden voor verbetering ook in combinatie met symbiose op terreinniveau.
Ruimtegebruik en landschappelijke inpassing (deelverantwoordelijkheid A. Fortgens)
Bij het ruimtegebruik ligt het accent op de functie(s) die het bedrijventerrein vervult, met het
uitgangspunt dat de duurzaamheid toeneemt met het aantal functies dat het terrein voor de
omgeving vervuld. De ruimtelijke alternatieven kunnen eenvoudig beoordeeld worden op dit
punt.
Daarnaast wordt intensief ruimtegebruik gestimuleerd via de floorspace-index. Op terreinniveau is het van belang bij het ruimtelijk ontwerp de bruto-netto verhouding te bewaken.
Voor de landschappelijke inpassing van het terrein en de bedrijven is hoogwaardige
architectuur van belang, te waarborgen door (begeleiding van) een zorgvuldige keuze van
architecten.
Natuurwaarden (deelverantwoordelijkheid A. Fortgens)
De soortenrijkdom kan wordt vergroot door uitbreiding van de natuur (oppervlakte potentieel
habitat voor de kwetsbare soorten) met 200 ha (rood voor groen).
317522165
9
People (sociaal cultureel kapitaal, A. van Weerden)
Gezondheidsbelasting
Door verplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven, dient de gezondheidsbelasting in WestBrabant met de ontwikkeling van Moerdijkse Hoek af te nemen, terwijl de gezondheidsbelasting in de directe omgeving van Moerdijkse Hoek niet mag verslechteren. De
gezondheidsbelasting voor de verschillende elementen licht, geur, geluid,
luchtverontreiniging, stof, externe veiligheid et cetera. wordt bepaald op basis van een
gezondheids-effectscreening (GES). Daarbij zal aandacht zijn voor eventuele cummulatie van
gezondheidsbelasting en mogelijke domino-effecten op het gebied van externe veiligheid
Voorzieningen en sociale cohesie
Qua voorzieningen dient Moerdijkse Hoek een bijdrage te leveren aan de structuur in de
directe en wijdere omgeving van het terrein. Van individuele bedrijven wordt op dit punt
maatschappelijke verantwoord ondernemerschap verwacht, onder andere door stimulering van
sociale (o.a verenigings) structuren in de kernen in de omgeving van het bedrijventerrein.
Kwaliteit van de leefomgeving
De kwaliteit van de leefomgeving wordt door tal van factoren bepaald, waaronder
gezondheid, voorzieningen en sociaal cohesie. Specifiek bij dit punt dient het bedrijventerrein
bij te dragen door realisatie van .. ha recreatiegebied (relatie met natuur), .. km recreatieve
routestructuren en behoud van goede verbindingen voor langzaam en snelverkeer tussen de
kernen van de gemeente Moerdijk. Beoordeling kan plaatsvinden op basis van de ruimtelijke
alternatieven.
Cultuurhistorische waarden
Centraal staat het uitgangspunt van behoud en herstel (m.n. dijkstructuren) van de
cultuurhistorische waarden op het bedrijfsterrein in het licht van de betekenis van die waarden
voor de regio. Beoordeling kan plaatsvinden op basis van een vergelijking van de ruimtelijke
alternatieven en de reeds uitgevoerde inventarisatie. Lopende het proces zullen nadere met
name archeologische onderzoeken dienen te worden verricht.
Profit (economisch kapitaal, B. Doedens)
Versterking van de economie (kwantitatief)
Het bedrijf dient bij te dragen aan versterking van de regionale economie door een
substantieel deel (tot 40%) van de bedrijvigheid van buiten de regio aan te trekken. Een en
ander is te beoordelen aan de hand van de bedrijfsvestiging, de daarbij gehanteerde
voorwaarden en eventuele herijking van behoefte-onderzoek.
Versterking van de economie (kwalitatief)
Het bedrijf dient bij te dragen aan versterking van de regionale economie door bedrijven aan
te trekken die in potentie veel relaties hebben of opbouwen met andere bedrijven in de regio.
Een en ander is globaal te toetsen bij de vestiging van bedrijven.
Versterking van de werkgelegenheid
Het bedrijventerrein dient minimaal 7000 directe en 3600 indirecte arbeidsplaatsen te
genereren waarvan een substantieel deel (tot 40%) nieuwe arbeidsplaatsen voor de regio
317522165
10
dienen te zijn. Een en ander is indicatief te bepalen op grond van de ruimtelijke alternatieven
(profiel), bij de vestiging van bedrijven (werknemers per ha) en vervolgens te monitoren.
Voldoende ruimte van voldoende kwaliteit
Dit is de hoofddoelstelling voor ontwikkeling van het terrein, die eenvoudig gewaarborgd kan
worden via de ruimtelijke alternatieven. Vastgesteld dient te worden of voldoende ruimte,
voldoende grote kavels, een juiste segmentering en infrastructuur worden gerealiseerd, die
passen bij de beoogde bedrijfstypen.
Bereikbaarheid en multimodaliteit
Een goede ontsluiting van het bedrijventerrein is een regionale verantwoordelijkheid. Het
waarborgen van de bereikbaarheid van de regio is een rijksverantwoordelijkheid, die kan
worden vertaald in het niet laten toenemen van de congestie in de regio. Op basis van
verkeersmodellen (vervolg DHV-studie) kan de congestievorming bij verschillende scenario’s
worden geraamd
De multimodaliteit is een wezenlijk kenmerk van de duurzaamheid van het terrein en de
locatie Moerdijkse Hoek. Lopende het planproces dienen de mogelijkheden voor een
multimodale ontsluiting open te blijven c.q. successievelijk te worden benut.
Financiële haalbaarheid
In toetsing van de financiële haalbaarheid is reeds voorzien. Het ligt voor de hand dat dit
lopende het proces regelmatig gebeurt, bijvoorbeeld gekoppeld aan de te ontwikkelen
ruimtelijke alternatieven. Doelen zijn een marktconforme grondprijs en een aanvaardbaar
saldo bij de ontwikkeling van het bedrijventerrein. Dit kan ook beteken dat overheden een
investering van ?? EURO plegen in de onrendabele top van het terrein, omdat daarmee
maatschappelijke vraagstukken (milieuhinder) elders kunnen worden opgelost.
