VAN ONZE HEERLIJKE GOD MAG JE VEEL VERWACHTEN

advertisement
Van onze heerlijke God mag je veel verwachten
Preek over Efeziërs 3:14-21
lezen: Efeziërs 3:14 -21 en Jeremia 32: 16-28
Lelystad, 26 juni 2005
R.J.Vreugdenhil
VAN ONZE HEERLIJKE GOD MAG JE VEEL VERWACHTEN.
1 Eerst danken voor wat God geeft.
Laatst kreeg ik een reactie op de preken over Efeziërs. Iemand zei: het wordt een
compleet programma voor gemeente-opbouw. We kunnen er straks zo mee aan het
werk.
De verleiding is inderdaad groot om het vanuit de preken direct door te trekken naar
actieplannen en beleidsstukken en activiteiten.
Dat zou ik best graag doen: de gemeente meenemen in een gemeenteopbouw-plan. Dit
gaan doen, dat organiseren.
Op zich ook niets mis mee. Paulus komt straks ook met een heleboel praktische
oproepen: doe voortaan dit, doe voortaan dat.
Maar hij doet eerst iets anders.
Dat is een stap die wij ook niet mogen overslaan.
Kijk nog eens met me mee naar de opbouw van deze brief.
Hij begint met lof en dank - alle eer aan God, Vader, Zoon en Heilige Geest.
Dank voor zijn genade.
Dank voor de vrede en de eenheid van de gemeente.
Dank en lof voor het grote plan van God - en dat Paulus daar ook een plek in heeft.
Tot nu toe heeft Paulus alleen nog maar gedankt en de gemeente nog eens laten zien
hoe rijk ze zijn. Nog helemaal geen oproep, geen vermaning. Hij zet de gemeente niet
meteen aan het werk. Eerst ontdekken hoe rijk je bent!
Dat mag ik ook tegen ons zeggen: gemeente, broeders en zusters, dank God voor de
rijkdom die Hij geeft. Wat geeft Hij ons veel. Ieder van ons. Wat we net weer hoorden:
genade, vergeving, de belofte van het werk van zijn Geest.
We zijn rijk.
Ook samen. Als het gaat om gemeenteopbouw, begin God te danken voor wat Hij
allemaal gebouwd heeft hier in Lelystad.
De Heer is hier aan het werk!
In de twee maanden dat ik hier nu mag werken, heb ik al zoveel gezien van Gods werk
hier. De Geest werkt in Lelystad.
Begin maar met God daarvoor te danken.
2. Verwachten dat Hij nog veel meer zal geven
En dan flink aan het werk?
Nee.
Paulus gaat straks wel allerlei dingen schrijven die de gemeente van Efeze moet gaan
doen. Bijvoorbeeld 4:3: beijver u de eenheid van de Geest te bewaren.
1
De eenheid die Christus geeft door zijn Geest - je moet als gemeente wel keihard aan
het werk om die eenheid ook echt vast te houden en praktijk te laten zijn.
Flink aan het werk in gemeenteopbouw.
Maar eerst iets anders.
Hij buigt zijn knieën voor de Vader.
Wat betekent dat, jongens en meisjes.
Als je je knieën buigt, kun je dan veel doen?
Kun je dan hard aan het werk? Kun je dan bouwen aan de kerk?
Nee.
Toch gaat Paulus eerst op de knieën. Hij maakt zich klein voor God en hij bidt
Hij bidt: Heer, ik verwacht het vooral van U.
‘Om die reden buig ik mijn knieën voor de Vader, opdat Hij het u geeft...’.
Niet ‘wij gaan flink aan het werk’, maar ‘Heer, geeft het ons’.
Verwachten van God.
Geloven dat Hij aan het werk is.
Verwachten dat Hij grote dingen zal gaan doen.
Met die houding aan het werk gaan in zijn gemeente, in zijn koninkrijk.
Ik noem maar iets: je organiseert een gastendienst. Je doet je uiterste best om mensen
te bereiken. Maar begin met een verwachtingsvolle houding: Heer, we geloven dat u
mensen kunt bereiken. We vertrouwen erop dat U het zult doen. Gebruik ons erbij.
3 Kijk naar Gods heerlijkheid
Laten we onszelf vanmorgen maar de vraag stellen: hoeveel verwachten wij eigenlijk
van God.
