WORKSHOP 7 MUZIEKTHERAPIE EN KLANKGEORIËNTEERD ZINGEN ANDERS Ik kan niets zeggen. Niet met woorden zeggen wat ik voel, niet uitleggen wat ik bedoel Ik kan niet lopen. Niet zoals jullie van hier naar daar, vaak denk ik: kon ik dat maar. Ik ben afhankelijk, afhankelijk van iedereen, want bijna niets kan ik alleen Maar ik kan wel genieten. Genieten van de kleine dingen, van mensen die zomaar een liedje voor me zingen Ik kan wel een glimlach toveren op iemands gezicht, vooral als ik een gek gezicht op iemand richt Ik kan wel op mijn eigen manier zeggen wat ik wil, maar daar staat niet iedereen bij stil. Want van buiten ben ik anders dan jij, toch, van binnen, van binnen lijk je net op mij. 1 DEEL 1: MUZIEKTHERAPIE ALS COMMUNICATIEMIDDEL BIJ PERSONEN MET EEN ERNSTIG MEERVOUDIGE BEPERKING “Elk mens heeft recht op communicatie, en daarom moet alles wat communicatie tot stand kan helpen brengen, benut worden.” (Heim et al., 2006) Communicatie is een belangrijk onderdeel van ons dagelijks leven. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat zijn wij bezig met communiceren. In direct of indirect contact met anderen kunnen wij aan hen duidelijk maken hoe het met ons gaat, wat we willen en niet willen. We kunnen met hen discussiëren, afspraken maken enz. Voor personen met een ernstig meervoudige beperking is dit niet zo vanzelfsprekend. Zij beschikken vaak niet over de mogelijkheden om taal te begrijpen of te gebruiken. Muziek, als eeuwenoud communicatiesysteem en vaak bestempeld als universele taal, biedt mogelijkheden voor deze personen om te kunnen communiceren. Hoe kan muziektherapie ingezet worden om de communicatie met personen met een ernstig meervoudige beperking te bevorderen? Om deze vraag te kunnen beantwoorden richten we ons op de volgende subvragen: 1 Hoe kan muziek dienen als communicatiemiddel? 2 Hoe kunnen muzikale parameters bewust ingezet worden om de communicatie met meervoudig gehandicapte personen te bevorderen? 3 Welke muziektherapeutische methoden/werkvormen zijn het meest geschikt ter bevordering van communicatievaardigheden van personen met een ernstig meervoudige beperking? 4 Hoe kunnen de muziektherapeutische sessies het beste vorm krijgen? 1 HOE KAN MUZIEK DIENEN ALS COMMUNICATIEMIDDEL? Muziek biedt vaak een ingang bij onze bewoners. Muziek is een oertaal die voorbij de woorden gaat, en direct en diep op ons kan inwerken. Muziek is een preverbale taal en is al heel primair aanwezig bij de mens, op het preverbale niveau. Personen met een meervoudige beperking functioneren op het preverbaal niveau. Dit maakt muziek een zeer dankbare ingangspoort bij personen met een meervoudige beperking. Wanneer je deze muzikale taal actief leert gebruiken en beleven, wordt je innerlijk in beweging gebracht. Door dit innerlijk in beweging komen wordt een proces op gang gebracht waarin ruimte kan ontstaan voor nieuwe mogelijkheden en ontwikkelingen. Invloed van muziek kent waarschijnlijk iedereen uit eigen ervaring: muziek kan ons ontroeren, blij maken, opwinden of stil en rustig maken. Muziek kan echter ook sterk fysiek werken: bv. klanken van strijkinstrumenten of trommels kunnen wij soms tot diep in ons lichaam voelen resoneren. Muzikale improvisaties hebben een speciale functie als het gaat om muziek als communicatiemiddel. Muziek is een oud en effectief middel om stemmingen te communiceren, omdat in muziek juist de emotionele lading van dat moment wordt benadrukt. Improviseren is als een proces van produceren en reproduceren, herhalen, variëren, reflecteren en verdiepen. Experimenteren staat centraal, om tot communicatie van de juiste stemming te komen. In muziektherapie met onze bewoners geldt dit ook. Gedragingen in het hier en nu van de bewoner kunnen opgenomen worden in de geïmproviseerde muziek van de therapeut. 