na de franse revolutie

advertisement
10/8/2012 9:29:00 AM
FRANKRIJK
In het hart van Parijs  heel grote kerk gebouwd. Het panthéon.
Waarschijnlijk hoogtepunt Franse klassieke architectuur (voor revolutie
gebouwd). In alle hoofdsteden van Frankrijk is er een kerk. Het is een
grote moderne kerk op het hoogste punt van de stad. Idee verwijst naar
grote koepelkerken – bepalend voor skyline – zoals in Rome enz. Gewijd
aan heilige patroon van de stad Parijs. Zowel stedelijk als koninklijk
programma. Breuk met de lange traditie. Plattegrond is Grieks kruis: 4
gelijke armen. Op de kruising een grote koepel = centrum. (romeins 
een verticale hoofdas).
Onderkant is schijnbaar een grote sokkel, massief en zonder ramen. Er
bovenop de koepel, op een zuilenrij. Aan de top een lantaarn.
Dwarsdoorsnede  een contrast op te merken tussen donkere buitenkant
en redelijk licht interieur (vanbinnen gevoel van monumentale ruimte).
Gigantische open verticale ruimte. Het zijn 3 koepels.  op constructief
vlak iets speciaals. Binnenkoepel: is open en zo wordt middenkoepel
zichtbaar. Tussenkoepel is de dragende koepel, parabolische vorm
(kettinglijn?) En deze koepel draagt de lantaarn. Is gedragen op 4 bogen
die het gewicht naar de 4 massieve hoeken leidt. Binnenkoepel enkel
verlicht door openingen beneden. Licht vanboven komt via opening
binnen , weerkaatst op middenkoepel, door het gat ziet men het licht
vanboven. Later ook schilderijen op middenkoepel aangebracht. Spel van
het licht op de verticale as. De koepel is eigenlijk de verticale as. Gebouw
is volledig uit steen  op een traditionele manier gebouwd dus. Ruim
voor de Franse revolutie gebouwd, maar gestopt net voor/na de Franse
revolutie. Ontworpen als hoofdkerk in hoofdstad, net na de revolutie is de
kerk ontwijd, en er een pantheon van gemaakt. Is een gebouw voor
verering/herdenking van de helden van de natie. Op het moment van de
revolutie (weg koningen door god gekozen, geen religieuze en royale
macht meer) maar eerste invloed van de verlichting, democratie. De
helden van de natie van de evolutie worden er begraven. De filosofen van
de revolutie (Rousseau bv) dus geen religieus element meer maar wel
een sacraal element.
Boullée ontwerpt anticiperend voor de Franse revolutie  zijn wereldvisie anticipeert de
veranderingen die met de Franse revolutie gaan komen. (docent aan kunstacademie in
Parijs). Niet gerealiseerde projecten. Zeer monumentaal. Als doel de memoire/emotie
van het sublieme overbrengen/oproepen. Het sublieme dat niet meer religieus is, maar
dat dankzij nieuwere vormen en een nieuw programma een andere realiteit bereikt.
1. publieke bibliotheek (foto links boven), dat was er voorheen niet, enkel private
bibliotheken (zie Sankt-Gallen abdijbibliotheek). Boulée ontwerpt nationale bibliotheek,
gebaseerd op het formaat van de boeken. 1e 3 bouwlagen bevatten alle rekken met
boeken, voor de rest een enorme open ruimte, tongewelf, gedragen door enorme
monumentale zuilenrij, waar de kennis vergaard wordt. In die tijd waar men alle
wetenschappelijke kennis probeerde samen te brengen. Het is een open ruimte waar alle
wetenschappers zouden kunnen samenkomen om ideeën te wisselen.
De bol, cenotaaf: Newton is voor de filosofen van de verlichting de ‘god’, belangrijke
figuur. Plek enkel voor de verering, het graf is er niet aanwezig. Bol verwijst naar de
traditie van graven in de oudheid, monumentale keizerlijke grafmonumenten. Volledig
holle, en dichte bol. Binnenkomen via tunnel (lijntje vanonder is tunnel), leidende tot
binnen in de bol. Gaten in de koepel, die overeenstemmen met sterren. Sterrenhemel is
vorm van ‘architecture parlant’ = sprekende architectuur. In het midden sarcofaag waar
newton niet in aanwezig is, maar die verwijst naar newton. Ook een utopisch ontwerp.
