Directeur-enig aandeelhouder aansprakelijk bij verkoop aandelen

advertisement
Directeur-enig aandeelhouder aansprakelijk bij verkoop aandelen aan
B.V. opkoper.
Bestuurders van een B.V. zijn in beginsel niet aansprakelijk voor de schulden van de
vennootschap. Alleen als zij hun bestuurstaak onbehoorlijk vervullen, kunnen zij
aansprakelijk worden gesteld, indien hen persoonlijk een voldoende ernstig verwijt kan
worden gemaakt. Dit kan het geval zijn als zij namens de B.V. verplichtingen aangaan,
waarvan zij weten of hadden moeten weten dat de B.V. deze niet kan nakomen.
Recent is er door een aantal rechtbanken vonnis gewezen in gevallen waarbij een directeurenig aandeelhouder aansprakelijk was gesteld, nadat hij zijn aandelen voor een symbolisch
bedrag had verkocht aan een B.V. opkoper. Deze B.V. opkopers hadden na de
aandelenoverdracht crediteuren onbetaald gelaten en de gekochte B.V.’s failliet laten gaan.
Er werd geoordeeld dat een directeur-enig aandeelhouder die aan een dergelijke B.V.
opkoper haar onderneming verkoopt, onder omstandigheden dermate onzorgvuldig kan
handelen dat hem daarvan een ernstig verwijt kan worden gemaakt dat kan leiden tot
bestuurdersaansprakelijkheid.
Deze ontwikkeling in de jurisprudentie begon ruim een jaar geleden bij de rechtbank Utrecht
(25 mei 2011, LJN:BQ7136). De rechtbank oordeelde dat het onder omstandigheden van een
directeur-enig aandeelhouder mag worden verlangd dat hij serieus onderzoek doet naar de
motieven van de overnemende partij. Met dit onderzoek dient enige mate van zekerheid te
worden verkregen over de bedoeling van de koper: is hij van plan de vennootschap uit de
financiële problemen te krijgen en daadwerkelijk voort te zetten of zal hij deze vennootschap
leeghalen en failliet laten gaan. Deze lijn is voortgezet door de rechtbank Amsterdam (25
januari 2012, LJN: BV6199) en de rechtbank Middelburg (5 maart 2012, LJN: BW4873).
In de uitspraak van de rechtbank Utrecht had een directeur-enig aandeelhouder zijn B.V.
voor € 1 verkocht aan een B.V. opkoper zonder enig onderzoek te doen naar (de
bedoelingen van) de koper. De rechtbank oordeelde dat de directeur-enig aandeelhouder
wist of had moeten begrijpen dat de overdracht van de aandelen tot gevolg zou hebben dat
de vennootschap haar crediteuren niet meer zou betalen en geen verhaal meer zou bieden.
Daarbij hechtte de rechtbank belang aan het feit dat de B.V. al in financiële moeilijkheden
verkeerde en dat de Belastingdienst de inventaris al op een veiling had verkocht. Ook had
de directeur-enig aandeelhouder niet mogen vertrouwen op de mededeling van de notaris
dat hij vaker zaken had gedaan met de opkoper en dat daardoor de verkoop in orde was.
Gelet op die omstandigheden was het handelen van de directeur-enig aandeelhouder
zodanig onzorgvuldig dat hem daarvan een ernstig persoonlijk verwijt kan worden
gemaakt, waardoor hij aansprakelijk was gesteld voor de door de crediteuren geleden
schade.
Het lijkt erop dat directeur-enig aandeelhouders steeds vaker in privé aansprakelijk worden
gesteld indien de vennootschap na verkoop van de aandelen failliet gaat en crediteuren
onbetaald blijven. Om dit risico te verkleinen is onderzoek naar de koper van de
onderneming noodzakelijk, alvorens de B.V. te verkopen. Het is dus niet (meer) mogelijk
om
een B.V. voor een symbolisch bedrag te verkopen aan een B.V. opkoper.
1/1
2/2
Download