sociologie - Universiteit Antwerpen

advertisement
SOCIOLOGIE
>> faculteit politieke en sociale wetenschappen
>> bacheloropleiding | 2010-2011
2 | Colofon
Redactie
Departement Sociale, Culturele en Studentgerichte Diensten
Politieke en Sociale Wetenschappen.
Vormgeving A. Engelen
Fotografie
J. Crab, Photo Alto, Photo Disc
Deze brochure is met grote zorg samengesteld. Studieprogramma’s veranderen
echter voortdurend. Het is daarom mogelijk dat het aanbod van opleidingsonderdelen van de verschillende studierichtingen enigszins afwijkt van de
informatie van deze brochure.
Inhoud | 3
Voorwoord
5
Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren?
Studentgerichtheid
Innoverende academische opleidingen
Infrastructuur
Vorming
Antwerpen
6
6
6
6
7
7
Over Sociologie
Het bestuderen van sociaal handelen en de samenleving
Wetenschappelijk onderzoek
8
8
8
Studieopbouw
BaMa-structuur
Studieopbouw bacheloropleiding
Studieopbouw masteropleiding
Verder studeren na je universitair diploma
9
9
9
9
9
Sociologie, iets voor jou?
Heb je belangstelling voor mens en samenleving?
Een goede kennis van Frans en Engels is vereist
Zelfstandig kunnen werken
10
10
10
10
Hoe begin je eraan?
Welk diploma heb je nodig?
Introductieweek
11
11
11
Bachelor Sociologie: studieprogramma Bachelor eerste jaar
Bachelor tweede jaar
Bachelor derde jaar
12
13
14
15
Opleidingsonderdelen Bachelor eerste jaar
Bachelor tweede jaar
Bachelor derde jaar
16
16
22
27
De master Sociologie
34
4 | Inhoud
Onderwijs en examens
Onderwijs
Studiepunten
Semestersysteem - Examens
Ombudspersoon
Internationaal
35
35
35
36
37
37
Studiebegeleiding
Studieadvies en studentenbegeleiding
Vakspecifieke begeleiding
38
38
39
Je kansen op de arbeidsmarkt na Sociologie
Tijdens je opleiding zelf accenten leggen
40
40
Voortstuderen na Sociologie
Specifieke lerarenopleiding
Master na Masteropleidingen
41
41
41
Hoe bereik je makkelijk de campussen?
Wegbeschrijving
Met de fiets
Met de bus of de tram
Met de trein
Met de auto
42
42
42
42
42
42
Plattegrond van de campussen
Stadscampus
Campus Groenenborger
Campus Middelheim
Campus Drie Eiken
43
43
44
45
46
Bijkomende informatie
Provinciale informatiedagen
Infomomenten voor toekomstige studenten
Brochures over andere opleidingen
Departement Sociale, Culturele en Studentgerichte Diensten
Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen
47
47
47
47
48
48
Voorwoord | 5
Welkom bij de Universiteit Antwerpen. Je hebt je weg naar
onze universiteit gevonden en je wenst wellicht wat meer
informatie over onze instelling en de studierichtingen die
wij bieden. Dit boekje brengt je al een hele stap vooruit in je
keuzeproces.
De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit
met 13.000 studenten. De bestaande opleidingen werden met
ingang van het academiejaar 2004-2005 omgevormd naar de
bachelor- en masterstructuur. Vanaf 2007-2008 werden de
masteropleidingen gestart die aansluiten op de academische
bacheloropleidingen. Binnen de associatie wordt de samenwerking bevorderd met de Plantijnhogeschool, de Karel de
Grote Hogeschool, de Artesis Hogeschool Antwerpen en de
Hogere Zeevaartschool.
Studeren aan de universiteit is het begin van een nieuwe
periode in je leven. Belangrijk is dat je je goed voelt op de
universiteit van je keuze en dat je je nadien goed voelt met je
behaalde diploma. Daarom stelt de Universiteit Antwerpen
alles in het werk om je studietijd aangenaam te maken en
de kwaliteit van de opleiding op topniveau te houden. Onze
opleidingen worden regelmatig bijgestuurd en aangepast aan
de maatschappelijke evolutie.
Als je naar één van onze informatiedagen komt, zal je merken
dat het aangenaam is om aan de Universiteit Antwerpen te
studeren. Zowel onze medewerkers als studenten zullen je er
graag over vertellen en kijken alvast uit naar de kennismaking!
Universiteit Antwerpen
Prof. dr. Alain Verschoren
Rector
6 | Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren?
Studentgerichtheid
De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent onder
andere dat je zoveel mogelijk college volgt in kleine groepen, hetgeen een
vlotte interactie mogelijk maakt. De kleine afstand tussen studenten en het
docentencorps zorgt ervoor dat je bij je profs terecht kan met allerlei vragen
en problemen.
De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt
mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard; dit biedt ook
nieuwe kansen voor een interactief onderwijssysteem.
Studenten worden bovendien ook uitgenodigd om actief deel te nemen
aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegenwoordigd. Tenslotte is de Universiteit Antwerpen bekend voor haar goede
studentenbegeleiding en -ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de
individuele noden van alle studenten.
Innoverende academische opleidingen
De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen,
waarbij de opleidingen zowel oog hebben voor theorie als voor praktijk. De
opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat
ook interna­tionale faam geniet.
De ‘ivoren’ academische toren werd reeds lang geleden gesloopt: academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds
evoluerende samenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat
niet zozeer het memoriseren van feitenkennis centraal: je verwerft relevante
kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten
en problemen op te lossen. De BaMa-structuur werd ook gezien als een kans
tot vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen werden ingevoerd,
keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen verruimd.
Infrastructuur
Voor haar onderwijs beschikt de Universiteit Antwerpen over de meest
moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er
“hotspots” waar je draadloos kan surfen. De laatste jaren werd ook grootschalig geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving te bieden.
Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren? | 7
De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met 13.000 studenten, verspreid over vier campussen en zeven faculteiten. De campussen
Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken liggen aan de stadsrand, in een
groene omgeving. De campussen Middelheim en Groenenborger grenzen aan
het openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst Middelheim en het Nachtegalenpark. Studeer je op campus Drie Eiken dan kan je volop genieten van de
groene oase van Fort VI en de mooie vijvers rondom de campus. De Stadscampus, met zijn kern van prachtig gerenoveerde 16de-eeuwse gebouwen,
ligt in hartje Antwerpen.
Vorming
De Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen aanbieden, maar ook
een brede vorming. Jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met
een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit
in haar curricula, en bij personeel en studenten.
Antwerpen
Tenslotte kies je voor de stad Antwerpen. Studeren is meer dan met je neus in
de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad. Antwerpen is, naast een universiteitsstad, een bruisende metropool
met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed
aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur,
mode, sportinfrastructuur, .... Kortom: een stad waarin Antwerpenaars,
bezoekers en studenten graag wegzinken.
Speciaal voor de lancering van de
nieuwe huisstijl van de Universiteit
Antwerpen, schreef Pieter Embrechts
een lied “U Aan het woord”. In deze
brochure vertellen wij graag over onze
universiteit, daarna is het woord aan
“A”!
8 | Over Sociologie
Het bestuderen van sociaal handelen en de samenleving
De sociologie bestudeert het gedrag van mensen in sociaal verband. Het
onderzoeksdomein van sociologen is dan ook heel ruim. Het gedrag van
mensen in een gezin, een stad of voetbalclub valt daaronder, maar net zo
goed het sociaal gedrag van mensen in een bedrijf, een politieke partij, een
etnische groep, een staat, of het sociaal gedrag van mensen in mondiaal
verband. Sociologen onderzoeken of het menselijk gedrag regelmatigheden
vertoont. Zij bestuderen de verdeling van macht, aanzien en kansen over de
verschillende klassen, groepen en subculturen. Zij bestuderen smaakvoorkeuren, modes, maatschappelijke trends, sociale integratie, huwelijk, echtscheiding, migratie, werkloosheid, zelfdoding, sociale zekerheid, ongelijkheid
en armoede, de kans op ziekte, welzijn en geluk. De lijst van onderzoeksthema’s is inderdaad heel lang. Ondanks die brede waaier aan onderwerpen,
vertoont de sociologie een vrij grote wetenschappelijke samenhang. De
socioloog maakt immers gebruik van een overzichtelijk instrumentarium aan
begrippen en theorieën die zorgen voor inzicht en verklaring.
Wetenschappelijk onderzoek
Om de theorieën te kunnen toetsen, is wetenschappelijk onderzoek nodig.
In de opleiding wordt veel aandacht besteed aan vakken als statistiek en
onderzoeksmethoden: zo leer je onderzoeksvragen bedenken en formuleren,
onderzoeksresultaten interpreteren, een onderzoek uitwerken volgens de
regels van de kunst.
Wie mens en samenleving beter wil begrijpen, moet thuis zijn in alle menswetenschappen. In de bacheloropleiding maak je kennis met disciplines als
psychologie, filosofie, antropologie, politicologie, communicatiewetenschap,
maar ook recht en economie staan op het programma. In het tweede en
derde jaar bachelor en in de masteropleiding krijg je de kans om je te verdiepen in die aspecten die je interesseren: je specialiseert je in één vakgebied
(arbeid, ongelijkheid en sociale uitsluiting, sociaal beleid, cultuur, gezondheid en welzijn, stad en milieu).