De mens voelt zich klein in beide gebouwen; de mens wordt als klein schepsel
geconfronteerd met het gigantische van het sublieme. Sterke architectuur.
Film: the belly of the architect. Over Etienne Louis Boullée.
Tijdgenoot: Claude-Nicolas Ledoux
 wel een aantal van zijn utopische projecten kunnen verwezenlijken. Werkt voor de
koning, in dienst van de staat. Enkele belangrijke opdrachten van de koning net voor de
Franse Revolutie. Speelt als architect een beslissende rol in de internationale economie
en in een aantal transformatieprocessen die net voor de revolutie de samenleving gaan
bepalen. Op dat moment een zware economische crisis in Frankrijk, koning zoekt geld 
bouwt omwalling rond Parijs, mensen moeten tol betalen om binnen te geraken. Ledoux
krijgt de opdracht om een 60tal stadspoorten te bouwen.  hij doet dat in
neoclassicistische stijl. Elke stadspoort wordt een ander paviljoentje. Allemaal in dezelfde
stijl, spel met zuivere vormen en zuilen. Foto rechts onder  gravures. Allen werden
gesloopt na Franse revolutie omdat het symbolen waren van de belastingen, negatieve
symbolen. Bv La vilette. Hij speelt met vocabularium van de klassieke vormentaal. 
zuilen frontonnen, serliomotief,… maar de vormen van de paviljoenen zijn op deze
manier nooit in de oudheid gevonden. Visie op de nieuwe maatschappij van hem.
Een fabriek, (een van de oudste industriegebouwen ontworpen door
architect in die tijd)
Een zoutmijn (werelderfgoed), plaats waar koning zoutontginning heeft,
monopolie op de zouthandel, leverde veel geld op zout als bewaarmiddel.
Hij wou zijn zoutproductie rationaliseren, want gebeurde nog op
traditionele manier. Water werd weg verdampt zodat korst van zout
overbleef. Deze techniek vroeg veel hout en proces was nogal
ambachtelijk (hout halen, grote ovens,…)  niet meer haalbaar. Ledoux
ontwikkelt het op een wetenschappelijke manier. Zowel arbeiders als
directeur wonen in de fabriek. Het middelpunt is huis van de directeur
(fysiek in het midden, vertegenwoordigt de macht). Erlangs 2 industriële
gebouwen met de ovens. Gebouwen die halve maan vormen  op de
hoofdas de (hoofd)ingang. De andere gebouwen zijn huisjes voor de
arbeiders met hun eigen tuintjes. Alles tesamen rationeel geheel, waar
alles gepland is door de architect (typisch verlichte architect). Architect
heeft de macht om alles te bedenken = kenmerkend voor de verlichting.
Een filosoof, wetenschapper weet wat goed is voor de maatschappij, gaat
dat proberen te verwezenlijken; Omdat de vorst zich associeert met de
ideeën van de verlichting, want hij is het eens met het project (moet zijn
kas vullen, crisis) enerzijds van economisch belang maar ook om zijn
macht uit te stralen. Daardoor krijgt Ledoux de kans om de zoutmijn te
ontwerpen.
Hij gaat een utopische stad ontwerpen rondom de fabriek (maar nooit
gebouwd). Volgt nog.
Monumentale ingang van fabriek, dorische zuilen die architraaf dragen.
Ziet er uit als een klassiek, Grieks gebouw. Erachter hal met absis en
hoofdingang. Foto recht boven = absis, ziet eruit als een grot, natuur.
Contrast tussen de mens (rationeel gebouwd door de mens) en erachter
de natuur. De natuur genereert namelijk water met zout. De enige
decoratie voor het hele gebouw (foto rechts onder) daaruit vloeit water
met zout. Rationeel omdat er zo weinig decoratie is. Hier ziet men enkel
zuivere oppervlaktes en krachtlijnen (niet zoals in de rococo met veel
decoratie, waar men de krachtlijnen niet meer ziet bijna).
