Thema: Multiculturaliteit

advertisement
Thema: Multiculturaliteit
Aanpassen of verschil maken?
Multiculturele geestelijke verzorging
Waarom christenen wel moeten…
En verder:
De Camillus Almanak
Ethiek in de ouderenzorg
Moreel beraad voor huisartsen
2
jaargang 8
juni 2006
zininzorg
T I J D S C H R I F T VA N R E L I Ë F O V E R Z O R G , E T H I E K E N L E V E N S B E S C H O U W I N G
Zinnebeeld: Interreligieus: het werkt
Frits Mertens ................................................................ 4
COLOFON
Zin in Zorg is een uitgave van Reliëf, christelijke vereniging van zorgaanbieders. Bij Reliëf zijn ruim 300 zorginstellingen met een christelijke signatuur aangesloten.
THEMA:
De missie van Reliëf is om vanuit christelijke inspiratie
Multiculturaliteit in de zorg
Aanpassen of verschil maken?
Thijs Tromp .................................................................. 5
invloed uit te oefenen op het maatschappelijk debat over
en de inhoud, uitvoering en organisatie van de zorg en
aldus bij te dragen aan de essentie van zorg. Vanuit die
missie richt Zin in Zorg zich op gezondheidszorg, ethiek
Diversiteit: een verrijkende ervaring
Multiculturele geestelijke verzorging in Medisch
Centrum Haaglanden
Wout Huizing ............................................................... 8
en levensbeschouwing in hun onderlinge relaties. Zin in
Zorg ver-schijnt vier maal per jaar.
ISSN: 1389-6490 / jaargang 8
Essay: De barmhartige Samaritaan:
icoon van transculturele zorg!
Myriam Steemers ......................................................... 10
Abonnementen
Lidinstellingen van Reliëf ontvangen twee abonnementen.
Aanvullende abonnementen kosten € 17,50 per jaar, losse
abonnementen € 24,75. Losse nummers € 6,25 + porto.
Multiculturaliteit
NIEUWS:
Advertentietarieven op aanvraag. Informatie en opgave:
Verenigingsnieuws ....................................................... 12
De Camillus Almanak
Een nieuwe wegwijs in het grensgebied tussen
kerk en zorg .................................................................. 13
Reliëf, Neckardreef 6, 3562 CN Utrecht, (030) 2610454,
fax (030) 2612529. E-mail: [email protected] of via de website
www.relief.nl. Abonnementen kunnen ieder moment van
het jaar ingaan. Opzeggingen moeten voor 1 december
gedaan worden.
INTERVIEW:
Met Johan Groen, Florence Den Haag
Ik geloof in een multiculturele samenleving
Jaap Huttenga ............................................................... 14
RECENSIE:
Chris Gastmans en Linus Vanlaere, Cirkels van zorg.
Eric Corsius ................................................................... 16
R E P O R TA G E :
Anders denken
Bevindingen van Interculturele Zorg Almere
Klaas Burger .................................................................. 18
Redactie
J.M. Beekers
F. Mertens
F.G.M. Pothof
M. Steemers – van Winkoop
T. Tromp (eindredacteur)
H.J. Veltkamp (voorzitter)
Redactieadres: Reliëf, t.a.v. A.J. Oppelaar,
Neckardreef 6, 3562 CN Utrecht
Redactieadviesraad
H.P. Meininger / H. Jochemsen / B. Blaauw,
T. Rütter / W.P.H.M. Cranen / H. Bakkerode,
C.J.W. Leget / J.C. Lam / F.H. Kamsteeg,
M. Laterveer / E. van Reij-Pieterson / D. Vollebregt,
A. van Balkom / E.B. Mulder
Uitgave, layout en druk: Berne, Heeswijk
Omslag Foto: Horatio Sormani
A C H T E R G R O N D : Tussen sjabloon en ontmoeting
Over multiculturele communicatie
Menno van Oel............................................................. 20
Moreel beraad voor de huisarts: meerwaarde!
Cunera Jonker en Inge van Nistelrooy ....................... 22
ETHIEK UIT HET VUISTJE:
Scheren
Karin Seijdell................................................................. 23
Agenda .......................................................................... 24
red a c t ioneel
Nog altijd zit in mijn agenda een taalkaartje met ‘goedendag’,
‘hoe gaat het met u?’ en nog een paar van die ijsbrekertjes in het
Turks en Marokkaans. Dat leek mij handig, toen ik als geestelijk
verzorger in een ziekenhuis ging werken. We inventariseerden ook
de gezamenlijke talenkennis die onder personeelsleden aanwezig
was, om waar nodig te kunnen tolken. Voor varkensvlees en andere
gruwelen bood onze keuken altijd al passende alternatieven, en
wanneer onze moslimpatiënten het Suikerfeest vierden zorgden
we voor baklava en dadels. Al met al een mooi stukje in de goede
richting, toch? Eigenlijk voelden we ons als ziekenhuis wel een
beetje pionier: bij ons was de multiculturele samenleving allang
geaccepteerd.
De andere kant was er natuurlijk ook. “Die van hem komen altijd
minstens met hun twaalven, en een herrie dat ze maken!” Hem was
de Marokkaanse man in het vierde bed, en die van hem zijn grote
familie. Geduldig legden we uit dat het in zijn cultuur nu eenmaal
zo is dat wie op ziekenbezoek kan komen ook moet komen. Niks om
de beurt, gewoon allemaal samen. Over en weer probeerden we wat
begrip te kweken. Mijn trofee werden twee oudere mannen, samen
op één kamer, de één moslim, de ander gereformeerd, die voor
elkaars welzijn en familie baden. Kom, mensen, schik een beetje voor
elkaar in. We zijn immers allemaal mensen, en samen bezig om een
multiculturele samenleving te worden?
Voetbalgekte
Dat was zo’n beetje hoe we daar tot een jaar of vijf geleden over
dachten. Toen kwam 11 september 2001, en drie jaar later de moord
op Theo van Gogh. De sfeer werd een stuk grimmiger. Het schone
multiculti-streven met vooral veel begrip voor elkaar werd door
kritische commentatoren als Paul Scheffer en Ephimenco ontmaskerd
als een naïef ideaal (op z’n best) of zelfs een gevaarlijke ideologie (op
z’n slechtst).
Inmiddels gebruik ik dat taalkaartje nog maar zelden. Van wie in
Nederland woont mag enige kennis van de daar gesproken taal
worden verwacht. Plus enig inzicht in de cultuur.
Waar zijn we sindsdien aangeland, en hoe gaan we van hieruit verder?
Voor u, als lezer van deze Zin in Zorg, een vitale vraag. Want als we
elkaar érgens tegenkomen als Neder- en medelanders, dan wel in
onze zorginstellingen. Hoe doen we dat? Wat gaat er goed? Wat kan
en moet beter? Bestaat er wel zoiets als multiculturele zorg, en hoe
ziet die eruit? Hoe kan de christelijke levensvisie hier een leidraad
vormen? Of om bij Myriam Steemers in dit nummer aan te sluiten:
dat die Samaritaan uit Jezus’ gelijkenis behalve barmhartig ook
allochtoon was, wat zegt ons dat als zorgverleners?
