format senior co-schap

advertisement
FORMAT SENIOR COASSISTENTSCHAP
Naam stagecoördinator
Gert Bosman, anesthesioloog/intensivist
Instelling of praktijk
TweeSteden Ziekenhuis Tilburg
Discipline
Intensive Care
Afdeling
Intensive Care
Verantwoordelijke opleider(s)
Gert Bosman, anesthesioloog/intensivist, medisch manager
intensive care, opleider spoedeisende geneeskunde
Thomas Wierema, internist, opleider interne geneeskunde
Pieter Spooren, internist, waarnemend opleider interne
Gert Bosman
Privé telefoonnummer: 0619007971
TweeSteden Ziekenhuis 013-4655655, DECT 3114
[email protected]
[email protected]
Contactpersoon met
telefoonnummer en
e-mail adres
1. Programma
De coassistent doet, onder directe supervisie, hetzelfde klinische werk als de arts-assistent, geniet
hetzelfde onderwijs en neemt deel aan dezelfde complicatiebesprekingen. De coassistent zorgt in
principe dagelijks voor dezelfde ( twee of drie) patiënten en vervolgt hun hele IC beloop. Het
lichamelijk onderzoek wordt gecombineerd met laboratoriumuitslagen en aanvullend radiologisch
onderzoek. Samen met de supervisor worden deze bevindingen beoordeeld en beleid gemaakt. De
coass besprekt zelf zijn patienten tijdens het multidisciplinair overleg en tijdens de andere
overdrachten. De coassistent doet in principe geen diensten tenzij hij of zij daar bijzondere interesse
in heeft. Medicatie wordt door de supervisie geautoriseerd.. De brieven worden gemaakt door de artsassistenten en de intensivisten. De coassistent wordt geacht zijn eigen verrichtingen bij te houden.
Alle verrichtingen geschieden onder directe supervisie van de intensivist. Gedurende het hele coschap is sprake van 1 op 1 begeleiding door de intensivist.
Om een goede indruk van de stage te krijgen is het zakboekje van arts-assistenten als bijlage
toegevoegd.
Uit dit boekje:
Dagindeling
08.00 – 08.30 uur
08.30 – 11.15 uur
11.15 – 12.15 uur
12.15 – 13.00 uur
13.00 – 17.00 uur
17.00 – 17.30 uur
22.00 – 23.00 uur
Overdracht van de nacht-assistent aan de dag-assistent en dag-supervisoren.
De nachtassistent print het overdracht formulier uit
Patiënten onderzoeken, status invullen, beleid bijstellen en orderlijsten
invullen eventueel ontslag naar de afdeling regelen
zaalvisite langs alle patiënten die opgenomen blijven met assistenten en
supervisoren
Multidisciplinair overleg (MDO), patiëntenpresentatie met lab en röntgenfoto,
in aanwezigheid van de consulenten en medebehandelaars.
Opnames regelen, therapie bijstellen, laboratoriumonderzoek en radiologisch
onderzoek
Overdracht van de dagassistent aan de avond-assistent en avond-supervisor
Zaalvisite met bedlijsten en laboratoriumuitslagen
Taken arts-assistenten
 Opnemen van patiënten en aanmaken van de IC-status volgens de richtlijnen van de unit
 Dagelijks verrichten van lichamelijk onderzoek, inspectie van drains, sondes, wonden etc.
 Dagelijks bijhouden van de status en schrijven van de opdrachtenlijst
 Aanvragen en beoordelen van röntgenonderzoek
 Aanvragen van relevant laboratoriumonderzoek
 Laboratoriumuitslagen interpreteren en zo nodig in de status schrijven
 Uitvoeren van verrichtingen (infuus, centrale lijn, wondinspectie)
 Monitoren van beloop over de dag en in overleg met staflid bijstellen van de therapie





In overleg met supervisor bijzonder aanvullend onderzoek aanvragen (consulten, speciële
diagnostiek zoals CT-scan, echo of angio)
Onderhouden van contact met de familie in overleg met verpleging en supervisor
Verslag maken in de status van consulten, gesprekken met familie etc.
