HERSENEN 8 EXPERIMENT NL Wat kan er misgaan bij de controle van onze impulsen? De macht van testosteron De controle van impulsen is zowel bij psychopaten als bij mensen met een sociale fobie afwijkend. Testosteron blijkt in beide gevallen een belangrijke rol te spelen. Tekst: Hidde Boersma 0 EXPERIMENT NL 9 HERSENEN De cortex, onze hersenschors, zorgt ervoor dat we ons kunnen beheersen M De amygdala bevindt zich ter hoogte van de rode stip, diep in het brein. et een politiebus wordt de vrijwilliger afgeleverd bij de voordeur van het Donders Instituut van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Als de man de hersenscanner inrolt, staat aan beide kanten een agent op wacht. ‘Ik voel me volstrekt veilig’, zegt Karin Roelofs, hoogleraar experimentele psychopathologie op het instituut. Roelofs heeft een bijzondere onderzoeksomgeving, want ze werkt met psychopaten. Ze probeert uit te vinden hoe de gebrekkige controle over impulsen een psychopaat tot zijn daden brengt. ‘Ons sociale gedrag komt in de basis voort vanuit automatische reacties’, legt Roelofs uit. Als we ons in een onbekende situatie bevinden, dan heeft ons brein drie basale reacties: erop af (fight), wegwezen (flight), of de rem er op (freeze). Die reacties worden aangestuurd door de amygdala, een amandelvormig hersengebied dat diep in het brein ligt. Maar mensen zouden geen mensen zijn als ze primaire reacties niet grotendeels onder controle zouden hebben. Niemand rent op basis van zijn ‘erop-af-impulsen’ de keuken van een restaurant binnen als daar iets lekker ligt: ons brein zorgt ervoor dat we ons kunnen beheersen. Nieuw gebied brengt controle Die impulscontrole hebben we te danken aan onze hersenschors, de cortex, het buitenste deel van onze hersenen. Evolutionair gezien is dit het nieuwste hersengebied. Iets verder ingezoomd is het het voorste gedeelte van de schors, de prefrontale cortex, dat ons behoedt voor het rücksichtslos volgen van onze oerdriften. De prefrontale cortex staat in verbinding met de amygdala en is in staat om de signalen daarvan te onderdrukken, waardoor de acties die de amygdala wil uitvoeren kunnen worden afgeremd. Roelofs wilde weten of dit proces bij psychopaten wellicht verstoord is. ‘De klassieke gedachte is dat psychopaten heel goed zijn in het emotieloos uitvoeren van een taak, maar dat is maar een deel van het verhaal’, zegt ze. ‘Psychopaten hebben ook veel moeite met het onder controle houden van hun emoties. Ze kunnen impulsief een actie uitvoeren, zonder daar wroeging bij te voelen. Dat is de reden waarom sommigen in de gevangenis eindigen.’ (Zie ook het kader op pagina 13: ‘Assertief en vol zelfvertrouwen’). Contra-intuïtief maakt langzaam Om de impulscontrole te onderzoeken, ontwierp Roelofs een simpel maar doeltreffend testje. Ze liet proefpersonen in een MRI-hersenscanner blije en boze gezichten zien, en vroeg hen eerst om de joystick op hun buik van zich af te duwen bij een boos gezicht en naar zich toe te trekken bij een blij gezicht. In een volgende test moest het andersom: boos was naar zich toe, blij van zich af. ‘Die eerste test voelt heel natuurlijk’, vertelt Roelofs. ‘We zijn van nature gewend om negatieve mensen weg te drukken en blije te omarmen. De reacties in deze test zijn intuïtief en worden daarom ook aangestuurd door diepe hersenkernen als de amygdala. Ze zijn heel snel.’ De tweede test voelt contraintuïtief en dat is te zien: het kost vrijwilligers doorgaans meer tijd om de reacties uit te voeren. ‘In het brein zien we dat terug: door het tegen-intuïtieve moet het brein ‘nadenken’ en de prefrontale cortex inschakelen om de intuïtie tegen te gaan. Die licht dan ook op in de MRI.’ Vermoeden bevestigd Bij gezonde mensen zie je dit ook netjes gebeuren, maar hoe zit dat met de delin- 10 EXPERIMENT NL quenten die zijn gediagnosticeerd met psychopathie? Hen onder de scanner krijgen is niet gemakkelijk. Dankzij een samenwerking met de Pompestichting, een tbs-inrichting waar psychopaten vastzitten, en na overleg met het ministerie van Justitie, kreeg de onderzoeksgroep van Roelofs groen licht. Als de psychopaten vrijwillig meewerkten, mochten ze zich onder zeer strenge politiebegeleiding onderwerpen aan de hersenscan en de joysticktest. Roelofs gut feeling bleek terecht. Psychopaten hebben inderdaad een verminderde controle over hun impulsiviteit: hun prefrontale cortex lichtte minder op. De oorzaak daarvan was tweeledig. Allereerst was er simpelweg minder activiteit in de prefrontale cortex, waardoor er minder remming plaatsvindt. Ook de verbinding tussen cortex en amygdala is bij psychopaten minder actief als ze hun emotionele acties moeten controleren. Tezamen kan dat impulsieve mensen opleveren die, in combinatie met hun gebrek Een van de drie basale reacties in onbekende situaties: flight. Wegwezen dus, ook al ben je koning. Agenten worden getraind om een verdachte in een voet of arm te schieten. Dat gaat weleens mis. aan empathie en wroeging, al snel in de problemen kunnen komen. Hormoon maakt impulsief Roelofs wilde ook weten waarom er een verschil is tussen psychopaten: niet bij alle gevangenen was de onderdrukking van de amygdala door de prefrontale cortex even zwak. De oplossing van die puzzel lag verborgen in het speeksel, dat Roelofs en haar medewerkers bij elke vrijwilliger vooraf hadden afgenomen. In het speeksel kan de concentratie van testosteron worden gemeten. Wat bleek? Vrijwilligers met een hoge concentratie testosteron in hun lichaam waren het impulsiefst. Het hormoon moduleert blijkbaar de activiteit van de prefrontale cortex, maar hoe dat precies in zijn werk gaat is vooralsnog onbekend. Betekent dit dat een hoog niveau testosteron automatisch tot impulsiever gedrag leidt en van mensen altijd psychopaten maakt? ‘Nee’, zegt Roelofs. ‘Psychopaten hebben door de bank genomen een iets ‘Freeze’ beïnvloedt zicht Waarom schieten agenten een verdachte niet in de voeten of armen, maar vaak in de borst? Precies weten we dat niet, maar dat mensen onder bedreiging ‘freezen’ kan een belangrijke factor zijn. Want dan nemen ze beter grove kenmerken waar dan details, bleek uit onderzoek van Karin Roelofs en collega’s van het Donders Instituut. Proefpersonen leerden eerst om een rode stip te associëren met een elektrische schok, die ze vlak daarna zagen. Zo initieerde de rode vlek de zogenaamde freeze-reactie, waarbij de hartslag naar beneden gaat en we minder bewegen. Tijdens de freeze-fase moesten de proefpersonen van twee plaatjes met een patroon aangeven of ze naar links of naar rechts gedraaid stonden. De ene afbeelding had weinig details, de andere had er veel. Tijdens de freeze bleken de vrijwilligers de oriëntatie van het eerste plaatje makkelijker te kunnen waarnemen, en van het laatste juist slechter. Op zo’n moment zijn we blijkbaar minder gevoelig voor het waarnemen van details, terwijl grote vormen makkelijker te onderscheiden zijn. Roelofs onderzoekt of dit invloed heeft op agenten die schieten. EXPERIMENT NL 11 HERSENEN Psychopaten hebben meer testosteron, mensen met een sociale angstfobie juist minder hoger testosterongehalte dan gezonde mensen, maar testosteron maakt niet de psychopaat. Daarvoor is de aandoening veel te complex. Er spelen meerdere processen mee, die iemands brein langzaam omvormen tot een psychopatenbrein en die waarschijnlijk al op jeugdige leeftijd beginnen.’ Dat betekent dat het ook niet zeker is dat therapieën gericht op het blokkeren van testosteron gaan werken om psychopaten beter te laten functioneren. ‘Daar hopen we in toekomstige experimenten achter te komen’, zegt Roelofs. Wellicht dat die experimenten ook de huidige therapieën kunnen ondersteunen. Universeel zal de behandeling in elk geval niet worden, want er zijn ook psychopaten die geen verhoogd testosteron hebben. Testosteron beïnvloedt angst De wetenschap dat het hormoon een rol speelt in het reguleren van impulsen, bracht Roelofs er al eerder toe om eens Hoe controle zich ontwikkelt Het is de tijd van de middelbare school en de eerste verliefdheid, maar ook van het nemen van onverantwoorde risico’s en beslissingen. In de puberteit winnen de impulsen het nog van het verstand, totdat aan het begin van de adolescentie de hersenen zo zijn ontwikkeld dat je niet makkelijk nog domme beslissingen