Henk Veltkamp
En dan hebben we het nog niet eens gehad
Klein leed? In elk geval niet te vermijden.
over het wk-voetbal. In het publiek domein
Maar het hoort er niet bij, volgens mij.
weer niet te vermijden. Ik kan zelfs oranje
Goeiemorgen Jeanne, goede reis gehad?
postzegels kopen met daarop het hoofd van
In een nummer over multiculturele zorg zou
Mijn collega Jeanne komt altijd met de bus
een begenadigd schutter!
het kunnen gaan over inburgeren: wat vinden
naar Utrecht, met de Q-liner van Arriva.
we gewoon in Nederland, welke mores leren
Ze is meestal wel tevreden over die reis,
Het klein leed gaat het verzorgingshuis niet
we aan of juist af? Is Oranjegevoel gewoon?
alleen die herrie! Die herrie? Ja in de bus
voorbij. De hele grote zaal wordt oranje,
Hoort je hart op te springen bij het horen van
komt ’s morgens vroeg Sky Radio uit de
televisies worden grootbeeld, bij de koffie
de naam Van Nistelrooij? Wanneer we de
boxen? Iedereen houdt daarvan. Nou ja bijna
worden oranje petitfourtjes geserveerd. En,
patiënt respecteren, wanneer we aandacht
iedereen. Klein leed, niet te vermijden. Het
toppunt van vreugde, het personeel loopt met
geven aan persoonlijke omstandigheden
hoort erbij.
oranje mutsen en een enkeling draagt zelfs
moeten we hem niet blootstellen aan
Neêrlands driekleur guitig op de konen! Is
ongevraagde collectiviteit, aan collectieve
Kerst 2005: ineens word ik bij de bakker
dat leuk? Draagt het bij aan goede zorg? Ik
gekte. Niet iedere Nederlander is voetbalgek.
geholpen door een verkoopster met een
vraag het me af. Volgens mij wordt bewoners
Ik hoop dat we daar een beetje oog voor
kerstmannenmuts compleet met flikkerend
niet gevraagd of ze dat leuk vinden al die
houden tijdens het WK. En daarnaast hoop
rood sterretje op haar blonde hoofd: da’s
Worldcupfranje! Wanneer de nationale hype
ik natuurlijk dat we wereldkampioen worden,
vrolijk toch? Iedereen vindt dat leuk. Nou ja,
rond ons Nederlands elftal weer opspeelt,
want ‘we zijn natuurlijk de beste’!
bijna iedereen. Klein leed, niet te vermijden.
vergeten we ineens bewoners, patiënten of
Het hoort erbij.
cliënten te vragen of ze wel gediend zijn van
Paul van Mansum
deze collectieve gekte in hun woonomgeving.
|
3
Z I N N EB EELD
I n te r re l igieus:
h e t w e r kt
‘De multiculturele samenleving werkt in het ziekenhuis. Het
wordt intercultureel. Het stiltecentrum is daarvan een exponent.’
Dat zegt Ari van Buuren, afdelingshoofd van de Dienst Geestelijke
Verzorging (DGV) van het UMC Utrecht en predikant. Deze DGV is
een voortrekker in zijn interculturele en interreligieuze beleid, en
kreeg daarvoor in september een internationale prijs. Er werken
twee moslim geestelijk verzorgers (een man en een vrouw), twee
r.k. pastores (een man en een vrouw), een humanistische raadsman
en een humanistisch raadsvrouw, een hindoe geestelijk verzorger,
en drie predikanten (een man en twee vrouwen). Hun ervaringen
bevestigen dat de dialoog tussen mensen van verschillende gelovige
achtergronden op gang komt. ‘Geestelijke verzorging kan een ijsbreker en voortrekker zijn in de interculturalisatie zoals die door het
ministerie van VWS en door de inspecteur gezondheidszorg minderheden wordt bepleit. Dit houdt een broodnodige subtiele verandering in: in plaats van vluchten in vooroordelen, isolement en angst
gaat men met elkaar in gesprek. Patiënten van allerlei religieuze en
FOTO: FRITS MERTENS
seculiere levensbeschouwingen ontmoeten de hulpverleners, maar
ook elkaar. In de interreligieuze dialoog kunnen we komen van verscheurende passies tot compassie of mededogen,’ aldus van Buuren.
‘Het gaat om begrip voor elkaars waarheden.’
Geestelijke verzorging speelt in op een veelkleurig geloofsterrein.
Het scala aan kleuren neemt alleen maar toe. Veel mensen betreden
ook andere paden om een eigen geloofswaarheid te ontdekken.
Naast de eigen traditie doen elementen uit andere tradities hun
intrede. Menigeen zoekt een eigen combinatie van verschillende
elementen uit verschillende gelovige tradities. Hoe dat werkt, zien
we in dit stiltecentrum van het Universitair Medisch Centrum
Utrecht.
Oproep: heeft uw instelling ook een beeld, schilderij of logo dat geschikt is voor deze rubriek van Zin in Zorg,
stuur dan een e-mail aan de redactiesecretaresse Anjo Oppelaar: [email protected].
4
|
ZINNEBEELD
Frits Mertens
M U LT I C U LT U R A L I T E I T
A a n p a ssen of verschil maken?
Thijs Tromp
Een beetje vreemd misschien? Dat Reliëf een themanummer wijdt aan multiculturele zorg? Waarom zou een christelijke
vereniging zich op dit thema bezinnen? Het antwoord is eenvoudig. De meeste zorgaanbieders met een christelijke identiteit
vinden, juist op grond van hun identiteit, dat ze zorg moeten bieden, ongeacht geloof of de etnische afkomst van de
zorgvrager. Dit past bij de bijbelse opdracht om God en de naaste lief te hebben, het bijbelse dubbelgebod,
onlangs nog eens onderstreept door paus Benedictus XVI in de encycliek Deus caritas est.
Het is dan ook niet verwonderlijk
dat het overgrote deel van de organisaties die lid zijn van Reliëf al
ervaring heeft met multiculturele
zorgverlening. Wel moet gezegd
worden dat de wijze waarop en
de mate waarin van instelling tot
instelling sterk uiteenloopt.
Afnemende belangstelling
Het thema ‘multiculturaliteit en
zorg’ staat beduidend minder in de
belangstelling dan enige jaren geleden. Dat heeft alles te maken met
de omslag in het politieke klimaat
in ons land. Thema’s als veelkleurig
samenleven en interculturele uitwisseling hebben plaats gemaakt
voor onderwerpen als aanpassing,
inburgering en restrictief asielbeleid. 11 September 2001, het optreden van Fortuyn, de moord op Van
Gogh worden als markeringspunten gezien voor deze omslag. Maar
het zijn langer bestaande gevoelens van ongerustheid en onbehagen die onder woorden gebracht
worden. Paul Scheffer had immers
in 2000 al zijn geruchtmakende
essay gepubliceerd onder de titel
‘Het multiculturele drama’. In dat
essay stelde hij zich de vraag hoe
wij het ons konden veroorloven dat
de maatschappelijke problemen
zich in rap tempo ophoopten voornamelijk onder allochtone minderheden. Werkloosheid, schooluitval,
criminaliteit en een gebrek aan
deelname aan de samenleving.
Achter een façade van tolerantie en
romantische beelden over andere
culturen schuilde volgens hem een
werkelijkheid van verwaarlozing
van problemen.
De vorm van tolerantie die we in
Nederland huldigden was van het
liberale soort: ruimte op afstand.
Iedereen mag doen wat hij wil,
zolang het mij maar niet bedreigt.
Werkelijke ontmoeting of toenadering bleven marginale projecten
van enthousiastelingen. Deze vorm
van tolerantie lijkt op negeren.
Terwijl we weten dat echte tolerantie alleen slaagt als we elkaar leren
kennen, als we elkaar kunnen
verdragen omdat we niet bang zijn
voor elkaar. Dat vraagt om sympathie en bewogenheid.
Aanpassing
Inmiddels is het politieke klimaat
omgeslagen. Er wordt gehandhaafd, beschaafd, ingeburgerd, gedwongen gespreid, teruggestuurd,
gelik-op-stukt en aangepast. Het
lijkt er op dat er een nieuwe canon
van Nederlanderschap is vastgesteld. Aanpassing aan die canon
luidt het devies.
Ik zal niet ontkennen dat er iets
moest gebeuren en bepaalde maatregelen zullen ook zeker effectief
zijn. Maar het heeft er alle schijn
van dat we nu naar de andere kant
van het liberale spectrum doorschieten. We pakken nu wel de
problemen aan maar op een repres-
sieve manier. Opnieuw zijn ontmoeting en begrip niet het doel,
maar aanpassing en handhaving.
Een m.i. ongewenste uitkomst van
dit proces is dat het thema multiculturaliteit nu vooral geassocieerd
wordt met problemen. Opnieuw
is er weinig aandacht voor culturele eigenheid van mensen en de
daarmee verbonden religieuze
oriëntatie.
