Verschillende invullingen; stageconcepten voor MaS Scholen en organisaties kunnen de stage in verschillende vormen aanbieden. Er zijn zes stagevormen te onderscheiden: actiedag, projectweek, blokstage, lintstage, estafettestage en carrouselstage. Deze worden hieronder verder toegelicht. Actiedag Een korte, vaak klassikale (of groeps-)stage. Geschikt voor grotere groepen leerlingen en projecten waar veel partijen bij betrokken zijn. Denk bijvoorbeeld aan activiteiten tijdens Make a Difference Day (heet nu NL doet). Voordeel is dat er op een dag veel helpende handen zijn en veel werk verzet kan worden. Vaak komt er een docent die kan meehelpen in het bieden van begeleiding. Nadeel is dat niet alle klussen geschikt zijn om groepsgewijs uitgevoerd te worden of niet op een dag afgerond kunnen worden. Bovendien zijn de leerlingen weer weg voordat ze echt ‘ingeburgerd’ zijn in de organisatie en hun klus. De praktijk leert dat deze stagevorm door scholen gebruikt wordt als eerste kennismaking met vrijwilligerswerk. In een latere schoolfase zal de maatschappelijke stage vervolgd worden. Projectweek De stage is onderdeel van een thema- of projectweek. Alle leerlingen lopen in dezelfde week stage en ronden de activiteiten af aan het einde van de week. In één week gaan er dus veel leerlingen aan de slag. Voordeel van deze vorm is dat je in een afgebakende periode een medewerker kunt vrijmaken voor begeleiding en je geplande grootse activiteiten met hulp van leerlingen goed kunt uitvoeren. Je hebt de leerlingen overdag tot je beschikking. Mogelijke nadelen zijn er ook. Je hebt veel helpende handen in één week, maar geen continuïteit in hulp bij activiteiten. Bovendien kan die ene door de school ingeplande week net niet handig uitkomen voor uw organisatie. Scholen kiezen graag voor deze vorm, omdat dit roostertechnisch voor docenten handig is. Wel ontdekken scholen dat deze vorm wel beperkingen aan het aantal stageplaatsen geeft en daarom langzaamaan ook breder leren kijken; meer projectweken in het jaar of bijvoorbeeld een flexibelere opvatting van stagetijden (hoeft niet binnen schooltijd). Blokstage Dit is een stage waarbij leerlingen een wat langere periode aaneengesloten stage lopen. De stage kan in groepjes of individueel uitgevoerd worden. De periode bestaat uit een blok van bijvoorbeeld twee weken. Veel scholen vinden dit concept fijn qua inroostering in het schoolprogramma. Voordeel van deze vorm is dat leerlingen de kans krijgen zichzelf te ontplooien in hun rol als vrijwilliger doordat ze meerdere dagen terugkomen (meerdere contactmomenten hebben). Ze ontdooien en gaan het werk leuker vinden en steeds zelfstandiger oppakken. Bovendien heeft u de mogelijkheid jongeren te laten helpen bij verschillende activiteiten, doordat ze gedurende de hele dag op diverse tijdstippen (ochtenden en middagen) aanwezig zijn. Nadeel kan zijn dat u het al druk heeft in de periode waarin leerlingen aan de slag gaan en geen kans ziet om begeleiding te bieden. Of geen compleet aanbod aan leuke en zinvolle klussen kan bieden voor hele dagen achtereen. Het kan een obstakel vormen voor de dagelijkse routine in de instelling. Lintstage De leerling loopt stage in een afgebakende periode waarin hij/zij op een vast moment wekelijks of bijvoorbeeld maandelijks langskomt. Het grote voordeel is dat er sprake is van continuïteit in activiteiten door vaste inzet van jonge vrijwilligers. Bovendien is het voor cliënten of bewoners enorm leuk om contact te hebben met een jongere die meerdere keren terug komt. Jongeren krijgen ‘vertrouwde gezichten’! Daarnaast is bij deze stage een variant onder of buiten schooltijd mogelijk. Nadeel kan zijn dat bij bepaalde jongeren verveling optreedt. Maak hierover afspraken, zodat je ze 1 hier ook op kunt aanspreken. Deze stagevorm kan gecombineerd worden met het estafette-element van de estafettestage. Estafettestage Dit is een stage waarbij de leerling een periode actief is als vrijwilliger en na een vast aantal uren of dagdelen het stokje overdraagt aan een andere leerling. Voordeel van deze stage is allereerst dat de activiteit wordt gecontinueerd. Daarnaast kan het ook voordelig zijn dat de leerling ervaring heeft met een klus en dat de leerling hierdoor ook voor de volgende periode de nieuwe leerling (deels) kan inwerken. Als de leerlingen elkaar veelvuldig afwisselen, krijgen de jongeren en bewoners echter niet de kans om elkaar te leren kennen. Dit kan als nadeel worden beschouwd. Carrouselstage Een groep leerlingen draait als een carrousel langs verschillende organisaties om een leuke activiteit uit te voeren. Deze activiteit wordt door de leerlingen voorbereid en ze gaan hiermee langs de verschillende organisaties. Hierbij valt te denken aan een concert van het schoolkoor of een toneelvoorstelling. Voordeel is dat het vaak een grootse activiteit betreft, waarvan de voorbereiding buiten de organisatie plaatsvindt. Het kost organisaties daarom weinig begeleidingstijd. Een nadeel is dat de leerlingen minder binding krijgen met de organisatie dan bij de overige stageconcepten. Ook zijn er scholen die kiezen voor een vrije vorm, wat zoveel betekent als: leerlingen moeten aan het eind van het schooljaar x aantal uur stage gelopen hebben. Welke vorm ze daaraan geven, is aan de leerling. In de praktijk komt het dan neer op een van bovenstaande stagevormen. Versie 01-03-2010 2