Studieopbouw | 9
BaMa-structuur
De opleidingsprogramma’s van de universiteiten werden vanaf academiejaar
2004-2005 omgevormd tot een drie jaar durende academische bacheloropleiding en een één- of meerjarige Master. De masteropleiding Sociologie is een
éénjarige masteropleiding (60 sp).
Met een academisch bachelordiploma in handen heb je optimale kansen om
een master aan te vangen.
Studieopbouw bacheloropleiding
In de loop van de drie bachelorjaren kun je je algemene intellectuele vorming
verbreden, en krijg je een stevige theoretische basis in verschillende sociaalwetenschappelijke vakgebieden, in onderzoeksmethoden, en in verschillende
sociologische onderwerpen en theorieën. Je leert sociologische vraagstukken
duiden en analyseren, en je oefent je in het op systematische wijze nadenken
over uiteenlopende problemen. In het eerste jaar staat een eerste kennismaking met het domein van de sociale wetenschappen (Sociologie, Politicologie
en Communicatiewetenschap) op het programma; in het tweede en derde
jaar wordt het pakket van richting-specifieke vakken uitgebreid en toegespitst op specifieke onderwerpen en vaardigheden.
Studieopbouw masteropleiding
Wie het diploma bachelor in de Sociologie behaald heeft, kan automatisch
doorstromen naar de masteropleiding Sociologie.
Verder studeren na je universitair diploma
De verdere studie- en specialisatiemogelijkheden zijn:
• Specifieke lerarenopleiding;
• Master na masteropleiding;
• Doctoraatsopleiding;
• Postacademische vorming.
Afzonderlijke brochures over de verdere studie- en specialisatiemogelijkheden en de doctoraatsopleiding zijn verkrijgbaar bij de achteraan vermelde
diensten.
10 | Sociologie, iets voor jou?
Heb je belangstelling voor mens en samenleving?
Om sociologie te studeren, moet je in de eerste plaats belangstelling hebben
voor mens en samenleving. Je bent nieuwsgierig naar het hoe en waarom
van verschillende maatschappelijke fenomenen, je voelt je uitgedaagd om
antwoorden van voorgangers in vraag te stellen en om naar nieuwe antwoorden te zoeken.
Er is weinig specifieke voorkennis vereist; een goede algemene begaafdheid
is wel essentieel. Verder kunnen een sterk redeneervermogen, een goed geheugen, en de capaciteit om verbanden te leggen je slaagkansen verhogen.
Gezien het gewicht van vakken als statistiek en onderzoeksmethoden doorheen de hele opleiding, zijn logisch inzicht en analytisch denken belangrijke
vaardigheden.
Een goede kennis van Frans en Engels is vereist
Om het werk van anderstalige onderzoekers te begrijpen, en om je kansen op
de arbeidsmarkt te verhogen, staan ook Frans en Engels op het programma.
Een goede kennis van deze talen is vereist.
Zelfstandig kunnen werken
Er wordt verwacht dat je zelfstandig kan werken: je moet zelf de leerstof
het hele semester of jaar bijhouden, op tijd je vragen formuleren en papers
schrijven. Om de groepsopdrachten tot een goed einde te brengen, moet je
in staat zijn om op een constructieve manier met je jaargenoten samen te
werken. Zoals voor elke universitaire studie, zijn ook voor sociologie een goed
doorzettingsvermogen en een positieve werkhouding vereist.
De Universiteit Antwerpen beschikt over moderne en goed uitgeruste les- en
computerlokalen
Hoe begin je eraan? | 11
Welk diploma heb je nodig?
Om te worden toegelaten tot de bachelorstudie, moet je in principe een
diploma van het secundair onderwijs bezitten. Vanaf het academiejaar 20042005 kunnen mensen zonder diploma secundair onderwijs ook op basis van
‘elders verworven competenties’ (vb. werkervaring) worden toegelaten tot
een universitaire studie.
Buitenlandse studenten moeten beschikken over een equivalent getuigschrift of over een diploma dat hen in eigen land toegang verleent tot een
gelijkwaardige studierichting. Wie in het secundair onderwijs aan een nietNederlandstalige school les volgde, neemt deel aan de Universiteit Antwerpen-taaltest: een gestandaardiseerde test die je schriftelijke en mondelinge
taalbeheersing van het Nederlands nagaat. Als je vragen hebt in verband
met de toelatingsvoorwaarden, neem je best contact op met de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding.
Introductieweek
Tijdens de eerste week van het academiejaar worden de vakken van de eerste
bachelor uitvoerig ingeleid. Je krijgt een overzicht van de inhoud van elk vak,
de verwachtingen van de docent, de examenvorm, en de begeleidingsmogelijkheden.
12 | Bachelor Sociologie: studieprogramma
www.ua.ac.be/collegeroosters
Zoek je een voorbeeld van een collegerooster? Surf dan naar
www.ua.ac.be/collegeroosters.
Daar vind je een overzicht van de huidige collegeroosters.
Opleidingsonderdelen
De kolom met de studiepunten geeft een idee van de belasting die het vak
binnen de totale opleiding vertegenwoordigt. De studiepunten geven een
indicatie van de geschatte studielast per opleidingsonderdeel. In het berekenen van het totale examenresultaat wordt hiermee rekening gehouden:
een opleidingsonderdeel met een groot aantal studiepunten heeft een groter
gewicht op de deliberatie.
Bachelor eerste jaar: studieprogramma | 13
Bachelor eerste jaar
lesuren
sp
Richting-specifieke opleidingsonderdelen
Inleiding tot de sociologie
1,5
6
Samenleving, feiten en problemen
1,5
6
Inleiding tot de communicatiewetenschap
1,5
6
Inleiding tot de politicologie
1,5
6
Inleiding tot de algemene economie
1,5
6
Inleiding tot de filosofie
1,5
6
Inleiding tot het recht en de publieke
instellingen
1,5
6
Sociale en politieke geschiedenis
1,5
6
Kwantitatieve onderzoeksmethoden
1,5
6
Statistiek I
1,5
6
Sociaal-wetenschappelijke
opleidingsonderdelen
Verbredende opleidingsonderdelen
Methoden
Totaal
60
14 | Bachelor tweede jaar: studieprogramma
Bachelor tweede jaar
lesuren
sp
Richting-specifieke opleidingsonderdelen
Beleidswetenschap
1,5
6
Cultuursociologie
1,5
6
Seminarie Sociologie
1,5
6
Sociologische auteurs
1,5
6
Sociology of Organizations*
1,5
6
Verbredende opleidingsonderdelen (12 sp te kiezen)
Algemene en sociale psychologie
1,5
6
Sociale en politieke filosofie
1,5
6
Socialezekerheidsrecht
1,5
6
1,5
6
Methoden
Kwalitatieve onderzoeksmethoden
Statistiek II
1,5
6
Theorieconstructie
1,5
6
Totaal
* Deze vakken zullen in het Engels aangeboden worden.
60
Bachelor derde jaar: studieprogramma | 15
Bachelor derde jaar
lesuren
sp
Richting-specifieke opleidingsonderdelen
Arbeidssociologie
1,5
6
Gezinssociologie
1,5
6
Sociology of Inequalities*
1,5
6
Sociologie van de sociale ruimte
1,5
6
Antropologie
1,5
6
Levensbeschouwing
1,5
3
Social Demography*
1,5
6
Grondige studie van een sociologisch auteur
1,5
3
Leeronderzoek SOC I
1,5
6
Leeronderzoek SOC II
1,5
6
Verbredende opleidingsonderdelen
Methoden
Keuzevak (te kiezen uit ruim aanbod)
6
Totaal
60
* Deze vakken zullen in het Engels aangeboden worden.
16 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar
www.ua.ac.be/psw
In deze brochure laten we je kennis maken met de inhoud van de
opleidingsonderdelen van de eerste, tweede en derde bachelor Sociologie.
Op de website www.ua.ac.be/psw vind je meer uitgebreide informatie
terug over de begin- en eindtermen, werkvormen, evaluatie, noodzakelijk
en aanbevolen studiemateriaal.
BACHELOR EERSTE JAAR
RICHTING-SPECIFIEKE OPLEIDINGSONDERDELEN
Inleiding tot de Sociologie
De cursus wil de student een eerste, grondige kennismaking geven met de
sociologie, d.i. de wetenschap die het menselijk handelen in sociaal verband
tracht te beschrijven en verklaren. Die kennismaking gebeurt in drie stappen.
1) Om te beginnen wordt het specifieke van de sociologische benaderingswijze duidelijk gemaakt door haar af te bakenen van de andere menswetenschappen en van meer speculatieve benaderingen van het menselijk
handelen.
2) Vervolgens wordt het sociologische basisinstrumentarium (vakbegrippen
en analytische denkkaders) systematisch ontvouwd en overvloedig
geïllustreerd.
3) Tenslotte worden enkele belangrijke sociale problemen en sociologische
deelgebieden verkend.
Samenleving, feiten en problemen
Deze cursus behandelt enkele actuele problemen van de welvaartsstaat:
Groei en crisis van de welvaartsstaat; Welvaart, groei, inflatie, werkgelegenheid; Bevolking en beroepsbevolking; De sociale organisatie van de welvaartsstaat; De overheid als centrale herverdeler; Verdeling van de geldinkomens; De verdeling van de sociale goederen en diensten en De politieke
democratie.