2 Door experimenteren en aanpassen wordt de stemming van de bewoner omgezet in muziek. De bewoner voelt dan dat het iets met hem of haar te maken heeft, en wordt hierin telkens bevestigd door de muziek. Op deze manier kan de bewoner ook zijn of haar stemming communiceren en vindt er intensieve interactie plaats tussen bewoner en de therapeut. Muziek kan gebruikt worden als communicatiemiddel omdat muziek de volgende aspecten omvat. - Muziek is laagdrempelig Muziek is een laagdrempelig middel tot contact en juist omdat het laagdrempelig is, is het een geschikt middel voor iedereen. - Muziek lokt reactie uit Het reageren op elkaar, over en weer. Deze reactie is niet altijd zichtbaar, maar wel altijd aanwezig. Het belang hierbij is het gebruik maken van vraag en antwoord in de muziek, omdat dit al vroeg ontwikkeld wordt. - In muziek kun je samen doen en beleven Muziek nodigt uit tot beweging en bewogen zijn. Muziek prikkelt tot actie in handelen en in innerlijk handelen. Met dit laatste bedoel ik bijvoorbeeld inspannen en ontspannen. Muziek geeft een gevoel van samen doen en samen beleven. Je kunt een sfeer neerzetten. De reactie die de bewoners laten zien op muziek, en de mogelijkheden die hiermee gepaard gaan, zijn niet te vergelijken met een ander middel. Alleen al het aanslaan van één toon, of het zingen van een lied zonder harmonische of ritmische begeleiding, lokt de bewoner al uit tot persoonlijk contact, bijvoorbeeld in een glimlach, een vocale uiting van plezier of in het plotseling zoeken van lichamelijk contact bij een muzikale benadering. 2 HOE KUNNEN MUZIKALE PARAMETERS BEWUST INGEZET WORDEN OM DE COMMUNICATIE MET MEERVOUDIG GEHANDICAPTE PERSONEN TE BEVORDEREN? 2.1 Parameters van muziek Muzikale parameters zijn alle aspecten die de totale klank van de muziek bepalen. Alhoewel wij muziek meestal als één geheel ervaren, bestaat muziek uit verschillende elementen die elk zijn specifieke werking hebben op ons lichaam en geest. In de muziektherapie worden deze elementen gericht ingezet want bewoners zijn er erg gevoelig voor. De muzikale parameters zijn o.a. toonhoogte, melodie, harmonie, klank, timbre, ritme, tempo, dynamiek en vorm. 2.2 - Betekenis van de parameters Melodie: is een opeenvolging van (gelijke of verschillende) toonhoogtes. Melodieën zijn zoals spreektaal, ze hebben klemtonen, herhalingen, pauzes en klinkende betekenissen. Een melodie is een verhaal. We ervaren verschil tussen hoge en lage tonen. Een leuke melodie blijft ook lang in het hoofd hangen. 3 - - - 2.3 De intervallen (toonafstanden) in een melodie zijn ook belangrijk; bv. wat een kind eerst herkent is de koekoeksterts (sol-mi). Zo heeft elke toonafstand zijn specifiek karakter en invloed op de toehoorder. Metrum/maat/ritme/tempo: als het ware de hartslag van muziek Metrum = de opeenvolging van zware en lichte tellen in de muziek Maat = de indeling van muziek in gelijke delen Ritme = de opeenvolging van langere en kortere tonen en rusten Tempo = de snelheid waaraan de muziek wordt uitgevoerd Je kan bijvoorbeeld werken met stap- en wiegmaten. Dynamiek: de verhouding in klanksterkte van de muziek, bijvoorbeeld zacht of hard spelen Klankkleur: is de typische eigenschappen van een klank. Je hoort bijvoorbeeld onmiddellijk het verschil tussen een trompet en een blokfluit, ook al spelen zij hetzelfde liedje. Ook stemmen kunnen onderling zeer sterk verschillen, denk bv. aan mannen- en vrouwenstemmen. Vorm: is de manier hoe een lied is opgebouwd (strofe-refrein), biedt structuur. Harmonie: is het gelijktijdig samenklinken van tonen met verschillende toonhoogtes (samenklank), bijvoorbeeld tegenstelling mineur-majeur (droevig, blij), harmonie is dus sfeerbepalend. Inzet van de parameters Deze muzikale parameters kunnen worden ingezet in muziektherapie om o.a.: - - reacties uit te lokken (spanning) of iemand tot rust te brengen (ontspanning); zich op elkaar af te stemmen: door gebruik te maken van muzikale parameters, en je hierin af te stemmen op de bewoners kun je de input van de bewoners verklanken en verstevigen; te werken met tegenstellingen: spanning en ontspanning wordt vooral bereikt