INFOBULLETIN Tweede jaargang uitgave no. 10 Juni 2015 DEFINITIE Posturologie staat voor kennis van de menselijke houding, de lichaamseigen (regel)systemen die hier invloed op hebben en, op basis van terugkoppeling, integrale implementatie. THEMANUMMER NEUROLOGIE Inleiding: Voor mijn opleiding tot podoposturaal therapeut (voorheen podo-orthesioloog) volstond destijds, naast podologie en (para)medische basisvakken, een redelijke kennis der neurologie. Na het volgen van de cursus PIJN bij het POSTAC in Amsterdam (midden jaren tachtig), tegenwoordig bekend als ITON, was mijn ver(der)gaande interesse voor de neurowetenschappen geboren. Tot op de dag van heden. Daar komt bij dat het denken over de neurofysiologie in het algemeen en de hersenen in het bijzonder de laatste twee decennia een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt. Een gevolg was dat ik in 1989, in het Nederlands Tijdschrift voor Integrale Geneeskunde, vraagtekens had bij de hypothese van René Jacques Bourdiol, grondlegger van bovengenoemde therapie, waarbinnen hij stelde dat ‘zijn’ proprioceptieve therapiezooltjes direct inwerken op de intrafusale γvezels van de intrinsieke voetspieren. Ik ga er sindsdien vanuit dat de elementjes op Dr. René Jacques Bourdiol, President du de zooltjes, bij een belaste voet, op de G.E.M.M.E.R. (†2004) baroreceptoren van de voetzool inwerken: exteroceptieve prikkeling dus! In feite is er sprake van (segmentale) facilitatie. Directe inhibitie vindt daarbij niet plaats, wel reciprook. Deze mening wordt steeds meer gedeeld. Laat onverlet mijn bijzondere waardering uit te spreken voor het totale oeuvre van Dr.René J.Bourdiol! (†2004). Zie verder literatuur. Segmentale ordening Zowel regulier als alternatief is het begrip segmentale relaties bekend. Denk regulier bijvoorbeeld aan angina pectoris bij ulnaire en schouderpijn links. Binnen de alternatieve geneeswijzen wordt veelvuldig gebruik gemaakt van de segmentale relaties: bindweefselmassage, acupressuur, acupunctuur. Al rond 1900 hebben onder anderen Head en MacKenzie bekendheid gegeven aan de segmentale opbouw van het lichaam: Headse zones mogen bekend worden verondersteld. Palpatie (hypertone spier, gespannen huid) en waarneming (wijde pupil) zijn technieken om segmentale reacties van het lichaam te kunnen traceren. Maar ook datgene wat de patiënt tijdens het afnemen van de anamnese aangeeft, kan voor een geoefende diagnosticus een aanwijzing zijn. Vooral in de Duitse literatuur wordt veelvuldig verwezen naar de segmentale ordening. Neuraaltherapie is hiervan een goed voorbeeld. Voor de relatie tussen lichaamsoppervlak en organen verwijs ik naar de leerboeken over embryologie. Bij het stellen van een aanvullende diagnose op basis van segmentaal onderzoek zijn twee regels van belang: - de Seitenregel: de zones van bepaalde organen worden voornamelijk links of voornamelijk rechts gevonden, en - de Segmentregel: bepaalde organen hebben hun eigen segment. MacKenzie stelde al in 1900 dat een orgaanafwijking zich op drie verschillende manieren kan uiten: 1. Structurele verandering van het orgaan: zichtbaar, palpabel, technisch onderzoekbaar. De prikkel ontstaat in de ingewanden; via het CZS ontstaan reflexen of andere interacties, met als gevolg waarneembare reacties aan het lichaamsoppervlak (bijvoorbeeld pijn aan linkerschouder en -arm bij angina pectoris). 