Gebouw van de directeur (bijna archetype geworden). Geblokte zuilen die
alterneren, rechthoekig en rond. Zeer speels maar ook monumentaal
element. Dit soort motieven gaan teug gebruikt worden in de jaren 80
(omdat ze klassiek maar ook monumentaal zijn). Ook een industrieel
gebouw. Vleugels  hier wonen de arbeiders. In het midden de
gezamenlijke ruimtes, ook zeer monumentaal. Met refter, keuken, …. Ook
het idee van arbeiders vormen een gemeenschap, in de fabriek, onder
toezicht van vorst of directeur. Ook deze fabriek moet veel meer
produceren. Andere visie. Ander project in industriële productie.
Gerealiseerd.
In 89 verliest koning de macht (dus weinig genot ervan gehad). Ledoux
verliest daarom ook zijn baan (koning was opdrachtgever) en komt in de
gevangenis terecht. Hij gaat in het gevang een boek schrijven, een
traktaat, en werkt jarenlang aan zijn utopische stad. Architectuur die
beschouwd wordt tov kunst zeden en wetgeving.
Conclusie: hij wil de maatschappij hervormen met als instrument de
architectuur.
Rond kern ontwerpt hij allemaal gebouwen die noodzakelijk zijn in een
stad, archetypen. Alle gebouwen hebben een vorm die overeenstemt met
hun functie (!).  sprekende architectuur - architectuur ‘parlant’.
Huis van de bewaker van de bron. Bevindt zich in een romantisch
landschap, weer die contrasten. Gebouwd op de plek van de bron zelf.
Vorm van een ton. Of een grot, en het water komt eruit.
Kanongieterij (nog een fabriek) ook op symmetrisch plan ontworpen. In
de 4 hoeken staan piramides, ook verwijzend naar een vorm van de
oudheid., nl naar Egypte en ook naar de hel of de dood, zijn als het ware
mythologische smidsen. Rondom andere gebouwtypes (in zijn boek de
individuele plannen). Werelderfgoed + museum met maquettes van alle
ontworpen gebouwen.
Bv begraafplaats van Chaux. Rond bol galerijen met nissen waar urnen
van overledenen kunnen. Komen samen in 1 grote centrale ruimte
(invloed boullée), maar geen cenotaaf, gewoon een ruimte waar leegte is.
De ruimte die de dood verwezenlijkt. Waarin in de leegte enkel nog de
geesten van de doden blijven leven, namelijk in de vorm van een
herinnering, herdenking. Het denken over leven en dood in een wereld
waarin god niet meer aanwezig is maar waarin god de architect geworden
is, alle noden van de maatschappij kan beantwoorden. De architect heeft
een centrale rol en is als het ware god geworden.
Ledoux heeft ook het 1e (revolutionaire) theater ontworpen. Theater was
een plek waar mensen samenkwamen. In die tijd: arme mensen in
centrum beneden en rijke mensen zaten erboven in galerij. Verhouding
elite boven en armen beneden in theater vaak terug te vinden voorheen.
De plaatsen van de elite boven hadden slecht zicht, maar zij kwamen niet
om naar de show te kijken, maar zijzelf waren de show.
Foto rechts boven  hij ontwerpt een gebouw waar men vanuit alle
plekken een zicht heeft, dus iedereen gaat naar het theater om te zien.
De elite zit beneden? De beste plaatsen, waar men goed ziet, en ook waar
de akoestiek beter is, terwijl de goedkope plaatsen vanboven geplaatst
worden. In hedendaagse schouwburgen ook nog deze configuratie,
goedkoopste plaatsen achteraan. Gevolg: toneel zal anders geschreven
worden, muziek etc, omdat akoestiek enzo van andere kwaliteit zijn.
Tekening van Ledoux, in gevangenis getekend. Neoclassicistisch oog dat
niet meer het oog van god is, maar een oog van een mens dat centraal
staat en gans de ruimte kan bedenken en controleren. Blik van de
architect. De rol van de architect is de perfectie voor de maatschappij
scheppen. + het oog van de architect zal door de volgende generatie
beoordeeld worden, dus architect ook een morele plicht t.o.v.
maatschappij. Deze morele dimensie ook aanwezig in zijn traktaat.
