RETROPERSPECTIEF Michiel Ras, Isolde Woittiez & Debbie Oudijk Zorg voor verstandelijk gehandicapten: wat zegt het IQ? In Nederland kunnen verstandelijk gehandicapten een beroep doen op zorg binnen de AWBZ. Het gaat om ernstig verstandelijk gehandicapten (personen met een IQ tot 50), licht verstandelijk gehandicapten (IQ tussen 50 en 70) en zwakbegaafden (IQ tussen 70 en 85) met een ernstig chronisch probleem. Het aantal indicaties voor deze zorg steeg de afgelopen jaren met gemiddeld 7% per jaar. Bij de verklaring van deze groei kan het Sociaal en Cultureel Planbureau nu voor het eerst gebruikmaken van informatie over de mate van handicap (IQ). De groei blijkt geconcentreerd te zijn bij personen met een IQ boven de 50. In aantallen treffen we de grootste groei aan bij licht verstandelijk gehandicapten, in groeipercentages bij de kleinere groep zwakbegaafden. Deze groepen vragen vergelijkbare typen zorg en tellen veel jongeren. Al eerder (zie Ras et al. 2010 en nummer 2011/2 van dit tijdschrift) schreven we over de groeiende vraag naar zorg voor verstandelijk gehandicapten (VG-zorg). Toen bleek de oorzaak van de groei niet eenvoudig te duiden te zijn. Wel was duidelijk dat een aanzienlijk deel door de toestroom van jongeren werd verklaard. Ook groeide vooral de vraag naar extramurale zorg. Inmiddels beschikken we over recentere en meer uitgebreide informatie, wederom afkomstig van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). We kunnen hiermee de periode 1998-2009 overzien, met uitzondering van de jaren 2003-2005. Bovendien beschikken we nu voor een derde deel van de geïndiceerden ook over de mate van verstandelijke handicap, het IQ. Voor de ontbrekende IQ’s hebben we een beredeneerde inschatting gemaakt. Hiervoor hebben we het verband gebruikt dat we aantroffen tussen het IQ en een hele rij aan persoons- en zorgkenmerken. Een gevoeligheidsanalyse laat zien dat deze schatting behoorlijk betrouwbaar is. Meer informatie over de werkwijze is te vinden in Woittiez et al. (2012). De groei in het aantal geïndiceerden is in de periode 1998-2009 gemiddeld 7% per jaar geweest, van 81.000 naar 164.000 personen (zie figuur). De vraag van de groep ernstig verstandelijk gehandicapten (IQ<50) groeit echter nauwelijks. In 1998 vormen ze 59.000 personen, in 2009 bijna 63.000 (gemiddelde groei 0,6% per jaar). De groep licht verstandelijk gehandicapten groeit juist sterk, van 16.000 naar 68.000 personen (14% per jaar), evenals de zwakbegaafden (van 6.000 naar een kleine 33.000, 17% per jaar). Opvallend is dat de groeicijfers van de laatste twee groepen zo hoog liggen. Het zijn vooral, maar niet alleen, jongeren vanaf de schoolleeftijd tot een leeftijd van 25 à 30 jaar. 180000 zwakbegaafd licht 160000 ernstig 140000 120000 100000 80000 60000 40000 20000 0 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 De oorzaak van de groei kunnen we met onze gegevens wel lokaliseren (IQ>50; vooral jongeren) maar niet echt duiden. De bevolking groeide tussen 1998 en 2009 slechts met gemiddeld 0,5% per 351 jaar, en het aandeel jongeren daarin veranderde niet wezenlijk. We vermoeden dat allerlei maatschappelijke ontwikkelingen een rol spelen, zoals de verbeterde kwaliteit van de zorgvoorzieningen, de maatschappij die afwijkend gedrag minder accepteert, de toegenomen medicalisering en het afbrokkelen van informele steunnetwerken. Ook kwam er meer keuzevrijheid via het pgb. Niet alleen bij VG-zorg, maar ook bij bijvoorbeeld de jeugdzorg en de GGZ spelen dergelijke processen een rol en daar is eveneens sprake van stevige groei van het zorggebruik. Zal de groei verder doorzetten? Dit is een vraag die bij deze ontwikkeling gemakkelijk opkomt. In andere woorden: zijn er nog veel verstandelijk gehandicapten die op dit moment geen vraag uitoefenen, maar dat later wel kunnen gaan doen? Hierover bestaat helaas geen harde informatie. Internationale cijfers suggereren dat er in Nederland hooguit zo’n 160.000 licht verstandelijk gehandicapten en enkele honderdduizenden zwakbegaafden met ernstige problemen zouden kunnen zijn. Velen redden zich op dit moment kennelijk met hulp van familie of hebben wellicht een baan in de sociale werkvoorziening. Ook al liggen de groeicijfers de laatste drie jaar iets lager dan daarvoor, we kunnen slechts constateren dat er nog geen grens in zicht is. In het regeerakkoord van het kabinet Rutte stond een zogeheten IQ-maatregel aangekondigd. Hierbij zou de IQ-waarde 70 de grens worden voor VG-zorg binnen de AWBZ; zwakbegaafden met een zorgvraag zouden zich vanwege hun hogere IQ voortaan tot andere voorzieningen moeten wenden, zoals jeugdzorg en WMO. Volgens onze inschatting zou deze maatregel betrekking hebben op een kleine 33.000 zwakbegaafden. We zien in de CIZ-gegevens dat de zorgvraag van licht verstandelijk gehandicapten en zwakbegaafden veel op elkaar lijkt. Zwakbegaafden vragen wel wat minder uren hulp, maar ook zij vragen nog voor een derde deel langdurige intramurale zorg (bij licht verstandelijk gehandicapten ruim een derde deel). Al in april 2011 kwam het College voor zorgverzekeringen met een kritische uitvoeringstoets (CVZ 2011), vooral omdat de meting van het IQ lastig kan zijn met regelmatig wisselende uitkomsten. Met de recente val van het kabinet is de uitvoering van deze maatregel onzeker geworden. Het recente stabiliteitsprogramma rept van maatregelen om kosten in de AWBZ te besparen, maar wat dit voor de voorgenomen IQ-maatregel zal betekenen is nog onbekend. Al met al groeit de vraag naar VG-zorg en is er geen natuurlijke grens in zicht. Daarmee kan deze sector een factor van betekenis blijven voor de stijging van de zorgkosten. Hoe hier wijs mee om te gaan, zal nog wel enige tijd een ingewikkeld dossier blijven voor het beleid. G ERA ADP L E E GDE L I TE RATUUR CVZ (2011). http://www.cvz.nl/binaries/live/cvzinternet/hst_content/nl/documenten/rapporten/2011/rpt1104-iqmaatregel.pdf Michiel Ras, Isolde Woittiez, Hetty van Kempen & Klarita Sadiraj (2010). Steeds meer verstandelijk gehandicapten?Ontwikkelingen in vraag en gebruik van zorg voor verstandelijk gehandicapten 1998-2008. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Isolde Woittiez, Michiel Ras & Debbie Oudijk (2012). IQ met beperkingen. De mate van verstandelijke handicap van zorgvragers in kaart gebracht. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. 352