2. Functionele verandering als gevolg van de orgaanstoornis: bijvoorbeeld hartritmestoornis. Atrofie van een spiergroep of analgesie van een huidgedeelte, kan het gevolg zijn. 3. Reflexsymptomen: reflexen en interacties via het zenuwstelsel komen op gang als gevolg van een orgaanstoornis. Een lokale huidafwijking of spierreactie zendt prikkels naar de bijbehorende ruggenmergsegmenten: andere functies binnen het segment kunnen hierdoor beïnvloed worden: een diagnostisch dwaalspoor. Referred pain kan worden gevoeld in het segmentaal overeenkomende dermatoom. Relaties van de huidgebieden worden weergegeven op zogenaamde dermatoomkaarten. Op analoge wijze kunnen ook myotomen en sclerotomen in kaart worden gebracht. Men kan nu de volgende reflexwegen onderscheiden: Viscerosomatisch: een afwijking van een orgaan veroorzaakt prikkels. Via in het ruggenmerg gelegen motoneuronen ontstaat hypertonie van een bepaalde spier of spiergroep (myoom). In het begin van een ziekteproces kan deze reactie vaak beperkt blijven tot een segment; bij voortschrijding ontstaat meestal een longitudinale uitbreiding. Op grond van deze hypertonie spierzones kan vaak in een vroeg stadium een diagnose worden gesteld: bijvoorbeeld 'défènse musculaire' bij acute buikproblematiek. Viscerosympatisch: binnen het ruggenmerg kunnen nu ook sympatische neuronen van de zijhoorn worden geactiveerd. Vaak duidelijk waarneembaar: verwijde pupil, zone van vasoconstrictie (bleek en koud aanvoelend huidgedeelte), toegenomen zweetsecretie (sudomotoriek) of zones van kippenvel (pilomotoriek). Men spreekt dan ook wel van viscerocutane reflexen. Somatovisceraal: de prikkel wordt gegeven op de huid, de spier of naar het skelet. Binnen het ruggenmerg wordt nu, afhankelijk van de locatie, het autonome (para- of orthosympatische) zenuwstelsel beïnvloed, waardoor orgaanfuncties zich kunnen wijzigen. Men spreekt ook wel van somato-autonome reflexen. Beïnvloeding van de segmenten C8 t/m L2 roepen orthosympatische reacties op, prikkeling van de hersenstam of de segmenten S2 t/m S4 parasympatische reacties. De huid is bij deze interacties op meerdere wijzen betrokken: - therapeutisch: prikkeling van een dermatoom - diagnostisch: wanneer sympathische verschijnselen aan de huid optreden. Direct onder de huid kan door nauwkeurig palperen hypertonie van aangedane zones worden gevonden. 3 Neuroplasticiteit Mannen kunnen minder goed denken als er een knappe vrouw in de buurt is. Heren zijn daarom wellicht extra blij met deze samenvattende reflectie op het college van neuropsycholoog Margriet Sitskoorn. Zij wist deze wetenschappelijke materie op zeer onderhoudende wijze te presenteren: praktisch, interactief en met humor. Bovendien was het thema goed toegespitst op de toehoorders. Want iedereen die een team aanstuurt, wil meer weten over manipulatie, beïnvloeding en gedragsverandering. Manipuleren roept een negatieve associatie op. Toch doen we het volgens Sitskoorn allemaal, de hele dag door. Of het nu gaat om de taakverdeling thuis, sociale activiteiten of business, het draait altijd om ‘jij wilt iets van mij, ik wil iets van jou’. Zelfs ons liefdesleven kent die interactie, laat staan ons werk. Daar willen we voortdurend zaken gedaan krijgen, van collega’s, zakenpartners en klanten. En niet te vergeten van onszelf. Want om te blijven ontwikkelen en prestaties te leveren, is het ook nodig om eigen inzet en optreden te manipuleren. Daarom is het zo fijn dat Sitskoorn ons perspectief biedt: volgens haar is het wel degelijk mogelijk om in de hersenen veranderingen teweeg te brengen en daarmee gedrag te beïnvloeden. Sneller denken We mogen dan een zak neuronen zijn, behept met karakteristieken die zijn gevormd door onze genen en vroege ontwikkeling, maar er is gelukkig ook nog zoiets als neuroplasticiteit. Dit is het vermogen van de hersenen om zich aan te passen aan wat de omgeving vraagt. Zonder die neuroplasticiteit zou geen mens zich ontwikkelen, stelt Sitskoorn. In nieuwe, uitdagende situaties ontstaan nieuwe synaptische verbindingen, óók in onze volwassenheid. Pruning kapt juist verbindingen, maar dan gaat het vooral om ruis, zodat het brein zich kan concentreren op wat wij werkelijk nodig hebben. Neurogenese