hersenen - Jopinie – Jop de Vrieze

advertisement
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Verkeerde
hersenen
zijn een
recept voor
criminaliteit’
Interview met psycholoog Adrian Raine
Dankzij de almaar toenemende
kennis over het brein kunnen
we binnenkort wellicht veel
misdrijven voorkomen door kinderen
preventief onder handen te nemen.
Psycholoog Adrian Raine: “Biologie
is geen lotsbestemming, je kúnt
ingrijpen. De vraag is alleen:
hoever willen we gaan?”
TEKST: JOP DE VRIEZE • FOTO: USC • ILLUSTRATIE: MR. PEN
KIJK ④ 2011
33
||||||||||||||||||
INTERview adrian raine |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A
drian Raine is een excentrieke man. In de
verte heeft hij wel wat weg van the Joker,
de schurk uit de Batman-films. Met één belangrijk verschil: in plaats van er zelf een te zijn, is
Raine gespecialiseerd in psychopaten. De psycholoog
legde zware criminelen in de MRI-scanner om hun
hersenen te bestuderen, observeerde het gedrag van
jonge kinderen met en zonder gedragsproblemen en
bracht de factoren in kaart die aan hun gedrag ten
grondslag liggen. Op een congres over criminaliteit
en straf in Amsterdam vertelt hij over zijn onderzoek,
maar vooral ook over de ethische en juridische consequenties ervan. Want die kunnen verstrekkend zijn,
waarschuwt hij.
U toonde onder meer aan dat een psychopatenbrein anders in elkaar zit dan dat van
een sociaal mens. Waarin zit hem dat verschil
precies?
“Bepaalde hersengebieden die te maken hebben met
het gevoel worden bij psychopaten minder goed ge­
activeerd; ze voelen geen emoties van anderen. Dat
wordt duidelijk bij het oplossen van morele dilemma’s.
Psychopaten geven wel de juiste antwoorden op de
morele vragen, maar in de MRI-scanner blijkt dat
hun amygdala, die zintuiglijke informatie koppelt aan
emoties, nauwelijks actief is. Ze voelen daadwerkelijk
niks. Een bekend moreel dilemma is bijvoorbeeld een
situatie waarbij je in oorlogstijd samen met tientallen
dorpelingen verscholen zit in een kelder. Boven lopen
vijandige soldaten met geweren, die wanneer ze jullie
ontdekken direct iedereen zullen executeren. Het
kind in je armen begint zacht te snikken. Wat doe je?
deels hetzelfde gedrag, maar zij voelen wel schuld.”
U heeft veel onderzoek gedaan bij jonge
kinderen. Zitten daar ook al psychopaatjes
en antisocialen tussen?
“We zien al wel de eerste signalen, zelfs bij kinderen
van drie jaar. Bij het ontwikkelen van antisociale
hersenen spelen verschillende factoren een rol. Deels
zijn die genetisch: het temperament bijvoorbeeld.
Antisocialen hebben een relatief lage rusthartslag,
waardoor ze meer dan gemiddeld geneigd zijn te
zoeken naar thrills om opwinding te voelen, ook als
dat leidt tot sociaal ongeaccepteerd gedrag. Impulsiviteit, het onvermogen om opwellingen te onderdrukken,
is ook grotendeels genetisch bepaald. Omgevings­
factoren zoals een kansarm milieu spelen ook een
grote rol. Maar erg belangrijk is ook angstconditionering: het leren aanvoelen welk gedrag straf oplevert.
Dat kunnen we bij kleine kinderen al meten. In ons
onderzoek namen we 1795 kinderen van drie jaar
oud, bevestigden elektroden op hun vingers om geleiding van de huid te meten en zetten hen een koptelefoon op. We lieten hen prettige hoge en prettige lage
tonen horen. Tien seconden na de prettige hoge toon
volgde een schelle, harde toon. Kinderen met een
normale angstconditionering begonnen na een tijdje
al te zweten bij het horen van de prettige hoge toon
– en niet bij de prettige lage toon. Kinderen met een
verstoorde angstconditionering zweetten pas bij het
horen van de harde toon. Ze vonden die schelle toon
dus wel vervelend, maar ze leerden niet te anticiperen
op de waarschuwingssignalen. Net als de psychopaat
in de gevangenis.”
’Kun je iemand met een verschrompelde amygdala en
een lage rusthartslag verwijten dat hij de fout ingaat?’
Vijfentachtig procent van de mensen zou niets doen,
waardoor het kind iedereen verraadt. Gewone mensen voelen zich erg ongemakkelijk, alleen al wanneer
ze zich proberen in te leven in deze situatie. De psychopaat niet. Die zal hooguit een sociaal wenselijk
antwoord geven omdat hij weet hoeveel we van onze
kinderen houden. In de praktijk zou hij waarschijnlijk
anders handelen.”