“Echte
tolerantie
Gevolgen voor de zorg
slaagt alleen
Voor de zorgsector heeft deze politieke omslag ook gevolgen. Alies
als we elkaar
Struijs1) beschrijft hoe de beleidsvoornemens van het tweede Paarse l e r e n k e n n e n . ”
Kabinet direct na het aantreden
van Balkenende I ingrijpend zijn
gewijzigd. Het beleid was erop gericht om de zorg cultuurgevoeliger
te maken, dat wil zeggen om de
zorgvragers en zorgverleners meer
op elkaar te laten aansluiten. Zorgprofessionals en zorgaanbieders
dienden rekening te houden met
de specifieke culturele eigenheden
van patiënten, cliënten en bewoners en anderzijds dienden allochtone zorgvragers meer bekend te
raken met de waarden en normen
in de Nederlandse gezondheidszorg. Voorlichting van allochtonen
en gedegen aandacht voor multiculturaliteit in de opleidingen van
zorgprofessionals zouden worden
gestimuleerd. Een expertisecentrum zou de goede ervaringen die
her en der in Nederland waren
>>
THEMA
|
5
M U LT I C U LT U R A L I T E I T
Je bent zo
mooi
anders
dan ik,
natuurlijk
niet meer of
minder
maar
Daarnaast blijkt ook dat het met
de achterstand in de gezondheid
van allochtonen wel meevalt (in
elk geval is het beeld per subgroep
sterk wisselend). Verder is de
minister van mening dat het de
verantwoordelijkheid van de burgers zelf, van de zorgsector en van
de lokale overheden is om de aanpassing verder te stimuleren.
Vanuit de zorg zelf bekeken
zo mooi
anders,
ik zou je
nooit
anders dan
anders willen.
Hans Andreus
opgedaan bundelen en de kennis
breed verspreiden in de zorgsector.
Er zou bovendien gewerkt worden
aan eenduidige normen en richtlijnen voor interculturele gezondheidszorg.
Van dat alles is niets terecht gekomen. Balkenende I schrapte bijna
het gehele budget om interculturalisatie te bevorderen. Vanaf 2004
stelt minister Hoogervorst jaarlijks
slechts 150.000 euro beschikbaar
voor multiculturele initiatieven
in den lande. Volgens de minister
bleek namelijk uit de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2002 van het
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) dat het met
de achterstanden van allochtonen
in de gezondheidszorg wel meevalt. De toegankelijkheid van de
zorg is op zich prima, allochtonen
maken alleen anders gebruik van
de beschikbare voorzieningen.
6
|
THEMA
De overheid laat het kennelijk
afweten op het punt van multiculturele zorgverlening. Maar wat kan
vanuit de praktijk van de zorg zelf
over dit thema gezegd worden? Is
goede zorg gediend met aandacht
voor culturele diversiteit? En, zo ja,
waarom?
Het onderwerp communicatie
springt in dat verband het eerst in
het oog. Heldere communicatie is
een voorwaarde voor goede zorg.
Cliënten moeten immers duidelijk
kunnen maken wat hun gezondheidsprobleem is en zorgprofessionals moeten helder maken wat
zij denken dat zij voor hun cliënt
kunnen doen, om maar eens iets te
noemen. Taalproblemen kunnen
voor een goede zorgverlening een
barrière vormen.
Maar het onderwerp communicatie is hoogstens het voorportaal
van een werkelijkheid die veel
wezenlijker is voor zorg. Zorg is
meer dan het stellen van een
diagnose en het aandragen en
uitvoeren van een therapie. Als
het zo eenvoudig was, dan zou
multiculturaliteit in de zorg een
equivalent zijn van interculturele
communicatietechniek. Maar zorg
is geen technische handeling, zorg
is ten diepste het aangaan van een
relatie tussen kwetsbare mensen,
vaak op kwetsbare momenten. Wie
zich tot een professionele zorgverlener wendt doet dat vanuit een
bepaalde behoeftigheid of nood.
Uiteraard maakt het een groot verschil of iemand zich met een aanhoudende verkoudheid bij de huis-
arts meldt of dat iemand met een
psychose in een psychiatrisch ziekenhuis wordt opgenomen. Er zijn
verschillen in de mate van nood of
behoeftigheid. Maar dat doet niets
af aan het principiële karakter van
de zorg als het aangaan van een
relatie. Die relatie is moreel gekwalificeerd. Dat wil zeggen, wie zich
tot een professionele hulpverlener
wendt mag erop vertrouwen dat de
hulpverlener het goede met haar of
hem voor heeft.
Het gaat om betekenis
Wat het goede voor iemand is, ligt
niet bij voorbaat vast. Dat hangt
van de vraag af, of van de klacht, of
van een appel dat niet eens goed
onder woorden kan worden gebracht, ook al beheerst de patiënt
zijn Nederlands als Brugman. Maar
het hangt ook af van wie degene is
die om advies of om hulp vraagt.
Een oudere in een verpleeghuis
die de laatste twintig jaar van zijn
leven alleen heeft gewoond heeft
mogelijk andere sociale behoeften
dan een oudere die tot aan zijn
opname in een beschermende
woonvorm heeft gewoond. Een
Turks echtpaar dat zorg nodig
heeft voelt zich mogelijk meer
bezwaard om een beroep te doen
op thuiszorg dan een autochtoon
echtpaar. Marokkaanse vrouwen
somatiseren doorgaans meer (zegt
men) dan de gemiddelde autochtoon, maar wat hebben we met
deze vaststelling bereikt? De vraag
is steeds, wat is het goede voor
deze mens in deze specifieke situatie. En die vraag behelst meer dan
een diagnose. Dan gaat het naast
feiten vooral ook over de betekenis
die aan die feiten wordt gehecht.
Wat betekent ziekte, wat betekent
lichamelijkheid, wat betekent de
seksuele identiteit, wat betekent
ouderdom en ga zo maar door.
Wordt ziekte of handicap gezien
als een straf? Of als iets waar je je
voor moet schamen? Of wordt de
zieke beschouwd als een vlek op
>>
M U LT I C U LT U R A L I T E I T
het blazoen? Aandacht en begrip
voor deze betekenisaspecten van
ziekte en gezondheid maken de
kern uit van wat zorg is. Dat zijn
geen extra’s die er in tijden van
bezuiniging af kunnen.
Hoe staat het ervoor?
Maar hoe staat het ervoor met die
zorg voor het cultureel bepaalde lichaam en de religieus georiënteerde ziel? De ervaringen lopen per
sector in de zorg behoorlijk uiteen.
En bovendien zijn er grote verschillen binnen iedere zorgsector
op zich, afhankelijk van grootte,
visie en de plaats in het land. In de
Randstad wonen relatief de meeste
allochtonen en de zorgaanbieders
daar hebben doorgaans veel meer
ervaring met multiculturele zorgverlening dan bijvoorbeeld in het
Oosten of Noorden van het land.
Maar ook deze uitspraak zegt te
weinig. Sommige instellingen in
de Randstad hebben overwegend
witte bewoners, terwijl andere
juist van interculturele zorgverlening hun speerpunt hebben
gemaakt. Het beeld is veel te divers
om daar een bevredigende schets
van te geven.
Wat wel gesteld kan worden
is dat bij huisartsen en andere
eerstelijns hulpverleners en in
ziekenhuizen de drempel voor
allochtone zorgvragers het laagst
lijkt. In deze sectoren nadert het
aantal allochtone zorgvragers de
samenstelling van de landelijke
bevolking. In de jeugdzorg is het
aantal allochtone zorgvragers relatief oververtegenwoordigd, wat
gedeeltelijk verklaard wordt uit de
achterstandspositie van bepaalde
groepen allochtone jongeren. In de
GGZ, de ouderenzorg en de zorg
voor verstandelijk gehandicapten
daarentegen weerspiegelt het
aantal allochtone zorgvragers in
het geheel niet de landelijke samenstelling. Vooral in intramurale
settings is dit percentage bijzonder
laag. Wat daar precies de redenen
voor zijn is niet helemaal duidelijk.
Feit is dat bepaalde groepen nietwesterse allochtonen de zorg voor
hun ouderen en zieke familieleden
liever in familiekring regelen.
Maar dat geldt lang niet voor alle
groepen. Een andere verklaring
is dat allochtonen wel degelijk
gebruik zouden willen maken
van intramurale zorg maar dat de
drempel van een instituut te hoog
is omdat ze de cultuur van de instelling als vervreemdend ervaren.
Het blijkt uit geslaagde projecten
dat het al scheelt als er één schaap
over de dam is.
Mogelijk dat het helemaal niet
wenselijk is de intramurale zorg
voor alle allochtonen toegankelijk
te maken. Misschien dat (intensieve) thuiszorg en mantelzorgondersteuning een veel betere strategie
is. Maar ook dan geldt dat die vorm
van zorg goed moet worden afgestemd op de specifieke behoeften.