zorgt dat er nieuwe hersencellen bijkomen, dat gebeurt volgens Sitskoorn vooral in de hippocampus, die belangrijk is voor onder meer geheugen, stressregulatie en emoties. En door de toenemende vettige laag om onze cellen (myelinisatie) kunnen we bij het ouder worden steeds beter verbindingen leggen en sneller denken. Zelfsturing Dat wat we het meeste doen, ontwikkelt zich het beste. Zo komt het dat we – tot op zekere hoogte – steeds beter worden in een bepaalde taal, sport of vakgebied. Maar let op, de hersenen kennen zelf geen waarde toe, dus wie vaak zeurt, ontwikkelt zich werkelijk tot een zeur. Dan wordt het tijd het brein te voeden met andere impulsen, want het mooie is dat de hersenen zich reorganiseren op basis van nieuwe informatie die binnenkomt. Als kind hebben we weinig invloed op waar we aan worden blootgesteld, maar als volwassene zijn we beter in staat zelf te kiezen voor verandering van omgeving of input van nieuwe kennis en vaardigheden. Bijvoorbeeld door het volgen van deze collegereeks. En zo beïnvloeden we onze hersenen en dus ons gedrag. Veranderingen vragen bij volwassenen meer tijd, maar ze zijn volgens Sitskoorn door die zelfsturing wel degelijk mogelijk. En inderdaad, we kunnen op die manier ook anderen een beetje sturen…Sitskoorn toont met praktische voorbeelden en oefeningen aan dat we heel wat kunnen manipuleren: waarneming, motoriek, emoties, cognities, sociaal gedrag, keuzes en zelfs het denken. Zo doet een pijnlijke wond minder zeer als je er door een verkleinglas naar kijkt en is macht te faken door een directe blik, een open houding en omlaag gebrachte wenkbrauwen. Bijgeloof werkt, want een geluksvoorwerp zorgt voor meer vertrouwen en uithoudingsvermogen. Mindfullness en meditatie bevorderen de concentratie, slecht nieuws komt minder hard aan als iemand ligt en wie iemand wil laten kiezen tussen twee vervelende taken, kan het beste eerst een onschuldige arbitraire vraag stellen om het brein in de keuzestand te zetten. Of geef iemand een warme kop koffie of thee in handen. Voor het brein zijn fysieke en sociale warmte vergelijkbaar, dus ook wie letterlijk warmte krijgt, is eerder bereid iets aardigs voor een ander te doen. 4 Lachstand Ook handig om te weten: medewerkers worden beter in typische managementtaken als plannen, bijsturen en vooruit kijken als zij meer macht krijgen. De rollen hoeven niet meteen te worden omgedraaid, maar het geven van meer verantwoordelijkheid kan medewerkers dus werkelijk beter maken in hun werk. Lastige thema’s te bespreken bij een vergadering? Laat mensen een pen tussen hun tanden houden. Een beetje gek misschien, maar omdat de spieren zo in lachstand staan, krijgt het brein een positief signaal en oordeelt daardoor ook positiever over de kwestie die op dat moment besproken wordt. Prestaties zijn te beïnvloeden door priming vooraf en als doorzetten moeilijk blijkt, sla dan de armen over elkaar, zodat het brein een signaal krijgt van onverzettelijkheid en volhouden beter gaat. Interessant is ook dat motorische vaardigheden zich – naast fysieke training – blijken te ontwikkelen door visualisatie en het kijken naar experts, mits de basis stevig is. Wetmatigheden Allemaal voorbeelden die aantonen dat wij ons eigen brein en dat van anderen tot op zekere hoogte kunnen manipuleren, maar: de hersenen zelf blijken ons bewustzijn ook voordurend te foppen. Waarneming is volgens Sitskoorn vaak een illusie omdat we meer of juist minder zien, afhankelijk van onze behoeften, focus en aannames. Zo schatten dorstige mensen de afstand tot een flesje water vele malen korter in. Dat ons brein zich bovendien vaker stoot aan dezelfde steen, laat Sitskoorn ons inzien met het filmpje ‘the monkey business illusion’. Zo gemakkelijk is onze aandacht dus te manipuleren! Ook ons geheugen blijkt