Tijdig schrijven van het ontslagbericht bij opnames < 48 uur of de ontslagbrief bij opnames, > 48
uur of overlijden
Participeren in onderwijs, complicatiebespreking en refereeravonden
Aangezien wij een wat kleinere IC zijn met een goede bezetting aan intensivisten (’s morgens twee en
’s middags 2) is er volop tijd om de patiënten goed te onderzoeken en 1 op 1 te bespreken met de
intensivist. In feite is er iedere dag sprake van meerdere korte klinische beoordelingen. De coassistent
krijgt een goed beeld van de problematiek en werkwijze op een perifere niveau 2 intensive care.
2. Planning en organisatie
Er zijn 4 coassistenten per jaar welkom.
Zakboekje Intensive Care TweeSteden ziekenhuis Tilburg
Samenstelling G. Bosman, medisch manager IC
Inhoudsopgave
Beschrijving Intensive Care:
Wie zijn werkzaam op de Intensive Care
Medisch manager en Organisatorisch manager
Staf, supervisoren
Arts-assistenten zowel in opleiding als niet in opleiding
Wat is waar?
De IC
Het secretariaat
Artsenkamer
Bibliotheek
Centrale vergaderkamer
Programma:
Dagindeling
Weekindeling en onderwijs
Basiscursus
Luchtwegcursus
Cursorisch onderwijs
FCCS
Het rooster:
Dienstroosters
Diensttijden
Diensten Ruilen
Ziekte tijdens dienst
Taken van de arts-assistent:
Algemeen
Contact met de supervisor
Opname van een patiënt
Orderlijsten
Digitaal werken
Informatie geven over patiënten
Ontslag en overlijden van een patiënt
Obductie en orgaandonatie
De supervisor:
Verantwoordelijkheid
Bereikbaarheid
Begeleiding/beoordeling
Opname en ontslagbeleid
Voorschriften en protocollen:
Handhygiënevoorschrift
Beschrijving Intensive Care
De afdeling intensive care van het TweeSteden ziekenhuis functioneert als een zelfstandige
ziekenhuisafdeling (ICUV) binnen Zorggroep 1(Acute zorg, Anesthesie, OK en Snijdende vakken). De
IC is opgebouwd door de vakgroep Anesthesiologie die een belangrijke bijdrage levert aan de
medische staf van de IC. Vanaf november 2009 zal ook een internist/intensivist gaan deelnemen.
Het is een unit met 12 bedden waar op 6 bedden regulier beademd kan worden met een uitloop naar
7, er twee non-invasieve beademingen mogelijk zijn en zo nodig twee patiënten gedialyseerd kunnen
worden. De overgebleven bedden worden gebruikt voor patiënten die medium care zorg nodig
hebben.
Bij de visitatie in mei 2009 heeft de IC een erkenning gekregen voor niveau 2, wat betekent dat
langdurige beademingen mogelijk zijn en dat er altijd een intensivist voor het dagelijks beleid en
supervisie beschikbaar is. De IC neem deel aan het regioverband IC-regio Zuid West maar heeft
formeel geen regionale functie en verzorgt geen MICU (mobiele intensive care unit) transporten.
Managers
Het TweeSteden ziekenhuis is een gekantelde organisatie en kent organisatorisch en medisch
managers die in nauwe samenspraak de afdeling aan sturen.
Medisch manager: G. Bosman anesthesioloog/intensivist
Organisatorisch manager: Walter Heine, verpleegkundige (tevens organisatorisch manager SEH)
Staf
De medische staf van de IC bestaat uit intensivisten uit de specialismen anesthesiologie en interne
geneeskunde.
De medische staf heeft een tweeledige taak: patiëntenzorg en opleiding. Bij de patiëntenzorgtaak
worden de arts-assistenten primair begeleid door het staflid.
