PDF

advertisement
column
Ars Aequi december 2012 923
Columnarsaequi.nl/maandblad
Ik ben er, dus ik ben strafbaar
Wouter Veraart
‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst,
­levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’
De Nederlandse Grondwet is een tekst zonder opsmuk. Een inhoudelijke preambule ontbreekt en
­misschien past dat ontbreken bij de kaalheid van dit platte, dichtbevolkte land.
Door de afwezigheid van een preambule opent de Nederlandse Grondwet met het eerste artikel.
Op het eerste zinsdeel van de eerste zin, de ouverture van de ouverture – waarin degenen tot wie
deze tekst zich richt rechtstreeks worden aangesproken – valt het meeste licht.
‘Allen die zich in Nederland bevinden’.
Wat betekent deze aanhef, deze plechtig klinkende opening? Dat de Grondwet principieel geen enkel
onderscheid wenst te maken tussen al degenen die zich in de Nederlandse rechtssfeer ophouden,
maar hen allemaal gelijkelijk aanspreekt en gelijkelijk wenst te behandelen. De Grondwet opent zich
voor ieder mens die zich, om wat voor redenen dan ook, in ‘Nederland’ bevindt. In die respectvolle
aandacht voor ieder mens, ongeacht haar of zijn hoedanigheden en omstandigheden, schuilt de hoge
ethische inzet van het eerste zinsdeel van het eerste artikel. De tweede zin van het eerste artikel
versterkt en verheldert deze boodschap. Discriminatie is onder geen beding toegestaan. Het verbod
van discriminatie ‘op welke grond dan ook’ onderstreept de radicale strekking van de opening van het
eerste artikel.
Alle discussies over inburgering en Nederlanderschap ten spijt, maant de Nederlandse Grondwet
al in haar allereerste bepaling tot respect voor ieder mens die zich toevallig in Nederland ophoudt. De
Grondwet is er dus zeker niet alleen voor Nederlanders, of voor mensen met een geldige verblijfs­
status. Het eerste artikel strekt zich juist ook uit tot elke sterveling die, legaal of niet, in de Nederlandse
rechtssfeer is beland.
Hoe verhoudt deze ouverture van de Nederlandse Grondwet zich tot het voornemen van regerings­
partijen PvdA en VVD om illegaliteit strafbaar te stellen? Met dat voornemen is iets vreemds aan de
hand. Door iemand strafbaar te stellen vanwege het enkele feit dat zij of hij zich illegaal in Nederland
bevindt, lijkt deze al bij voorbaat te worden uitgesloten van de door artikel 1 beloofde gelijke behande­
ling.
Met hun plan om mensen die illegaal in Nederland verblijven wegens hun enkele Dasein of ‘aan­
wezig zijn’ te bestraffen, doen PvdA en VVD een merkwaardige poging om het eerste artikel van de
Grondwet in de volgende zin te amenderen:
‘Allen die zich legaal in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens g
­ odsdienst,
­levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is bij deze groep niet toegestaan.
­Degenen die zich illegaal in Nederland bevinden, behoren daarentegen te worden vervolgd en bestraft.’
Het probleem is dat het niet eenvoudig is het eerste artikel van de Grondwet daadwerkelijk op een
dergelijke benepen wijze aan te passen. Tot die tijd zal de ouverture van de Nederlandse Grondwet
het bizarre kabinetsvoornemen als in een tragedie blijven achtervolgen.

AA20120923
Download