niet bepaald onfeilbaar. Omdat het brein uitgaat van wetmatigheden en logica, kan het gebeuren dat ons niet opvalt dat de hoofdpersoon in een filmpje is verwisseld. Toch kunnen we onthouden ook manipuleren, bijvoorbeeld door na het leren van een woordenlijst dertig seconden oogbewegingen heen en weer te maken. Hard werken Wie goed op de hoogte is van de wetmatigheden en verwachtingsmodellen van het brein, kan die kennis inzetten om anderen te beïnvloeden. Een handboek zou ideaal zijn, zo opperde één van de deelnemers. Belangrijkste boodschap van het college was dat talent een combinatie is van genen én hard werken. Neuroplasticiteit is de kans voor iedereen die nog ambities wil waarmaken. Daarom tot slot de tips van Sitskoorn om de plasticiteit van het brein zo gunstig mogelijk te beïnvloeden: beweeg en ontspan regelmatig, slaap voldoende, vermijd langdurige stress en zorg voor steeds voor nieuwe cognitieve uitdagingen. Yes, we can! (Geschreven door Focus Conferences op 16 mei 2011, in zijn geheel overgenomen mei 2015.) Proprio- of exteroceptief? In 1991 schreef collega podo-orthesioloog en fysiotherapeut Jaap Wijnand zijn folder Podoorthesiologie. Hierin vatte hij de ‘methode Bourdiol’ samen en plaatste de visie Oomens ernaast. Onderstaand het citaat: “Oomens kwam, na vele jaren als podo-orthesioloog werkzaam te zijn geweest, tot een aantal interessante visies met betrekking tot de houdingsbeïnvloeding door middel van de zogenaamde proprioceptieve zolen. Van zijn hand verscheen het boek ‘Regulatietherapie vanuit de voet’, uitgegeven door De Tijdstroom”. 5 Houding volgens Oomens: Oomens stapte af van het basismodel van Dr. Bourdiol en introduceerde een ander model. Dit model is gebaseerd op een aantal uitgangspunten Ten eerste: Het lichaam voert een strijd met de zwaartekracht. Uitgaande van het feit dat de mens een ‘opgerichte viervoeter’ is, is de strijd tegen de zwaartekracht dan ook dorsaalwaarts gericht. De mens neigt tot ventraalwaarts verplaatsing van de romp. Ten tweede: Elke verplaatsing van een deelzwaartepunt leidt ergens anders tot een compensatoire verplaatsing van een ander deelzwaartepunt en altijd tot verplaatsing van het lichaamszwaartepunt, gelegen voor S 2. Ten derde: Er vindt een ‘gespiegelde reactie’ plaats. Dat wil zeggen dat een verplaatsing beneden L 3 een tegenovergestelde beweging boven L3 doet ontstaan. Hierbij ging hij uit van de ruimtelijke verplaatsing van de deelzwaartepunten van het lichaam. Deze deelzwaartepunten leiden uiteindelijk tot een gerelateerde belasting van de voeten en als gevolg hiervan gerelateerde grondreactiekrachten. Oomens verdeelt het lichaam frontaal in een aantal kleinere vlakken. Deze vlakken corresponderen met de vlakken waarin de plantaire zijde van de voeten zijn onderverdeeld. Verplaatsing van een deelzwaartepunt ventraalwaartse leidt in principe tot een drukverhoging in het desbetreffende ‘voetvak’. Dit geheel wordt door Oomens de ‘kwadranttheorie’ genoemd. Samenvattend: Elke verplaatsing van een deelzwaartepunt is in wezen ventraalwaartse gericht en elke dorsale verplaatsing in wezen een compensatie op een ventrale verplaatsing van een ander deelzwaartepunt. Deze verplaatsingen leiden uiteindelijk tot een andere voetbelasting en andere grondreactiekrachten. Neurofysiologische verklaring volgens Oomens: (Door neurowetenschapper Ben van Cranenburgh op uitnodiging van uitgeverij ‘de tijdstroom’ inhoudelijk akkoord bevonden) Ten aanzien van de hypothese van Dr. Bourdiol komt Oomens, op grond van literatuurstudie, tot de conclusie dat Bourdiol's hypothese m.b.t. de gammalus niet volledig is. Recente inzichten met betrekking tot de gamma-innervatie zijn deels in strijd met de gammainnervatiegedachte binnen de Dr. Bourdioltheorie. (Prochazka, 1985 en Vallbo, 1979). Verder is