Proces (A. Visser)
Betrokkenheid van belanghebbenden
Een stakeholder-analyse kan in beeld brengen welke stakeholders er zijn, wat hun belangen
zijn en hoe ze bij het proces betrokken zijn. Een dergelijke analyse kan regelmatig intern
worden gemaakt maar omwille van onafhankelijkheid ook extern worden aanbesteed.
Communicatie
Zie bovenstaande. Via de stakeholder-analyse kan ook worden vastgesteld of de
communicatie effectief is in de zin van:
- Is de informatie duidelijk
- Is het nut van het proces duidelijk
- Is sprake van een positieve houding
- Is steun zichtbaar merkbaar en is men bereid bij te dragen
Cyclische benadering
Hét meest wezenlijke element van vernieuwend duurzaam is de cyclische benadering.
Bedrijven zullen voortdurend moeten worden uitgedaagd en gestimuleerd om beter te
presteren en vernieuwende oplossingen te zoeken. De benadering is zichtbaar te maken in het
planproces via de ruimtelijke planvorming, ontwikkeling, uitgifte en vergunningverlening.
Voorts kan een beheersorganisatie en jaarlijkse duurzaamheidsrapportage een cyclische
benadering stimuleren.
317522165
11
Symbiose
In aanvulling op allerlei sectorale technisch optimale oplossingen biedt symbiose
mogelijkheden om sprongen voorwaarts te maken op de duurzaamheidsladder. Symbiose kan
worden bevorderd door potentiële partners regelmatig bijeen te brengen. Faciliteren van het
proces is het sleutelwoord voor de overheid. In het kader van de beoordeling dienen die
inspanningen zichtbaar gemaakt te worden. De cyclische benadering op basis van
duurzaamheidsrapportages biedt aanknopingspunten.
317522165
12
Toelichting beoordelingskader
De kapitalen
Voor de beschrijving van de kapitalen is aangesloten bij de definitie van Telos. Vervolgens is
een praktische vertaling gemaakt naar de ontwikkeling van een bedrijventerrein.
Tot het ecologisch kapitaal rekent Telos:
 Natuur
 Bodem
 Grondwater
 Oppervlaktewater
 Lucht
 Delfstoffen
Tot het








Tot het economisch kapitaal rekent Telos:
 Kapitaalgoederen
 Kennis
 Infrastructuur
 Economische structuur
sociaal en cultureel kapitaal rekent Telos:
Gezondheid en zorgvoorzieningen
Solidariteit
Consumptie
Culturele diversiteit
Burgerschap
Leefomgeving
Onderwijs
Arbeid
Ecologisch kapitaal
Bodem
Bij de bespreking van dit thema met diverse betrokkenen is geconcludeerd dat op het gebied
van bodem veel bereikt kan worden door te voldoen aan de wettelijke vereisten. Het
belangrijkste aandachtspunt voor de bodemaspecten betreft de wijze van bouwen. Wordt het
bouwen op palen, integraal ophogen, werken met drijvende systemen of een combinatie
daarvan.
Ondergronds bouwen lijkt uit oogpunt van draagkracht van de bodem en beperking van
ingrepen in het hydrologisch systeem niet wenselijk. Voor de uitwerking van het ruimtelijk
ontwerp is het van belang inzicht te hebben in mogelijke diffusie verontreiniging/
bodemkwaliteit en de draagkracht van de bodem.
Energie
Het aspect energie is vooral van belang in de fase van ingebruikname van het bedrijventerrein
Moerdijkse Hoek. Echter ook bij het ontwerp en de realisatie van het bedrijventerrein kan
rekening worden gehouden met het energievraagstuk in de vorm van:




Beperking van energieverbruik door energie-efficiënt ontwerp,
(Her)gebruik van energie-efficiënte materialen
Reservering van ruimte voor productie van duurzame energie
Reservering van ruimte voor toepassing van energieketens (cascade)
317522165
13
Voor het bedrijventerrein zal het lastig zijn voor voorgaande indicatoren normen te bepalen
danwel een vergelijking met andere bedrijven te maken. In het kader van de duurzame
ontwikkeling is het van belang richting te geven. Normen kunnen dan behulpzaam zijn maar
ook leiden tot het blijven steken in sectorale sub-optimale oplossingen.Daar waar geen
normen zijn opgenomen zal beoordeling plaatsvinden op grond van:
 De onderlinge vergelijking van de ruimtelijke alternatieven;
 De vergelijking met de actuele stand van de techniek;
 De vergelijking ten opzichte van het jaar daarvoor (met name vanaf de start van de
uitgifte).
Voor Moerdijkse Hoek is het van belang keuzes te kunnen onderbouwen in het licht van een
vernieuwend duurzame ontwikkeling. De duurzaamheid van de verschillende varianten zal
dan ook vooral kunnen blijken uit de onderlinge vergelijking van ruimtelijke varianten,
terreinen en bedrijven. Op bedrijfsniveau is voor de meest sectoren een vergelijking mogelijk
met branchegenoten. Voor een vernieuwend duurzaam bedrijventerrein is beter scoren dan het
landelijk gemiddelde een minimum. Een plaats in de top 10 past beter bij de ambities.
Naast de hiervoor genoemde indicatoren kan gebruik gemaakt worden van EPL
(EnergiePrestatie op Locatie), OEI (Optimale EnergieInfrastructuur) en de mate van
toepassing van DE (duurzame energie) als indicatoren voor de duurzaamheid van de
energiehuishouding van het bedrijventerrein. De EPL drukt de bijdrage van een gebied uit aan
de CO2 –reductie. Het is een rekenmethode die resulteert in een score van 1 tot 10 (6 is
conventioneel) die echter vooralsnog allen op gebouwgerelateerd energieverbruik van
toepassing is. Vooralsnog is de combinatie met OEI en DE dus wenselijk.