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar | 17
SOCIAAL-WETENSCHAPPELIJKE OPLEIDINGSONDERDELEN
Inleiding tot de Communicatiewetenschap
De cursus vormt een inleiding in de communicatiewetenschap, een vakgebied dat zich richt op de studie van media, communicatie en informatie in
een maatschappelijke context (sociale, culturele, economische en politieke
dimensies). Op systematische wijze worden behandeld: de basisbegrippen
binnen de discipline (zender, boodschap, medium, ontvanger, effecten), de
belangrijkste communicatiemodellen, de theorievorming over communicatie, media en informatie, de nieuwste ontwikkelingen en de meest relevante
onderzoeksresultaten.
Het eerste cursusgedeelte besteedt vooral aandacht aan de ontwikkeling van
de communicatiemedia en van de algemene communicatietheorie. De wijze
waarop massamedia georganiseerd zijn, de ethische en beleidsproblemen
komen daarbij aan bod. Tijdens het eerste cursusgedeelte worden volgende
thema’s behandeld: “De ontwikkeling van de massamedia”, “Communicatie,
informatie en media”, “Media en samenleving”, “Nieuwe Media”, “Mediastructuren”, en “De mediaproductie en nieuwsselectie”.
In het tweede cursusgedeelte ligt de nadruk op massacommunicatie.
Behandeld worden de inhoud van de communicatieboodschap, de functies en
betekenis van communicatie voor het publiek en de media-effecten.
Thema’s zijn “Politieke Communicatie”, “Betekenissen van communicatieboodschappen”, “Politieke psychologie en propaganda”, “Het publiek” en
“Media en beïnvloeding: de effecten”.
Communicatiewetenschap is het kruispunt van diverse wetenschappen;
daarom grijpen de colleges terug naar de origines van de discipline en leggen
zij verbanden met andere wetenschappen (politieke wetenschappen, sociologie, psychologie, taalwetenschap, economie).
De cursus wil recht doen aan de veelzijdigheid en diversiteit van communicatiewetenschap als wetenschappelijk domein. Bijzondere vraagstukken
van de communicatiewetenschap komen aan de orde, waardoor studenten
kennis maken met belangrijke onderwerpen binnen het vakgebied, als bijv.
“Politieke communicatie”, “Nieuwe media”, en “Media-effecten”.
18 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar
Inleiding tot de Politicologie
De cursus Inleiding in de Politicologie is een systematische inleiding in de politieke wetenschap. Dit opleidingsonderdeel wil de studenten een brede visie
geven in de verschillende aspecten van politiek en politieke besluitvorming
en de visie van de politieke wetenschap daarop. De cursus bevat de basisbeginselen van de verschillende subdisciplines in de politieke wetenschappen,
zijnde de internationale politiek, de politieke filosofie, de bestuurswetenschappen en de vergelijkende politieke wetenschappen. Toch ligt het zwaartepunt van de cursus duidelijk bij de vergelijkende politieke wetenschappen:
het systematisch vergelijken van politieke stelsels, fenomenen en gedrag
over de landsgrenzen heen. De cursus behandelt een veelheid van onderwerpen zoals representatie, politieke participatie, ideologie, breuklijnen,
politieke partijen, kiesstelsels en stemgedrag, internationale betrekkingen,
Europese integratie,... .
VERBREDENDE opleidingsonderdelen
Inleiding tot de Algemene Economie
Het betreft een algemene inleiding tot de economie. De cursus bestaat uit
2 delen.
Het eerste deel behandelt micro-economische thema’s:
• het gedrag van de consument en de vraag naar goederen en diensten
• het gedrag van de ondernemer, productie, kosten en aanbod
• prijsvorming in de markt (competitie en monopolie)
• rol van de overheid
Het tweede deel behandelt macro-economische thema’s:
• nationale rekeningen en de economische kringloop
• goederen- en dienstenmarkt, geldmarkt en arbeidsmarkt
• rol van de overheid in het sturen van de economie
• internationale handel
De cursus maakt gebruik van grafische en eenvoudige wiskundige modellen.
De theorie wordt met behulp van toepassingen en oefeningen verdiept.
Inleiding tot de Filosofie
De cursus behandelt de volgende grondthema’s uit de hedendaagse filosofie: de vraag naar het goede leven en de norm-fundering, de rechtvaardige
maatschappij, identiteit en cultuur, handelend zelf (subject) en bewustzijn,
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar | 19
het lichaam-geest probleem, aard en grenzen van de kennis, wetenschap
en evolutie, wetenschap en technologie, religie en zingeving. Deze thema’s
worden uitgewerkt binnen een historisch overzicht van de grote tijdvakken in
de ontwikkeling van de filosofie.
Inleiding tot het Recht en de Publieke Instellingen
De cursus biedt in het eerste deel een kennismaking met het objectieve recht.
Hij geeft een omschrijving van het recht als systeem en gaat vervolgens in op
de verschillende bronnen van het recht: de wet, de rechtspraak, de rechtsleer, de gewoonte, de algemene rechtsbeginselen en de billijkheid. Specifieke aandacht gaat daarbij naar regels die de verhouding van de overheid
met individuele personen beheersen: beginselen van behoorlijke regelgeving,
van behoorlijk bestuur en van behoorlijke rechtsbedeling, en grondrechten.
Eveneens wordt de mens als rechtssubject besproken, met aandacht voor
de verschillende soorten subjectieve rechten. Bijzondere aandacht wordt
geschonken aan de wilsautonomie en contractvrijheid. De wisselwerking
tussen samenleving en recht wordt besproken aan de hand van een topic uit
het privaatrecht.
In het tweede deel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste principes die de Belgische staatsinrichting beheersen, van de publieke instellingen
op nationaal en internationaal niveau en van de manier waarop politieke
machtsverhoudingen hierin functioneren. De federale instellingen, de
instellingen van de gemeenschappen en gewesten, de Europese Unie en de
Verenigde Naties worden belicht.
Sociale en politieke Geschiedenis
De cursus biedt inzicht in de kenmerken van de hedendaagse Westerse
samenleving via de studie van de sociale en politieke ontwikkelingen in het
verleden. Hoewel de lange negentiende en de twintigste eeuw een centrale
plaats krijgen, wordt teruggegrepen naar de kenmerken van de samenleving
tijdens het Ancien Regime om de studenten een breder en ruimer historisch
perspectief te bieden. Er is ook bewust aandacht voor de levensbeschouwelijke, de economische en de institutionele aspecten van de samenleving die
de sociale en politieke veranderingsprocessen meestuurden. Bijzondere aandacht is er voor demografische ontwikkelingen (bevolkingsgroei, migraties,
huwelijks- en gezinspatronen), sociale gelaagdheid en mobiliteit, sociale en
politieke ongelijkheid, diversiteit in samenlevingsvormen en staatsstructuren, processen van groepsvorming, identiteit en bewustwording en van
20 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar
sociale en politieke bewegingen en de relatie van de Westerse wereld tot
andere beschavingen en culturen.
In het hart van het verhaal staat het individu met zijn historisch gegroeide
mensenrechten. Niet in de eerste plaats dit individu, maar de wijze waarop
verschillende individuen met elkaar samenleven, vormt de kern van de
cursus.
METHODEN
Kwantitatieve Onderzoeksmethoden
De cursus nodigt de student voortdurend uit om de sociale werkelijkheid
empirisch te observeren en er de wetmatigheden van leren te begrijpen.
Dit veronderstelt een dagelijks onderhouden, actieve en systematische
belangstelling voor alle facetten van het dagelijkse leven. Verwondering en
wetenschappelijke nieuwsgierigheid staan centraal in de cursus.
De cursus strekt zich uit over de twee semesters. Naarmate de tijd vordert,
verandert ook de balans in de cursus: bij de aanvang van de cursus ligt de
klemtoon op de zoektocht naar sociaal-wetenschappelijke bronnen en
methodologische inzichten; gaandeweg komt het uitwerken van een onderzoeksplan, tot in de verste consequenties, in het vizier. Theorie gaat over in
praktijk. Om een mooi afgebakend, relevant en haalbaar onderzoeksplan te
formuleren, moet de student blijk geven van zeer uiteenlopende methodologische inzichten, praktische vaardigheden, afwegingen van de maatschappelijke relevantie, zin voor precisie en het vermogen om helder te rapporteren
en communiceren. Het op elkaar afstemmen van deze kennis en vaardigheden met het oog op “het doen van wetenschappelijk onderzoek” in het ruime
veld van de sociale wetenschappen is het ultieme doel van de cursus.
Aan de cursus nemen studenten van alle richtingen van de faculteit (communicatiewetenschappen, politieke wetenschappen, sociologie, sociaaleconomische wetenschappen, …) deel, zodat een breed spectrum van voorbeelden, toepassingen en onderzoeksthema’s de revue passeert en inspirerend werkt voor iedereen.
Wat de werkvormen betreft, wisselen hoorcolleges en gastcolleges in de
grote groep en studentgecentreerde practica in kleine groepjes elkaar af. In
het tweede semester wordt alleen nog in kleine groepjes gewerkt, zodat de
individuele taak, d.i. het uitwerken van een onderzoeksplan, van nabij kan
worden begeleid en besproken met medestudenten. Het studiemateriaal
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar | 21
vormt een handig pakket: essentiële informatie over informatieverwerving en
-verwerking wordt op Blackboard aangeboden en Brymans Social Research
Methods (Oxford University Press, 2008) wordt als handboek gebruikt.
Statistiek I
Vooreerst wordt de statistiek gesitueerd binnen het terrein van het sociaalwetenschappelijk onderzoek. Daarna wordt nader ingegaan op de twee
grote deelgebieden van de statistische analyse: descriptieve en verklarende
statistiek. De descriptieve statistiek begint met de analyse van een variabele. Vervolgens worden relaties gelegd tussen twee en meer variabelen.