Vorige week in de preek zei ik: stel dat er binnen drie maanden vijftig allochtone
gezinnen tot geloof in Christus komen en zich bij onze kerk voegen.
Een mooi voorbeeld natuurlijk. Maar dat gebeurt toch niet...
Dat gebeurt misschien ergens anders. Of vroeger in de tijd van Paulus.
Toen lééfde de kerk. Toen gebeurden er mooie dingen.
Zoiets gebeurt hier niet.
Vergis je niet.
Ook in de tijd van Paulus was het soms helemaal niet best met de gemeente.
Paulus schrijft een tijdje later aan Timoteus: allen in Asia hebben zich van mij
afgekeerd. (2 Tim.1:15) En Efeze was de hoofstad van Asia. Nota bene, een gemeente
die zei: die Paulus hoeft van ons niet meer.
En Johannes, als hij zijn openbaring krijgt, moet aan Efeze schrijven: dit heb ik tegen
u, dat u uw eerste liefde verzaak hebt. De liefde is weg in de gemeente van Efeze.
Je kunt niet zeggen: toen leefde de kerk, toen gebeurde er nog bijzondere dingen.
Dan kijk je naar mensen.
En dat moet je juist niet doen.
Van mensen kun je niet veel verwachten.
Paulus kijkt naar God.
2
Ik buig mijn knieën voor de Vader, opdat Hij u geven, naar de rijkdom van zijn
heerlijkheid...
Waarom verwacht Paulus heel veel van God?
Omdat hij Gods heerlijkheid heeft leren kennen.
Gods heerlijkheid, dat is alles waar Hij goed in is.
Alle mooie dingen die je over God kunt zeggen.
Je hebt op school wel eens jongens of meiden die overal goed in zijn. Ze kunnen goed
leren, je kunt lol met ze hebben, ze zijn heel sociaal, zien er goed uit, zijn goed in gym
- het straalt er van af. Van die jongens waar alle meisjes in de klas wel een beetje
verliefd op zijn.
Zoiets is Gods heerlijkheid. Alles waar Hij goed in is.
Het straalt van Hem af.
Zoals het in Jeremia 32 staat.
Here, u hebt de hemel en de aarde gemaakt - wat bent u sterk!
En u bent zo genadig voor mensen: aan duizenden bewijst u goedertierenheid.
U bent groot van raad en machtig van daad - want u regeert alles.
U geeft iedereen wat nodig is, want u ziet ook iedereen.
U bent de God die bevrijdt. Met grote wonderen - we hebben het gezien toen u Israël
uit Egypte weghaalde.
U bent royaal: u gaf uw volk een groot en goed land.
Zo is God!
Dat is zijn heerlijkheid: Hij is de God van grote dingen, wonderen, redding, veel
geven. Lees heel het Oude Testament maar door.
Die heerlijkheid zie je ook in Jezus Christus.
Er staat in Johannes 1: het Woord (dat is Gods Zoon die altijd al bij God in de hemel
was) is vlees geworden en Hij heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn
heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de eniggeborene van de Vader.
In Hebreeën 1:3 wordt Christus genoemd: de afstraling van Gods heerlijkheid
Zie je Jezus Christus, Gods eigen Zoon, dan zie je heerlijkheid van God.
Het eerste voorbeeld dat Johannes daarna noemt is de bruiloft waarbij Jezus zorgt voor
heerlijke wijn. Niet maar een goedkope huiswijn, maar de beste kwaliteit. Dat moet
een heerlijk feest geworden zijn waar nog lang over nagepraat is. Dat is Gods
heerlijkheid: Hij geeft royaal.
Gods heerlijkheid is ook zijn liefde. Zoals Jezus mensen opzocht. Mensen van wie wij
denken ‘laat maar zitten’. Hij zoekt ze op. Mensen uit de achterstandsbuurt.
En de heerlijkheid van God zie je in wat Jezus gedaan heeft met Paulus. In zijn kraag
gegrepen en apostel gemaakt. Dat is net zoiets als een halve kerkverlater terugbrengen
en actief laten worden in het evangelisatiewerk.
Zulke dingen mag je van God verwachten.
Dat is Gods heerlijkheid.
Zo is Hij.
3
Groot en machtig. Royaal en sterk.
