Vermindering bedrijfsvoorheffing voor Wetenschappelijk Onderzoek

advertisement
Vermindering bedrijfsvoorheffing voor Wetenschappelijk Onderzoek
Eén van de voorwaarden om de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing te
genieten is dat de onderzoeker moet tewerkgesteld worden in een onderzoeks- en
ontwikkelingsprogramma. Daaronder verstaat men projecten of programma’s die tot doel
hebben:

'Fundamenteel onderzoek': experimentele of theoretische activiteiten die
voornamelijk worden verricht om nieuwe kennis te verwerven over de
fundamentele aspecten van verschijnselen en waarneembare feiten, zonder dat
hiermee een rechtstreekse praktische toepassing of gebruik wordt beoogd.

'Industrieel onderzoek': planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het
opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden met het oog op de ontwikkeling van
nieuwe producten, procedés of diensten, of om bestaande producten, procedés of
diensten aanmerkelijk te verbeteren. Het omvat de vervaardiging van onderdelen
van complexe systemen, die noodzakelijk is voor industrieel onderzoek, met name
voor de validering van generale technologieën, met uitzondering van prototypes.

'Experimentele ontwikkeling': het verwerven, combineren, vormgeven en
gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technische, zakelijke en andere
kennis en vaardigheden voor plannen, schema’s of ontwerpen van nieuwe,
gewijzigde of verbeterde producten, procedés of diensten. Hieronder kan tevens
de conceptuele formulering en het ontwerp van alternatieve producten, procedés
of diensten worden verstaan en het vastleggen van informatie daarover.
Deze activiteiten kunnen tevens het maken van ontwerpen, tekeningen, plannen en
andere documentatie omvatten, mits zij niet voor commercieel gebruik zijn bestemd. De
ontwikkeling van commercieel bruikbare prototypes en proefprojecten valt eveneens
onder experimentele ontwikkeling indien het prototype noodzakelijkerwijs het
commerciële eindproduct is en de productie ervan te duur is om alleen voor demonstratie
en validatiedoeleinden te worden gebruikt.
Onder experimentele ontwikkeling wordt niet verstaan routinematige of periodieke
wijziging van bestaande producten, productielijnen, fabricageprocessen, diensten en
andere courante werkzaamheden, zelfs indien deze wijzigingen verbeteringen kunnen
inhouden.
Een bijkomende voorwaarde is dat de betrokken onderzoeker over een bepaald
masterdiploma beschikt (met uitzondering van wetenschappelijk onderzoek type 4 young innovative companies). Voor de lijst met welke masterdiploma's in aanmerking
komen, zie FAQ9 op www.belspo.be.
Vanaf 01/01/2014 is de vrijstelling enkel van toepassing wanneer de projecten of
programma’s van onderzoek & ontwikkeling (O&O) zijn aangemeld bij de
Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid (BELSPO). Men maakt
daarbij het volgende onderscheid:

Projecten of programma’s die ad hoc of punctueel worden uitgevoerd:
Punctueel O&O kenmerkt zich door een flexibele inzet van kenniswerkers om
doelgericht en binnen een afgebakende tijdspanne een concreet project te
realiseren. Per project of programma moet een aanmelding gebeuren.

Bedrijven die zich op structurele of recurrente wijze op O&O toeleggen
kunnen de aanmelding beperken tot een generieke beschrijving van de wijze
waarop de activiteiten van O&O zijn gestructureerd binnen de onderneming, de
naam of nationaal nummer van elke betrokken werknemer, een generieke
taakbeschrijving van de betrokken werknemer en de vermelding van het diploma
of de diploma’s.
Bijkomende opmerkingen
 De meldingsplicht geldt voor alle ondernemingen met industriële of
handelsactiviteiten die gebruik wensen te maken van de vrijstelling.
 Non-profit onderzoeksorganisaties zijn vrijgesteld van de aanmeldingsplicht. Zij
dienen als wetenschapsinstelling erkend te worden om van de vrijstelling te
kunnen genieten
De huidige vrijstelling bedraagt sinds 01/07/2013 80%.
Download