Arts-assistenten
De groep arts-assistenten bestaat uit artsen in opleiding tot SEH-arts en internist, en artsen niet in
opleiding (ANIO’s). Het tijdstip en de duur van de stageperiode wordt bepaald door het
basisspecialisme. Voor arts-assistenten niet in opleiding is de Intensive Care een goede afdeling om
klinische ervaring met vitaal bedreigde patiënten op te doen.
Verpleging
Op de units werken gediplomeerde IC-verpleegkundigen en gediplomeerde verpleegkundigen in
opleiding tot IC-verpleegkundige. Assistenten worden aangemoedigd om gebruik te maken van hun
ruime praktijkervaring en zaken te overleggen met de verpleging. Gedurende de eerste dag op de unit
dient de arts assistent kennis te maken met de oudste van dienst en zal dan wegwijs gemaakt worden
op de unit.
Het secretariaat
De IC heeft een eigen secretariaat met een parttime bezetting van twee secretaresses. Deze werken
ten behoeve van de patiëntenzorg (uitwerken lijsten, opruimen statussen en NICE-registratie) en
kunnen definitieve ontslagbrieven, die naar de huisarts gaan uitwerken. De patiëntenbrieven worden
door arts-assistenten of intensivisten.in PAT-brief gemaakt. De exacte routing staat op een poster in
de artsenkamer en in het hoofdstuk voorlopig/definitief ontslagbericht. De secretaresse zal definitieve
ontslagbrief uitwerken voordat deze naar de huisarts gestuurd wordt.
Wat is waar?:
De IC
De IC is gevestigd op de 1e etage, routenummer 65.
Slaapkamers/piketkamers: op de 2e etage, de sleutel van kamer 5, ligt in het kastje waar ook de
sleutels van de familiekamer liggen in de centrale ruimte.Vergeet niet de sleutel terug te leggen na je
dienst anders heeft je collega de nacht erop een probleem.De arts assistent heeft een vaste DECTtelefoon nummer: 4931
Bibliotheek
De centrale ziekenhuisbibliotheek bevindt zich in de onderverdieping bij vergaderruimte OC5
routenummer: 43 . Het ziekenhuis heeft voor de verschillende specialismen abonnementen lopen op
courante tijdschriften, voor zowel de papieren versie als ook de elektronische versie. Up-to-date is het
meest gebruikte online abonnement. Informatie over hoe je bij de verschillende online tijdschriften
kunt komen is te bevragen in de bibliotheek. De bibliothecaressen zijn bijzonder geroutineerd in het
opzoeken en bestellen van artikelen die niet in de bibliotheek voorhanden zijn.
Centrale vergaderruimte
In het hart van de IC bevindt zich de vergaderruimte die beschikt over een beamer en waar de
multidisciplinaire besprekingen om 12.15 uur plaatsvinden, zowel door de weeks als in het weekend.
Artsenkamer
De artsenkamer van de IC bevindt zich aan het einde van de gang die meteen na het passeren van de
dubbele klapdeuren links is gelegen. Deze gang heeft een elektronisch slot dat met het TSZ-pasje
geopend kan worden. In de artsenkamer bevinden zich vier computers waarmee door middel van het
programma Mirador de patiëntengegevens kunnen worden opgevraagd. De overdrachten om 8.00 uur
en 17.00 uur vinden of in de centrale ruimte of in de artsenkamer plaats..
Programma
Dagindeling
08.00 – 08.30 uur
08.30 – 11.15 uur
11.15 – 12.15 uur
12.15 – 13.00 uur
13.00 – 16.00 uur
16.00 – 16.30 uur
23.00 uur
Overdracht van de nachtassistent aan de dagassistent en dagsupervisoren.
De nachtassistent print het bijgewerkte overdrachtformulier 3x uit.
