Paulus op reis Handelingen 17 Paulus in Athene Athene, godin van de wijsheid de wetenschap en de oorlog 16 En terwijl Paulus in Athene op hen wachtte, raakte zijn geest in hem geprikkeld, want hij zag dat de stad vol afgodsbeelden stond. de liefde wordt niet geprikkeld ….. (negatief) 1 Corinthiërs 13:5 17. Hij ging dan in de synagoge in gesprek met de Joden en met hen die godvrezend waren, en iedere dag op de markt met hen die hij er tegenkwam. in gesprek met: door-woorden, voors en tegens bespreken Beth-shalom synagoge in Athene 18 En enige epicurische en stoïsche wijsgeren raakten met hem in een twistgesprek. Epicurus (341-270 BC) zocht naar regels om te genieten, vriendschap, zocht niet goedheid en waarheid 18 En enige epicurische en stoïsche wijsgeren raakten met hem in een twistgesprek. Zeno (335-262 BC) van Citium, stichtte het stoïcisme, gaf les in de Stoa (zuilengang). Verheven boven wat gebeurt, neerkijken op genieten en pijn - onverschillig Paulus verkondigt God, de Plaats-er. Epicurus en Zeno filosofeerden zonder God, die alles Zijn plaats geeft, in Hem is de waarheid ; het antwoord op hun vragen. 19 En sommigen zeiden: Wat zou deze praatjesmaker toch willen zeggen? roek (zaad-woord): overal iets oppakken en doorvertellen Maar anderen zeiden: Hij schijnt een aankondiger te zijn van vreemde goden; want hij verkondigde hun Jezus en de opstanding. 18 vreemde goden = vreemde demonen verkondigde = evangeliseerde, goed nieuws brengen: dé Jezus en de opstanding 19,20 En zij namen hem mee en brachten hem op de Areopagus, en zij zeiden: Mogen wij weten wat die nieuwe leer is waar u over spreekt? Want vreemd is wat u in ons gehoor brengt; wij willen dan weten wat dat wil zijn. Areopagus = heuvel van Mars (Ares: god van de strijd) Geloof? 21 Alle inwoners nu van Athene en de vreemdelingen die daar verbleven, besteedden hun tijd aan niets andersoortigs dan: iets nieuwers te zeggen en te horen. 22 En Paulus, die midden op de Areopagus stond, zei: Mannen! Atheners! Ik merk dat jullie in alle opzichten zeer godsdienstig zijn. in alle opzichten zeer godsdienstig zijn = buitengewoon religieus, meer angst voor demonen onbekend: agnost = je kan God niet kennen atheïst: er is geen God 23 Want toen ik doorging en uw heiligdommen bekeek, trof ik ook een voetstuk aan waarop het opschrift stond: AAN EEN ONBEKENDE GOD. Deze dan, Die jullie dienen zonder dat jullie Hem kennen, verkondig ik jullie. Wie is God? De God die de wereld -maakt en alles wat daarin is de wereld (kosmos = geordend systeem) die nu is = 3e de wereld die toen was : 2 Petrus 3:5 = 1e de wereld van de oneerbiedigen : 2 Petrus 2:5 = 2e Wie is God? wij weten, dat een afgod niets is in de wereld, en dat er geen andere God is dan Één want al zijn er ook die goden genoemd worden, hetzij in de hemel, hetzij op de aarde (zoals er veel goden en veel heren zijn), nochtans is voor ons maar één God: de Vader, uit Wie het al is, en wij nbvoor Hem, en één Heer: Jezus Christus, door Wie het al is en wij door Hem. 1 Corinthiërs 8 : 4-6 24 Híj, de Heer aan wie de hemel en de aarde toebehoort, woont niet in tempels die met handen gemaakt zijn. door het Woord van IEUE zijn de hemelen gemaakt, door de geest van Zijn mond al hun legermachten – Psalm 33:6 24 Híj, de Heer aan wie de hemel en de aarde toebehoort, woont niet in tempels die met handen gemaakt zijn. zendt U Uw geest uit, zij worden geschapen en vernieuwt U het gezicht van de aardbodem – Psalm 104:30 24 Híj, de Heer …… woont niet in tempels die met handen gemaakt zijn. Maar zou God werkelijk op de aarde wonen? Zie, de hemelen, ja, de hemelen van de hemelen, kunnen U niet bevatten, hoeveel te min dit huis dat ik gebouwd heb! - 1 Koningen 8:27 25 Hij wordt ook door mensenhanden niet gediend alsof Hij iets nodig heeft; Hij Zelf geeft aan allen het leven, de adem en alles. 26 En Hij maakt uit één elke natie van de mensen om het oppervlak van de aarde te wonen, terwijl Hij de bepaalde tijden en de grenzen van hun woonplaats heeft vastgesteld God bepaalt het alles, zowel plaats, tijd als gebeurtenissen 2 Koningen 15:32-38