Het gedeelte verklarende statistiek vangt aan met een introductie in de
kansrekening en de theoretische verdelingen. De cursus wordt afgesloten
met het maken van schattingen en het toetsen van hypothesen op basis van
steekproefgegevens.
22 | Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar
BACHELOR TWEEDE JAAR
RICHTINGSPECIFIEKE OPLEIDINGSONDERDELEN
Beleidswetenschap
De doelstellingen van dit inleidend vak liggen in het bijbrengen van een
initiële kennis en inzicht in, naast een eerste practische ervaring met een
beleidsingrijpen. Twee kernthema’s worden uitgediept. Vooreerst de Beleidscyclus waarin volgtijdelijk sociale problemen als vertrekpunt dienen,
vervolgens het ontwerpen en veranderen van Beleid aan bod komt, dan over
de aanwending van de instrumenten van beleid wordt beslist, de keuzes over
de grote beleidsopties worden genomen en tenslotte de uitkomsten worden
in kaart gebracht. De maatschappelijke inbedding van Beleid is een tweede
thema: in welke –sociale, culturele, economische,institutionele en politiekecontext wordt beleid gevormd, welke bredere evaluaties van beleid worden
er gemaakt , welke maatschappelijke en culturele impact heeft het Beleid ?
Deze twee thema’s worden vanuit twee invalshoeken bekeken: enerzijds de
meer instrumentele benadering – hoe tewerk gaan om resultaat te bereiken
– en anderzijds de meer analytische benadering die vanuit de samenleving
onderzoekt wat de plaats van beleid is in de maatschappelijke sturing en
ontwikkeling.
De individuele studie van een specifieke beleidsnota moet ertoe bijdragen
dat de geschetste theoretische begrippen een realiteitswaarde verwerven en
daardoor grijpbaar en toetsbaar worden.
Cultuursociologie
De cursus bestaat uit twee gelijkwaardige delen. In het eerste deel worden
cultuursociologische analyse-instrumenten aangereikt. Enerzijds worden
daarbij centrale onderscheidingen toegelicht, bijvoorbeeld: objectieve vs.
subjectieve cultuur, materiële vs. immateriële cultuur, expliciet vs. impliciet
weten, cultuur vs. tegencultuur, norm vs. afwijking, opvoeding vs. socialisatie. Anderzijds wordt de rol van cultuur- en informatiedragers voor het
voetlicht gebracht. Het gaat daarbij om schrift, boekdruk en moderne(re)
media zoals radio, televisie of internet, en de manier waarop deze dragers
cultuur mogelijk maken én er tegelijkertijd hun stempel op drukken. In het
tweede deel wordt exemplarisch ingegaan op culturele ontwikkelingen in een
aantal maatschappelijke domeinen. Voorlopig staan vier casussen gepland:
kunst, godsdienst, popmuziek en jeugdcultuur, McDonaldisering en globa-
Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar | 23
lisering van cultuur. Op voorstel van studenten kunnen ook andere casussen
behandeld worden. De casussen zullen worden behandeld met behulp van de
analyse-instrumenten die in het eerste deel aan de orde komen.
Seminarie sociologie
• Gezamenlijke lectuur van een of meerdere, nader te bepalen basisteksten.
• Begeleide uitwerking van een individueel thema en werkstuk.
Sociologische auteurs
De cursus beoogt een grondige kennismaking met de belangrijkste klassieke
sociologen (Marx, Weber, Durkheim, Simmel) en paradigmata (functionalisme,
conflicttheorie, ruilparadigma, symbolisch interactionisme, systeemtheorie).
Sociology of organisations
Studenten worden kennis en inzicht bijgebracht van de ontwikkeling in de
sociaal-wetenschappelijke organisatietheorie. Daarbij wordt vertrokken van
de grondleggers (Weber, Michels), wordt de opkomst van nieuwe benaderingen ‘de contingentiebenadering’ - in de zestiger jaren besproken, om uit
te monden in een grondige studie van drie actuele organisatietheoretische
paradigma’s: de populatie-ecologie, het neo-institutionalisme en de netwerkbenadering.
Studenten worden aangezet tot kritische lectuur van de voornaamste publicaties.
Aangezien een student vooral leert wanneer hij/zij actief zijn/haar kennis construeert (Onderwijsontwikkelingsplan 2003), is de cursus Organisatie-theorie
tweedelig opgevat.
In een eerste deel zal de docent informatie aanbieden aan de student en
zullen verschillende theoretische paradigma’s in een zestal hoorcolleges aan
bod komen.
In een tweede deel zal de student leren op een actieve manier met deze informatie om te gaan. In kleinere groepen zullen thematisch verwante tijdschriftartikels worden gelezen en kritisch geëvalueerd.
Doelen zijn:
• kennis nemen van, inzicht verwerven in en leren toepassen van
organisatietheorieën;
24 | Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar
•
•
•
inzicht verwerven in de bijdragen van organisatietheorieën in het
analyseren en begrijpen van maatschappelijke fenomenen en problemen;
leren probleemoplossend te redeneren en kritisch te reflecteren;
leren overbrengen van informatie op een duidelijke en gesystematiseerde wijze aan medestudenten;
• leren samenwerken in team.
VERBREDENDE opleidingsonderdelen
Algemene en sociale psychologie
Behandeld worden de voornaamste onderwerpen uit de algemene en uit de
sociale psychologie. Uit de algemene psychologie komen aan bod: de methoden en het ontstaan van de psychologie als wetenschap en als beroep, de
verschillende stromingen in de psychologie, perceptieprocessen, leerprocessen en motivatie.
Specifiek voor de sociale psychologie worden behandeld: sociale kennis,
sociale waarneming, zelfkennis, sociale beïnvloeding zoals conformisme en
gehoorzaamheid, psychologische groepsprocessen.
Doorheen de cursus is er ook aandacht voor de rol van cultuur, geslacht en
evolutie in het menselijk gedrag.
Sociale en politieke filosofie
De cursus bestaat uit 2 delen. Om de sociale filosofie als kritische, normatieve theorie van het goede samenleven te bepalen worden klassieke sociaal-filosofische themata als Verlichting, ideologie en utopie behandeld. Vanuit een
wezenlijk inzicht in de oorspronkelijke socialiteit van de mens, wordt verder
beargumenteerd dat de fundamentele sociale deugd, wederzijdse erkenning,
enkel in een politieke samenleving kan worden gerealiseerd. Onderzocht
worden dan de fundering (sociale contracttheorie), de norm (rechtvaardigheid en mensenrechten) en de grens (geweld) van het politieke.
In het tweede deel van de cursus is de kwestie van de rechtvaardigheid expliciet aan de orde. Hier wordt de hedendaagse discussie behandeld.
De volgende posities komen aan bod en worden met elkaar geconfronteerd:
utilitarisme, J. Rawls, libertarisme, neo-marxisme en communitarisme.
Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar | 25
Socialezekerheidsrecht
Het sociaal recht bestrijkt twee van elkaar te onderscheiden rechtstakken:
het socialezekerheidsrecht en het arbeidsrecht. Beide zijn weliswaar met
elkaar verweven, maar hebben tegelijk een andere finaliteit, met duidelijk
eigen juridische karakteristieken.
Tegen de achtergrond van haar ontstaansgeschiedenis behandelen wij in
eerste orde het toepassingsgebied, de financiering en de administratieve
structuren van onze sociale zekerheid. Het zwaartepunt situeert zich in een
systematische bestudering van de loonaanvullende vergoedingen - te weten
de tegemoetkoming in de gezondheidszorg en de gezinsbijslagen -, respectievelijk de loonvervangende uitkeringen bij ziekte of ongeval van gemeen
recht versus arbeidsongevallen en beroepsziekten, in geval van werkloosheid
en in de vorm van een rust- of een overlevingspensioen. In de marge gaan wij
ook kort in op de gewaarborgde regelingen. Niet enkel de sociale zekerheid
voor werknemers komt aan bod, maar doorlopend maken wij de vergelijking
met analoge regels voor de zelfstandigen en voor het overheidspersoneel.
Wat het luik arbeidsrecht betreft, zetten wij de grote lijnen uitgaande van de
regels bij de aanwerving, over de tewerkstelling, tot en met het ontslag. We
ronden af met een sessie over de wijze waarop het collectief overleg in België
vorm krijgt.
METHODEN
Kwalitatieve Onderzoeksmethoden
Het doel van de cursus ‘Kwalitatieve onderzoekstechnieken’ is de studenten inzicht te geven in kwalitatieve onderzoeksmethoden. Daarbij wordt
gefocust op de onderzoekscyclus van het niet-kwantitatieve sociaal-wetenschappelijk onderzoek gaande van de voorbereiding, de dataverzameling, de
analyse tot de (schriftelijke en mondelinge) rapportering.
Hoewel de klemtoon in het vak ligt op kwalitatief onderzoek in het algemeen
wordt tevens dieper ingegaan op bijzondere varianten zoals het houden van
focusgroepen, de participerende observatie en de inhoudsanalyse.
Statistiek II
Het vak behelst een inleiding in de multivariate statistiek.
Na een inleiding in SPSS worden de volgende technieken behandeld:
• Tabel analyse en Elaboratie
26 | Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar
• Regressieanalyse (Ordinary Least Squares)
• Factoranalyse
• Clusteranalyse
• Logistische regressie
Het vak wordt gegeven via hoorcolleges (theorie) en praktische oefeningen
op computer, waarbij gegevensbestanden van diverse empirische onderzoeken worden gebruikt (PSBH, Gezondheidsenquête, ISPO enquête). Het
examen is schriftelijk, met een theoretisch en een praktisch deel.