Patiënten onderzoeken, status invullen, beleid bijstellen en orderlijsten
invullen en ontslag naar de afdeling regelen.
zaalvisite langs alle patiënten die opgenomen blijven met assistenten en
supervisoren, dan ook lichamelijk onderzoek en bedside teaching.
Multidisciplinair overleg (MDO), patiëntenpresentatie met lab en röntgenfoto,
in aanwezigheid van de consulenten en medebehandelaars.
Opnames regelen, therapie bijstellen, aanvullend laboratoriumonderzoek en
radiologisch onderzoek aanvragen
Overdracht van de dagassistent aan de avondassistent. Overdracht aan
avondsupervisor door dagsupervisor zodra deze klaar is met zijn overige
dagdienst werkzaamheden.
Supervisor komt in huis, avondronde langs de bedden.
Weekend:
08.00 – 08.30 uur
12.15 – 13.00 uur
13.00 – 20.00 uur
Overdracht van de nachtassistent aan de dagassistent en dagsupervisor. De
nachtassistent print het bijgewerkte overdrachtformulier 2x uit.
Multidisciplinair overleg (MDO), patiëntenpresentatie met lab en röntgenfoto,
in aanwezigheid van de consulenten en medebehandelaars.
Opnames regelen, therapie bijstellen, aanvullend laboratoriumonderzoek en
radiologisch onderzoek aanvragen.
20.30 – 8.30 uur
23.00 uur
Lopende zaken behartigen eventueel SIT of Reanimatiemeldingen om 20.30
uur overdracht van de dagassistent aan de nachtassistent. De nachtassistent
print het bijgewerkte overdrachtformulier 2x uit.
Supervisor komt in huis, avondronde langs de bedden.
Weekindeling en onderwijs:
Basiscursus
Iedere 3 maanden, 3 middagen ter introductie van nieuwe assistenten.
Inleiding, circulatie, respiratie, infecties en antibiotica,
Cursorisch onderwijs
Iedere 2e en 4e woensdag van de maand van 13.00 - 14.30 uur. Leerstof en
casuistiek volgens de PACT modules van de ESICEM
Luchtwegcursus:
Voor degene die niet kan intuberen wordt een 2 weekse luchtwegstage op de
OK georganiseerd, liefst zo vroeg mogelijk in de stage.
FCCS
Iedere assistent dient, liefst aan het begin van de stage de internationaal
erkende basiscursus voor intensive care geneeskunde te doen. FCCS staat
voor Fundamental Critical Care Support.
Complicatiebespreking: Laatste donderdag middag van de maand. Assistent bereid een casus voor en
de supervisor begeleid hem daarbij en verzorgt een presentatie over een
gerelateerd onderwerp.
Necrologie:
Deelname aan de necrologiebespreking zoals die door het ziekenhuis wordt
georganiseerd.
Het rooster:
Bij AGIO’s wordt rekening gehouden met de afspraken met het betreffende moederspecialisme. Voor
de berekening van de te werken uren wordt verwezen naar het betreffende hoofdstuk in dit boekje.
Het aantal vakantie-uren is evenredig met de duur van de IC stage en voor de ANIO’s volgens hun
aanstellingscontract voor assistent geneeskundigen. Het is niet mogelijk om extra vakantie-uren op te
nemen die geen verband houden met de IC-stage.
Urensystematiek: basisrooster ANIO’s en AIO’s: 38 uur per week.
Voor de overuren geldt een compensatie in tijd of in geld.