De psychopaat kan dus een rationeel besluit
nemen terwijl wij worden belemmerd door
onze emoties?
“In het geval van het geschetste dilemma zou je dat
kunnen zeggen, maar in andere gevallen zijn ze juist
irrationeel. Psychopaten blijken geen angst voor straf
te voelen. Wanneer een van ons beiden serieus zou
overwegen een bank te overvallen of iemand te vermoorden, roept dat een fysieke reactie op: we gaan
zweten, onze hartslag neemt toe, we voelen ons onprettig. Dat weerhoudt ons van deze daden, omdat
we beseffen dat de kans groot is dat we worden gestraft. De psychopaat weet dat ook, maar voelt het
niet. Hij is letterlijk onverschrokken. Maar als hij
eenmaal wordt gestraft, lijdt hij daar wel onder, ook
al heeft hij geen schuldgevoel. Mensen met een antisociale gedragsstoornis vertonen overigens groten34
KIJK ④ 2011
En hoe vergaat het deze kinderen?
“Na twintig jaar hadden 137 van de deelnemers een
of meer zwaardere vergrijpen op hun naam staan.
Deze criminelen bleken inderdaad de individuen te
zijn die op driejarige leeftijd gemiddeld al nauwelijks
angstconditionering hadden, terwijl de niet-criminelen
toen wél zweetten bij de prettige hoge toon. Dat
resultaat publiceerden we afgelopen jaar in het
American Journal of Psychiatry.”
Maar zijn zulke kinderen dan zo jong al
afgeschreven?
“Nee, op die leeftijd kan er nog worden ingegrepen
om ontsporing te voorkomen. Zoals we in GrootBrittannië deden bij een andere langlopende studie.
We verrijkten de omgeving van probleemkinderen:
we lieten hen meer bewegen, gaven ze een beter dieet
en cognitieve training. Op elfjarige leeftijd bleken ze
al beter te reageren bij de angstexperimenten en de
activiteit van hun amygdala was verbeterd, zagen
we tijdens het meten van de hersenactiviteit. En wat
bleek na twintig jaar? Uit deze groep kwamen 34
procent minder criminelen voort dan uit de probleemgroep die geen verrijkte omgeving kreeg. Het effect
was het grootst bij de jongeren die voorheen slecht
aten. Dat betekent dat het eten van tweeënhalve
portie vis, een bron van belangrijke vetzuren voor
de aanleg van verbindingen in de hersenen, al heel
wat ellende zou kunnen voorkomen. Waarschijnlijk
versterkt de lichaamsbeweging dat effect, want beweging stimuleert neurogenese, de aanleg van nieuwe
zenuwcellen in het brein. De conclusie van ons onderzoek was dan ook: bad brain, bad behaviour.”
Wat hebben we aan die kennis, dat slecht
gedrag wordt veroorzaakt door een slecht
ontwikkeld brein?
“Die conclusie roept allerlei vragen op. Hoeveel vrije
wil hebben criminelen als je hun gedrag grotendeels
kunt herleiden tot de domme pech dat ze met een
crimineel brein zijn opgezadeld? Ik ben van mening
dat er verschillende gradaties zijn van vrije wil. Kun
je iemand met een verschrompelde amygdala, een
slechte angstconditionering en een lage rusthartslag
verwijten dat hij de fout in gaat? Is zo iemand bestraffen voor zijn daden moreel verantwoord? Hij
is een wandelend recept voor criminaliteit, buiten zijn
schuld om.”
Je kunt hem verwijten dat hij omstandigheden opzoekt waarin de kans op ontsporing
groot is.
“Kun je dat? Kun je een alcoholist verwijten dat hij
naar de fles grijpt? Alcoholisme wordt beschouwd als
een ziekte. Ik denk dat recidiverende, psychopathische
criminaliteit ook een ziekte is, veroorzaakt door biologische factoren en omgevingsinvloeden. Juist voor
de mensen die de fout in gaan, heeft straffen geen zin,
omdat ze er niet van leren.”
Maar die ziekte waar u het over heeft is wel
een ongeneeslijke, gevaarlijke aandoening.
Lager straffen betekent een groot risico voor
de samenleving.
“Voor volwassen psychopaten geldt dat, helaas. Dat
is de duidelijkste les die ik leerde tijdens de twee jaar
dat ik in Groot-Brittannië als gevangenispsycholoog
werkte met zware criminelen: voor hen is het te laat.
