Fiscale vrijstelling bij aanstelling diensthoofd export In de reeks “fiscale stimuli” behandelen we deze keer de fiscale vrijstelling bij de aanstelling van een diensthoofd export. 1. Wetgevend kader - Artikel 67 W.I.B. - Artikelen 45 en 46 K.B./W.I.B. - M.B. van 11 juni 1999 (B.S. 8.VII.1999) - M.B. van 27 augustus 1999 (B.S. 11.IX.1999) 2. Korte omschrijving Het betreft een fiscale vrijstelling per personeelseenheid die bijkomend in België wordt aangeworven en voltijds in de onderneming tewerkgesteld voor een betrekking van diensthoofd voor de uitvoer. De functie waarvoor vrijstelling kan worden verkregen, wordt in de Voorbereidende Werken omschreven als “de verantwoordelijke van een afdeling belast met de prospectie van de buitenlandse markten en de contacten met het cliënteel.” 3. Wie kan genieten? Komen in aanmerking voor de vrijstelling: nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen. De maatregel geldt zowel in de personenbelasting als in de vennootschapsbelasting. Zijn uitgesloten: beoefenaars van vrije beroepen, ambten of posten. 4. Voorwaarden Het moet gaan om een bijkomende voltijdse aanwerving. Om vast te stellen of sprake kan zijn van bijkomend personeel, wordt een vergelijking gemaakt met het gemiddelde personeelsbestand dat de onderneming tijdens het vorige belastbare tijdperk voor datzelfde doel heeft tewerkgesteld. Het verschil wordt afgerond naar de hogere of lagere eenheid, naargelang het de 0,5 personeelseenheid bereikt of overtreft, dan wel kleiner is dan dit bedrag. Het gemiddelde aantal personeelseenheden bekomt men door het totaal aantal tijdens dat tijdperk in die hoedanigheid gepresteerde dagen te delen door het aantal werkdagen die normaal tijdens datzelfde tijdperk door een personeelseenheid kunnen gepresteerd worden. Om van de vrijstelling te genieten moet het diensthoofd export zelfs niet nieuw aangeworven zijn. Hij of zij mag voordien in de onderneming als diensthoofd tewerkgesteld zijn geweest, op voorwaarde dat zijn/haar vrijgekomen functie met een nieuw aangeworven personeelslid wordt ingevuld. Met andere woorden: men mag een bestaande werknemer (“diensthoofd”) promoveren tot diensthoofd van de afdeling export iemand in zijn plaats aanwerven. Deze aanwerving moet wel gebeuren binnen de dertig dagen die volgen op de nieuwe tewerkstelling van het al in de onderneming werkende personeelslid. De vraag stelt zich of de vrijstelling ook kan gelden wanneer niet één diensthoofd wordt aangesteld, maar twee halftijdse personeelsleden met de betreffende functie worden belast. Uit de voorbereidende werken blijkt dat het moet gaan om een voltijdse tewerkstelling of het equivalent ervan. Hieruit zou kunnen worden afgeleid dat de Minister bereid zou zijn om de vrijstelling ook toe te staan wanneer voor de betreffende functie twee halftijdse personeelsleden worden aangeworven (of aangesteld en vervangen door nieuwe personeelsleden). Volledigheidshalve merken we ook op dat tijdens de voorbereidende werkzaamheden ook de vraag werd gesteld of voor een halftijdse aanwerving voor export een “halve vrijstelling” kan gelden. Op deze vraag antwoordde de minister niet onmiddellijk bevestigend, doch hij beloofde te zullen laten onderzoeken of dit technisch mogelijk is. Hij verklaarde niet afkerig te staan tegenover de idee. Tot bevestiging hiervan is een “halve vrijstelling” echter nog niet mogelijk. 5. Bedragen/percentages De winst wordt vrijgesteld voor een bedrag van 12.180 € (=aanslagjaar 2005; basisbedrag: 10.000 euro) per bijkomend personeelslid voor een betrekking van diensthoofd voor de uitvoer. 6. Formaliteiten Voor elk van de belastbare tijdperken waarvoor de toekenning of het behoud van de vrijstelling wordt gevraagd, moet aan de aangifte in de inkomstenbelasting worden toegevoegd: a) een nominatieve opgave b) een attest op naam, afgeleverd door de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel. Er zijn verder geen boekhoudkundige verplichtingen. Vanaf aanslagjaar 2003 geldt voor wat betreft de nominatieve opgave voor de vrijstelling bij aanstelling van een diensthoofd export model 276 W3. Dit model kan worden gedownload via www.fiscus.fgov.be Het attest op naam kan worden aangevraagd bij Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel (BDBH) Dienst Promotieacties WTC Toren I Bus 36 Koning Albert II –laan 30 1000 Brussel Tel 02/274.18.42 (of 41) Attesten moeten bij de bevoegde minister of dienst worden aangevraagd binnen de drie maanden vanaf de laatste dag van het belastbare tijdperk. De attesten moeten als bijlage bij de aangifte in de inkomstenbelasting worden gevoegd. Als de attesten op het ogenblik van het indienen van de aangifte nog niet afgeleverd zouden zijn, moeten zij worden nagestuurd binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de datum van verzending van het attest. 7. Aandachtspunten De vrijstelling is niet definitief verworven. Als later de betrokken werknemer niet meer als diensthoofd export wordt tewerkgesteld, dan moet het bedrag van de oorspronkelijke vrijstelling opnieuw aan de winst worden toegevoegd. Het vrijgestelde bedrag wordt afgetrokken van de winst van het belastbaar tijdperk die wordt verkregen vóór de aftrek van de vorige verliezen. Het bedrag of het gedeelte ervan dat bij gebrek aan winst niet kan worden afgetrokken, mag niet naar de volgende belastbare tijdperken worden overgedragen. Men kan bovendien niet van de vrijstelling genieten als het niet om een “zuivere” toename van personeel gaat. Dit wil zeggen dat de toename niet het gevolg mag zijn van een overdracht van personeel binnen een groep van vennootschappen of van een fusie. Bij overlating van de onderneming in het kader van het voortzettingstelsel, of bij overdracht door inbreng, erfopvolging of schenking, wordt de vrijstellingsregeling bij de nieuwe belastingplichtige toegepast alsof die verrichting niet had plaatsgevonden. Dit neutraliteitsprincipe geldt ook als vennootschappen een andere rechtsvorm aannemen of als ze belastingvrij fusioneren of gesplitst worden Peter Verschelden 13 december 2004