Diensttijden:
Dagdienst: 8.00-16.30 (8 uur arbeid, 30 minuten geconsigneerde pauze)
Avonddienst: 16.00-23.30 (7 uur arbeid, 30 minuten geconsigneerde pauze)
Nachtdienst: 23.00-8.30 (9 uur arbeid, 30 minuten geconsigneerde pauze)
Dagdienst zaterdag en zondag (wD); 8.30-20.30 (12,5 uur aanwezigheidsdienst)
Nachtdienst zaterdag en zondag (wN); 20.00-8.30 (12,5 uur aanwezigheidsdienst)
Verrekening van arbeidsuren en vrije tijd vindt plaats volgens de jaarurensystematiek (JUS). Overwerk
en het niet kunnen opnemen van geconsigneerde pauze gedurende een dienst worden geregisteerd
op het dienstrooster in de artsen kamer en verwerkt in SPX door de secretaresse. De diensten in het
weekend zijn aanwezigheidsdiensten waarbij op basis van ervaring 10 gewerkte uren worden
geregistreerd.
Diensten ruilen: De arts-assistent dient dit zelf te regelen met zijn of haar collega’s en vervolgens
wordt G. Bosman of W. Heijne op de hoogte gebracht. Na accordering wordt de wijziging
doorgegeven aan het secretariaat, via email, en doorgevoerd op de dienstlijst in de artsenkamer.
Ziekte tijdens de dienst:
Bij ziekte dient de arts-assistent de melding zo snel mogelijk door te geven. Tijdens daguren aan G.
Bosman of de weekintensivist. Tijdens nachtelijke uren aan de dienstdoende arts-assistent die de
melding doorgeeft bij de ochtendoverdracht en al vooraf heeft geprobeerd om zelf tussen 7.00 en 8.00
uur vervanging te regelen.
De taken van de arts-assistent
De assistent is samen met het staflid mede verantwoordelijk voor de patiëntenzorg. Specifieke taken
ten behoeve van de patiëntenzorg zijn:












Opnemen van patiëntenen aanmaken van de IC-status volgens de richtlijnen van de unit
Dagelijks herschrijven van de orderlijst.
Aanvragen en beoordelen van röntgenonderzoek
Laboratoriumonderzoek aanvragen
Laboratoriumuitslagen interpreteren en zo nodig in de status schrijven
Uitvoeren van verrichtingen (infuus, centrale lijn, wondinspectie)
Monitoren van beloop patiënt en in overleg met staflid bijstellen van de therapie
In overleg met supervisor bijzonder aanvullend onderzoek aanvragen (consulten, speciële
diagnostiek zoals CT-scan, echo of angio)
Onderhouden van contact met de familie in overleg met verpleging en supervisor
Verslag maken in de status van consulten, gesprekken met familie etc.
Tijdig schrijven van het voorlopig ontslagbericht bij opnames waarbij de patient naar een afdeling
binnen het TSZ ontslagen wordt en een definitieve ontslagbrief bij ontslag naar huis ,
overplaatsing naar IC elders, of overlijden
Participeren in onderwijs, complicatiebespreking en refereeravonden
Contact met de supervisor
De supervisor is te allen tijde beschikbaar voor overleg en advisering. Het niet raadplegen van een
supervisor bij twijfel is laakbaar. Er dient altijd met de supervisor overlegd te worden in de volgende
situaties:










Acute opname, onmiddellijk overleg
Niet acute opname
Onverwachte complicaties bij de patiënt, onmiddellijk overleg
Ingesteld beleid leidt niet tot het beoogde doel
Nieuwe diagnose die de behandeling en/of prognose in belangrijke mate beïnvloed
Indicatie/voorstel voor operatie
Starten of veranderen antibiotische therapie
Aanvragen consult
Aanvragen speciële diagnostiek (niet voor routine laboratorium of thoraxfoto)
Bij ieder voorgenomen transport voor onderzoek
Opname van een patiënt
Een opname behoort overdag aangemeld te worden bij de intensivist die de weekdienst heeft. Deze
geeft de gegevens door aan de verpleging en de arts-assistent. Tijdens diensturen worden opnames
aangemeld bij het dienstdoende staflid, vooralsnog de dienstdoende anesthesioloog. Deze geeft de
informatie door aan de verpleging en de arts-assistent. Mocht de patiënt zonder overleg “gedropped
worden op de IC, dan dient de arts assistent, indien hij als eerste aanwezig is, de opname direct door
te bellen aan de weekintensivist op de dienstdoende anesthesioloog.