Water
Ingegeven door de toenemende kans op wateroverlast enerzijds en het besef van de schaarste
van water van goede kwaliteit anderzijds is bij het waterbeleid in toenemende mate aandacht
voor de watersysteembenadering. Uitgangspunt is dat natuurlijke grond- en
oppervlaktewatersystemen zo weinig mogelijk beïnvloed worden. Verder is van belang de
relaties tussen watersysteem, waterketen en veiligheid. Deze benadering staat ook centraal bij
de uitwerking van het wateraspect in het beoordelingskader voor een vernieuwend duurzaam
Moerdijkse Hoek. Naast de inrichting van het bedrijventerrein zelf is vooral ook de
gebruiksfunctie van water van belang voor de invloed van een bedrijventerrein op het
watersysteem.
De hoofddoelstelling voor de wateraspecten van Moerdijkse Hoek luidt: voorkomen van
negatieve beïnvloeding van het watersysteem. Bij de beoordeling van die beïnvloeding wordt
gekeken naar drie deelaspecten, te weten:
 Watersysteem; (samenhangend geheel van grond- en oppervlaktewater inclusief kwelen infiltratie, kwaliteit, kwantiteit)
 Waterketen (omvat zowel (drink)waterwinning, (drink)waterproductie,
(drink)watertransport en (drink)watergebruik als afvalwaterinzameling,
afvalwatertransport en afvalwaterzuivering.)
 Veiligheid (overstromingsrisico en wateroverlast).
317522165
14
Voorkoming van negatieve effecten op het watersysteem is het uitgangspunt. Omdat de
uitgangssituatie van de voorgenomen locatie geen natuurlijke is (gebied met een kunstmatig
gehandhaafd polderpeil) bestaat de kans dat op onderdelen mogelijk een positieve
beïnvloeding van het watersysteem optreedt.
Bij de verdere uitwerking van de beoordelingscriteria is onderscheid te maken naar regio-,
terrein- en bedrijfsniveau. Het accent ligt daarbij vooralsnog op het bepalen van de effecten
aan de hand van het (op te stellen) ontwerp. De genoemde aspecten vragen ook aandacht in de
volgende fases bij de realisatie, ontwikkeling en het beheer. Daar is monitoring aan de orde
om te kunnen bepalen of de berekende effecten ook daadwerkelijk optreden. Een en ander
leidt tot de volgende uitwerking:
Thema/indicator
Hoofddoelstelling
betreft voorkomen
negatieve beïnvloeding
van het watersysteem
Regio
Min: Voorkomen van
negatieve beïnvloeding
van het watersysteem in
de omgeving van het
bedrijventerrein.
Max: Waar mogelijk een
positieve bijdrage aan
het watersysteem in de
omgeving.
Terrein
Bedrijf
Min: Beperking van negatieve Min: Beperking van
effecten op het watersysteem negatieve effecten op het
ter plaatse door aanleg en
watersysteem ter plaatse
gebruik van het
door bedrijfsactiviteiten.
bedrijventerrein en
Max.: Waar mogelijk een
voorkomen van negatieve
positieve bijdrage aan het
beïnvloeding daarbuiten.
watersysteem op het
Max: Waar mogelijk een
terreinniveau en directe
positieve bijdrage aan het
omgeving.
watersysteem op
terreinniveau en directe
omgeving.
Bovenstaande kan worden bereikt op basis van de onderstaande uitwerking in specifieke doelstellingen.
Watersysteem
Regio
Terrein
Bedrijf
Algemeen
Nulmeting: Opstellen
Nulmeting: Zie hiernaast
Nulmeting: Zie hiernaast
Waterbalans:
van waterbalans voor
Min: Waterhuishoud-kundige Min: Waterhuishoud- Aan- en afvoer;
huidig gebied op basis
ingrepen mogen geen
kundige ingrepen mogen
- Neerslag en
van bestaande gegevens. belasting vormen voor
geen belasting vormen voor
verdamping;
(Ws, prov, IGG TNO)
omgeving. (Waterpeilen
omgeving. (b.v. niet
Onttrekkingen aan
Min: Waterhuishoudafstemmen op functie
ondergronds bouwen)
grond- en oppervlakte
kundige ingrepen mogen bedrijventerrein)
Max: Waterhuishoudsysteem;
geen belasting vormen
Max: Waterhuishoudkundige ingrepen
Kwel en infiltratie;
voor omgeving.
kundige ingrepen versterken
versterken
Grond- en oppervlakte- Max: Waterhuishoudomgevings-functies. (Terrein omgevingsfuncties.
water peilen;
kundige ingrepen
zondanig inrichten dat hogere (b.v. voor minder
- Enz.
versterken omgevingswaterpeilen mogelijk zijn).
kwetsbare functies
functies.
Maatregel: norm hoeveelheid alternatieve bestemming
Organisatie: Bepalen op gespuid water op Hollands
zoeken zoals parkeren op
basis van te ontwikkelen Diep
lagere plekken realiseren)
model (prov Ws)
Organisatie: Zie hiernaast
Organisatie: Zie hiernaast
Kwaliteit grond- en
oppervlaktewater
(Pm waterbodems later
aan bod bij monitoring
??, wel eventuele
saneringsituaties
inventariseren)
Nulmeting: Bestaande
gegevens water(bodem)kwaliteit (Ws)??
Min: Geen negatieve
invloed op
waterkwaliteit in de
omgeving. (MTRwaarde handhaven)
Max: Positieve invloed
op waterkwaliteit in de
omgeving.
Organisatie: Berekening
vuiluitworp a.h.v.
ontwerp
317522165
Nulmeting: Bestaande
gegevens water (bodem)kwaliteit (Ws)??
Specifieke meting (te
behouden) aquatische
ecologie op basis van
natuurinventarisatie
Min: Geen negatieve invloed
op waterkwaliteit terrein.
(MTR-waarde handhaven)
Max: Positieve invloed op
waterkwaliteit terrein.
Maatregel: Frequentie
overstort riool “0”.
15
Nulmeting: N.v.t.
Min: Geen negatieve
invloed op waterkwaliteit
terrein. (MTR-waarde
handhaven), beperking
afvalwater
Max: Positieve invloed op
waterkwaliteit terrein.
Organisatie: Bepalen a.h.v.
vergunningaanvraag
Organisatie: Berekening
vuiluitworp a.h.v. ontwerp
Waterketen
Regio
Terrein
Nulmeting: opstellen
Nulmeting: Onttrekking
overzicht van alle
grondwater nu vrijwel nihil
onderdelen van de keten (prov)
((drink) waterwinning,
Min: Waterbezwaar bij
(drink) waterproductie,
ontwikkeling terrein,
(drink) watertransport,
infrastructuur en gebouwen:
(drink) watergebruik,
Toepassing alternatieve
afvalwater inzameling,
bouwtechnieken c.q.
afvalwatertransport en
retourbemalingen.
afvalwaterzuivering.)