De inzet van allochtone zorgconsulenten (waar er nog veel te weinig
van zijn) is een mooi voorbeeld
van hoe de zorg van huisartsen en
thuiszorgorganisaties steeds beter
kan aansluiten bij de allochtone
zorgvrager. Veel zorgaanbieders in
de ouderenzorg en de verstandelijk
gehandicaptenzorg nemen desondanks initiatieven om potentiële
allochtone cliënten te gaan opzoeken. In enkele gevallen slaagt men
er bij intramurale settings wel in
om allochtone zorgvragers een
tehuis te bieden. Een mooi voorbeeld daarvan geeft Johan Groen
(zie elders in dit nummer). Ook
de instelling voor ouderenzorg De
Schildershoek in Den Haag moet
dan genoemd worden. Maar er
blijkt wel een prijskaartje aan te
hangen. Goede multiculturele zorg
vraagt een enorme investering in
(gemotiveerd) personeel en gedifferentieerde voorzieningen. De overschrijdingen van de budgetten in
De Schildershoek doen vrezen dat
dit voorbeeld niet op korte termijn
landelijke navolging krijgt.
Verschil maken
Wie op zoek gaat naar de stand
van zaken ten aanzien van multiculturele zorgverlening krijgt een
fragmentarisch beeld te zien. Dé
allochtone zorgvrager bestaat niet,
landelijke normen voor multiculturele zorgverlening ontbreken,
de toegankelijkheid van de zorg is
zeker niet over de gehele linie optimaal. Tegelijkertijd zijn er tal van
hoopgevende initiatieven, vaak geinitieerd door en daarmee afhankelijk van bevlogen enkelingen. Er
ligt een opvallende parallel tussen
het pleidooi voor de aandacht voor
de culturele identiteit van de zorgvrager en het pleidooi aandacht
te hebben voor de levensbeschouwelijke identiteit van zorgvragers.
Beide pleidooien overstijgen het
neoliberale transactiemodel. Het
vraagt doorzettingsvermogen en
lef om de zorgvrager niet te reduceren tot standaardmens maar te
blijven zien als een mens die verschil maakt door wie hij of zij is.
Thijs Tromp is stafmedewerker van Reliëf
“ Wa t i s h e t
goede voor
deze mens in
deze specifieke
situatie?”
Noot
1) Alies Struijs, ‘Interculturalisatie van de gezondheidszorg: een uitdaging voor de overheid?’
In: TGE 14 (2004-4) 98-102
Met dank aan Inge van Nistelrooy voor haar waarde-
THEMA
|
7
M U LT I C U LT U R A L I T E I T
Thema interview: Dienst Geestelijke Verzorging MC Haaglanden
FOTO’S MEDISCH CENTRUM HAAGLANDEN
Di ver siteit : een ver r ijkende er v ar ing
Wout Huizing
Over spiritualiteit in de gezondheidszorg
Voor sommigen is het een vraag of het wel moet en of het mogelijk is: in een christelijke zorginstelling voluit geestelijke
begeleiding geven aan moslims en hindoes en stilstaan bij hun feesten en rituelen. Niet voor de Dienst Geestelijke Verzorging
in Medisch Centrum Haaglanden, locatie Westeinde. Een gesprek met Ad de Gruijter (pastor), Mualla Kaya (moslim geestelijk
verzorger) en Atty Rhamdani (hindoe geestelijk verzorger / pandit).
"Aandacht
voor
spiritualiteit
verbetert de
resultaten
van de zorg"
8
|
THEMA
Aandacht voor multiculturele zorg: noodzaak of visie?
‘Soort bij soort?’
Ad : De start van multiculturele geestelijke verzorging
werd uiteraard ingegeven door het groeiend aantal
patiënten dat moslim of hindoe was. Maar het was
niet alleen een kwestie van noodzaak, veeleer ook
van overtuiging. We willen respect tonen voor
patiënten met verschillende levensbeschouwelijke
achtergronden. Ging Jezus niet met iedereen om,
zonder te vragen naar achtergronden of voorwaarden
te stellen? Belangrijk is: wat kan ik voor die ander
betekenen? Vanuit die visie moet je in een christelijke
zorginstelling beschikbaar zijn voor ieder mens.
Attry: Acht jaar geleden keken we naar de namen
van patiënten en besloten op basis daarvan om bij
iemand langs te gaan. Maar soms vergisten we ons
en bleek iemand helemaal geen hindoe of moslim
te zijn. Niet achter elke Surinaamse naam gaat een
hindoe of een moslim schuil. Zulke misverstanden
leverden soms verrassende gesprekken op! Momenteel
werken we deels territoriaal: elke geestelijk verzorger
heeft een eigen afdeling in het ziekenhuis. Daar doet
hij of zij mee met teamoverleg, geeft daar klinische
lessen, is aanspreekpunt voor vragen en begeleiding.
Daarnaast verwijzen we naar elkaar door. Er zijn
immers bepaalde rituelen die je alleen vanuit de eigen
achtergrond kunt of mag doen.
Attry: Veel instellingen kiezen voor het ‘consultmodel’:
op afroep een imam of pandit erbij roepen om in
een bepaalde situatie begeleiding te bieden. We
merken dat het effectiever is om een permanente
(multireligieus) samengestelde dienst geestelijke
verzorging te hebben. Dan word je niet alleen
geroepen in incidentele gevallen, maar krijg je in
het ziekenhuis een brede adviesfunctie. Zo kun je op
verschillende momenten zaken uitleggen, informatie
geven en stimuleer je het nadenken over hoe met
bepaalde situaties om te gaan.
Wat zijn reacties van patiënten?
Mualla: Uiteenlopend. Vooral moslim mannen die
oorspronkelijk uit een stad komen vinden het heel
gewoon dat ik als vrouw met hen in gesprek ga. Maar
soms bespeur ik moeite. Mooi is dan dat aan het einde
van een gesprek iemand iets opmerkt als: ‘Ik hoop
niet dat ik u in verlegenheid heb gebracht, omdat ik zo >>
open ben geweest.’
M U LT I C U LT U R A L I T E I T
Ad: Een nadeel van territoriaal werken is dat
patiënten, die een andere geloofsovertuiging hebben
dan de geestelijk verzorger, soms gaan praten over het
geloof van de geestelijk verzorger, over hindoeïsme of
islam en niet over hun eigen situatie.
Bijvoorbeeld: wat betekent vasten voor je? Of: wat
vier je en hoe vier je feesten? Binnen het ziekenhuis
worden niet alleen de christelijke feestdagen gevierd,
maar ook het Suikerfeest en het Diwalifeest. Daar
wordt inmiddels alom naar uitgekeken!
Attry: Ik stel me altijd voor als behorend tot de dienst
geestelijke verzorging. Ik ben deel van het geheel. Een
leuke ervaring is bijvoorbeeld dat een patiënt (niet
hindoe) een gesprek met mij aanvraagt, omdat hij mij
in gesprek heeft gehoord met een hindoe-patiënt.
Wat wil je in elk geval gezegd hebben?
Moet een geestelijk verzorger voor iedereen gesprekspartner
kunnen zijn?
Ad: De brede inzetbaarheid behoort bij de
professionele geestelijk verzorger en is ook een wens
vanuit de beroepsvereniging. Maar in hoeverre die
brede inzetbaarheid echt mogelijk is, moet zich
nog uitkristalliseren. De huidige moslim en hindoe
geestelijk verzorgers in de zorg zijn in dit opzicht
echte pioniers.
Attry: Ik wil liever aangesproken worden als geestelijk
verzorger dan als ‘pandit’. De pandit is binnen de
geloofsgemeenschap vooral aanwezig door middel
van rituele begeleiding van families bij belangrijke
momenten in hun leven. In het ziekenhuis ligt de
nadruk minder op de rituelen. Als geestelijk verzorger
heb je een eigen professionele bagage.
Wat ervaar je in de samenwerking?
Enthousiast vertellen de geestelijk verzorgers over
een interreligieuze viering ter gelegenheid van
het 125 jarig bestaan van het ziekenhuis. Dat was
indrukwekkend. Een viering met een RK koor,
een hindoe zangkoor en jongeren die de koran
reciteerden. Uit zowel de Bijbel, Koran als de
Bhagavadgita werd een verhaal gelezen over een
boom die vruchten voortbrengt. De pastor, de hindoe
en moslim geestelijk verzorgers spraken daarover,
samen werd gezongen en aan het einde werden
dadels uitgedeeld. Zo leer je genieten van elkaars
achtergrond. Je belééft iets samen.