Over dit soort types zeg ik ook: zodra ze de fout in
gaan, moeten ze de gevangenis in, om ons en henzelf
voor meer kwaad te behoeden. Maar bij kinderen
geldt iets anders: als ze jong genoeg zijn, is het nog
niet te laat. Biologie is geen lotsbestemming. De zaden
voor misdaad worden vroeg gezaaid, je moet erbij
Wie is Adrian Raine?
Psycholoog Adrian Raine (1954)
groeide op in Groot-Brittannië
en werkte eerst twee jaar als
accountant bij British Airways,
voor hij in 1977 zijn bachelor
en in 1982 zijn doctoraal in de
psychologie haalde. Na twee
jaar te hebben gewerkt als
gevangenispsycholoog in twee
zwaarbeveiligde gevangenissen, ging Raine onderzoek doen
naar mentale gezondheid bij kinderen. In 1987 emigreerde
hij naar de VS om aan de slag te gaan als assistant professor aan de Universiteit van Zuid-Californië, met als focus
de biosociale basis voor antisociaal gedrag. In 1994 werd
hij hoogleraar. Raine publiceerde vijf boeken en meer dan
tweehonderdvijftig wetenschappelijke artikelen.
zijn voor ze echt ontkiemen. Dat roept weer andere
vragen op: stel dat we straks leerlingen op basisscholen
kunnen screenen, en dat we over een bepaald kind
van acht jaar met 80 procent zekerheid kunnen zeggen dat het zonder ingrijpen vijftien jaar later de fout
in zal gaan. En we kunnen die kans met intensieve
opvoedingsprogramma’s die maanden, misschien wel
jaren duren met 75 procent terugbrengen. Willen we
die programma’s dan uitvoeren, ook als dat betekent
dat we het kind uit huis moeten plaatsen?”
Dat zijn heftige beslissingen. Zou je daarvoor
niet gewoon de verantwoordelijkheid bij de
ouders moeten neerleggen?
“Dat zou je zeggen. Maar wat als ze ‘nee’ zeggen
tegen het aanbod en het kind vijftien jaar later inderdaad ontspoort? Wie wordt er dan aangewezen als
de schuldige? De ouders. Het is dus geen vrijblijvende
keuze die ze maken. Bovendien zijn juist de ouders
van probleemkinderen vaak zelf ook niet de meest
verstandige types. Die denken: wat kan mij de maatschappij schelen, ik wil mijn kind houden. Met alle
gevolgen van dien. Terwijl iedereen erbij gebaat is dat
het kind goed terecht komt, de ouders, de omgeving
en hijzelf. Niemand kiest er vrijwillig voor om een
gewelddadige psychopaat te worden, niemand wordt
daar gelukkig van.”
Maar hebben we dan niet gewoon betere
ouders nodig?
“Ja! Het is toch ook belachelijk, dat we kinderen
van alles leren op school, dat we een rijbewijs moeten
halen om auto te rijden, maar nergens leren hoe we
kinderen moeten opvoeden? Waarom verplichten we
dat vak niet op school? Kinderen krijgen is toch het
allerbelangrijkste wat we doen in ons leven?”
Met uw ideeën maakt u veel politieke vijanden in de Verenigde Staten. Hoe komt dat?
“Geen enkele politicus houdt van de biologische
argumenten waar ik mee kom. De republikeinen
denken dat ik mensen probeer vrij te pleiten op basis
van hun zwakke brein, een softe aanpak van criminaliteit dus. De democraten zijn bang voor een schending van burgerrechten, als we bijvoorbeeld ouders
het recht ontzeggen om hun eigen kinderen op te
voeden. Deze hele aanpak is problematisch, welke
oplossing je ook kiest. Daarom neem ik bewust ook
geen stelling. Ik ben een wetenschapper, ik probeer
bewustzijn te creëren voor de mogelijkheden en
dilemma’s die de nieuwe kennis met zich meebrengt.
Ik draai alle stenen om. We kunnen voor maximale
vrijheid en zelfbeschikking gaan, maar dan houd je
de criminaliteit niet tegen. We hebben de middelen
om dat wel te doen, maar de vraag is hoever we daarin willen gaan. Daarover wil ik de samenleving laten
beslissen.”
Wat zou u zelf willen dat we doen met deze
probleemkinderen?
“Ik zou het liefst de ouders het ultieme beslisrecht
willen geven. Maar daarvoor moeten ze wel eerst
bewust worden gemaakt van de verantwoordelijkheid
die het krijgen van een kind met zich meebrengt.
Daar zou iedereen beter bij stil moeten staan.”
KIJK ④ 2011
35
Download