Theorieconstructie
De colleges ‘theorieconstructie’ gaan dieper in op de relatie tussen sociologische theorie en wetenschappelijk onderzoek. Aan de hand van concrete
voorbeelden uit het sociologisch onderzoek wordt een overzicht geboden van
de voornaamste theoretische en epistemologische benaderingswijzen in de
sociale wetenschappen. Door middel van collectieve en individuele opdrachten worden studenten aangezet om na te denken over de voornaamste problemen en keuzen bij het formuleren van sociologische onderzoeksvragen en
het ontwikkelen van een onderzoeksdesign. Daarbij gaat speciale aandacht
naar de eigenheid van causale verklaringen in de sociale wetenschappen, de
idee van ‘rationeel handelen’, de analyse-eenheid (individu, groep, netwerken, organisaties, instituties, etc.) en de analyseniveaus (micro-, -meso,
-macro) in de sociale wetenschappen.
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar | 27
BACHELOR DERDE JAAR
RICHTINGSPECIFIEKE OPLEIDINGSONDERDELEN
Arbeidssociologie
Aan het begin van de 21ste eeuw is het arbeidsbestel volop in verandering:
nieuwe technologieën (ICT) en organisatievormen veranderen de wijze
waarop gewerkt wordt en dit binnen een globaliserende economie (‘The
world is flat’). Arbeidsrelaties worden flexibeler, de arbeidsdeelname van
vrouwen neemt toe, en daarmee de spanning in de balans werken en privaat
leven, aan het werk worden hogere prestatie-eisen gesteld en arbeidsvoorwaarden worden meer op decentrale niveaus geregeld. In dit opleidingsonderdeel komen de veranderingen aan de orde die zich voltrekken binnen:
het arbeidsethos, de arbeidsorganisaties (productie, dienstverlening), op de
arbeidsmarkten en in de georganiseerde arbeidsverhoudingen. En dit vanuit
een sociologisch perspectief.
Om aan de gestelde leerdoelen te kunnen beantwoorden, streven we naar
een evenwichtige mix van enkele onderwijsvormen. Daarbij wordt het
studentgecentreerd en competentiegericht (interactief) onderwijs toegepast.
• Luistercolleges: vooral ter inleiding van een thema zal een uiteenzetting gebeuren over belangrijke aspecten van het betreffende thema.
De studenten krijgen vooraf de betreffende slides.
• Studietaken: De studenten krijgen de opdracht een (deel)thema voor
te bereiden (= begeleide zelfstudie: een tekst lezen op basis van
richtvragen, audiovisuele informatie verwerken, …) en hiervan schriftelijk en/of mondeling verslag uit te brengen. De taak wordt vooraf thuis
voorbereid. Sommige opdrachten worden individueel uitgevoerd, andere in groep. Elke student bezorgt vooraf zijn voorbereiding.
• Discussiecolleges: De studenten krijgen de kans een interactieve
discussie te voeren tijdens de sessie, waarbij verschillende standpunten
over een actueel arbeidsthema worden ingenomen en tegenover elkaar
uitgespeeld. Een discussiecollege kan via een studietaak worden
voorbereid.
In het algemeen geldt dat tijdens de contactmomenten interventie/participatie wordt gewaardeerd. Soms zullen ‘zoemsessies’ worden ingelast waarbij studenten met elkaar kunnen overleggen. Steeds is er ook aandacht voor
de actualiteit, waarbij we kunnen ingaan op gebeurtenissen die aansluiten
bij de vraagstukken van dit opleidingsonderdeel.
28 | Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar
Arbeidsrelaties komen tot stand binnen drie onderling verbonden maatschappelijke arena’s. (1) Op de arbeidsmarkt staan vragers en aanbieders
van arbeid tegenover elkaar (lokaal, mondiaal). Daar draait het in eerste
instantie om de vraag wie waar terechtkomt (allocatie met ‘winners’ en
‘losers’) en om de beloning binnen de ruilrelatie. (2) In de arbeidsorganisatie
zijn werkgever en werknemer door middel van arbeidsdeling en hiërarchische
coördinatie met elkaar verbonden. Hier draait het in eerste instantie om de
vraag hoe de beschikbare arbeidskracht ten behoeve van de doelen van de
organisatie wordt omgezet in concrete arbeidssituaties en prestaties. Daarbij
stelt zich de vraag naar de kwaliteit van arbeid (aantrekkelijkheid van (loop)
banen, ziekteverzuim, stress, leermogelijkheden etc.). (3) In de arena van
het collectief onderhandelen en overleg streven organisaties van werkgevers
en werknemers ernaar, de processen die zich op de arbeidsmarkt en in de organisatie afspelen, aan bepaalde regels te binden. We gaan uitgebreid in op
veranderingen in deze drie domeinen en hun gevolgen voor arbeidsrelaties.
Gezinssociologie
Het vak biedt een breed overzicht van de gezinssociologie. Daarbij worden
zowel de theoretische grondslagen (paradigmata) als de belangrijkste theoretische modellen over gezin en samenleving behandeld. Gezinnen worden
gesitueerd tegenover andere maatschappelijke instituties als de staat en de
markt. Naast de algemene inleiding tot het domein worden met behulp van
capita selecta ook specifieke deeldomeinen bestudeerd. Zo is er aandacht
voor de levensloop en transities in de levensloop zoals gezinsvorming- en
ontbinding, voor ouderen en zorg, voor genderpatronen in het gezin. We hebben aandacht voor gezinsvormen (huwelijken, samenwoners, LAT-relaties)
en de evolutie hierin doorheen de geschiedenis en we bekijken het gezinsbeleid op Vlaams, Belgisch en Europees niveau. De verschillende themata worden niet louter theoretisch benaderd maar ook empirisch. Zo zal bijzondere
aandacht worden besteed aan het (Europees) comparatief onderzoek binnen
de gezinssociologie.
Sociology of inequalities
In de inleiding wordt eerst geschetst hoe toestanden van ongelijkheid voorwerp werden van maatschappelijke actie en wetenschappelijk onderzoek.
Daarna worden in het kort enkele toestanden van ongelijkheid voorgesteld:
de inkomensverdeling, de ongelijke toegang tot het onderwijs, de ongelijkheid ten aanzien van ziekte en dood.
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar | 29
Vervolgens worden de centrale concepten (differentiatie, fragmentering, ongelijkheid, uitsluiting en stratificatie) toegelicht aan de hand van een model
dat door de docent werd uitgewerkt.
In een volgend hoofdstuk worden de belangrijkste vormen van georganiseerde ongelijkheid met elkaar vergeleken: standen, kasten en klassen.
Voor de belangrijkste theoretische modellen wordt telkens één hoofdstuk
gereserveerd: het functionalisme, Marx en Weber.
Daarna wordt dieper ingegaan op de klassenstructuur van de hedendaagse
samenleving. Daarbij komen ook macht en sociale mobiliteit ter sprake: individuele en groepsmobiliteit, structurele mobiliteit, de relatie met ruimtelijke
mobiliteit.
Tenslotte wordt de rol van enkele cruciale factoren in het ontstaan van ongelijkheid en stratificatie (arbeidsmarkt, onderwijs, cultuur) uitgediept, aan de
hand van empirisch onderzoek.
Doorheen de hele cursus wordt op evenwichtige manier aandacht besteed
aan theorie, empirisch materiaal en methologie.
Sociologie van de sociale ruimte
De cursus gaat, met behulp van theorie en diverse concrete cases, in op de
sociale of maatschappelijke constructie(processen) van de ons omringende
fysieke omgeving. Ruimtelijke organisatie en territorium, afstand en nabijheid, ze zijn voortdurend aanwezig op micro-, meso- en macrovlak. In de
microsfeer gaat het om de organisatie van wonen, van privaat en publiek
domein en het hanteren van afstanden in sociale relaties. Op mesoniveau
zijn grondbezit en eigendom aan de orde, als bronnen van macht en status,
community studies (de zogenaamde ‘collapse’ and ‘revival’ of territory-based
communities), beelden van stad en platteland, de territoriale organisatie van
lokale besturen en voorzieningen, ruimtelijke zonering, en locatievraagstukken en –conflicten in het bijzonder (NIMBY/LULU). Op het macroniveau
gaat het om territoriaal gedrag van staten, om het stedelijk systeem en
zijn ontwikkeling en (ruimtelijke aspecten van) globalisering. In de lessen
worden diverse (kleine) illustratieve opdrachten ingebouwd, die studenten
individueel voorbereiden om ze vervolgens plenair te bespreken.
