266

advertisement
Fiscale vrijstelling bij aanstelling diensthoofd Integrale
Kwaliteitszorg
De fiscale vrijstelling bij de aanstelling van een diensthoofd Integrale Kwaliteitszorg is het
thema van deze bijdrage. Deze bijdrage kadert in een reeks van artikelen rond “fiscale
stimuli”.
1. Wetgevend kader
- Artikel 67 W.I.B.
- Artikelen 45 en 46 K.B./W.I.B.
- M.B. van 11 juni 1999 (B.S. 8.VII.1999)
- M.B. van 12 augustus 1999 (B.S. 28.VIII.1999)
- M.B. van 8 september 2000 (B.S. 30.IX.2000)
2. Korte omschrijving
Het betreft een fiscale vrijstelling per personeelseenheid die bijkomend in België wordt
aangeworven en voltijds in de onderneming tewerkgesteld voor een betrekking van
diensthoofd van de afdeling integrale kwaliteitszorg.
3. Wie kan genieten?
Komen in aanmerking voor de vrijstelling: nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen.
De maatregel geldt zowel in de personenbelasting als in de vennootschapsbelasting.
Zijn uitgesloten: beoefenaars van vrije beroepen, ambten of posten.
4. Voorwaarden
Het moet gaan om een bijkomende voltijdse aanwerving. Om vast te stellen of sprake kan zijn
van bijkomend personeel, wordt een vergelijking gemaakt met het gemiddelde
personeelsbestand dat de onderneming tijdens het vorige belastbare tijdperk voor datzelfde
doel heeft tewerkgesteld. Het verschil wordt afgerond naar de hogere of lagere eenheid,
naargelang het de 0,5 personeelseenheid bereikt of overtreft, dan wel kleiner is dan dit bedrag.
Het gemiddelde aantal personeelseenheden bekomt men door het totale aantal tijdens dat
tijdperk in die hoedanigheid gepresteerde dagen te delen door het aantal werkdagen die
normaal tijdens datzelfde tijdperk door een personeelseenheid kunnen gepresteerd worden.
Om van de vrijstelling te genieten moet het diensthoofd van de afdeling Integrale
Kwaliteitszorg zelfs niet nieuw aangeworven zijn. Hij of zij mag voordien in de onderneming
als diensthoofd tewerkgesteld zijn geweest, op voorwaarde dat zijn/haar vrijgekomen functie
met een nieuw aangeworven personeelslid wordt ingevuld. Met andere woorden: men mag
een bestaande werknemer (“diensthoofd”) promoveren tot diensthoofd van de afdeling IKZ en
iemand in zijn plaats aanwerven. Deze aanwerving moet wel gebeuren binnen de dertig dagen
die volgen op de nieuwe tewerkstelling van het al in de onderneming werkende personeelslid.
De vraag stelt zich of de vrijstelling ook kan gelden wanneer niet één diensthoofd wordt
aangesteld, maar twee halftijdse personeelsleden met de betreffende functie worden belast.
Uit de voorbereidende werken blijkt dat het moet gaan om een voltijdse tewerkstelling of het
equivalent ervan. Hieruit zou kunnen worden afgeleid dat de Minister bereid zou zijn om de
vrijstelling ook toe te staan wanneer voor de betreffende functie twee halftijdse
personeelsleden worden aangeworven (of aangesteld en vervangen door nieuwe
personeelsleden).
Volledigheidshalve merken we ook op dat tijdens de voorbereidende werkzaamheden ook de
vraag werd gesteld of voor een halftijdse aanwerving voor IKZ een “halve vrijstelling” kan
gelden. Op deze vraag antwoordde de minister niet onmiddellijk bevestigend, doch hij
beloofde te zullen laten onderzoeken of dit technisch mogelijk is. Hij verklaarde niet afkerig
te staan tegenover de idee. Tot bevestiging hiervan is een “halve vrijstelling” echter nog niet
mogelijk.
5. Bedragen/percentages
De winst wordt vrijgesteld voor een bedrag van 12.180 € (=aanslagjaar 2005; basisbedrag:
10.000 euro) per bijkomend personeelslid voor een betrekking van diensthoofd van de
afdeling Integrale Kwaliteitszorg.
6. Formaliteiten
Voor elk van de belastbare tijdperken waarvoor de toekenning of het behoud van de
vrijstelling wordt gevraagd, moet aan de aangifte in de inkomstenbelasting worden
toegevoegd:
a) een nominatieve opgave
b) een attest op naam, afgeleverd door:
- de Minister die de Economische zaken onder zijn bevoegdheid heeft voor
ondernemingen met meer dan 50 werknemers;
- de Minister die de Middenstand onder zijn bevoegdheid heeft voor ondernemingen met
minder dan 50 werknemers.
Er zijn verder geen boekhoudkundige verplichtingen.
Vanaf aanslagjaar 2003 geldt voor wat betreft de nominatieve opgave voor de vrijstelling bij
aanstelling van een diensthoofd Integrale Kwaliteitszorg model 276 W4.
Dit model kan worden gedownload via www.fiscus.fgov.be
Voor ondernemingen met 50 werknemers of meer, kan het attest op naam worden
aangevraagd bij:
Federale Overheidsdienst Economie
Bestuur Kwaliteit en Veiligheid
Afdeling Accreditatie
North Gate III – 4de verdieping
Koning Albert II-laan 16
1000 Brussel
Tel. 02/206.47.30
Voor ondernemingen met minder dan 50 werknemers, kan het attest op naam worden
aangevraagd bij:
Federale Overheidsdienst Middenstand
Bestuur van het KMO-beleid
WTC-toren III, 27ste verdieping
Simon Bolivarlaan 30
1000 Brussel
Tel. 02/208.52.59
Attesten moeten bij de bevoegde minister of dienst worden aangevraagd binnen de drie
maanden vanaf de laatste dag van het belastbare tijdperk.
De attesten moeten als bijlage bij de aangifte in de inkomstenbelasting worden gevoegd.
Als de attesten op het ogenblik van het indienen van de aangifte nog niet afgeleverd zouden
zijn, moeten zij worden nagestuurd binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de
datum van verzending van het attest.
7. Aandachtspunten
De vrijstelling is niet definitief verworven. Als later de betrokken werknemer niet meer als
diensthoofd van de afdeling Integrale Kwaliteitszorg wordt tewerkgesteld, dan moet het
bedrag van de oorspronkelijke vrijstelling opnieuw aan de winst worden toegevoegd.
Het vrijgestelde bedrag wordt afgetrokken van de winst van het belastbaar tijdperk die wordt
verkregen vóór de aftrek van de vorige verliezen. Het bedrag of het gedeelte ervan dat bij
gebrek aan winst niet kan worden afgetrokken, mag niet naar de volgende belastbare
tijdperken worden overgedragen.
Men kan bovendien niet van de vrijstelling genieten als het niet om een “zuivere” toename
van personeel gaat. Dit wil zeggen dat de toename niet het gevolg mag zijn van een
overdracht van personeel binnen een groep van vennootschappen of van een fusie.
Bij overlating van de onderneming in het kader van het voortzettingstelsel, of bij overdracht
door inbreng, erfopvolging of schenking, wordt de vrijstellingsregeling bij de nieuwe
belastingplichtige toegepast alsof die verrichting niet had plaatsgevonden.
Dit neutraliteitsprincipe geldt ook als vennootschappen een andere rechtsvorm aannemen of
als ze belastingvrij fusioneren of gesplitst worden
Peter Verschelden
13 december 2004
Download