door te werken met tegenstellingen in muzikale parameters (bijvoorbeeld luid-zacht, hoog-laag, traag-snel ...). De ontwikkeling van en de reacties op de verschillende parameters zijn bij elke bewoner anders. De ene reageert heel sterk op ritme, terwijl de andere juist reageert op een wisseling in mineur en majeur. Ook ouders maken vanaf de geboorte van hun kind al gebruik van muzikale parameters. Ouders reageren vanaf het begin op het gedrag van hun baby en doen dat op een speciale manier. Ze passen hun gedrag aan aan de waarnemingsmogelijkheden van het kind. Ze praten op een “speciale manier: op hogere toon, in een langzaam tempo, met een nadrukkelijke intonatie en met veel imitatie en herhaling”. 3 WELKE MUZIEKTHERAPEUTISCHE METHODEN/ WERKVORMEN ZIJN HET MEEST GESCHIKT TER BEVORDERING VAN COMMUNICATIEVAARDIGHEDEN VAN PERSONEN MET EEN ERSTIG MEERVOUDIGE BEPERKING? 3.1 Geschikte muziektherapeutische werkvormen Er wordt gebruik gemaakt van zowel actieve als receptieve groeps- en individuele werkvormen. 4 - - 3.2 Zingen: (kinder)liedjes, (stem)improvisaties, jabbertalk, luisterliedjes, verwijsliedjes (bijvoorbeeld aan tafel) Zingen van bijvoorbeeld de naam van de bewoner is bevorderend voor het contact. “Ik zing bijvoorbeeld iemand toe, ik zing wat ik doe of wat de bewoner doet of maak geluiden. Hierbij gebruik ik de structuur van de muziek om alles voorspelbaar, herkenbaar, duidelijk en veilig te maken.” Gebruik van muziekinstrumenten: blaas-, slag-, snaar-, Orff-instrumenten, voelen van de trillingen. Luisteren: naar muziek, (omgevings-)geluiden, ademhaling, stilte Bewegen bij de muziek: wiegend, snel traag, ritmisch, grote en kleine bewegingen Bodypercussion: ritmisch bekloppen van het lichaam Improvisaties: muzikale improvisatie is een waardevol middel om tot communicatie te komen, omdat er beter kan worden ingegaan op het moment. Door te improviseren kan een therapeut zich goed afstemmen op de bewoner, bijvoorbeeld door de VAT-methode (volgen, aansluiten, toevoegen) te gebruiken. Hij sluit aan op het niveau van de bewoner; bewegingen en andere input gaat hij verklanken. Empatische, structurende en uitlokkende technieken Aansluitend bij de methodes en werkvormen gebruikt de muziektherapeut empathische, structurerende en uitlokkende technieken (Bruscia, 1987): 3.3 - - - - - Empatisch Imitatie: de therapeut echoot of herhaalt de reactie van de bewoner, nadat deze zijn reactie heeft geuit. De therapeut kan zich richten op elk geluid, ritme, elke interval, beweging enz. Synchronisatie: dit staat voor het spiegelen van de uitingen van de bewoner. De therapeut doet op hetzelfde moment dat wat de bewoner aan het doen is, of speelt op een ander instrument dezelfde bewegingen, hetzelfde ritme of dezelfde energie. Op deze manier kan de therapeut samen met de bewoner spelen, hoewel er geen duidelijke structuur is. De bewoner stuurt door zijn gedrag de therapeut. De relatie tussen therapeut en bewoner verdiept en er is een ‘samengaan’ op het niveau van het kernbewustzijn. Pacing: de therapeut stemt overeen met het energieniveau van de bewoner, door gebruik te maken van dezelfde dynamiek en snelheid. In de pas gaan lopen met de getoonde gevoelsuitdrukkingen van de bewoner, waardoor hij zich bewust wordt van zichzelf in de wereld en andere energieniveaus kan bereiken. Incorporatie: bij het improviseren met het kind neemt de therapeut een muzikaal motief (geluiden en uitingen of het gedrag van de bewoner) als thema voor een improvisatie. Het motief wordt uitgewerkt in een totale improvisatie, waarin ook andere thema’s en materiaal zijn verwerkt. De improvisatie kan op een later tijdstip herhaald worden en deel worden van een ritueel. Reflectie: inspelen op de stemming van de bewoner waardoor hij zich begrepen voelt. De therapeut drukt dezelfde stemming of gevoelens uit als de bewoner. De therapeut kan dat doen op eenzelfde manier of een andere, door bijvoorbeeld een ander instrument te kiezen. Reflectie kan tegelijk met de bewoner of nadat de bewoner zich heeft geuit. 