30 | Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar
VERBREDENDE OPLEIDINGSONDERDELEN
Antropologie
In dit college worden de studenten vertrouwd gemaakt met het wetenschappelijk onderzoek van de sociale en culturele antropologie, met bijzondere
aandacht voor hedendaagse antropologische vraagstukken met betrekking
tot de Westerse samenlevingen. De cursus is opgedeeld in drie grote delen:
In een eerste deel biedt de cursus een korte historische schets van het antropologische denken. Daarbij worden de belangrijkste stromingen in de sociale
en culturele antropologie toegelicht: het doctrinair en ‘sociaal’ racisme, het
(neo)-evolutionisme, het Amerikaane diffusionisme, het functionalisme,
het Britse en Franse structuralisme, enz. In een tweede deel worden enkele
traditionele onderzoeksdomeinen van de sociale en culturele antropologie
besproken. De studenten maken kennis met de wijze waarop antropologen,
in vier grote vakgebieden van de sociale en culturele antropologie, concrete
aspecten van samenlevingen bestuderen. Aan elk vakgebied zijn telkens
twee tot vier (college)uren gewijd: 1. verwantschapsantropologie (4 u.), 2.
politieke antropologie (2 u.), 3. economische antropologie (2 u.), 4. politieke
antropologie (2 u.). De studenten vernemen iets over de wijze(n) waarop
antropologen, doorheen de detailkennis van de meest uiteenlopende menselijke culturen en beschavingen, inzicht trachten te verwerven in de werking
van kernsectoren van maatschappelijke omgang tussen individuen en maatschappijen. Het derde deel van de cursus maakt de student vertrouwd met
enkele hedendaagse probleemstellingen in de sociale en culturele antropologie. Het vak zal zo worden opgebouwd en de hoorcolleges zo georganiseerd,
dat dit derde deel ook het belangrijkste deel van de cursus wordt, met ruimte
voor discussie en gastcolleges. Aan de hand van geselecteerde vraagstukken
wordt een beeld geschetst van actuele toepassingen van antropologische
kennis: ontwikkelingsantropologie; culturele bemiddeling; minderhedenstudies; stedelijke antropologie; acculturatiefenomenen; multiculturalisme en
pluralisme; enz.
Levensbeschouwing
Levensbeschouwelijke diversiteit is in de hedendaagse samenleving een
feit en dit weerspiegelt zich ook aan de universiteit. Om met deze diversiteit
om te gaan kiest de Universiteit Antwerpen voor actief pluralisme. Actief
pluralisme wil recht doen aan het belang van levensbeschouwelijke ideeën
en aan de plaats die ze in de openbare ruimte kunnen innemen. Levensbeschouwelijke ideeën blijven immers een belangrijke rol spelen in het morele
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar | 31
bewustzijn en in het dagelijks oordelen en handelen van mensen, organisaties en samenlevingen.
Actief pluralisme is zelf geen levensbeschouwing, maar een houding ten
aanzien van (de eigen en andere) levensbeschouwingen. Het insisteert op
een inhoudelijke dialoog binnen en tussen levensbeschouwingen en op een
concreet engagement dat levensbeschouwingen als fenomeen, als overtuiging én als praktijk, ernstig wil nemen.
Meer gedetailleerde informatie is beschikbaar via de website:
www.ua.ac.be/pietergillis of via www.ua.ac.be/levensbeschouwing-vakbeschrijving.
Social demography
De cursus omvat 5 delen. De eerste 4 sessies zijn gewijd aan de bevolkingsstructuur, met aandacht voor de evoluties in de wereldbevolking, de
historische evolutie van de bevolking met bijzondere aandacht voor eerste en
tweede demografische transitie, de verscheidenheid in de leeftijdsopbouw
van de bevolking en in de verdeling naar geslacht in de leeftijdsgroepen.
Als aanloop naar het volgende deel behandelen we het onderscheid tussen
transversale en longitudinale benaderingen.
Het tweede deel omvat 3 sessies rond vruchtbaarheid. Het verschil tussen TVC en cohort vruchtbaarheid wordt uitgelegd, de recente evoluties
in Europa worden geanalyseerd in termen van uitstel/afstel van de eerste
geboorte. De impact van het sociaal-economische milieu op de vruchtbaarheid komt vervolgens aan bod.
Het derde deel behandelt de mortaliteit. Eerst komt een technische sessie waarin diverse sterftecijfers en –tabellen worden toegelicht, inclusief
berekeningen van levensverwachting. Dan volgt een sessie rond de vraag of
de huidige sterftepatronen in de geïndustrialiseerde landen wijzen op een
compressie in de laatste levensjaren. Vervolgens komt de impact van de
AIDS-pandemie op de bevolking aan bod en afsluitend de samenhang tussen
sociaal milieu en sterfte.
Migratie is het onderwerp van het vierde deel. Vooreerst wordt de problematiek van het meten van migratie (stock en flow) behandeld. Dan zoomen
we in op het fenomeen van de verstedelijking in ontwikkelingslanden en de
32 | Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar
gevolgen voor de leefsituatie op het platteland. Tenslotte wordt het demografische gedrag van migrantenbevolkingen geanalyseerd.
Het laatste deel behandelt de vraag of het demografische gedrag kan worden
beïnvloed door beleid.
Methoden
Grondige studie van een sociologisch auteur
Het vak bestaat uit een kritische lectuur van representatieve teksten uit
het oeuvre van één of twee belangrijke hedendaagse sociologen. Via een
grondige kennismaking met het een oeuvre krijgen studenten een inzicht in
‘sociologie bedrijven’ in al zijn (theoretische, methodologische, empirische)
complexiteit en diepgang.
Van welke probleemstellingen vertrekt de auteur? Wat ziet hij/zij als de
belangrijkste sociologische vragen van het ogenblik? Bij welke auteurs en
denkstromingen sluit hij aan en hoe verwerkt hij/zij deze tot nieuwe theoretische modellen en verklaringen? Welke methode(s) hanteert de auteur? Welke
denkontwikkeling maakt de auteur door? Hoe is zijn werk opgebouwd? Hoe
sluit de auteur theorie en empirisch onderzoek op elkaar aan? Hoe wordt zijn
werk ontvangen en hoe reageert de auteur op kritiek?
Leeronderzoek SOC, Deel I
Het leeronderzoek is een praktijkgericht vak waarin de studenten een
sociaal-wetenschappelijk onderzoek uitvoeren. De concrete onderzoeksopdracht varieert, maar de volledige onderzoekscyclus van theorie-constructie
tot rapportage wordt doorlopen.
Tijdens het eerste deel moeten de studenten in de meeste leeronderzoeken
volgende fasen doorlopen:
Theoretisch inwerken in het inhoudsdomein en de probleemstelling van het
onderzoek. De studenten lezen daarbij de door hun begeleider opgegeven literatuur. Soms geeft de begeleider ook zelf een toelichting bij het onderwerp
of de probleemstelling.
Instrument-constructie. In overleg met de begeleider ontwerpen de studenten de nodige instrumenten voor het onderzoek. Dit kan gaan van het opstellen van vragenlijsten tot het uitwerken van vragen voor een gestructureerd
interview.
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar | 33
Leeronderzoek SOC II
Het leeronderzoek is een praktijkgericht vak waarin de studenten een sociologisch onderzoek uitvoeren. De concrete onderzoeksopdracht varieert, maar
de volledige onderzoekscyclus van theorieconstructie tot rapportage wordt
doorlopen.
Tijdens het tweede deel moeten de studenten in de meeste leeronderzoeken
volgende fasen doorlopen:
Data-analyse: Dit kan zowel de kwantitatieve verwerking van survey-gegevens zijn als de verwerking van kwalitatief onderzoeksmateriaal (interviewtranscripts, observatieverslagen, beeldanalyse).
Rapport: De studenten schrijven in groep een rapport over de probleemstelling, het opzet, de uitvoering en de analyse van hun leeronderzoek. Tevens
trekken ze uit hun onderzoek de nodige conclusies. Indien het onderzoek extern is aangebracht, staan de studenten soms ook in voor de bekendmaking
van de resultaten van het onderzoek (vb. op een persconferentie).
Dataverzameling. De studenten verzamelen de data voor het onderzoek.
Daarbij doen zij in feite al het werk, zoals bijvoorbeeld het verzenden van
vragenlijsten, het uitvoeren van enquêtes via de telefoon of het afnemen van
interviews.
KEUZevakken
In het bachelorprogramma is er ruimte voor persoonlijke profilering. Studenten kiezen voor 6 studiepunten keuzevakken uit een ruim aanbod binnen en
buiten de faculteit. Een lijst met aanbevolen opleidingsonderdelen wordt bij
het begin van het academiejaar bekend gemaakt.
In 2006 verhuisde
de volledige faculteit
PSW naar een nagelnieuw gebouw aan
de Sint-Jacobstraat
in het centrum van
Antwerpen.
34 | De master Sociologie
De master Sociologie
Typisch voor de eenjarige masteropleiding is het tutorsysteem en de grote
keuzevrijheid.
Je kiest zelf een maatschappelijk domein waarin je specialiseert:
• arbeid
• bevolking, gezin en levensloop
• cultuur en onderwijs
• ruimte en milieu, stad en wonen
• uitsluiting en ongelijkheid
• zorg en welzijn
Het onderwijs is zeer actief en probleemgericht; het bestaat uit hoorcolleges, practica en seminaries. Iedere student krijgt een docent toegewezen
die als tutor fungeert bij de begeleiding van de masterproef en de intensieve
seminaries.
Naast deze master biedt het departement een Master Filmstudies en Visuele
Cultuur aan, die toegankelijk is voor alle academische bachelors en masters.
Meer informatie vind je in de brochures van de respectievelijke
masteropleidingen of op de website www.ua.ac.be/studiekiezer.
Onderwijs en examens | 35
Onderwijs
Voor de meeste vakken worden hoorcolleges georganiseerd. Je volgt in groep
een uiteenzetting van de docent, al dan niet ondersteund door audio-visueel
materiaal. Voor bepaalde vakken zijn er ook werkcolleges, waar de leerstof
uit de hoorcolleges in kleinere groepen wordt uitgediept en ingeoefend.
Als universiteitsstudent leer je zelfstandig, kritisch en probleemoplossend
denken. Je bepaalt zelf je studietempo en bereidt tussentijdse evaluatiemomenten voor. Zo krijg je de nodige bagage en ontwikkel je de nodige
creativiteit om een grote diversiteit aan problemen te behandelen. Dit heeft
tot gevolg dat het bedrijfsleven voor de invulling van hogere functies de
voorkeur geeft aan universitairen.