Frankrijk – empire – egyptomanie
Revolutie  oorlogen  generalen nemen de macht  Napoleon neemt
als enige de macht als generaal en wordt dan keizer in Frankrijk.
Dus democratische ideeën die uiteindelijk tot een militaire dictatuur zullen
leiden, namelijk de militaire dictatuur van Napoleon.
Revolutie betekent einde van het Ancien Regime en is start van nieuwe
vorm van maatschappij, en verovert ook bijna heel de wereld (behalve
Engeland).
Deze tijd = Napoleontische tijd = de Empire. Eigen stijl = Empire stijl. Is
niets ander dan variant van het neoclassicisme; Neoclassicisme is een
begrip waarin ander deelstromingen kunnen plaatsvinden.
Empire, sleutelmoment: campagne naar Egypte  Napoleon ging Egypte
veroveren. Strategische plek als schakelpunt op weg naar Indië.
Campagne wordt nederlaag voor Napoleon, verliest hele Franse vloot.
Leger bijna volledig weg. Hij wil er een overwinning van maken. Hij heeft
van de nederlaag een romantische, exotische expeditie gemaakt; A.d.h.v.
propaganda, die o.a. ook beelden gebruikt (visuele propaganda) heeft hij
Egypte in Parijs doen ontstaan. Ook een wetenschappelijke expeditie
geweest  archeologen, naturisten naar Egypte gestuurd, die Egypte
hebben ontdekt. Vergaarde kennis ingebundeld in boek. Hij heeft een
egyptomanie in Frankrijk laten bouwen dus.
Foto rechts boven  ingang hotel Beauharnais is geen Griekse tempel
meer, maar een Egyptische tempel  Egyptische wetenschap.
Neoklassiek gebouw, symmetrische gevel + bogen.
Dit leidt tot het keizerrijk  in 1804 kroont napoleon zichzelf keizer. Kon
geen koning meer worden (want die waren allemaal onthoofd).
Schilderij: Napoleon gekleed als Romeins keizer (schilderij links). Hij kijkt
niet meer naar koningen maar grijpt terug naar de Oudheid, de romeinse
keizers, die net zoals hij heel de wereld hadden veroverd. Hij kroont
daarna op het schilderij zijn vrouw tot keizerin. Middeleeuwse kerk is
gotisch, maar had een neoklassiek kleed gekregen voor de gelegenheid.
Zijn leger werd ook legioenen genoemd.
Foto rechts boven  Napoleon laat de Arc de Triomphe bouwen: verwijst naar
romeinse modellen en is ook het teken van een generaal die overwinningen
heeft. Parade onder triomfboog door passeren. Deze triomfboog staat op de
centrale as van Champs élisées voor de glorie van La Grande Armée (het leger).
Dit is typisch dictatorische architectuur. Hitler had bijvoorbeeld ook het idee om
in Berlijn zo’n as te maken voor zijn nazi-leger.
Slaapkamer van de vrouw: vrouw slaapt in ‘tent’ versierd met een adelaar =
symbolisch  napoleon overal aanwezig.
Er ontstaan nieuwe relaties tussen kerk en staat. Dit heeft gevolgen tot op de
dag van vandaag. De Franse Revolutie heeft een lekenstaat ingevoerd;
lekenstaat heeft de macht en rust op het volk via verkiezingen. God kiest niet
meer de vorst & de vorst neemt tegelijk ook geen belangrijke plaats meer in de
kerk in. Franse Revolutie  égalitée = iedereen is gelijk, niemand heeft meer
rechten, ook niet de adel of kerk clerus bv. In theorie, want in praktijk hadden
Napoleon en zijn aanhangsels wel meer rechten.
Kerk werd eerst afgeschaft, daarna toch besef dat het nodig is - als een factor
van verzoening bv - maar men gaat een andere rol geven aan de kerk, de plaats
van de kerk wordt beperkt. Wetten definiëren de nieuwe relatie tussen kerk en
staat. Wetten van republiek ipv koning  concordaat staat-kerk = is het ware
een deal tussen kerk en staat. Staat zegt tot welke taken de kerk zich moet
beperken om te kunnen blijven bestaan, ze moeten zich beperken tot het
domein van het spirituele, niet meer zich mengen in de politiek enz. Geen
speciale rechten, moet belastingen betalen, geen specifieke eigendommen. Tot
op de dag van vandaag is deze positie van de kerk van toepassing. In deze
context gaat men nieuwe kerken bouwen (veel kerken gesloopt tijdens
revolutie); met een andere vorm die passen in de stijl van de nieuwe macht 
stijl van de Empire.