5 3.4 Structurerend - Een ritmische basis aanbieden Een vast ritme geeft de bewoner stabiliteit en steun. - Een tonaal centrum aanbieden Een toonsoort, harmonie, baslijn, bourdon of akkoordbegeleiding geeft het samenspel glans, brengt gevoelens tot uiting en biedt geruststelling. - Vormgeven Het energieverloop van de muzikale zin wordt door de therapeut gestructureerd door te spelen met de lengte en de vorm en door gebruik te maken van verschil in frasering, tempo en dynamiek. In analogie daarmee worden de innerlijke gevoelens van de bewoner geconcretiseerd. 3.5 Uitlokkend - Herhaling Lokt de bewoner uit om iets terug te zeggen of te spelen. In die herhaling kunnen dan later veranderingen worden aangebracht voor het teweegbrengen van gevoelens van verwachting, aandacht. - Voordoen Voordoen lokt uit tot nadoen en meedoen. - Ruimte maken Dit wordt gecreëerd door in de muzikale structuur stiltes in te lassen of door bepaalde momenten waarin de therapeut alleen ondersteunende akkoorden of een muzikale achtergrond speelt. - Tussenvoegen De bewoner maakt een geluid en/of beweging en zodra het stopt maakt de therapeut een geluid als ondersteunende commentaar en bevestiging; “het is goed, ga maar door”. - Uitbreiden De therapeut maakt uitbreidingen bij de geluiden van de bewoner waarbij een complete muzikale zin ontstaat en de bewoner daardoor wordt gestimuleerd om door te gaan. 3.6 Muzikale spelvormen - Muzikaal gesprek De therapeut en de bewoner communiceren muzikaal met elkaar. Dit kan bijvoorbeeld zijn door middel van geluiden maken, of door het spelen van een instrument. Er is sprake van een gezamenlijke improvisatie. - Muziek volgt bewegingen De therapeut zet de bewegingen van de bewoner om in muziek. De bewegingen zijn hier het begin (bijvoorbeeld heen en weer schommelen) en van daaruit vloeit de muziek. De bewoner raakt zich hierdoor bewust van de interactie met de ander. 6 - Boem, boem, boem (Uhlig, 2006) De therapeut geeft bijvoorbeeld twee tikken op de eerste twee tellen, en de bewoner heeft dan twee tellen om te soleren, of om ritmisch in te vullen, bijvoorbeeld met geluiden van de mond, of op een trom. - Moederrol (Uhlig, 2006) De therapeut neemt de moederrol op zich en zorgt ervoor dat een regelmatig ritme steeds doorloopt, bijvoorbeeld door het maken van een klikkend geluid met de mond, het tikken op de benen, het stappen met de voeten of het spelen van een instrument. De bewoner heeft meerdere instrumenten binnen handbereik ter beschikking en improviseert op het ritme, met hulp van de therapeut. 4 HOE KUNNEN DE MUZIEKTHERAPEUTISCHE SESSIES HET BESTE VORM KRIJGEN (CONCRETE INVULLING)? Een combinatie tussen individuele muziektherapie en groepsaanbod is het beste, omdat je je zo kunt afstemmen op het individueel niveau, maar ook interactie en communicatie met groepsgenoten stimuleert. 4.1 Verloop van de groepsmuzieksessie Deze sessie is een gestructureerde muziekactiviteit van ongeveer een 40-tal minuten. Om de aandacht te trekken speel ik eerst 2 tonen op het keyboard, deze worden een paar keer herhaald met kleine tussenpauzes; bij verschillende bewoners zie je dan reeds reactie: bij de ene komt er beweging in het hoofd, bij de andere verschijnt er een glimlach of maken ze een geluid of worden de klanken gewoon nagebootst of nagezongen. Hierna volgt het begroetingslied “dag allemaal” waar in de strofe over een bepaalde handeling wordt gezongen en deze door de bewoner of met hulp van de begeleider wordt uitgevoerd (bv. klappen, zwaaien ...). Hiermee creëert men meteen een plezante en losse sfeer. Na dit lied ga ik rond met een trommel om iedereen individueel al zingend te begroeten. Er wordt op de trommel gespeeld in de mate van de bewoner zijn mogelijkheden terwijl ik zing “rommebommebom, wie speelt daar op de trom? ...”