En je leert ook van elkaar. Je wordt aan het denken
gezet over je eigen uitgangspunten en geloof.
Attry: In acht jaar zijn we gegroeid als dienst
geestelijke verzorging. De dienst is zichtbaarder
geworden, de vraag naar geestelijke verzorging neemt
toe. Men raakt bekend met multiculturele geestelijke
verzorging. Dat is goed om te mee te maken.
Ad: Beschouw de diversiteit niet als iets exotisch.
Ik stel vast dat de profi lering van de geestelijke
verzorging in de lift is gekomen door de aanwezigheid
van hindoe en moslim geestelijk verzorgers: de
geestelijke verzorging werd alom ingeroepen als
deskundige bij situaties waar levensbeschouwelijke
aspecten van belang zijn. We hebben dus als dienst
geprofiteerd van onze brede samenstelling.
Mualla: Voor mensen met een islamitische
achtergrond is het niet vanzelfsprekend dat een
geestelijk verzorger aan hun bed komt. Ze weten
weinig tot niets over de inhoud van deze functie.
Bij de derde generatie moet geestelijke verzorging
bekender worden. We moeten stimuleren dat ze bij
ons terecht kunnen voor goede geestelijke verzorging.
Als het aanbod er is en je komt met mensen in
gesprek, dan blijkt de waarde. Telkens weer.
“Niet achter
elke
Surinaamse
naam gaat
een hindoe of
een moslim
schuil.”
Tot slot krijg ik het jaarverslag van de dienst
geestelijke verzorging over 2005 uitgereikt, met
vermelding van een uitvoerig patiënttevredenheidsonderzoek naar het werk van de geestelijke
verzorging. Overallcijfer: 8,3. Het heeft, naast
deskundigheid, ongetwijfeld te maken met het feit dat
hier een team aan het werk is dat elkaar respecteert,
ondervraagt, én uitstraalt hoezeer het een verrijking
is om oog te hebben voor de ander die weliswaar
‘anders’ is dan jezelf, maar waarin je tegelijk jezelf
volop herkent. Er speelt me een gedichtje van Hans
Andreus door mijn gedachten: ‘Je ben zo mooi anders
dan ik.’
Wout Huizing is stafmedewerker van Reliëf
en geestelijk verzorger in Tabitha te Den Haag
De samenstelling van de dienst geestelijke verzorging van Medisch Centrum Haaglanden wordt bepaald door de
katholieke signatuur van ziekenhuis, maar ook door de patiëntenpopulatie en door de samenstelling van de medewerkers. Op dit moment heeft de dienst zes geestelijk verzorgers, 3 katholiek, 1 protestants, 1 moslim (de eerste
vrouwelijke moslim geestelijk verzorger in Nederland) en 1 hindoe (totaal 4,22 fte).
THEMA
|
9
M U LT I C U LT U R A L I T E I T
Thema essay:
D e b a r mhartige Samaritaan:
i c o o n v an transculturele zorg!
Myriam Steemers
Langzaam maar onafwendbaar en onomkeerbaar wordt ook de zorg multicultureel. Is in veel instellingen het gesprek over
de gemengd christelijke populatie net gewoon geworden, nu doet de gemengd religieuze populatie haar intrede.
Wat betekent het christendom in deze ontwikkeling? Wat betekenen andere (religieuze) culturen voor de zorg?
Onze westerse gezondheidszorg
is ontstaan vanuit de christelijke
overtuiging dat mensen de
taak hebben om voor anderen
te zorgen. Model voor deze
christelijke zorgvisie staat het
verhaal van de barmhartige
Samaritaan uit het Evangelie
volgens Lukas. (Lukas 10:28–37).
Later in de kerkgeschiedenis
ontstonden de beelden van de
mater dolorosa (Maria die vol
verdriet staat bij het kruis van haar
zoon Jezus) en de piëta (het beeld
van Maria die haar overleden zoon
Jezus in de armen draagt). Toch is
er een wezenlijk verschil tussen
deze afbeeldingen Om bij de
laatste te beginnen: de piëta is de
moeder die rouwt om een dierbare
die zij heeft verloren. Het is eigen,
niet grensoverschrijdend. Bij de
mater dolorosa is dat ook het geval.
Ook hier is het verdriet gericht op
het verlies van een dierbare. Maria
rouwt om haar zoon aan het kruis.
Zorg van een vreemde
De afbeelding van de barmhartige
Samaritaan is van een heel andere
orde. Hier is het de ongewenste
vreemdeling die een geslagen
man op zijn ezeltje helpt en hem
naar een veilig oord, een herberg,
10
|
THEMA
brengt. Hier gaat het om hulp en
om zorg van een vreemde, een
niet-jood, een allochtoon, voor een
joods slachtoffer van een geweldsmisdrijf. Dit beeld staat aan de
wieg van de christelijke zorg. Lang
was die zorg een blanke, westerse
en vooral christelijke aangelegenheid maar nu zijn we in een tijd
aangekomen dat dit beeld een diepere betekenislaag toont. Dit wordt
duidelijk wanneer je in een zorginstelling rondloopt en de liefdevolle
zorg ziet voor en van mensen uit
andere, vooral niet-westerse,
culturen. Dit ziende dacht ik
aan het prachtige schilderij van
Vincent van Gogh van de barmhartige Samaritaan. Hij schilderde het
in Auvers-sur-Oise. Dit schilderij
toont de barmhartige Samaritaan
als icoon voor de transculturele
zorg. Het bijbelverhaal sluit ineens
naadloos aan bij de actualiteit van
vandaag, sterker nog, die actualiteit maakt ons gevoelig voor een
dieper liggende boodschap die er
altijd in verborgen lag maar zich in
onze tijd nadrukkelijk toont.
Zorg voor de vreemde
De perikoop uit Lukas is voor talloze mensen een bron van inspiratie en de basis voor hun inzet
in de zorg geweest. Hierdoor kon
ziekenzorg ontstaan waarbij niet
de rijke, machtige, maar juist de
hulpbehoevende, arme en kwetsbare mens centraal staat. Een
omkeer in aandacht waardoor aandachtige zorg ontstond. De mens
die afhankelijk en hulpbehoevend
was, werd tot naaste. Niet het
eigene en vertrouwde, niet de zoon
of broer, maar de vreemde mens
die niet in tel was, daar ging het
om. Dat hebben christenen door
de eeuwen heen goed begrepen
en dat heeft hen ook bewogen tot
zorg. Romeinse christenvrouwen
als Fabiola en Paula richtten in
de vierde eeuw ziekenhuizen op,
kloosters namen de zorg voor
zieken en vreemdelingen op. Het
inrichten van een ziekenzaal werd
als een verplichting vastgelegd in
de Benedictijner regel. Later hebben andere kloosters dit gebruik
overgenomen. In ziekenhuizen,
eerst godshuizen, later gasthuizen
genoemd, waren met name vrouwen werkzaam als verzorgenden.
Ook diaconessen hebben een
belangrijk aandeel gehad in de
zorg voor zieken en stervenden.
Onze westerse gezondheidszorg
heeft zich ontwikkeld langs de
lijn van het christendom. Die zorg >>
M U LT I C U LT U R A L I T E I T
en aandacht werden geïnspireerd
door het leven van Jezus en het
voorbeeld dat hij gaf in het verhaal
van de barmhartige Samaritaan.
Samen zorgen in een
multicultuur
In de vorige eeuw zette in
Nederland het culturele proces van
de secularisatie door en verloor
het christendom terrein. De zorg
verloor, of werd ontdaan van, haar
christelijke inspiratie. Mede daardoor raakte de gezondheidszorg
in een crisis. De voorbije decennia
hebben we gezien hoe onmisbaar
de christelijke inspiratie is voor
de zorg. Vanaf de jaren negentig
is er steeds meer aandacht voor
wat wel de vierde dimensie van de
zorg genoemd wordt: de spirituele dimensie. Spiritualiteit wordt
daarbij breder opgevat dan christendom.
Tegelijk vond een sterke
multiculturalisering van de
samenleving plaats. Er kwamen
veel mensen uit andere culturen
naar Nederland. Gastarbeiders
waren vanaf de jaren zestig een
steun voor de economie. Zij bleven,
kregen kinderen en kleinkinderen.
Ons land veranderde voorgoed.