De digitale leeromgeving Blackboard speelt in deze context een grote rol.
Opdrachten worden via dit medium doorgegeven en interactief verwerkt en
je kan docenten te allen tijde om feedback vragen.
Het contact met professoren en assistenten is niet altijd even intens als met
je leerkrachten in het secundair onderwijs, maar je wordt allerminst aan je lot
overgelaten. Wanneer je zelf het initiatief neemt om hulp te zoeken, zijn deze
mensen zeker bereid een antwoord of oplossing te formuleren voor je vragen
of problemen. Het uitgebreide gamma aan begeleidingsmogelijkheden wordt
verderop in deze brochure besproken.
Studiepunten
De studieomvang van elke opleiding wordt uitgedrukt in studiepunten. Een
voltijds academiejaar telt voor 60 studiepunten. Deze norm werd overgenomen van het Europees ECTS-project (European Community Course Credit
Transfer System). Deze studiepunten zijn een relatieve maatstaf voor de
studieomvang van de opleidingsonderdelen in het jaarprogramma.
De volledige bacheloropleiding Sociologie omvat 180 studiepunten, de
masteropleiding 60 studiepunten. Elk studiepunt komt overeen met een
studietijd van 25 tot 30 uren. Hierin zijn zowel het bijwonen van de colleges
of practica, de voorbereidingstijd en het studeren voor de examens vervat.
De studietijd van een voltijds academiejaar varieert van 1500 tot 1800 uren
studie. Het aantal studiepunten van een opleidingsonderdeel zegt dus veel
meer over hoeveel tijd je er uiteindelijk aan zal besteden, dan enkel het
aantal uren dat je les hebt. De normen zijn overal in Vlaanderen en in Europa
gelijkaardig, dus gemakkelijk vergelijkbaar.
36 | Onderwijs en examens
Semestersysteem - Examens
Het academiejaar is opgedeeld in zes opeenvolgende periodes: het eerste
semester, de semestervakantie, het tweede semester, de zomervakantie,
de tweede examenzittijd en een les- en examenvrije periode. Wat het eerste
semester betreft, leg je in januari examens af voor ongeveer de helft van het
jaarprogramma, in juni voor de overige vakken van de eerste examenzittijd.
Voor wie niet geslaagd is na de eerste examenzittijd, wordt in september de
tweede examenzittijd ingericht.
Door de flexibilisering in het hoger onderwijs bestaan er geen “studiejaren”
meer. Wel worden nog modeltrajecten vastgesteld. Als je voor een voltijds
modeltraject kiest, rond je een bacheloropleiding (180 sp) af in drie jaar tijd:
60 studiepunten per jaar. Wanneer je geslaagd bent voor een opleidingsonderdeel en dus minstens 10 op 20 behaalt, verwerf je een creditbewijs dat
overeenkomt met het aantal studiepunten van dit opleidingsonderdeel.
Indien je niet alle creditbewijzen voor je studieprogramma behaalt, kan je
(soms) toch verder met je studie. De faculteit moet dan je programma - een
geïndividualiseerd traject of GT - goedkeuren. Omdat de studieprogramma’s
volgens een logische volgorde werden ingebouwd, zijn er voorwaarden
vastgelegd om welbepaalde vakken al te mogen volgen. Dit noemt men
volgtijdelijkheid.
Je slaagt voor een opleiding als je creditbewijzen haalt voor alle opleidingsonderdelen van de opleiding.
Dankzij de nieuwe bachelor- en masterstructuur en het flexibiliseringssysteem heb je als student meer keuzemogelijkheden gekregen om je studieprogramma in te vullen. In elke faculteit adviseren studietrajectbegeleiders
over de samenstelling van je programma en over de aangeboden keuzemogelijkheden.
Het is echter belangrijk voldoende vooruitgang te boeken in je studietraject
en in een redelijke tijd je diploma te behalen. Daarom heeft de Universiteit
Antwerpen een systeem van studievoortgangbewaking en -begeleiding
opgezet; de faculteit zal je studieprestaties volgen en kan je bindende
voorwaarden opleggen wanneer je niet de helft van de studiepunten van het
goedgekeurde studieprogramma van het academiejaar hebt behaald!
Het volledige onderwijs- en examenreglement vind je terug op
www.ua.ac.be/OER.
Onderwijs en examens | 37
Ombudspersoon
Tijdens de examens kan je met problemen (examenregeling, uitstel van
examen, onderbreking of definitief stopzetten van examens, conflict met de
docent) terecht bij de ombudspersoon van je opleiding. De ombudspersoon
zorgt ervoor dat het examenreglement correct wordt opgevolgd en bemiddelt tussen studenten en docenten. De ombudspersoon is ook aanwezig
bij de deliberatie en kan, op basis van verzachtende omstandigheden zoals
ziekte of ongeval, je “zaak” bepleiten. Je kan steeds de gegevens van jouw
ombudspersoon terugvinden op de website van de Universiteit Antwerpen:
www.ua.ac.be, onder de rubriek ‘huidig student’, ombudspersoon.
Internationaal
De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals ERASMUS. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep
studenten één semester aan een buitenlandse universiteit.
In het kader van het ERASMUS-programma heeft de Universiteit Antwerpen
samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en
Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa.
Op bilaterale basis (buiten het kader van ERASMUS) werden wereldwijd
uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van Internationale
Ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in
een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de
Universiteit Antwerpen.
38 | Studiebegeleiding
Studieadvies en studentenbegeleiding
Tijdens het academiejaar kan je bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding in eerste instantie terecht voor informatie en advies. Je kan daarbij
niet alleen denken aan algemene informatie over opleidingen binnen en buiten de Universiteit Antwerpen, maar ook aan informatie over het leerkrediet,
over het onderwijs- en examenreglement, enzovoort. Daarnaast kan je bij
de dienst terecht met studiegebonden en persoonlijke problemen. Dit zowel
onder de vorm van groepsactiviteiten als onder de vorm van individuele
begeleiding, die beide volledig gratis worden aangeboden. Afspraken met de
begeleiders van deze dienst kan je maken via het Studenten Informatie Punt
(STIP).
Studiekeuze en heroriëntering
Bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding kan je onder meer
terecht voor advies omtrent je studiekeuze. Aan de hand van gesprekken
en oefeningen kan je meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten,
interesses en de studierichtingen die daarbij passen. Ook bij twijfel aan je
studiekeuze kan je bij de dienst terecht om je oorspronkelijke studiekeuze te
herevalueren om vervolgens na te gaan welke stappen je kan ondernemen
wanneer je wil stoppen of veranderen van studierichting.
Algemene studiebegeleiding: studievaardigheden en studieplanning
Daarnaast organiseren studentenbegeleiders elk semester trainingen over
studievaardigheden, o.a. de trainingen ‘effectief plannen en studeren’ en
‘uitstelgedrag’. Je kan er echter ook terecht voor individuele en digitale begeleiding rond deze topics.
Voor specifieke vragen over je individuele programma, vrijstellingen e.d. kan
je terecht bij de studietrajectbegeleider van je faculteit.
Psychosociale begeleiding
Ook wanneer je last hebt om je te concentreren, twijfelt aan je studiekeuze,
kampt met examenangst of persoonlijke problemen ervaart zoals het
afspringen van een relatie, ernstige ziekte in je onmiddellijke omgeving, ...
kan je een afspraak maken met een studentenbegeleider voor een psychologische begeleiding. Dat kan op verschillende manieren, gaande van individuele gesprekken over het volgen van een training tot het bekomen van een
gepaste doorverwijzing. Dit alles gebeurt steeds op vrijwillige basis.
Studiebegeleiding | 39
Begeleiding van studenten met een functiebeperking, topsport of kunstbeoefening
Studenten met functiebeperkingen (fysische handicap of chronische ziekte,
leerstoornis zoals dyslexie, AD(H)D, psychische problemen ...) of met bijzondere vragen omwille van sport op topniveau of kunstbeoefening kunnen via
de dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding bijzondere faciliteiten
voor onderwijs en/of examens aanvragen. Dit is voorzien in het Onderwijs- en
examenreglement van de Universiteit Antwerpen.
Na het indienen van je aanvraag, word je uitgenodigd voor een intakegesprek
met een studentenbegeleider. In onderling overleg worden de nodige afspraken gemaakt. Als je dossier helemaal in orde is en voorzien van de nodige
attesten zal de dienst je dossier ter goedkeuring voorleggen aan de rector.
Afstudeerbegeleiding
Tot slot kan je bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding terecht voor
begeleiding bij het afstuderen. Misschien kan je hulp gebruiken bij je zoektocht naar geschikte jobs, wil je weten welke jobs bij je passen, wil je weten
welke studies je na het behalen van je diploma nog kan gaan doen, hoe je het
solliciteren best aanpakt, … Met al deze vragen kan je op de dienst terecht
voor een individuele begeleiding. Ook worden jaarlijks sollicitatietrainingen
aangeboden en jobdagen georganiseerd met panelgesprekken, infosessies en
bedrijvenstanden. Je kan hierover meer informatie krijgen op het STIP.
Het aanbod aan individuele, groepsgerichte en digitale begeleiding wordt
ook in het begin van elk semester bekend gemaakt in alle mogelijke publicaties voor studenten. Je vindt ook heel wat informatie op
www.ua.ac.be/studentenbegeleiding.