het volgens Oomens onwaarschijnlijk dat één à twee millimeter dunne kurklaagjes door de dikke dermis, epidermis, de subcutane weefsels en de stevige plantaire aponeurose direct de spierspoeltjes zouden kunnen prikkelen. Toch zijn er bij plaatsing van de stukjes kurk meetbaar, waarneembaar en reproduceerbaar standsveranderingen te constateren. Er moeten dus afferente impulsen opgewekt worden. Vermoedelijk is dit het gevolg van prikkeling van de baroreceptoren in de huid aan de plantaire zijde van de voet. Eigenlijk is er meer sprake van exteroceptieve prikkeling dan van proprioceptieve (Oomens, 1989). De prikkeling van de baroreceptoren leidt op spinaal nivo tot directe beïnvloeding van de musculatuur in het zelfde segment. Naar boven toe vindt overschakeling plaats op hoger gelegen segmenten. In wezen is er sprake van een faciliterende techniek. Een directe inhibitie vindt volgens deze hypothese niet plaats. Dit in tegenstelling tot de hypothese volgens Dr. Bourdiol. (Note: Was dit in 1991 nog een hypothese, recente literatuur lijkt deze nu te onderbouwen). 6 Hoe is het ook al weer? (uit Werkend Lichaam) Het bewegingsapparaat wordt ‘aangestuurd’ door het zenuwstelsel. Omdat het bewegingsapparaat en het zenuwstelsel dus nauw met elkaar in verbinding staan, hier een uitleg van de werking van het zenuwstelsel. De hersenen, het ruggenmerg en de zenuwen in de rest van het lichaam vormen samen het zenuwstelsel. Het zenuwstelsel zorgt voor verbindingen tussen de verschillende hersengebieden onderling, en tussen de hersenen en de rest van het lichaam. Het zenuwstelsel speelt een coördinerende rol bij alle handelingen zoals het aansturen van de spieren, het verwerken van zintuiglijke prikkels en de emotionele en verstandelijke processen. Het wordt (didactisch, PWBO) onderverdeeld in het centrale zenuwstelsel, het perifere zenuwstelsel en het autonome zenuwstelsel CENTRALE ZENUWSTELSEL Het centraal zenuwstelsel bestaat uit de grote hersenen, de kleine hersenen, de hersenstam en het ruggenmerg. Grote hersenen De grote hersenen (ook wel cerebrum genoemd) omvatten het grootste deel van de menselijke hersenen. De grote hersenen verwerken impulsen van sensorische zenuwcellen en reguleren vrijwillige bewegingen. In de grote hersenen vinden ook de emotionele en verstandelijke processen plaats zoals logisch redeneren, plannen, geheugen en en emotie. De grote hersenen zijn rimpelig, de geplooide schil wordt hersenschors of cortex genoemd. Kleine hersenen De kleine hersenen, ook wel cerebellum genoemd, zijn ongeveer even groot als een perzik en liggen onder en achter de grote hersenen. De kleine hersenen coördineren de bewegingen en bewaren het evenwicht. Ze zorgen ervoor dat men de verschillende waarnemingen en bewegingen goed kan combineren en ze regelen het aan- en ontspannen van de spieren. (Een simpele test om te kijken of er sprake is van beschadiging in de kleine hersenen is te vragen of iemand met de ogen dicht met zijn wijsvinger het puntje van de neus aan kan raken. Als het puntje wordt gemist, kan dit duiden op beschadiging of intoxicatie zoals alcoholgebruik. Hersenstam De hersenstam verbindt de hersenen met het ruggenmerg. Via de hersenstam worden vitale levensfuncties geregeld zoals bewustzijn, de hartslag, ademhaling, lichaamstemperatuur en bloeddruk. Dit deel is ook verantwoordelijk voor de automatische reflexen. Het ruggenmerg Het ruggenmerg is een bundel van zenuwbanen in de wervelkolom die prikkels geleiden van de hersenen naar het lichaam en terug. Zo ontvangt het ruggenmerg ‘gevoels’-informatie die afkomstig 7 is van de huid, de gewrichten en van de spieren van de ledematen en de romp. Ook stuurt het ruggenmerg de bewegingen van de ledematen en romp aan. Vanuit het ruggenmerg treden tussen de wervels door steeds twee bundels