Gebruik grondwater alleen
Waterbezwaar: het
Min: Collectieve
wanneer drinkwater-kwaliteit
tijdelijk verlagen van de industriewaterlevering
is vereist op grond van
freatische grondwater- via tweede net en
regelgeving en geen
stand voor het kunnen
inzameling en zuivering alternatief voor beschikbaar.
uitvoeren van
van afvalwater.
Maximale inzet van
bouwactiviteiten.
Organisatie:
regenwater en
Waterketen-bedrijf
industriewaterhergebruik en
beheert alle water
beperking afvalwater.
gerelateerde utilities.
Max: Geen onttrekking van
Verhoging van
grondwater, gesloten
duurzaamheid en
waterkringloop.
kostenbesparing.
Maatregel: Er is vooralsnog
voldoende capaciteit voor
industriewater afkomstig uit
de Biesbosch.
Organisatie: Beoordelingbij
vergunningsprocedure aanleg
terrein op basis van
draagkracht watersysteem
(prov)
Veiligheid
Regio
Terrein
Waterberging
Nulmeting: zie hiernaast Nulmeting: Huidige
Min: Voldoende
waterberging c.q invloed op
waterberging om extra
omgeving, modelberekening
belasting van omgeving (prov)
bij calamiteiten te
Min: Voldoende waterberging
voorkomen.
t.b.v.een aanvaardbaar
Max:
overstromingsrisico
Overdimensionering
Max: Overdimensionering
berging vanwege ligging berging vanwege ligging aan
aan eind van
eind van afwateringsafwateringsstroomgebied??
stroomgebied??
Maatregelen: Norm >60 %
Organisatie: zie
afgekoppeld verhard
hiernaast
oppervlak, norm
wateroverlast??, norm
waterberging 10-15% opp.
Organisatie:Modelberekening
a.h.v. ontwerp (prov)
Waterkeringen
Nulmeting: Huidige
Nulmeting: Zie hiernaast
veiligheid primaire en
Min:
andere waterkeringen
Max:
(Ws)
Organisatie:
Min: Geen negatieve
invloed op de waterkeringen (onderscheid
primair en andere?)
317522165
16
Bedrijf
Nulmeting:
Min: Beperking van
onttrekking van grondwater
door maximale inzet van
regenwater en
industriewaterhergebruik.
(vgl. met branchecijfers
onttrekking/hergebruik/
afvalwater)
Max: Geen onttrekking
grondwater, gesloten
waterkringloop individueel
of gezamenlijk via
matching en cascadering
Organisatie:
Beoordelingbij
vergunningsprocedure
bedrijven. (Uitzondering
vergunningplicht
hoeveelheid grondwater <
10 m3 /uur, niet gelegen in
functiegebied en of
onttrekkingput niet dieper
dan 30 meter minus
maaiveld)
Bedrijf
Nulmeting: N.v.t.
Min: N.v.t.
Max: N.v.t.
Waterberging per bedrijf
zinvol?? Wel kwaliteit
afstromend hemelwater
(afhankelijk van inrichting,
onderhoud en beheer)
Organisatie: N.v.t.
Nulmeting: Zie hiernaast
Min:
Max:
Organisatie:
Max: Bijdrage aan
verhoging veiligheid
primaire en ander
waterkeringen
Organisatie: Effecten
bepalen aan de hand van
ontwerp (??)
Grond- en hulpstoffen
Voor het gebruik van grond- en hulpstoffen kan de methode van ‘duurzaam bouwen’ gelden
als basis. Daar bovenop is het lastig om hanteerbare kwantitatieve normen te formuleren.
Vernieuwend duurzaam kan dan bestaan uit onderlinge vergelijking van de verschillende
ontwerp-alternatieven en vergelijking van bedrijven binnen de verschillende sectoren, voor
zover daarover informatie beschikbaar is.
Kennisuitwisseling en samenwerking in de vorm van parkmanagement kunnen bijdragen aan
continue verbetering op dit punt.
Ruimtegebruik en landschappelijke inpassing
Belangrijke keuzes uit oogpunt van duurzaamheid betreffen de in het streekplan gemaakte
keuze voor concentratie en de keuze van de locatie. Het beoordelingskader is voor deze
keuzes niet meer relevant omdat ze reeds gemaakt zijn. Voor de uiteindelijke beoordeling van
de wenselijkheid, aanvaardbaarheid en duurzaamheid van de realisatie van het
bedrijventerrein Moerdijkse Hoek is het wel van belang deze aspecten in beschouwing te
nemen.
Bij de verder uitwerking van het ontwerp is de gedachte dat de duurzaamheid toeneemt
naarmate het bedrijventerrein meer functionele en landschappelijke relatie heeft met zijn
omgeving. Voor de functionele relaties geldt eenvoudig het uitgangspunt hoe meer relaties
des te duurzamer het terrein. In aanvulling op voorgaande kan de duurzaamheid op
terreinniveau getoetst worden aan de hand van:
 Toepassing van de lagenbenadering, met daarbinnen specifiek aandacht voor water als
ordenend principe;
 Functionele verkaveling;
 Mogelijkheden voor symbiose;
 (Gemeenschappelijk) gebruik van strategische restruimte.
Voor de landschappelijke relatie is de meest wezenlijk keuze voortbouwen op bestaande
structuren of een geheel nieuwe structuur creëren. De keuze komt via de toepassing van de
lagenbenadering in beeld. Vanuit cultuurhistorisch oogpunt is er een voorkeur om uit te gaan
van de bestaande dijkenstructuur en deze te gebruiken als grondlegger voor het
bedrijventerrein en de relatie met de omgeving. Op terreinniveau gaat het om de relatie met de
directe omgeving.
Op regionaal niveau gaat het meer om de plaats van Moerdijkse Hoek in de regionale
ruimtelijke structuur. Daarbij past de waardering van de locatiekeuze maar ook de verdere
concretisering van de positie van Moerdijkse Hoek. Komen het concentratiemodel en het
profiel daadwerkelijk tot hun recht.