neemt. Karin Roelofs probeerde dit proces in kaart te brengen door veertienjarigen, die zich in een verschillend stadium van hun puberteit bevonden, onder de scanner te leggen. Hoe hoger het testosterongehalte was en hoe verder een proefpersoon dus in de puberteit zat, hoe meer de emotionele controle verplaatst bleek van het diepe deel van de hersenen naar de voorhersenen. De voorhersenen zijn essentieel om bij echt uitdagende situaties gecontroleerd te reageren. Roelofs wil onderzoeken welke factoren van invloed zijn. ‘Wellicht dat de aanleg tot agressie, angst of andere psychische problemen het gevolg is van het minder goed aanleggen van de nieuwe controleverbindingen.’ 12 EXPERIMENT NL Ook lang na de puberteit is de controle nog weleens ver te zoeken. te kijken naar de tegenpolen van psychopaten: mensen met een sociale angst die het moeilijk vinden om gesprekken aan te gaan of in een groep te verkeren. Er wordt nu gekeken of testosteron voor die mensen wellicht als medicijn zou kunnen dienen. Patiënten met een sociale angststoornis blijken een lager testosterongehalte te hebben dan hun gezonde tegenhangers. Het effect daarvan is ook te zien als zij worden onderworpen aan de joysticktest. Voor hen is de tegennatuurlijke actie van het naar zich toe trekken van een boos gezicht moeilijk uit te voeren. Dat is te zien in het sterk oplichten van hun prefrontale cortex in de MRI. In het echte leven leidt dit tot het vermijden van sociale situaties, wat het voor hen lastig maakt om een leven te leiden met familie, vrienden en werk. Misschien dat een stoot testosteron de negatieve koppeling tussen de cortex en de amygdala kan verzachten om ze zo wat losser te maken. Roelofs zette samen Assertief en vol zelfvertrouwen Psychopaten hebben drie typische karakteristieken: 1. Ongeremdheid: psychopaten kunnen zichzelf moeilijk onder controle houden. Ze kijken niet ver vooruit en doen veel zonder plan. Ze leven voor snelle voldoening, en zijn weinig gevoelig voor maatschappelijk normen. Hun gedrag is regelmatig destructief. 2. Gemeenheid: psychopaten hebben weinig empathie en voelen maar weinig wroeging. Ze kijken neer op anderen, maken misbruik van anderen en zetten zich af tegen autoriteit. Ze gebruiken hun gemeenheid voor macht en controle. 3. Lef: psychopaten zijn weinig gevoelig voor stress. Ze kunnen goed omgaan met angst en onbekendheid. Ze hebben veel zelfvertrouwen en zijn assertief. met haar collega’s een experiment op met negentien mensen met een sociale stoornis en een controlegroep met evenveel proefpersonen. Ze kregen op twee verschillende dagen iets toegediend, het hormoon of een placebo, zonder dat ze wisten welke dag wat gegeven werd. Shot doet aankijken Om het effect te testen, liet Roelofs de deelnemers naar gezichten kijken op een computerscherm. Een typische karakteristiek van mensen met een sociale angststoornis is dat ze minder in de ogen van een ander durven te kijken en dus hun blik afwenden als ze geconfronteerd worden met een gezicht. Dat is te volgen met eye tracking software. Het resultaat? Mensen met een sociale angst keken minder vaak weg op de dagen dat ze testosteron toegediend hadden gekregen. Een kleine dosis testosteron lijkt dus in staat om sociaal vermijdingsgedrag kortdurend te verminderen. Ook vond Roelofs dat de patiënten boze gezichten op de joysticktaak sneller naar zich toe konden trekken als ze testosteron hadden gekregen. Elke dag een stoot van het mannelijke hormoon in hun lichaam gaat waarschijnlijk niet de toekomst worden. ‘De concentratie testosteron die wij de deelnemers toedienen is extreem laag. Je merkt er fysiek eigenlijk niks van, maar toch wil je gezonde mensen liever niet een leven lang aan een medicijn hebben’, zegt Roelofs. Zij ziet meer in een tijdelijke toediening, in combinatie met de gangbare exposure-therapie. Bij die behandeling laten therapeuten de mensen met een sociale fobie langzaam wennen aan sociale situaties. Die therapie is wellicht met testosteron veel sneller succesvol. Karin Roelofs’ proefpersonen kregen deze drie gezichten te zien: blij (boven), boos (l) en neutraal (r). EXPERIMENT NL 13