Van een relatief knus en vertrouwd
oord werd de omslag gemaakt naar
een multiculturele samenleving,
waar mensen uit alle delen van
de wereld een plek zoeken om te
leven en te werken. Die situatie
eist gewenning, dialoog en
aanpassing van iedereen. Is dat een
probleem? Voor velen wel, zeker als
het om religie, geloof en rituelen
als geloofsuitingen gaat. Wie zijn
eigen grondslagen niet (meer) kent
vindt het geloof van anderen soms
vreemd en zelfs bedreigend.
Er is nog een derde ontwikkeling.
Jongeren uit andere culturen
vinden in toenemende mate werk
in de zorg. Ook dit verandert
de zorg. Kennis, ervaringen en
gewoonten uit andere culturen
maken de zorg in menig opzicht
kleurrijker, meer divers.
Nadat wij hebben geleerd samen
te leven zullen wij ook moeten
leren samen te zorgen. Zo kan een
zorg ontstaan waarbij mensen
elkaar de hand rijken over de
grens van de cultuur, het eigene,
heen. Dan ontstaat transculturele
zorg. Daarbij is het beeld van de
barmhartige Samaritaan een
heel herkenbare en inspirerende
icoon. Sterker nog, het beeld
maakt transculturele zorg tot een
imperatief van christelijke zorg.
Inspiratie voor de toekomst
Misschien is het juist een taak van
christenen om de geschiedenis
van de zorg te begrijpen en door
te geven en daarbij ook de beelden
door te geven die een inspiratiebron kunnen zijn voor de zorgverleners van vandaag en morgen.
Transculturele zorg kan moeilijk
zijn en wellicht nog een lange weg
te gaan hebben, het is ook de enige
mogelijkheid om zorg toekomst te
geven. De moeilijkheid schuilt nog
vaak in het niet verstaan van de
ander, niet begrijpen wat voor hem
of haar op dat moment belangrijk
is. Om te verstaan moet er geluisterd worden en om te luisteren
is aandacht voor elkaar nodig.
Aandacht vergt een ontvankelijke
levenshouding en de wil om een
ander echt nabij te zijn, er voor
hem of haar te zijn. Wanneer wij
niet de kans nemen om met elkaar
in gesprek te gaan over de barrières
van onze culturen heen heeft de
zorg geen toekomst.
Eigen wordt vreemd,
vreemd wordt eigen
Hoe kan er een transculturele
zorg ontstaan waarbij zowel de
zorgontvangers als de zorgvragers
tot hun recht komen? Wezenlijk
is dan dat het niet slechts gaat om
goede zorg voor mensen uit andere
culturen, maar ook om goede zorg
door mensen uit andere culturen.
Zo is er regelmatig een wisseling
van perspectief. Het is alsof de
gezichten op het schilderij van de
barmhartige Samaritaan verwisseld worden. De ene keer wordt de
autochtoon bijgestaan, de andere
keer de allochtoon.
Wil transculturele zorg een
succes worden dan zullen
zorginstellingen zieken uit
andere culturen moeten
benaderen als gewone zieken
en de personeelsleden als
volwaardige medewerkers. Dit
is niet alleen rechtvaardig maar
ook noodzakelijk. Want wie
neemt de taken over wanneer de
babyboomers, mijn generatie, met
pensioen gaan? Precies allochtonen
of beter gezegd: de nieuwe
Nederlanders.
“Het is alsof
de gezichten
op het
schilderij
van de
barmhartige
Samaritaan
verwisseld
worden.”
Voor iedereen die in de zorg werkt
kan het beeld van de barmhartige
Samaritaan een icoon zijn. Wat
doe je met een icoon? Ga er bij
zitten, laat het op je inwerken, laat
je inspireren en je verandert in
denken en voelen. De barmhartige
Samaritaan laat ons de zorg zien
zoals die moet zijn: vol aandacht
en liefde. Zo blijft de Schrift tot
ons spreken.
Dr Myriam Steemers-van Winkoop is
directeur van Reliëf.
THEMA
|
11
Nieuws
VERENIGINGSNIEUWS
voorafgaand aan de Algemene
bij de Raad van Bestuur als bij het
Ledenvergadering van Reliëf.
grondvlak!
Baart begon met een resumé
Eerste Reliëf-Diner Pensant
van de door hem ontwikkelde
Nieuwe leden
een succes
Presentiebenadering. Vervolgens
In de afgelopen periode werden
"Identiteit komt los te staan van
beschreef hij de botsende logica’s,
de Congregatie Dominicanessen
de organisatie en blijft beperkt tot
waarmee bestuurders in de zorg
van Bethanië en de Zusters
bestuur en directie", stelde
zich moeten verstaan en de wijze
Franciscanessen in Oirschot lid van
Marcella Blok tijdens het
waarop een zorgmanager hiermee
Reliëf. Hartelijk welkom!
eerste Reliëf -Diner Pensant
om zou moeten gaan. Belangrijke
Een drietal andere leden heeft het
onder de titel ‘Identiteit na een
conclusie: ‘een zorgmanager kiest
lidmaatschap uitgebreid naar de
veranderingsproces’. ‘Identiteit
positie met het gezicht naar het
gehele zorggroep.
verdeelt, terwijl men één nieuwe
primaire proces: dáár ligt zijn ratio’.
Daarnaast mochten we, mede
organisatie wil maken’ is de
Voor wie meer weer weten over het
dankzij ‘Dichterbij’ en Aveant,
korte omschrijving van een
presentiedenken: www.presentie.nl
ruim twintig nieuwe persoonlijke
andere praktijksituatie. Veertien
Een andere mogelijkheid is om
leden inschrijven! Wanneer u
deelnemers luisterden op 20
bij Reliëf de congresbundel 2005
nog instellingen kent die wellicht
april in de plezierige ambiance
Minder hard – meer hart te bestellen,
voor het lidmaatschap van Reliëf
van ‘de Heeren van Utrecht’
met daarin naast een inleiding van
te interesseren zijn, kunt u dit
achtereenvolgens naar mw. drs. M.
Baart ook een artikel van Annelies
melden aan Paul van Mansum,
Blok en de heer drs. H.K. Griffioen,
van Heijst en de uitwerking van een
stafmedewerker.
beiden organisatieadviseurs. Drs.
enquête onder 30 zorgdirecteuren
Theo Wennekes, voorzitter RvB
‘Tussen droom en daad’ uitgewerkt
Kerken en zorg, een gouden
zorggroep Vilente, zette er een stevig
en becommentarieerd door Thijs
combinatie?
praktijkverhaal tegenover om daarna
Tromp.
In overleg met het Landelijk
met de aanwezigen in discussie te
12
|
NIEUWS
Dienstencentrum (LDC) van de PKN
gaan over veranderingstrajecten
Ledenwerving- en behoud
verzorgt Reliëf studiebijeenkomsten
binnen zorginstellingen en de rol
Voor een aantal leden is de
voor (locale) kerken. Insteek daarbij
die (levensbeschouwelijke) identiteit
contributienota aanleiding zich
is de onlangs in de Tweede Kamer
daarin speelt of kan spelen. Het is de
te beraden over voortzetting van
aangenomen Wet maatschappelijke
deelnemers goed bekomen, gezien
het lidmaatschap. Gelukkig leidt
ondersteuning (Wmo). Het LDC /
het voornemen om deze vorm van
een persoonlijk contact dikwijls tot
Kerkinactie heeft inmiddels een
verdieping ook in andere regio’s
voortzetting van het lidmaatschap.
informatiemap Wmo samengesteld,
van het land aan te bieden, om te
Werving van nieuwe leden is
waaraan ook Reliëf een bijdrage
beginnen eind september / begin
essentieel om als vereniging op
heeft geleverd. Zorginstellingen en
oktober in de regio Brabant/Limburg.
peil te blijven. Om die reden wordt
kerken kunnen lokaal een ijzersterke
Meer informatie over deze activiteit
vanaf oktober 2005 extra inspanning
combinatie vormen, wanneer de
via het Reliëfbureau bij Myriam
gepleegd om de contacten met
sterke kanten van beide in elkaars
Steemers.
bestaande leden te intensiveren en
verlengde worden gebracht. Op
met andere instellingen aan te gaan.
die manier krijgt de relatie kerk en
Zonder relaties geen goede zorg
Ook fusies kunnen leiden tot
zorg een heel nieuwe dynamiek
Ofwel: ‘niks kritische
contributiederving voor Reliëf. Maar
met een aantrekkelijke uitstraling.