Madeleine kerk in Parijs; een Griekse tempel. Langs buiten ziet men niet direct
dat het een kerk is, maar wel te zien dat het in de stijl van de nieuwe macht van
de keizer is. Buiten uitzicht van tempel, binnen koepel met lichtinval langs
boven. De koepel verwijst naar koepel van Pantheon Rome.
Conclusie: nieuwe relatie kerk–staat en militaire dictatuur. De nieuwe macht
die rust op de macht van het leger.
Nood aan ingenieurs  wegen, bruggen, kazernen, versterkingen
Er is nood aan leger van ingenieurs die wegen, bruggen, kazernen,
versterkingen moeten bouwen (versterkte steden innemen).
Jean – Nicolas – Louis Durand:
 sticht nieuwe school, école polytechnique = school voor
ingenieurs die voor het leger zullen werken. De ingenieur is
hoofdzakelijk een militaire ingenieur (vroeger).
 Architecten al reeds gevormd in academisch scholen voor schone
kunsten, en nu ook architecten in école polytechnique opgeleid, meer
in de richting van de ingenieurswetenschappen.
 Ingenieur belangrijke rol in 19e eeuw, zal spilfiguur worden in de
industriële revolutie. Ook de ingenieur-architect.
2 boekdelen: 1 met tekst, 1 met beelden (de volgende beelden komen
uit het boek)
 in de context van de Franse Revolutie leert men rationeel
ontwerpen, en dat zal in de industriële revolutie ontwikkeld/verspreid
worden. Een theorie die gericht is op praktijk.
De rationele methode van Durand die gericht is op de praktijk bestaat
uit 3 stappen:
1. het leren van de onderdelen (deuren, ramen, dakspanten zie foto…)
 voorheen begon men met de zuilen, maar daar is hij niet
geïnteresseerd in, hij is gericht op het bouwen
2. het combineren van onderdelen: voorportalen en portieken tijdens
het ontwerpproces; vorm van typologie op de meest rationele
manier samengevat in 4 hoekjes  ruimte wordt geschept door
elementen te plaatsen op een grid; combinaties van zuilen en bogen
die opstanden definiëren. Dit is de oorsprong van het rationeel
denken. De functie is hier niet belangrijk, het gaat om het
ontwerpen. Combinatie van trappartijen: altijd gebaseerd op
vierkanten. Combinatie van binnenpleinen.
3. samenvoeging van delen van gebouwen: zo komt men tot
volwaardige ontwerpen van volledige gebouwen. Deze methode
wordt toegepast door de meeste architectuurscholen. Resultaat van
verscheidene horizontale en verticale combinaties: steeds
symmetrisch en monumentaliteit van de neoclassicistische stijl
uitstralen. Het is een stijl van de keizer, een stijl die universeel is;
Doordat ze universeel zijn kunnen ze overal ter wereld gebouwd
worden  universele dimensie
 bv foto amfitheater + justitiepaleis + .. kunnen samengevoegd
worden in 1 gebouw.
Voorbeelden van theorie Durant:

gevangenis Brussel/tuchthuis: typisch een toepassing van de
theorie van Durand. Het is ontworpen rond 4 symmetrische
binnenpleinen. Rationele gestereotypeerde architectuur
(universeel plan) die rationeel ontworpen is. Klassieke allure.

groot godshuis Brussel
o Situering: na de Franse tijd, in de Hollandse periode, vlak
voor/na Belgische revolutie
o In Begijnhofwijk. Het begijnhof wordt afgeschaft door de
Franse Revolutie, maar de lekenstaat gaat de instellingen
van de Franse religieuzen overnemen. De staat vervangt
het begijnhof huizen die dezelfde functies hebben,
vervangt het dus door het bouwen van moderne
instellingen, die liefdadigheidsinstellingen zijn (ontstaan
OCMW) i.p.v. een klooster. Een blok voor de mannen en
een blok voor de vrouwen. Op de dag van vandaag is het
gebouw een bejaardentehuis voor OCMW Brussel. Het bleef
dus steeds de functie vervullen.