In de dienst wordt de arts-assistent soms direct gebeld door de dienstdoende arts assistent van de
SEH, interne of chirurgie met het verzoek om een patiënt op te nemen of te beoordelen. Bespreek dit
verzoek altijd direct met de dienstdoende intensivist, hij kan het best inschatten of eerst beoordeling
door de supervisor van het poortspecialisme noodzakelijk is.
Orderlijsten
Orderlijsten worden dagelijks volledig herschreven. Snel veranderende situaties bij een patiënt maken
het nauwkeurig opschrijven van orders en het vervolgens bijhouden van nieuwe orders tot een
noodzaak. Elke order moet worden geparafeerd (overeenkomstig een recept). Telefonisch
afgesproken orders moeten zo spoedig mogelijk op de orderlijst worden genoteerd en geparafeerd.
Steeds moet aan de verpleging gemeld worden dat de orderlijst gewijzigd/aangevuld is, bij voorkeur
met gelijktijdig bespreken van de reden van verandering.
Digitaal werken
De huidige papieren orderlijsten worden geleidelijk vervangen voor een electronische variant, deze is
te vinden in het electronische ICU-behandeldossier. Na het plaatsen van een centraal veneuze
catheter of PICC-lijn wordt deze registeerd door de arts in het electronische VPK-behandeldossier
onder het kopje ‘CVC / Lange lijn’. Indien een patiënt een sepsis ontwikkeld of wordt overgenomen
met een (verdenking op) sepsis moet in het electronische VPK-behandeldossier het ‘SEPSIS protocol
ziekenhuisbreed’ formulier binnen 6 uur worden ingevuld.
Informatie geven over patiënten
Medische informatie mag alleen gegeven worden aan de patiënt of wettelijke vertegenwoordiger van
de patiënt. De wettelijke vertegenwoordiger is officieel de echtgenoot/echtgenote of bij minderjarigheid
een of beide ouders. Ook iemand met een geschreven en door patiënt ondertekende machtiging is
een wettelijk vertegenwoordiger. NIEMAND ANDERS HEEFT RECHT OP DEZE INFORMATIE. Politie
en justitie kennen de officiële weg om aan informatie te komen via de leiding van het ziekenhuis
(Stafbureau, bedrijfsjurist). Een ieder die informatie “lekt” is strafbaar en in voorkomende gevallen zelf
verantwoordelijk voor de consequenties. Op juridische bijstand van de werkgever kan in zo”n geval
niet gerekend worden.
Ontslag/overlijden van een patiënt
Bij ontslag wordt in de status een korte relevante samenvatting van de opgenomen patiënt gemaakt
en uitleg/advies gegeven over de bij de overdracht bestaande therapie. Zo nodig wordt de
overnemende zaalarts/specialist opgebeld voor aanvullingen. Vervolgens wordt een voorlopig
ontslagbericht geschreven in PAT-brief over de gehele opname, tevens wordt de huidige medicatie
geactualiseerd in theriak. Laat het ontslagbericht even lezen door de supervisor voor het definitief
wordt gemaakt en geprint.
Bij overlijden van de patiënt wordt eveneens in de status een korte relevante samenvatting van de
opname van de patiënt gemaakt. Huisarts en eventueel medebehandelaren worden telefonisch op de
hoogte gebracht van het overlijden en er wordt op korte termijn een definitieve ontslagbrief in PATbrief gemaakt. Indien tijdens diensttijd de eigen huisarts niet bereikt kan worden dan wordt
meestal via de huisartsenpost de dienstdoende, waarnemend huisarts over het overlijden
geïnformeerd. Vervolgens wordt het formulier “informatie bij overlijden” ingevuld.