317522165
17
Bij de uitwerking van het bedrijfsniveau zijn de belangrijkste ruimtelijk keuzes reeds
gemaakt. De duurzaamheid wordt dan in belangrijke mate bepaald door de kwaliteit van de
architectuur en de intensiteit van het ruimtegebruik. Op beperkte schaal is wellicht ruimte
voor meervoudige functie, bijvoorbeeld door een ecologische inrichting van de
bedrijfslocatie. De intensiteit van het ruimtegebruik kan ook worden verhoogd door de ruimte
meer uren per dag te gebruiken voor dezelfde of een andere functie. Mogelijkheden voor
verdere intensivering van het ruimtegebruik in de toekomst ontstaan door gebruik te maken
van flexibele bedrijfsruimte.
Natuurwaarden/soortenrijkdom
Bij de beoordeling van de natuurwaarden ligt het accent op oppervlakte natuur en voorkomen
van soorten. De eerste indicator is vooral opgenomen als waarborg voor de meetbare aandacht
voor natuur in het ruimtelijk plan. De tweede indicator is vergaander, veelomvattender maar
ook lastiger te vatten in maatregel-effectrelaties. Onder de vlag van soortenrijkdom dient
aandacht besteed te worden aan de mate waarin de ver-thema’s4 het voorkomen of verdwijnen
van bepaalde soorten aannemelijk maken. De huidige situatie qua soortenrijkdom is / wordt in
2002 en 2003 geïnventariseerd. De effectrelaties kunnen via het MER in beeld gebracht
worden. Monitoring is van belang om te bezien welke effecten daadwerkelijk ontstaan.
Sociaal-cultureel kapitaal (mens)
Gezondheid
In de discussie over de gezondheid is door meerdere gedeputeerden aangegeven dat de
gezondheidsbelasting in de omgeving van Moerdijkse Hoek niet mag toenemen. Uiteraard
zijn er wettelijke normen die grenzen stellen aan die belasting in de vorm van:
 licht
 geur,
 stof
 luchtverontreiniging,
 geluid
 veiligheidsrisico’s.
Daarnaast is door de GGD een methode ontwikkeld om de cumulatieve gezondheidsbelasting
te bepalen.
In de directe omgeving van Moerdijkse Hoek zal de impact van het bedrijventerrein
onmiskenbaar zijn. Het voorkomen van toename van de gezondheidsbelasting is dan ook een
ambitieuze doelstelling die tegelijkertijd politiek/bestuurlijk als minimaal wordt beschouwd.
Met het ontwerp kan toename van de belasting zoveel mogelijk worden beperkt. Winst kan
worden bereikt wanneer ten opzichte van de bestaande situatie verbeteringen worden
gerealiseerd bijvoorbeeld in de vorm van een reductie van de geluidbelasting vanuit Moerdijk
I of een beperking van gevaarlijke transporten langs de kern Moerdijk via omlegging van de
goederenspoorlijn.
4
De belangrijkste ver-thema’s zijn verstoring, vermesting, verspreiding, verzuring, verdroging, versnippering
317522165
18
De gezondheidsbelasting geen directe informatie over de daadwerkelijk gezondheid. De
methode van de GGD is erop gericht om ontwerpen zodanig te verbeteren dat de
gezondheidsbelasting minimaal toeneemt en waar mogelijk afneemt. In aanvulling daarop is
het van belang bij de relatie en ingebruikname van het bedrijventerrein de gezondheidssituatie
te monitoren en bij opvallende resultaten te onderzoeken of een relatie bestaat met het
bedrijventerrein.
Op regionale schaal liggen de ambities hoger en zijn ze gericht op een afname van de
gezondheidsbelasting. Dit sluit logisch aan op de aanleiding voor de realisatie van Moerdijkse
Hoek. Het gaat in belangrijke mate om hervestiging van Brabantse bedrijven die op de
huidige locatie geen ontwikkelingsmogelijkheden hebben. Bij verplaatsing kan op de oude
locatie een verlaging van de gezondheidsbelasting ontstaan terwijl op de nieuwe locatie een
minder dan evenredige toename kan ontstaan door vernieuwing van het productieproces,
grotere afstand tot woonkernen et cetera.
Op bedrijfsniveau gaat het vooral om de gezondheid en veiligheid van de medewerkers. Ook
op dat terrein zou Moerdijkse Hoek een voorbeeldfunctie moeten vervullen.
Voorzieningen
Een ‘goed voorzieningenniveau’ is arbitrair. Voor tal van voorzieningen zijn normen te
bepalen. Voor het beoordelingskader is uitgegaan van de behoefte aan voorzieningen zoals die
vanuit de regio wordt aangegeven in de op te stellen dorpenplannen. Een minimale
doelstelling is dat met de realisatie van het bedrijventerrein een verbetering van de
voorzieningen ontstaat ten opzichte van de huidige situatie. Als ambitie kan worden
geformuleerd dat de in het dorpenplan als reële behoefte aangeduide voorzieningen ook
daadwerkelijk worden gerealiseerd. Bij de inventarisatie van voorzieningen valt te denken
aan:
 Onderwijsvoorzieningen
 Sociaal-culturele voorzieningen (dorpshuis, bibliotheek, schouwburg etc.)
 Kinderopvang
 Groen en speelvoorzieningen
 Gezondheidszorg
 Zorgvoorzieningen
 Detailhandel
 Sportvoorzieningen
 Diensten
 Openbaar vervoer
 Overheidsvoorzieningen
 Bedrijvigheid
 Woningen
Vooral in de kleinere kernen nabij het toekomstige bedrijventerrein is sprake van een
teruglopend voorzieningenniveau. Het bedrijventerrein kan direct en indirect een positie
bijdrage leveren aan instandhouding en versterking van het voorzieningenniveau. Nieuwe
bewoners en werknemers kunnen het draagvlak vergroten. Bovendien brengt het
bedrijventerrein inherent allerlei voorzieningen met zich mee die, afhankelijk van aard en
locatie - in meer of mindere mate ook gebruikt kunnen worden door de bewoners uit de
omliggende dorpen.