zorgconsumenten’!
dat hoeft niet. Een mooi voorbeeld
Met name in het cluster begeleiden
Andries Baart vindt dat de
gaf ‘Dichterbij’ (de fusie tussen 'De
vrijwilligers en mantelzorgers
zorgmanager het primaire proces
Wendel’ en ‘Vizier’) door na de fusie
kan het unieke karakter van de
tot centrum van zijn handelen
naast het instellingslidmaatschap
geloofsgemeenschap worden
moet maken. Dat zei hij op ons
voor een groot aantal
vertaald in een meerwaarde aan de
minisymposium 'Anders kijken,
regiodirecteuren een persoonlijk
civil society. Meer informatie bij
anders sturen' op 25 april jl. in
lidmaatschap af te sluiten. Op die
Paul van Mansum.
conferentiecentrum Onze Lieve
manier blijft de informatie over de
Vrouw ter Eem in Amersfoort,
vereniging Reliëf zowel terechtkomen
D E C A MILLUS ALMANAK
Een nieuwe wegwijs in het grensgebied tussen kerk en zorg
Onlangs verscheen de Camillus Almanak. Niet op papier maar op het internet. Een indrukwekkende database over alles op het
grensgebied tussen kerk en zorg. Kijk op www.camillus-almanak.nl en je vindt een schat aan informatie, van geestelijke verzorging tot nooddoop. De redactie stelde aan Wybe Dijk, een van de samenstellers een paar vragen over de Camillus Almanak.
Wat kan ik vinden in de Almanak?
De Camillus Almanak beoogt een wegwijs te zijn in het
grensgebied tussen kerk en zorg. Het geeft een beschrijving van geestelijke verzorging, van de beroepsverenigingen en van allerlei organisaties die zich ophouden in
dat grensgebied. Bovendien staat over tal van onderwerpen de belangrijkste informatie op een rijtje. Een greep
uit vele: stiltecentrum, viering, nooddoop, opleiding,
uitvaart, levensverhaal, beroepsstandaard. Een lijst
van alle zorginstellingen in Nederland completeert het
geheel. Van een aanzienlijk aantal zorginstellingen zijn
gegevens opgenomen met betrekking tot de identiteit
en tot de daar werkzame geestelijk verzorgers. Het is de
bedoeling om in een volgende fase een medisch-ethisch
compendium toe te voegen.
Een handboek voor dummies?
Ja een beetje wel. Het Landelijk Platform Kerk & Zorg,
initiatiefnemer, denkt met deze Camilllus Almanak in
een leemte te voorzien. Het beeld bestaat dat bestuurders en managers in de zorg weinig kennis hebben van
de ins en outs van geestelijke verzorging, van de daaraan
gekoppelde kerkelijke/levensbeschouwelijke zending
(= vergunning om het beroep van geestelijk verzorger
uit te oefenen) en van de wetgeving. Ook denkt het
Platform dat kerken en (aspirant-)geestelijk verzorgers
geholpen zijn met deze informatie. Gebleken is dat wie
zich verdiept heeft in de almanak, goed beslagen ten
ijs komt in bijvoorbeeld sollicitatiegesprekken. Daar
heb je de doelgroepen dan ook al meteen op een rijtje:
bestuurders en managers in de zorg (niet te vergeten al
die leidinggevenden die geestelijke verzorging in hun
portefeuille krijgen terwijl ze nauwelijks enige kennis
hebben van dat aspect van zorg). Ook raden van toezicht en cliëntenraden komen hier aan hun trekken.
De kerken zijn een belangrijke doelgroep, evenals de
geestelijk verzorgers en zij die van plan zijn om dat vak
te gaan uitoefenen. En uiteraard de kritische zorgconsument zelf: krijg ik hier wat ik verwachten mag?
Wie heeft het initiatief genomen voor deze
Almanak?
Als je de paragraaf Verantwoording aanklikt, tref je daar
informatie aan over het initiatiefnemende Landelijk
Platform Kerk & Zorg, over de achterbannen daarvan
en over de aanleiding waarom het Platform in het
leven is geroepen. De redactie van de Camillus wordt
gevoerd door pater Prof. dr. E. Kimman s.j., secretarisgeneraal van de Nederlandse Bisschoppenconferentie,
en drs. W.J. Dijk, stafmedewerker van Reliëf, ambtelijk
secretaris van het Platform. De website maakt het elke
bezoeker mogelijk om opmerkingen, aanvullingen en
correcties aan te reiken. Want: er staat al heel veel in,
maar compleet is de almanak niet. En alleen dank zij de
medewerking van de bezoekers van de website kan de
almanak up-to-date worden gehouden.
Wat verwacht je van de Almanak?
De publicatie leverde meteen al vragen op vanuit het
land aan het Landelijk Platform Kerk & Zorg. Ergens
zijn bezuinigingen noodzakelijk, en ook de geestelijke
verzorging, die al minimaal aanwezig is in de begroting,
moet het ontgelden. In een aantal eerdere gevallen nam
het Platform contact op met de desbetreffende zendende kerken; die zijn de aangewezen instanties om ter
plekke met de bestuurders van de instelling om tafel te
gaan zitten. Dat sorteert soms verrassende effecten. Ook
wijst het Platform op de belangrijke wettelijk verankerde rol die cliëntenraden in deze materie is toebedeeld:
verzwaard adviesrecht. De almanak is een middel voor
het Platform om hout snijdende informatie te verspreiden in het land, zodat het grensgebied tussen kerk en
zorg niet langer als een mijnenveld wordt ervaren.
Wie is die Camillus eigenlijk
Camillus de Lellis (1550-1614) is de beschermheilige
van zieken, ziekenhuizen en verpleegkundigen. Sint
Camillus – zijn dag is 14 juli – is van groot belang
geweest voor de beginnende organisatie van de ziekenzorg.
NIEUWS
|
13
Interview: Johan Groen
IK GELOOF
IN EEN MUL T I CULTURELE
SAMENLEVIN G
FOTO: JAAP HUTTENGA
Jaap Huttenga
De idee bestaat dat multiculturele zorgverlening gedragen wordt door enthousiaste bestuurders. Op zoek naar een voorbeeld
kwamen we snel uit bij Johan Groen, regiodirecteur van Florence in Den Haag. In zijn kantoor op de bovenste etage van het
Gulden Huis (locatie van Florence) zet hij uiteen hoe hij aankijkt tegen spiritualiteit in de zorg. Hij voelt zich rijk met de
multiculturaliteit waarin hij werkt.
Jaren geleden raakte ik betrokken bij een verpleegen verzorgingshuis in Litouwen. De omstandigheden
waren erbarmelijk: geen riolering, geen wastafels,
men sliep op de grond. Het eerste waar we aan
begonnen was de bouw van een prachtige kapel. Je
zou niet verwachten dat ze dat de eerste prioriteit
zouden geven, maar dat wilden ze!
‘Spiritualiteit was de eerste hulp die we in
Litouwen konden bieden. Later hebben we daar een
begrafenisauto naar toe gebracht, zodat mensen op
een behoorlijke wijze kunnen worden begraven.
Religiositeit is daar eten en drinken. Het loopt
ontzettend door het dagelijks leven heen. In onze
cultuur hebben we veel van die dingen weggezet. We
14
|
INTERVIEW
hebben zelfs gezegd: laten we Kerst maar een week
van te voren vieren, dat is praktischer. Ontkoppelde
Kerst.
Hier in Florence, locatie Jonker Frans hebben we
onlangs een nieuwe dagopvang geopend voor
ouderen. Dat gaat met een heleboel geloofsriten. Je
krijgt een rode stip op je voorhoofd, een teken dat je
welkom bent. Vervolgens gaat een oudere dame de
trommels slaan om de geesten te verdrijven. Daarna
wordt er gebeden en gezegend. Ik vind het prachtig
te ervaren hoe geloof een geïntegreerd onderdeel van
het leven is, waar mensen zin aan kunnen ontlenen.
>>
De multiculturaliteit in onze huizen begint bij het
personeel. De verpleeghuizen in deze regio krijgen
steeds meer medewerkers met een Marokkaanse of
Turkse, Surinaamse of Antilliaanse achtergrond. Dat
kan natuurlijk ook niet anders. Er komen in onze stad
steeds minder ouderen en steeds meer mensen uit
migrantengroepen. Die hebben vaak grote gezinnen,
al loopt het kindertal wel terug.