Voorlopig ontslagbericht
Voor patiënten die van de IC naar de verpleegafdeling gaan wordt alleen een voorlopig ontslagbericht
in PAT-brief geschreven. Dit ontslagbericht wordt meteen definitief gemaakt in Mirador en twee keer
uitgeprint, één keer voor de IC-status en één keer voor de afdeling. Bij lange liggers is het slim al vast
met de brief te beginnen, één of twee dagen voor de ontslagdatum.
Het bevat in elk geval alle informatie die voor de overnemende afdeling van belang is. Het wordt niet
naar de huisarts gestuurd. Deze procedure geldt dus niet voor patiënten die zijn overleden of die
direkt vanaf de IC naar huis zijn ontslagen of overgeplaatst naar een IC in een ander ziekenhuis, zij
krijgen een definitieve ontslagbrief.
Ontslagbrief
Een uitgebreide ontslagbrief wordt gemaakt voor alle patiënten die:



Overleden zijn, ook binnen de termijn van 48 uur
Naar huis ontslagen zijn, ook binnen de termijn van 48 uur
Overplaatsing naar Intensive Care in ander centrum
De definitieve ontslagbrief wordt in PAT-brief gemaakt door de assistent in wiens dienst en patiënt
ontslagen is/wordt danwel overleden is. Bij te voorziene overplaatsing kan de brief het best één of
twee dagen van te voren gemaakt worden. Op de dag van ontslag hoeft de brief dan alleen nog
definitief gemaakt te worden en twee keer uitgeprint. Laat voor het definitief maken de supervisie de
brief even nalezen zodat verbeteringen meteen kunnen worden doorgevoerd. De definitieve
ontslagbrief wordt aan huisarts, verwijzend specialist en eventueel ook aan medebehandelaars en
consulenten gestuurd. De secretaresses moeten met een “kattebelletje”op de status attent gemaakt
worden op het feit dat het een definitieve ontslagbrief betreft, zij kunnen dan poortspecialisten en
consulenten van een kopie voorzien..
De ontslagbrief algemeen:









Gebruik het sjabloon van PAT-brief.
Vul het lichamelijk onderzoek alleen in indien relevant voor de rest van de opname.
Conclusie en bijzonderheden overlappen vaak, gebruik beiden alleen als dit zinvol is.
Gebruik de info van het overdrachtfomulier als basis. Maak nette zinnen en een logisch overzicht
van de belangrijkste punten.
Bij overlijden of abstineren moet evident zijn dat er geen andere opties meer waren, geef de
overwegingen weer.
Houd brief kort en zakelijk, gebruik veel diagnoses dan wordt het bondig.
Maak zinnen niet te lang en geef duidelijke de gewenste interpunctie aan.
Gebruik zo min mogelijk afkortingen die verwarring kunnen zaaien.
Eindig met uw naam en de mede-ondertekenende supervisor.
De indeling van de ontslagbrief:











Zie inderling PAT-brief.
Periode van opname op IC (automatisch)
Opname indicatie: (kort bijv. “postoperatieve bewaking na oesophagusresectie, pneumonie,
abdominale sepsis, exacerbatie COPD, asthma cardiale etc)
Voorgeschiedenis ( uitsluitend in diagnoses en met een korte samenvatting van recente beloop tot
aan opname)
Thuismedicatie, met doseringen indien beschikbaar
Lichamelijk onderzoek: alleen indien relevant voor de IC opname.
Beloop: in volgorde van de tijde de belangrijke diagnoses en therapie, noem medicatie zonder
doses en gebruik uitsluitend generieke namen en geen merknamen
Laboratoriumuitslagen: zie Mirador Vermeld in het beloop alleen de uitslagen die belangrijk waren
voor het beleid.
Medicatie bij ontslag: alleen generieke namen en met dosering
Conclusie: de gehele opname in één regel.
Bijzonderheden: alleen indien anders dan de conclusie.