317522165
19
In het bestuursakkoord van de provincie Noord-Brabant wordt bovendien gesproken van een
vorm van compensatie. Het is denkbaar dat bewoners in de dorpenplannen aangeven aan
welke voorzieningen behoefte is. Vervolgens kunnen de markt en overheidspartijen die het
bedrijventerrein ontwikkelen bezien op welke wijze de ze voorzieningen ondersteund kunnen
worden.
Voor het bedrijventerrein zelf geldt dat een aantal voorzieningen op basis van normgetallen
kan worden bepaald. In aanvulling daarop kan in overleg met werknemers en werkgevers een
voorstel uitgewerkt worden voor voorzieningen die van Moerdijkse Hoek een bijzonder
aantrekkelijke werkplek kunnen maken.
Sociale cohesie
Sociale cohesie is opgebouwd uit sociale structuur, onderling contact, verenigingen,
vrijwilligers, activiteiten, saamhorigheidsgevoel (Scenario Moerdijk 2020). Door te
investeren in deze elementen kan een bijdrage geleverd worden aan behoud en versterking
van de sociale cohesie. De investeringen laten zich vrijwel niet vertalen in een ruimtelijk
ontwerp maar kunnen vertaald worden in flankerende maatregelen vanuit de overheid over
‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ (b.v. via sponsoring) door bedrijven.
Kwaliteit leefomgeving
In de Leefbaarheidsmonitor voor de gemeente Moerdijk worden de volgende aspecten voor
leefbaarheid genoemd:
 Tevredenheid met basisvoorzieningen
 Tevredenheid met de woning
 Sociaal-economische samenstelling van de bevolking
 Bijzondere activiteiten (horeca, drugs et cetera)
 Criminaliteit
 Veiligheidsbeleving
 Verkeersoverlast/veiligheid
 Algemeen ontevredenheidsgevoel
Ook hiervoor geldt, dat de monitor in het kader van het scenario Moerdijk 2020 of een
vervolg in de vorm van de dorpenplannen informatie geeft die zou kunnen dienen als
nulmeting. Uitgaande van de verschillende elementen kunnen in het ruimtelijk ontwerp of in
de vorm van andere maatregelen verbetervoorstellen worden opgenomen. Aan de
verbetervoorstellen kan een eenvoudige score worden verbonden om een beeld te krijgen van
de bijdrage van het ontwerp aan voorzieningen, sociale cohesie en leefomgeving. Na
realisatie en ingebruikname van Moerdijkse Hoek zou een nieuwe monitor een beeld kunnen
geven van de leefbaarheid.
De kwaliteit van de leefomgeving laat zich – naast de ruimtereservering voor concrete
voorzieningen - vertalen in een goed ontwerp en een goede inpassing van het bedrijventerrein.
Zo is een goed ontwerp van de wegenstructuur (duurzaam veilig) zeer bepalend voor de
oerlast die wordt ervaren.
Evenals voor de voorgaande aspecten van leefbaarheid geldt dat het niet allen bepaald wordt
door de normgetallen. Het gaat erom de bewoners, werkgevers, werknemers en andere
317522165
20
gebruikers te betrekken bij de vormgeving van de leefomgeving. Interactief maatwerk is in dit
geval een belangrijk kenmerk van kwaliteit.
In het kader van Brabant Elan is in de rapportage “Wonen in Brabant” een inspirerende
beschrijving gegeven van zeer uiteenlopende toekomstige woonvormen. De beschrijving kan
dienen als inspiratiebron voor het ontwerp van de leefomgeving op en rond Moerdijkse Hoek.
Economisch kapitaal
Structurele versterking economie
De versterking van de economie is op verschillende manieren in kengetallen uit te drukken.
De omvang van de productie uitgedrukt in EURO biedt een aardige indicatie. Aan de hand
van de herkomst van de bedrijven verplaatsing binnen de regio/inplaatsing van buiten is aan te
geven of sprake is van een versterking of een vervanging. Ook bij verplaatsing kan nog sprake
zijn van een versterking wanneer de verplaatsing leidt tot een aanmerkelijke groei van het
betreffende bedrijf. Gezien de doelen van Moerdijkse Hoek zal bij verplaatsingbelangrijke
winst vooral op het vlak van milieu en leefbaarheid gerealiseerd worden.
De kwalitatieve invulling is een stuk lastiger omdat er geen ideaalbeeld bestaat van een
regionale West-Brabantse economie. Eenvoudig meetbaar en relevant is het aantal nieuwe
samenwerkings/ zakelijke relaties dat een vestiging op Moerdijkse Hoek met zich mee brengt.
Versterking werkgelegenheid
Het ligt voor de hand dat met de realisatie van Moerdijkse Hoek zoveel mogelijk
arbeidsplaatsen dienen te worden gerealiseerd. Op terreinniveau is het nuttig om hieraan een
concreet streefgetal op te hangen. Op bedrijfsniveau is dit – gezien de grote verschillen – niet.
Een arbeidsbezetting per hectare voor het terrein geeft echter ook een prima indicatie bij
vestiging van nieuwe bedrijven.
Voldoende ruimte van gewenste kwaliteit
Dit is niet zozeer een duurzaamheidseis alswel een concretisering van het voornemen om te
voorzien in de behoefte aan bedrijventerreinen zoals die in de Buck-studie is bepaalt.
Goede bereikbaarheid
De duurzaamheid van verkeer en vervoer is in grote lijnen te vatten in drie aspecten, te weten:
 Bereikbaarheid
 Energie-efficiency
 Leefbaarheid (veiligheid en isolement)
Verkeer en vervoer is verspreid in het beoordelingskader opgenomen bij de onderdelen
ecologie, economie en sociaal-cultureel kapitaal.
Voor bereikbaarheid lijkt congestievorming een concrete en meetbare indicator. Aan de hand
van de verwachte inrichting van het bedrijventerrein kunnen vervoersstromen en vervolgens
317522165
21
het ontstaan van congestie berekend worden. Bij congestievorming kan vervolgens aan de
vervoerstromen en/of aan de infrastructuur gesleuteld worden om de prestatie op dit punt te
verbeteren. Stimulering van buizentransport kan bijvoorbeeld het aantal
vrachtautobewegingen doen afnemen et cetera.