zenuwvezels naar buiten die zorgen voor de communicatie tussen de hersenen en de rest van het lichaam. PERIFERE ZENUWSTELSEL Het perifere zenuwstelsel bestaat uit motorische en sensorische zenuwen. De motorische zenuwen geven informatie van de hersenen aan de spieren door. De sensorische zenuwen geven informatie aan de hersenen door over pijn, warmte, kou en de positie van ledematen, ook wel zintuiglijke waarnemingen genoemd. Er zijn twaalf paar hersenzenuwen die rechtstreeks uit de onderkant van de hersenen komen die de hersenen vooral het hoofd en de nekstreek verbinden. Daarnaast zijn er 31 paar ruggenmergzenuwen die zich vanonder de wervels vertakken door heel het lichaam. AUTONOME ZENUWSTELSEL Onderdeel van het perifere zenuwstelsel is het autonome zenuwstelsel (ook wel vegetatieve stelsel genoemd). Dit vegetatieve zenuwstelsel verzorgt de regeling van orgaanfuncties zoals de bloedsomloop, ademhaling, uitscheiding en stofwisseling. De taak van het vegetatieve zenuwstelsel is om het ‘interne milieu’ ofwel ons ‘binnenste’ constant te houden. Ook zorgt het ervoor dat de werking van de inwendige organen aangepast wordt aan de situatie in de omgeving. Hiervoor heeft het lichaam twee regelsystemen namelijk de sympaticus en de parasympaticus. Deze delen kunnen niet tegelijkertijd werken. De sympaticus zorgt ervoor dat het lichaam zich aanpast aan inspanningen en stress situaties, dan stijgt de bloeddruk versnelt de ademhaling versnelt de hartslag verhoogt de zweetproductie verhoogt het bloedsuikergehalte en de adrenaline afscheiding de pupillen zijn verwijdt en de bloedvaten in de huid zijn vernauwd de spijsvertering wordt geremd De parasympaticus zorgt voor het herstel van het lichaam door: • • • • • • • Verhoging van de darm- en blaasactiviteit vermindering van de hartslag verlaging van de ademhalingfrequentie daling van de bloeddruk de pupillen zijn vernauwd de bloedvaten in de huid zijn verwijd de darmactiviteit wordt gestimuleerd 8 Neurowetenschappen ( schema’s fysiologie Ben van Cranenburgh; Instituut voor Toegepaste Neurowetenschappen ITON) Onderwerpen als sensori-motoriek, plasticiteit van het zenuwstelsel en regelsystemen van het menselijk lichaam werden al decennia geleden door Dr. Ben van Cranenburgh gedoceerd en beschreven. In mijn volgende special ‘neurologie II’ wil ik uitgebreid aandacht aan hem schenken. Veel van mijn collega’s kunnen hiervan nog het nodige opsteken. Hierbij alvast een voor ons belangrijk schema, waarop in het juiste verband wordt teruggekomen. Peter W.B.Oomens (Overgenomen uit schema’s fysiologie van dr.Ben van Cranenburgh) 9 N I E U W: 2 Paperbacks Leren leven met rugklachten en houdingproblemen? Niet altijd. Door Peter W.B.Oomens, Uitgeverij Calbona. ISBN:978-94-91872-95-2. Prijs: € 15,00 Geschreven voor patiënten, hun omgeving en anderszins geïnteresseerden. Met tips, adviezen en duidelijke uitleg. Geschreven vanuit de podoposturale therapie maar met een multidisciplinaire insteek. Posturologie, houdingkunde voor geïnteresseerden. Door Peter W.B.Oomens. Calbona uitgeverij, ISBN: 978-94-91872-72-3. Prijs € 16,95 Multidisciplinair geschreven voor (para)medici en anderszins geïnteresseerden. Beide paperbacks zijn te bestellen via: www.boekenroute.nl en/of www.1boek.nl en tevens te koop via BOL en alle boekhandels in Nederland en België. 10 COLOFON Verschijnt eenmaal per 2 maanden. Redactie: Peter Oomens schema’s APP bulletin Volgende keer: Special neurologie II , waarin bespreking schema’s Ben van Cranenburgh. Villa d’Este Vesta 15 N.B. geen interesse (meer) in dit bulletin? 3962 LP Wijk bij Duurstede Wel interesse, maar je ontvangt dit bulletin niet? tel. 06 41 99 55 54 [email protected] http://www.posturologie.nl/en/ Mail naar [email protected] Andere mening? http://podoposturale-therapie.nl 11