VOLGENDE VOORBEELEN TONEN HET UNIVERSELE KARKAKTER
AAN, MAAR NIET IN DETAIL KENNEN MET DATUM
neoclassisme – Duitsland
Neoclassicisme is internationaal. Definitief vervanging van barokke stijlen
.. Deze architectuur is niet enkel in de Europese landen, maar over de
hele wereld verspreid als universele architectuur die verwijst naar Athene
en oorspronkelijke democratie.
Het idee dat alle mensen gelijk zijn en dezelfde rechten hebben; en ook
recht hebben op dezelfde architectuur die dat verwezenlijkt.
Poort van Brandenburg
Geen Romeinse poort met bogen – geen bogen, architraaf - maar een
Griekse constructie
1 van de nieuwe stadsporten van Berlijn einde 18e eeuw.
Elke plek heeft een eigen geometrisch zuivere vorm;
Duistland was toen hoofdstad van Pruisen, Pruisen was toen militaire
dictatuur.
Schinkel = hoofarchitect van Pruisen en alle nieuwe machtsgebouwen
voor hem ontwerpen. Het is een specifieke stijl die zijn macht weerspiegelt. Architectuur is net zoals in Frankrijk ten dienste van een
bepaalde politieke macht, die de macht weerspiegelt.
De toverfluit is door Schinkel ontworpen voor de muziek. Muziek heeft
een ritme wat men ook in de architectuur kan vinden.
Klenze: bouwt museum in München en krijgt daarna de opdracht om een
tempel te bouwen langs de oevers van de Donau. Het is een soort
pantheon voor de Duitse glorie. Een Griekse tempel dat kopij is van het
parthenon in Athene.
neoclassisme – verenigde staten
Het Capitool is een bombastisch gebouw, zeer symmetrisch met de
klemtoon dat het een parlement is om de politiek van het land te
beslissen  symbool van een democratische staat.
Witte architectuur, fronton, tempeltjes: referentie naar orden.
De universiteiten hebben ook de neoclassistische stijl. Deze gebouwen
hebben altijd een bibliotheek dat gebouwd wordt naar het voorbeeld van
het pantheon  het hoofdgebouw van een universiteit want alle kennis
wordt er samengebracht.
Foto links onder  passen bij de muziek van Mozart.
Parthenon Athene, in Duits landschap, aan oever van mythisch Duitse
rivier.
Het witte huis  neoclassicistisch gebouw.
Het Capitool  zeer symmetrisch, monumentaal, klemtoon op feit dat
het parlement is, het grote symbool van een democratische staat;
referentiestijl in Amerika vanaf eind 18e eeuw, overgewaaid uit Europa
(internationale, universele stijl).
Universiteiten in USA, belangrijkste gebouw een bibliotheek, kopies van
het pantheon in Rome. Zie bibliotheek van Boullée. Samenbrenging van
alle kennis.
neoclassisme – Beglië
‘België’ voor 1830
 Oostenrijkse periode
België vanaf 1830 (onafhankelijk)
 Gedurende de verschillende perioden steeds neoclassicistisch gebouwd.
Hollandse periode  machtsgebouwen door vorst Willem I
Einde Oostenrijkse tijd.
voorbeelden uit het einde van de Oostenrijkse tijd:
sint-jacobskerk
paviljoen de notelaer: gebouwd in een bocht van de schelde
na de franse revolutie:
kruidentuin
monument slagveld Waterloo = leeuw van Waterloo:
kegelvormig: een van de mooiste regelmatigste vormen
 neoclassistische gebouwen
neoclassime – Leuven – Quiz?
rechtsboven: aula
rechtbeneden: kruidtuin
kasteel Arenberg, Heverlee: Prinsen die in kasteel Arenberg woonden
wilden het transformeren in een neoclassicistisch kasteel, op het einde
van de 18de eeuw werd van dit kasteel een neoclassistisch kasteel
gemaakt. Er komt een kolossale kolonade op een grote sokkel, een grote
architraaf  project is nooit gerealiseerd
Download