Aan de hand van de verwachte vervoersstromen kan ook een berekening van het
energieverbruik worden bepaald. Stimulering van een verschuiving naar meer
milieuvriendelijke vormen van transport (collectief vervoer, transport per spoor of over water)
kan bijdragen aan een betere energieprestatie. Uiteraard zullen economische en sociaalculturele aspecten mee bepalen of echt sprak is van duurzame oplossingen.
Leefbaarheid is opgeknipt in veiligheid en isolement. Voor veiligheid sorteren de
opeenvolgende pakketten ‘duurzaam veilig’ veel succes. Voor het ontwerp van Moerdijkse
Hoek is een stap verder mogelijk door te streven naar zoveel mogelijk gebruik van veilige
vervoersvormen, bijvoorbeeld aan de hand van de berekende vervoersstromen en de gangbare
ongevallencijfers per vervoersvorm.
Een ander aspect van veiligheid is de sociale veiligheid die vooral bepaald wordt door de
inrichting van het terrein en de infrastructuur en veiligheidsmaatregelen in het (collectieve)
vervoer.
Uit oogpunt van isolement is het van belang dat de verbindingen tussen de kernen in de
gemeente Moerdijk voor langzaam en snel verkeer niet slechter en waar mogelijk beter
worden.
Financiële haalbaarheid
Geen nadere toelichting. Regelmatige beoordeling van de financiële haalbaarheid is een
regulier onderdeel van de voorbereiding van realisatie van een bedrijventerrein.
Proces
Door het Milieu-Overleg Lagere Overheden van de provincie Noord-Brabant is een
“Processchema duurzame ontwikkeling op nieuwe bedrijventerreinen” opgesteld. Het
processchema bevat vele praktische tips voor de verschillende fasen van ontwikkeling van een
duurzaam bedrijventerrein. De belangrijkste elementen komen terug in het beoordelingskader.
Betrokkenheid belanghebbenden
De ontwikkeling van het bedrijventerrein Moerdijkse Hoek heeft hoed dan ook een
belangrijke impact op de omgeving. Bovendien zijn onder de vlag van ‘vernieuwend
duurzaam’ hoge ambities geformuleerd voor het bedrijventerrein en heeft het terrein
belangrijke relaties met de ontwikkeling van bedrijventerreinen elders in West-Brabant. De
provincie zal die ambities niet alleen kunnen realiseren en zal dus alle belanghebbenden een
passende – per persoon/organisatie verschillende - plek moeten bieden om gebruik te kunnen
maken van de kracht en ontwikkelingsmogelijkheden van de betrokkenen en draagvlak op te
bouwen.
Communicatie
317522165
22
Het spreekt voor zich dat een heldere communicatie wezenlijk is voor het hiervoor geschetste
proces.
Cyclische benadering vernieuwend duurzaam
Hét meest wezenlijke element van vernieuwend duurzaam is de cyclische benadering.
Bedrijven zullen voortdurend moeten worden uitgedaagd en gestimuleerd om beter te
presteren en vernieuwende oplossingen te zoeken. Voor zover dat meetbaar is, is de
bereidheid om maatschappelijk verantwoord te ondernemen strikt genomen belangrijker dan
het duurzaamheidsniveau bij vestiging op Moerdijkse Hoek.
De cyclische benadering impliceert ook dat bij de realisatie van het bedrijventerrein ruimte
moet zijn voor onvoorziene ontwikkelingen, onder andere door te werken met omkeerbare
processen bij bijvoorbeeld uitgifte van de grond en oprichting van gebouwen.
Symbiose
In aanvulling op allerlei technisch optimale oplossing biedt symbiose mogelijkheden om
sprongen voorwaarts te maken op de duurzaamheidsladder. Symbiose kan om uiteenlopende
redenen niet opgelegd worden. Het is voor de kunst om bedrijven voortdurend te stimuleren te
mogelijkheden voor symbiose te onderzoeken bijvoorbeeld via de beheersorganisatie.
Voorbeelden uit de praktijk (Kalundborg, Rietvelden) laten zien dat er veel winst te behalen is
maar wel met een lange adem.
317522165
23
Literatuur
 Provinciale Menukaart Duurzame bedrijventerreinen, provincie Noord-Brabant,
ambtelijk concept 27 februari 2003
 Concretisering indicatoren duurzaamheid (in ontwikkeling), Milieu Overleg Lagere
Overheden (MOLO), provincie Noord-Brabant
 Brabant Elan, provincie Noord-Brabant, februari 2003
o Integratie Sociaal Culturele Aspecten
o Duurzaamheidsbank
o Samenleving en informele zorg
o Wonen in Brabant
o Landbouw en Voeden
o Land van Later
 Vernieuwend duurzaam? Een analyse van de plannen voor Moerdijkse Hoek, Telos,
februari 2003
 Processchema duurzame ontwikkeling op nieuwe bedrijventerreinen, Milieu-Overleg
Lagere Overheden, provincie Noord-Brabant, juli 2002
 Ambitiematrix voor duurzame ontwikkeling van werklocaties, gemeente ’sHertogenbosch
 Industriële symbiose op bedrijventerreinen, Wim Konz, Constant van den Thillart,
februari 2002
317522165
24
Bijlage: Vraagstelling Commissie MER betreffende vernieuwend duurzame karakter
van Moerdijkse Hoek
Doel en ambities
In de startnotitie is uit de probleemstelling een duidelijke omschrijving van het doel afgeleid.