. Dit individueel begroeten met het zingen van hun naam versterkt de band tussen de bewoner en mij. Iedere sessie staat in het teken van een bepaald thema (bv. dieren, seizoenen, weer, een feest ...), een thema dat de bewoners aanspreekt en dat aansluit bij hun belevingswereld. Het thema wordt aan de hand van liedjes uitgewerkt. Deze liedjes worden dan aangepast aan het niveau van de bewoner en ingekleed met attributen, welke de aandacht en de interesse wekken en de zintuigen van de bewoners stimuleren. Na één of meerdere themaliedjes worden muziekinstrumenten bovengehaald. Ze worden gehanteerd in spelvorm en meestal ondersteund met een lied. Bij personen met een ernstig, meervoudige beperking worden de instrumenten voornamelijk lichaamsgebonden aangeboden. Nadien wordt nog een bewegingslied of een bekend lied gezongen waarbij bepaalde bewegingen worden uitgevoerd. Op het einde van het lied wordt het tempo nog eens extra opgevoerd zodat velen nog eens uit de bol kunnen gaan. Een uitstekend tijdstip om nu als contrast een rustig moment in te lassen. Het lokaal wordt als het kan verduisterd en alles wordt stil. Zeegeluiden op de achtergrond zorgen ervoor dat iedereen in de rust wegzakt. Er wordt dan een rustig, intiem slaap- of wiegelied gezongen. Hierbij kan men de bewoner ook zachtjes knuffelen of masseren. Als iedereen helemaal ontspannen is beginnen plots klokken te luiden op de melodie van 'Broeder Jacob'. Ze maken 7 iedereen weer wakker en alert terwijl intussen een heel hoog smurfenstemmetje roept ''t is gedaan'. Dit afscheidslied wordt met veel enthousiasme meegezongen en er wordt door iedereen bij naam afscheid genomen. Op het einde van het lied volgt een daverend applaus zodat iedereen weer opgewekt is. 4.2 Verloop van de individuele muziektherapie Tijdens de sessies individuele muziektherapie ga ik helemaal anders tewerk. Het is geen uitgewerkte sessie meer maar alles is gebaseerd op improvisaties: er wordt afgestemd op de bewoner en op zijn reactie ingespeeld. Je probeert alles waar te nemen van de bewoner en deze waarneming ga je dan verklanken. Daarbij moet de bewoner goed geobserveerd worden, om elke reactie (bijvoorbeeld een beweging, een klank van de mond, of een klank op een instrument) te kunnen waarnemen, en vervolgens te integreren in de muziek. Zo krijg je een improvisatie van wederzijdse beïnvloeding. Er wordt uiteraard 'gespeeld' met de parameters uit de muziek en hun tegenstellingen om reactie bij de bewoner uit te lokken. Alsook wordt gebruik gemaakt van technieken, methodes en spelvormen zoals hierboven reeds uitgelegd. Verschillende doelstellingen worden nagestreefd zowel op: - emotioneel gebied: bijvoorbeeld gevoelens uiten, emoties verwerken; - sociaal gebied: bijvoorbeeld echt contact opbouwen met therapeut, stimuleren van expressie en exploratie; - cognitief gebied; bijvoorbeeld stimuleren van concentratie-momenten, verbreden aandachtsboog; - lichamelijk gebied: bijvoorbeeld bieden van momenten van rust en ontspanning, van daaruit kan je alternatieven aanreiken voor dwangmatig gedrag, bieden van sensorische en motorische prikkels. 4.3 Belangrijkste uitgangspunten De belangrijkste uitgangspunten bij de werkwijzen en methoden zijn het uitgaan van de mogelijkheden van de bewoner, het multisensorisch werken, het streven naar muzikale interactie en deze steeds opnieuw herwaarderen, het afstemmen op de bewoner, het muzikaal imiteren en/of spiegelen van de inbreng van de bewoner en het combineren van actieve en receptieve vormen. 