Vakspecifieke begeleiding
Met vragen over of problemen met één van je cursussen kan je steeds terecht
bij de prof die deze cursus doceert of bij zijn of haar assistent. Gewoon even
langslopen of een e-mail schrijven: je zal merken dat je snel geholpen wordt.
Voor bepaalde vakken worden extra groepssessies georganiseerd, om de
besproken theorie uit hoorcolleges toe te lichten en in oefeningen toe te
passen. Bij deze sessies is vooral de wisselwerking tussen studenten en
begeleider belangrijk: je kan hulp vragen waar je vastloopt, je begeleider
houdt rekening met de gekende knelpunten van de cursus, en je krijgt nuttige
tips voor de studie van de leerstof.
De masteropleiding biedt je de mogelijkheid je in de praktijk voor te bereiden
op een werksector naar keuze.
40 | Je kansen op de arbeidsmarkt na Sociologie
Tijdens je opleiding zelf accenten leggen
Afgestudeerde sociologen kunnen overal op de arbeidsmarkt terecht. Met
deze opleiding is geen duidelijk uitgetekend beroepsbeeld verbonden zoals
dit wel het geval is met sommige andere studierichtingen. Daardoor kan en
moet je als student tijdens je studies zelf accenten leggen.
Uit een recente enquête bij UA-afgestudeerden blijkt dat ongeveer 1/4de van
de afgestudeerden werkt in de openbare of de door de overheid gefinancierde
sector. Meer dan de helft werkt in de privé-sector, zowel in de industriële
sector als in de dienstensector (handel, bank- en verzekeringswezen).
Als Master in de Sociologie kan je ambtenaar worden in plaatselijke administraties, gemeenten, provincies, intercommunales, bij de Vlaamse en
federale overheid, in internationale organisaties en in de diplomatie.
De federale overheidsdiensten werven aan op basis van vergelijkende
examens. Deze worden georganiseerd door Selor (voorheen Vast Wervingssecretariaat).
Prognoses qua werkgelegenheid zijn moeilijk te maken. In het algemeen kan
het enkele jaren duren vooraleer studenten de aangepaste betrekking
hebben gevonden, wat overigens ook voor andere studierichtingen het
geval is. Omdat je meestal omwille van het academisch vormingsniveau
aangeworven wordt, kom je in concurrentie met afgestudeerden uit andere
menswetenschappen (rechten, economie, psychologie, communicatiewetenschappen, enz.).
Afgestudeerden in de Politieke en Sociale Wetenschappen komen in
aanmerking voor alle functies waarvoor een universitair niveau vereist wordt.
Administratieve en beheersfuncties zoals personeelsdiensten, secretariaatsfuncties, public-relations, marketingbureaus. Hun talenkennis speelt hierbij
uiteraard een belangrijke rol. Ook een loopbaan in de media, de culturele
sector en communicatieve functies in ruime zin behoren tot de mogelijkheden. Andere afgestudeerden Politieke en Sociale Wetenschappen werken
als zelfstandige of oefenen een functie uit in het middenkader.
Uit dezelfde enquête blijkt eveneens dat 15 % van de afgestudeerden werkt in
het onderwijs in de ruime zin: in het secundair onderwijs, het hoger onderwijs, aan de universiteit of in het wetenschappelijk onderzoek.
Voortstuderen na Sociologie | 41
Specifieke lerarenopleiding: www.ua.ac.be/IOIW
Je kan de lerarenopleiding volgen na je masteropleiding. De opleiding
beperkt zich niet tot de vorming van studenten die willen gaan lesgeven. De
voortdurende veranderingen in het sociale en economische leven hebben het
fenomeen van de buitenschoolse vorming en opleiding – onder meer in de
bedrijven zelf – in belang doen toenemen. Daarom wil de specifieke lerarenopleiding niet alleen in een vorming van toekomstige leraars voorzien, maar
ook een algemene ‘vorming voor vormers’ aanbieden.
Master na Masteropleidingen
Op de webstek van de Universiteit Antwerpen kan je steeds een actueel
overzicht vinden op www.ua.ac.be/studiekiezer.
42 | Hoe bereik je makkelijk de campussen?
Wegbeschrijving
Op www.ua.ac.be/route kan je de wegbeschrijving naar de verschillende
campussen terugvinden.
Met de fiets
De campussen zijn gemakkelijk te bereiken met de fiets! Meer en meer studenten kiezen voor dit transportmiddel. Je kan je op deze manier immers snel
verplaatsen. Op elke campus staan verschillende fietsparkings ter beschikking van de studenten.
Met de bus of de tram
De Lijn info: 070 220 200
Voor alle informatie over reiswegen, dienstregelingen, verloren voorwerpen
en algemene inlichtingen: op weekdagen van 7u tot 19u, za-, zo- en feestdagen van 10u tot 18u.
Je kan ook terecht in één van de Lijnwinkels om een dienstregelingsboekje te
kopen. Die bieden een overzicht van alle bus- en/of tramlijnen in een streek.
Op veel bussen en trams vind je een folder met de dienstregeling van de lijn
waarop je rijdt. Natuurlijk kan je ook steeds één van de chauffeurs
aanspreken of surfen naar de website: www.delijn.be.
De website van De Lijn beschikt ook over een routeplanner die voor jou de
reis van deur tot deur met bus, tram en/of trein uitstippelt.
Dienst Abonnementen van De Lijn Antwerpen
Grotehondstraat 58, 2018 Antwerpen, tel. +32 (0)3 218 14 11
op weekdagen van 8u30 tot 16u
e-mail: [email protected]
Met de trein
Voor alle informatie over reiswegen, dienstregelingen, vertrek- en aankomst‑
tijden kan je terecht op de website van de NMBS, www.b-rail.be.
Met de auto
Alle campussen beschikken over ruime parkings, behalve de Stadscampus.
Wens je toch in de buurt van de Stadscampus te parkeren, volg dan best de
blauwe parkeerroute “Meir Universiteit”. Parkeren in Antwerpen is echter
niet gratis! Meer info kan je terugvinden op www.parkereninantwerpen.be
Plattegrond van de campussen | 43
Hoofdadres Stadscampus
Prinsstraat 13 - 2000 Antwerpen
44 | Plattegrond van de campussen
Hoofdadres campus Groenenborger
Groenenborgerlaan 171 - 2020 Antwerpen
Plattegrond van de campussen | 45
Hoofdadres campus Middelheim
Middelheimlaan 1 - 2020 Antwerpen
46 | Plattegrond van de campussen
Hoofdadres campus Drie Eiken
Universiteitsplein 1 - 2610 Antwerpen (Wilrijk)
Bijkomende informatie | 47
Provinciale informatiedagen
Medewerkers van de Universiteit Antwerpen nemen jaarlijks deel aan de
netoverschrijdende studie-infobeurzen (Sidin’s). Deze worden per provincie
georganiseerd op initiatief van het Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse
Gemeenschap en de Centra voor Leerlingenbegeleiding.
Infomomenten voor toekomstige studenten
Open lesdagen
Tijdens de Krokusvakantie organiseert de Universiteit Antwerpen open lesdagen. Bij de open lesdagen kan je twee soorten van lessen volgen, namelijk
meelooplessen en proeflessen. Meer info en inschrijven via www.ua.ac.be/
openlesdagen.
Infodagen
Elk jaar organiseert de Universiteit Antwerpen infodagen. Deze hebben plaats
in maart en april. Naast een algemene en een specifiek studiegerichte infosessie kan je aan de infostanden verschillende cursussen inkijken en brochures
verkrijgen. Je krijgt de gelegenheid tot vragen stellen en desgewenst tot een
persoonlijk gesprek. Vooraf inschrijven is niet nodig. De data en meer info vind
je op www.ua.ac.be/infodagen.
Infomarkt
Twijfel je nog over je studiekeuze? Wil je nog graag een bevestiging van je
keuze? Dan kan je terecht op de infomarkt in september. Ook hier kan je aan
infostanden cursussen inkijken en brochures verkrijgen. Vooraf inschrijven is
niet nodig. De datum en meer info vind je op www.ua.ac.be/infodagen.
Brochures over andere opleidingen
Andere publicaties in deze reeks (alfabetisch gerangschikt):
Biochemie en biotechnologie, Bio-ingenieurswetenschappen, Biologie,
Biomedische wetenschappen, Chemie, Communicatiewetenschappen,
Diergeneeskunde, Farmaceutische wetenschappen, Fysica, Geneeskunde,
Geschiedenis, Handelsingenieur, Handelsingenieur in de beleidsinformatica,
Informatica, Politieke wetenschappen, Rechten, Sociaal-economische
Wetenschappen, Taal- en letterkunde, TEW: bedrijfskunde,
TEW: economisch beleid, Wijsbegeerte, Wiskunde.
Wil je meer informatie dan kan je een brochure van één van deze opleidingen
aanvragen bij het Studenten Informatie Punt (STIP) of via www.ua.ac.be/
brochures.
48 | Bijkomende informatie
Departement Sociale, Culturele en
Studentgerichte Diensten
Studenten Informatie Punt (STIP)
Agoragebouw, 1ste verdieping
Grote Kauwenberg 2
2000 Antwerpen
Tel.: + 32 (0)3 265 48 72
[email protected]
Faculteit Politieke en Sociale
Wetenschappen
Onderwijsadministratie
Sint-Jacobstraat 2
2000 Antwerpen
Tel.: + 32 (0)3 265 52 71
[email protected]
www.ua.ac.be/studiekiezer
www.ua.ac.be/psw
Download