Daarbij zijn ambitieuze doelen ten aanzien van duurzaamheid aangegeven. Gestreefd wordt
naar een zogenaamd ‘vernieuwend duurzaam’ bedrijventerrein waarbij een hogere ambitie
wordt nagestreefd dan bij soortgelijke projecten elders in Nederland5. Aangegeven is dat:
drie dimensies worden toegekend aan het begrip duurzaamheid, te weten de economische,
ecologische en sociaal-maatschappelijke (leefbaarheids)dimensie;
duurzaamheid op verschillende schaalniveaus wordt beschouwd, te weten op regionaal niveau
(landschappelijke inpassing), op bedrijventerreinniveau en op bedrijfsniveau (kavelniveau);
De Commissie adviseert de begrippen ‘duurzaam’ en ‘vernieuwend duurzaam’ helder en
meetbaar te operationaliseren zodat ze een beoordelingskader kunnen vormen voor de te
ontwikkelen alternatieven en als basis kunnen dienen voor aanscherping van het
locatieprofiel. Geef aan:
welke prioriteiten qua vernieuwend duurzaam gesteld worden. Nadere invulling en uitwerking
van de prioriteiten kan plaatsvinden op basis van de “Menukaart duurzame
bedrijventerreinen” van de provincie Noord-Brabant en uitwerkingen daarvan van TELOS
Brabants Centrum voor Duurzaamheidsvraagstukken. Geef aan welke ambities ‘hard’ zijn en
in welke mate de overige ambities eventueel verzacht worden, bijvoorbeeld in het geval van
uitgifteproblemen;
in welke mate de duurzaamheidseisen verder gaan dan het regulier wettelijke kader en hoe
deze gerealiseerd dan wel afgedwongen gaan worden6;. Specifiek voor de glastuinbouw
adviseert de Commissie daarbij de doelstellingen van het Besluit Glastuinbouw en het Glamiconvenant voor 2010 als uitgangspunt te hanteren en voor de volgende punten ambitieuzere
doelen voor Moerdijkse Hoek te beschrijven: waterhuishouding, (collectieve)
gietwatervoorziening, (collectieve) energievoorziening, toepassing van bestrijdingsmiddelen,
meststoffen en afvalverwerking7.
De ecologische dimensie van duurzaamheid wordt in de startnotitie uitgewerkt volgens de
kaders van de gebruikelijke sectorale thema’s. De Commissie adviseert, teneinde meer inhoud
te kunnen geven aan het begrip ecologische duurzaamheid:
ook uitwerkingskaders te gebruiken zoals aangedragen door TELOS voor de
“Duurzaamheidsbalans Noord-Brabant 2002” en ook voor het bedrijventerrein Moerdijkse
Hoek8. Voordeel van deze uitwerkingskaders is dat ze specifiek afgestemd zijn op de situatie
in de provincie Noord-Brabant, respectievelijk Moerdijkse Hoek;
specifiek in te gaan op afwentelingsaspecten, zowel in de tijd (naar volgende generaties) als in
de ruimte (naar andere gebieden). Hierbij kan gedacht worden aan bedrijven die niet kunnen
voldoen aan de (strenge) duurzaamheidseisen die gelden voor het bedrijventerrein Moerdijkse
5
In de startnotitie is gesteld dat de ambities gelden voor zowel de ontwerp-, realisatie- als de exploitatiefase.
Dit mede in het licht van het hoge ambitieniveau dat wordt nagestreefd.
7
De Commissie adviseert hier het “Ideeënboek voor duurzame glastuinbouw” van het projectbureau
Glastuinbouw en Milieu als informatiebron te gebruiken.
8
In voorbereiding.
6
317522165
25
Hoek en daardoor elders terecht moeten komen9, als ook aan concurrentie tussen
bedrijventerreinen waardoor andere terreinen leeg blijven of komen te staan.
Ga in het MER in op de haalbaarheid en praktische uitvoerbaarheid van de hoge ambities,
bijvoorbeeld in relatie tot:
 de huidige minder positieve vooruitzichten in de economische groei;
 de mogelijkheden en kosten verbonden aan bedrijfsverplaatsingen;
 de mogelijkheden om bij bedrijfsplaatsingen strenge selecties op basis van
duurzaamheidpotentieel toe te passen;
 de in de startnotitie genoemde absolute ontkoppeling tussen economische groei en
milieudruk;
 de spanning tussen de ambitie een landelijk voorbeeld van een duurzaam
bedrijventerrein te realiseren en de wens bedrijven te plaatsen uit de hoge
milieucategorieën;
 de realisering van de koppeling van glastuinbouw en overige bedrijvigheid.
……………………….
Beoordelingskader duurzame ontwikkeling
Gezien de doelen en ambities van de provincie Noord-Brabant ten aanzien van duurzame
ontwikkeling ‘in brede zin’, geeft de Commissie in overweging in het MER, naast een
uitwerking van de ecologische dimensie van duurzaamheid, ook een (globale) uitwerking te
geven van de sociaal-maatschappelijke en economische dimensie van duurzaamheid en hun
relatie met ecologische duurzaamheid10. Geadviseerd wordt daarbij ook in te gaan op de
sociaal-maatschappelijke en economische gevolgen voor komende generaties en andere
gebieden (de afwentelingsaspecten). Voordeel van het bij elkaar brengen (integratie) van
bovengenoemde informatie is dat de relaties tussen de verschillende dimensies van
duurzaamheid in beeld gebracht kunnen worden en daarmee ook de belangrijkste dilemma’s
voor de besluitvorming inzichtelijk worden. De Commissie ziet bovenstaande als onderdeel
van een leerproces waarbij op experimentele basis ervaring wordt opgedaan met duurzame
ontwikkelingsbeoordeling.
Concreet wordt voorgesteld te samen met het MER de conclusies te presenteren van studies
naar de sociaal-maatschappelijke en economische consequenties verbonden aan het initiatief.
Om optimale vergelijking mogelijk te maken verdient het aanbeveling genoemde studies
tenminste met het MER parallel te laten lopen in tijd, regie en opzet, bijvoorbeeld door uit te
gaan van dezelfde sociaal-economische uitgangspunten en dezelfde alternatieven voor
inrichting en exploitatie van het bedrijventerrein. De Commissie adviseert:
helder aan te geven welke sociaal-maatschappelijke en economische aspecten wel en niet zijn
meegenomen (definitie);
het gehanteerde ruimtelijke schaalniveau te vermelden (afbakening);
aan te geven wat de sterke en zwakke punten zijn in de huidige situatie (Nulmeting) en waar
de prioriteiten liggen voor verbetering.
9
Het betreft hier bedrijven uit de DSV (Duurzame en Specifieke Vestigingshoofdgroepen) 5 en 6.
De Commissie realiseert zich dat dit niet als een verplicht onderdeel van het MER gezien kan worden.
Voordeel is dat op deze manier ervaring opgedaan kan worden met integrale effectbeoordeling c.q. duurzame
ontwikkelingsbeoordeling.
10
317522165
26
Download