8 DEEL 2: KLANKGEORIENTEERD ZINGEN “De menselijke stem is een uniek en fascinerend instrument. Geen ander geluid kan ons zo raken als het vrije geluid van onze eigen stem. Echter de resonans/trilling van deze klanken in ons lichaam en om ons heen is onbekend voor velen. We kennen onze stem niet en velen zijn bang om te zingen. Klankgeoriënteerd zingen opent dat nieuwe landschap waarin iedere stem zich kan ontvouwen in haar grote rijkdom. Kleine stimulaties en oefeningen openen je oren. We horen de klank, ervaren de resonans/trilling in ons lichaam en ons bewustzijn breidt zich uit naar voor ons onbekende gebieden. Om deze reis te beginnen heb je geen zangervaring nodig. Als we beginnen te luisteren naar onze eigen stem, groeit ons bewustzijn in hoe we onszelf misschien belemmeren. Naarmate de tijd vordert, groeit de expressie in onze stem en onze persoonlijkheid kan dan transparanter (opener, toegankelijker) worden. Oude patronen en belemmeringen kunnen smelten, en dat geeft een enorm gevoel van vrijheid. Het is een intense manier van werken met je stem die diep doorwerkt in je systeem en in wie je bent èn bewustwording geeft. Ook kun je louter om creatieve redenen met klanken beginnen: leren beter te luisteren, méér te horen. Je stemmogelijkheden uitbreiden – gebaande paden verlaten: heerlijk! Het klankgeoriënteerd zingen is een zangmethode die is ontstaan uit de Lichtenbergermethode van Ghisela Rohmert. De basis van deze methode is de sensorische waarneming van de klank (relatie tussen zenuwstelsel en klank). Bij stempedagogiek (zangleraars) wordt er via een motorische invalshoek aangestuurd. De klank heeft via de hele sensoriek, dit wil zeggen via alle zintuigen en het zenuwstelsel, een positieve invloed op het lichaam. Klank en geluid komen tot ons via onze oren (horen) en via ons voelen (trillingen). Klank is een sensorische sensatie op zich. Vrije klankvorming is klank beleven, gewoon laten gebeuren. Klank is een hoorbaar geworden trilling. Trilling brengt alles in beweging en dus ook ons lichaam gaat meetrillen Het waarnemen van de klank en de nodige stimuli helpen om op een spontane manier spanningen, pulsen en blokkades in het strottenhoofd en het lichaam te verminderen. Stimulatie en waarnemingsopdrachten brengen bij de klankvoortbrenger een functieverandering op gang die leidt tot een ordening van de stem. Orde en rust volgen hierop. Na een tijdje zingen krijgt de stem meer energie, klinkt voller en vrijer. De klank gaat eigenlijk in dialoog met het lichaam. De klank beïnvloedt niet alleen het lichaam maar ook het lichaam beïnvloedt de klank. Wat ‘anders’ is in vergelijking met andere stemmethodes is dat hier veel aandacht wordt besteed aan het zelfregelend principe van ons lichaam. Hiermee wordt de kracht van ons lichaam bedoeld waardoor het in staat is alles zelf te regelen. De bedoeling van dit klank-zingen is dat men tot klanken kan komen die aangenaam zijn en de kracht hebben om stimulerend en bevrijdend te werken (zowel voor therapeut als toehoorder). Om dit zelfregelend proces terug op gang te brengen is het zeer belangrijk dat de klanken frequenties bevatten van om en bij de 3000, 5000 en 8000 Hz. Dit zijn clusters van boventonen die zeer helend werken op lichaam en geest. Deze hoge frequenties zijn sensorisch goed waarneembaar. Ook onze bewoners zijn gevoelig voor deze klanken en worden er door beïnvloedt. Hun leven kan hierdoor meer harmonisch worden. Het idee is dat men klanken laat resoneren op 9 verschillende lichaamsgebieden. Deze stimulaties zijn een impuls om disfunctionele patronen op te geven en de zelforganisatie op gang te brengen. De klank treedt in interactie met het lichaam en zijn substanties zoals slijmhuid, bindweefsel, spieren, zenuwen. Onze bewoners kunnen veel baat hebben bij deze methode. Bij bewoners met een laag niveau merken we de volgende reacties op. - Doen zelf een poging om mee klank te maken - Komen tot rust en spastische trekkingen verminderen - Langere en sterkere aandacht wanneer je klanken gebruikt - Ademen veel rustiger - Kijken, lachen of tonen zich aanwezig - Er stromen spontaan tranen - Neuriën of werken met lichaamstaal, mimiek of ogentaal - Klank kan een beweging uitlokken De klank kan een bijna magische kracht oproepen en dikwijls groeit er dan ‘dat moment’ van volledige betrokkenheid en overgave. Het moment dat de therapeut ze te pakken krijgt en meevoert met de klank. Op zo’n moment kunnen hun dwangmatigheden worden onderbroken. Vreugde en emotie staan dan op hun gezichten te lezen. 10