De supervisor
Verantwoordelijkheid
De arts-assistent is te allen tijde verantwoordelijk voor het eigen handelen. De supervisor is
eindverantwoordelijk voor het medisch handelen van de arts-assistent.
Bereikbaarheid
In de unit hangen roosters waarop te zien is welk staflid verantwoordelijk is voor de weekdienst IC en
wie er dienst heeft tijdens de avond en nacht. Het staflid met de weekdienst heeft is er overdag van
maandag t/m vrijdag van 08.00 uur tot 16.30 uur en op zaterdag van 08.00 uur tot de volgende
ochtend 08.30 uur. De zondagdienst voor wat betreft de supervisor loopt van zondag 08.00 uur tot
maandagochtend 08.30 uur. De dienstdoende intensivsit neemt de verantwoordelijkheid door de
weeks over van 16.00 uur tot de volgende ochtend 8.30 uur. Overdag worden alle vragen overlegd
met het staflid dat weekdienst doet, gedurende de avond en nacht wordt overlegd met de
dienstdoende intensivist.
Begeleiding/Beoordeling
Elke arts-assistent wordt beoordeeld tijdens zijn stage. Voor de opleiding zijn Bosman en van den
Berg het aanspreekpunt. Er behoren drie beoordelingsgesprekken te zijn, een kennismakingsgesprek
aan het begin van de stage, een tussenevaluatie bij 6 weken en een eindgesprek met formele
eindbeoordeling na 3 of 4 maanden. De eindbeoordeling wordt gestuurd naar de opleider van het
basisspecialisme of bij ANIO’s verzameld door de medisch manager van de intensive care en
meegenomen om een getuigschrift mee op te stellen bij vertek. Tussentijds worden KKB’s volgens het
interne format gedaan. Er rust ook een verantwoordelijkheid bij de arts assistent om te komen aan
voldoende KKB’s.
Opname en ontslagbeleid
De supervisor moet altijd ingelicht worden over opname van een patiënt. Het ontslagbeleid valt onder
de verantwoordelijkheid van de dienstdoende supervisor.
Voorschriften en protocollen
Protocollen
Er is een groot aantal protocollen in gebruik op de intensive care. Een deel daarvan is medisch, een
deel is verpleegkundig. De protocollen zijn in te zien in DKS, het digitale ziekenhuis
archiveringssysteem en op de I:schijf van het netwerk, in de map Intensive Care/Protocollen.
Handhygiënevoorschrift
Tijdens de dienst mogen geen ringen en/of horloges gedragen worden. Kleding met korte mouwen is
geschikter om kruisinfecties te voorkomen. De artsenjas dient gesloten gedragen te worden.
Reiniging met vloeibare zeep en water:
Handen moeten gewassen worden bij zichtbare verontreiniging, aan het begin en einde van de dienst,
voor en na elke pauze, na gebruik van het toilet. Kranen en dispenser worden alleen met de elleboog
bediend. Handen worden van tevoren natgemaakt. Het inzepen van handen en polsen duurt
tenminste 10 seconden. Handen en polsen worden van de vingertoppen naar de elleboog toe
afgespoeld. Voor het drogen van de handen wordt een papieren handdoek gebruikt.
Reiniging met alcohol:
Desinfectie van de handen met alcohol moet voor en na ieder patiëntencontact en na ieder contact
met lichaamsvloeistoffen en/of excreta. Druk driemaal de dispensen in met de elleboog en wrijf de
droge handen in met de oplossing. Blijf gedurende 30 seconden de handen inwrijven met de
alcoholoplossing. Laat de handen aan de lucht drogen.
NB Indien de patient diarrhoe heeft agv een Clostridium difficile infectie (een gram-positieve anaerobe
sporevormende staafbacterie) dan is reiniging met alcohol niet voldoende en dient altijd vloeibare
zeep gebruikt te worden.
September 2012
G. Bosman
Medisch Manager Intensive Care
TweeSteden Ziekenhuis
Tilburg
Download