Hij is niet een God van af en toe kleine dingetjes.
Dat ook wel. Het is goed om God aan het werk te zien ook in de kleine dingen die
gebeuren.
Maar volgens mij staat er nergens in de bijbel de tekst: Hij is de God die kleine dingen
doet.
Er staat wel: Hij is de God die wonderen doet.
Zo zingen de Psalmen. Psalm 77:15, U bent de God die wonderen werkt.
Zo wordt volgens Openbaring 15:3 in de hemel gezongen: Groot en wonderbaar zijn
uw werken, Here God, Almachtige.
Niet ‘klein en gewoon’, maar ‘groot en wonderbaar’.
Ga je dus aan het werk in gemeenteopbouw of iets anders in Gods koninkrijk, kijk dan
niet eerst naar je eigen mogelijkheden. Laat je niet afremmen door wat je van mensen
kunt verwachten. Kijk naar de heerlijkheid van God.
Je gaat aan het werk in de gemeente en in het koninkrijk van de God die wonderen
doet.
4 Hij kan meer geven dan je durft te bidden.
Durf dan gewoon om dingen te bidden.
Ik durf dat niet altijd. Bijvoorbeeld bidden dat er vijftig gezinnen bij Christus komen?
Bidden dat er opeens een enorme gedrevenheid komt bij ons allemaal?
Een opwekking hier in Lelystad?
Ik durf er eigenlijk niet om te bidden.
Want ik denk meteen: dat doet God toch niet.
En misschien denk ik zelfs wel: dat kan Hij helemaal niet.
Maar dan moet ik leren wat Paulus hier door de Geest schrijft, vers 20: God is bij
machte veel meer te doen dan wij bidden of beseffen.
Wij zijn vaak zo pessimistisch.
Net als Jeremia. Nota bene, hij zegt in zijn gebed eerst zelf wat de HERE allemaal ooit
gedaan heeft, en toch zucht hij aan het eind: Here, wat wilt u nu eigenlijk? Ik moet een
akker kopen, ergens buiten Jeruzalem, maar heel het land is in de macht van de vijand.
Wat heeft het voor zin om dat land te kopen - het is toch afgelopen met ons volk.
Jeremia verwacht niet dat er nog iets goed kan komen.
Hij weet hoe Jeruzalem er voor staat, hij heeft zijn ogen niet in zijn zak en hij zegt:
sorry, Heer, maar hier kunt U niets meer aan doen.
En dan heel kort en simpel het antwoord van de HERE: Zie, Ik de HERE ben de God
van al wat leeft; zou voor Mij iets te wonderlijk zijn?
Jeremia, jij beseft niet hoe het kan en je durft er niet meer om te bidden of te hopen,
maar de HERE is bij machte veel meer te doen dat jij kunt bidden of beseffen.
Dat is ook de boodschap van de Heilige Geest hier via Paulus.
Voor pessimisme is geen plek in de kerk van de levende God.
4
Pessimisme is de geest van de duivel. Die fluistert ons in: joh, het wordt toch nooit
meer wat met Gods kerk.
Maar de Geest van Christus leert ons om veel te verwachten.
Open staan voor dingen die God kan doen.
Verwachtingsvol zijn.
Uitzien naar een wonder.
En daarom op de knieën.
Niet de handen uit de mouwen,
maar eerst de handen vouwen.
En dan niet: ‘Here, wij gaan zo hard aan het werk - dat gaat U toch wel zegenen’.
Maar: Heer, U bent aan het werk - wij verwachten van U grote dingen.
Verras ons met uw wonderen, Heer.
Vol verwachting aan het werk in de gemeente, in Gods koninkrijk.
Hij is nog steeds de God die wonderen doet!
AMEN
Liturgie C:
votum / zegen
openingslied: Lied 95
Schuldbelijdenis (Daniël 9:4-8, 18b-19a); Psalm 90:5,7
Genadeverkondiging (Hosea 11:8-10); Gezang 16
gebed
Schriftlezing Efeziërs 3:14-21, Jeremia 32: 16-28
Tussenzang: Psalm 77: 4, 5
Preek n.a.v. Efeziërs 3:16,20
Amenlied Psalm 86:5
Lezing Tien Geboden
antwoordlied: Lied 477:1
gebed
collecte
slotlied: Lied 21:7
zegen
5
Download