267

advertisement
Fiscale vrijstelling bij aanstelling diensthoofd export
In de reeks “fiscale stimuli” behandelen we deze keer de fiscale vrijstelling bij de aanstelling
van een diensthoofd export.
1. Wetgevend kader
- Artikel 67 W.I.B.
- Artikelen 45 en 46 K.B./W.I.B.
- M.B. van 11 juni 1999 (B.S. 8.VII.1999)
- M.B. van 27 augustus 1999 (B.S. 11.IX.1999)
2. Korte omschrijving
Het betreft een fiscale vrijstelling per personeelseenheid die bijkomend in België wordt
aangeworven en voltijds in de onderneming tewerkgesteld voor een betrekking van
diensthoofd voor de uitvoer.
De functie waarvoor vrijstelling kan worden verkregen, wordt in de Voorbereidende Werken
omschreven als “de verantwoordelijke van een afdeling belast met de prospectie van de
buitenlandse markten en de contacten met het cliënteel.”
3. Wie kan genieten?
Komen in aanmerking voor de vrijstelling: nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen.
De maatregel geldt zowel in de personenbelasting als in de vennootschapsbelasting.
Zijn uitgesloten: beoefenaars van vrije beroepen, ambten of posten.
4. Voorwaarden
Het moet gaan om een bijkomende voltijdse aanwerving. Om vast te stellen of sprake kan zijn
van bijkomend personeel, wordt een vergelijking gemaakt met het gemiddelde
personeelsbestand dat de onderneming tijdens het vorige belastbare tijdperk voor datzelfde
doel heeft tewerkgesteld. Het verschil wordt afgerond naar de hogere of lagere eenheid,
naargelang het de 0,5 personeelseenheid bereikt of overtreft, dan wel kleiner is dan dit bedrag.
Het gemiddelde aantal personeelseenheden bekomt men door het totaal aantal tijdens dat
tijdperk in die hoedanigheid gepresteerde dagen te delen door het aantal werkdagen die
normaal tijdens datzelfde tijdperk door een personeelseenheid kunnen gepresteerd worden.
Om van de vrijstelling te genieten moet het diensthoofd export zelfs niet nieuw aangeworven
zijn. Hij of zij mag voordien in de onderneming als diensthoofd tewerkgesteld zijn geweest,
op voorwaarde dat zijn/haar vrijgekomen functie met een nieuw aangeworven personeelslid
wordt ingevuld. Met andere woorden: men mag een bestaande werknemer (“diensthoofd”)
promoveren tot diensthoofd van de afdeling export iemand in zijn plaats aanwerven. Deze
aanwerving moet wel gebeuren binnen de dertig dagen die volgen op de nieuwe
tewerkstelling van het al in de onderneming werkende personeelslid.
De vraag stelt zich of de vrijstelling ook kan gelden wanneer niet één diensthoofd wordt
aangesteld, maar twee halftijdse personeelsleden met de betreffende functie worden belast.
Uit de voorbereidende werken blijkt dat het moet gaan om een voltijdse tewerkstelling of het
equivalent ervan. Hieruit zou kunnen worden afgeleid dat de Minister bereid zou zijn om de
vrijstelling ook toe te staan wanneer voor de betreffende functie twee halftijdse
personeelsleden worden aangeworven (of aangesteld en vervangen door nieuwe
personeelsleden).
Volledigheidshalve merken we ook op dat tijdens de voorbereidende werkzaamheden ook de
vraag werd gesteld of voor een halftijdse aanwerving voor export een “halve vrijstelling” kan
gelden. Op deze vraag antwoordde de minister niet onmiddellijk bevestigend, doch hij
beloofde te zullen laten onderzoeken of dit technisch mogelijk is. Hij verklaarde niet afkerig
te staan tegenover de idee. Tot bevestiging hiervan is een “halve vrijstelling” echter nog niet
mogelijk.
5. Bedragen/percentages
De winst wordt vrijgesteld voor een bedrag van 12.180 € (=aanslagjaar 2005; basisbedrag:
10.000 euro) per bijkomend personeelslid voor een betrekking van diensthoofd voor de
uitvoer.
6. Formaliteiten
Voor elk van de belastbare tijdperken waarvoor de toekenning of het behoud van de
vrijstelling wordt gevraagd, moet aan de aangifte in de inkomstenbelasting worden
toegevoegd:
a) een nominatieve opgave
b) een attest op naam, afgeleverd door de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel.
Er zijn verder geen boekhoudkundige verplichtingen.
Vanaf aanslagjaar 2003 geldt voor wat betreft de nominatieve opgave voor de vrijstelling bij
aanstelling van een diensthoofd export model 276 W3. Dit model kan worden gedownload via
www.fiscus.fgov.be
Het attest op naam kan worden aangevraagd bij
Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel (BDBH)
Dienst Promotieacties
WTC Toren I Bus 36
Koning Albert II –laan 30
1000 Brussel
Tel 02/274.18.42 (of 41)
Attesten moeten bij de bevoegde minister of dienst worden aangevraagd binnen de drie
maanden vanaf de laatste dag van het belastbare tijdperk.
De attesten moeten als bijlage bij de aangifte in de inkomstenbelasting worden gevoegd.
Als de attesten op het ogenblik van het indienen van de aangifte nog niet afgeleverd zouden
zijn, moeten zij worden nagestuurd binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de
datum van verzending van het attest.
7. Aandachtspunten
De vrijstelling is niet definitief verworven. Als later de betrokken werknemer niet meer als
diensthoofd export wordt tewerkgesteld, dan moet het bedrag van de oorspronkelijke
vrijstelling opnieuw aan de winst worden toegevoegd.
Het vrijgestelde bedrag wordt afgetrokken van de winst van het belastbaar tijdperk die wordt
verkregen vóór de aftrek van de vorige verliezen. Het bedrag of het gedeelte ervan dat bij
gebrek aan winst niet kan worden afgetrokken, mag niet naar de volgende belastbare
tijdperken worden overgedragen.
Men kan bovendien niet van de vrijstelling genieten als het niet om een “zuivere” toename
van personeel gaat. Dit wil zeggen dat de toename niet het gevolg mag zijn van een
overdracht van personeel binnen een groep van vennootschappen of van een fusie.
Bij overlating van de onderneming in het kader van het voortzettingstelsel, of bij overdracht
door inbreng, erfopvolging of schenking, wordt de vrijstellingsregeling bij de nieuwe
belastingplichtige toegepast alsof die verrichting niet had plaatsgevonden.
Dit neutraliteitsprincipe geldt ook als vennootschappen een andere rechtsvorm aannemen of
als ze belastingvrij fusioneren of gesplitst worden
Peter Verschelden
13 december 2004
Download