In Florence Jonker Frans werken een dochter en
kleindochter van een bewoonster. De hele familie
komt op bezoek. Dat geeft een aparte dynamiek,
die om goede afspraken vraagt. Hoe zorg je er
bijvoorbeeld voor dat mensen de vertrouwdheid
hebben van de eigen taal, maar ook gewoon in de
gemeenschap met elkaar kunnen communiceren?
Hoe zorg je dat het harmonieert? Dat zijn natuurlijk
hele leuke vraagstukken. We hebben nu voor het eerst
een Hindoestaanse manager benoemd in Florence
Jonker Frans. Den Haag kent nu eenmaal de grootste
Hindoestaanse gemeenschap van Nederland. Florence
Jonker Frans was een katholieke vesting, helemaal
wit. Dat kan natuurlijk niet. Als manager moesten
we een kind hebben van twee culturen: iemand die
Hindoestanen begrijpt, maar ook de Nederlanders. We
hebben haar gevonden, een unieke vondst eigenlijk.
We zien nu dat het huis in rap tempo beide kleuren
aanneemt. En dat mensen dat ook fantastisch leuk
vinden.
Natuurlijk geeft het ook spanningen. Alleen al het feit
dat je een Hindoestaanse manager benoemt. Moet
je voor aparte doelgroepen nu ook aparte dingen
gaan regelen? Bovendien hebben we in organisatie
natuurlijk alle maatschappelijke stromingen. Daar
zitten bruggenbouwers bij, maar ook mensen die
liever muren zetten en mensen met ongenuanceerde
oordelen. De kunst is om die spanningen bespreekbaar
te maken
Zeven dagen per week werden er in Florence Jonker
Frans katholieke vieringen gehouden. Nu is er ook
een huistempel, er komen islamitische diensten
en hindoe-vieringen. Naast de christelijke feesten,
hebben we nu bijvoorbeeld het Holyfeest, het
Suikerfeest, het einde van de Ramadan. Naast het
Hollands menu hebben we nu ook een compleet
vegetarisch en Halal menu, voor heel Florence. Alle
mensen kunnen er gewoon voor kiezen.
Verschillen in cultuur en religiositeit vragen veel
van het inlevingsvermogen van onze medewerkers.
Beseffen dat veel zaken gevoelig liggen is een
belangrijke eerste stap. We hebben gezorgd voor
goede scholing aan een eigen opleiding. We hopen
dat mensen ontdekken waar hun meningen eigenlijk
op gebaseerd zijn: op oordelen of op feiten. Op ons
symposium over ‘Geloven in diversiteit’ heeft Wout
Huizing een inspirerend verhaal gehouden over
verschillende beken die voortkomen uit dezelfde bron.
Zo wordt geloven in verscheidenheid een intrigerende
zoektocht.
Na de macht van de dokter en de macht van de
overheid moeten we nu naar de macht van de cliënt.
Cliëntenparticipatie moet niet beperkt blijven tot
het toetsen van beslissingen. Op afdelingsniveau
moeten men zelf mee kunnen beslissen over de
dagelijkse gang van zaken. Vergelijk het maar met de
medezeggenschapsraden in het onderwijs. We moeten
af van het oude professionele denken. Dat creëert een
afhankelijkheid in plaats van normale, wederkerige
intermenselijke relaties. Ik zou graag zien dat iedereen
een Persoonsgebonden Zorguren Budget krijgt: geeft u
zelf maar aan hoe u die uren ingevuld wilt zien. Wilt u
vandaag uw wasbeurt inruilen voor een potje schaak? “ I k v i n d h e t
Geen probleem!
prachtig te
We hebben gekozen voor een winkelformule. Onze
mensen zijn er voor de klant. En bij die klant horen
ervaren hoe
ook de mensen om hem heen, zoals mantelzorgers.
Die hebben we graag in huis. Niet alleen om koffie te g e l o o f e e n
schenken, maar om in ons huis te brengen waar ze
goed in zijn en waar ze voldoening aan beleven. We g e ï n t e g r e e r d
hebben zorgregelaars die niet beginnen te denken
onderdeel van
bij kosten of haalbaarheid, maar bij de wens van de
klant. Gelukkig hebben we personeel met de meest
het leven is.”
uiteenlopende hobby’s. We geven ze graag de ruimte
om onze bewoners daarvan te laten mee genieten.
En heus niet alleen in hun vrije tijd. Eén van onze
afdelingsmanagers is gek van ADO – Den Haag. Hij
zorgt er voor dat er regelmatig bewoners uit Florence
Jonker Frans op de tribune zitten.
Of ons huis nog een christelijk huis blijft? Dat is
zo’n vraag van murenbouwers: “Waar blijft onze
identiteit?” Natuurlijk, het blijft altijd een christelijk
huis. Dat gaat niet veranderen. Er zijn huizen waarvan
ik de christelijke identiteit nog wel meer zou willen
benadrukken, omdat die in het slop is geraakt. Daar
zou ik hem weer op willen bouwen. Maar ik geloof in
een multiculturele samenleving. Een multicultureel
huis kent niet één, maar verscheidene identiteiten en
geen daarvan is dominant. Als je dat verlangt ben je
bij mij aan het verkeerde adres. Ik geloof dus niet in de
dominantie van een cultuur.’
Jaap Huttenga is protestants predikant te Tiel.
Daarnaast is hij directeur van ‘Zintern’,
een bureau voor mens- en organisatieadvies.
INTERVIEW
|
15
I n h et kor t
G el e z e n
16
|
Ethiek in de
ouderenzorg
bijvoorbeeld in een verleidelijk over-
stromingen zijn de Nederlandse
zichtelijk stappenplan of in een sche-
namen verbonden van M. Verkerk,
ma dat meer helderheid suggereert
H. Manschot en G. Widdershoven.
De inhoud van de ouderenzorg en
dan geboden kan worden. De wer-
Het personalisme is vooral in het
de institutionele kaders ervan ver-
kelijkheid van de zorg en de ethiek is
katholieke Vlaanderen bekend.
anderen snel. Daardoor ontstaan
echter complexer en genuanceerder
Dat denken is weer verbonden met
nieuwe vragen - ook nieuwe ethi-
dan het meest verfijnde schema.
de namen van L. Janssens en R.
sche vragen. Daarnaast wordt de
Cirkels van zorg gaat daarom anders
Burggraeve. Alle stromingen bena-
ouderenzorg in toenemende mate
te werk: meer verkennend en vertel-
drukken – in meer of mindere mate
gekleurd door levensbeschouwelijke
lend, zoekend en onderzoekend. De
– dat de mens leeft in betekenisvolle
veelvormigheid. Ethiek in de zorg
auteurs presenteren in het eerste
relaties en dat hij wordt omringd door
wordt daarmee een zware opgave.
hoofdstuk een wijsgerig – en min of
andere mensen, die in meer of min-
Aan de ene kant wordt de behoefte
meer religieus – onderbouwd verwij-
dere mate zorgend op de enkeling
aan ethische oriëntatie groter, ter-
zingskader. Vanuit een diepgravende
zijn gericht. Daarop doelt de beeld-
wijl aan de andere kant traditionele
mensvisie ontvouwen ze hun visie
spraak: 'cirkels van zorg'. Daarnaast
kompassen uit handen worden ge-
op zorg. Deze zorgvisie dient vervol-
stellen deze stromingen dat zelfs het
nomen. Cirkels van zorg is bedoeld
gens als het kompas. In de overige
meest zorgbehoeftige individu ook
om oriëntatie te bieden. De auteurs,
hoofdstukken worden – met dit kom-
altijd zelf 'zorgzaam' is. Zorgzaam-
beide werkzaam aan de Katholieke
pas in de hand - zeer herkenbare
heid is immers een fundamenteel
Universiteit Leuven, leveren een
thema's uit de ouderenzorg op zorg-
kenmerk van het menselijk bestaan:
praktijkgerichte, relatief toegankelijke
vuldige en geduldige wijze verkend:
van de wieg tot het graf.
'ethiek zonder voetnoten', waarbij ze
hygiëne, vrijheidsbeperking, voeding,
de nodige diepgang niet schuwen.
abstinentie, actieve levensbeëindi-
Het eten smaakt me niet
De pretentie om pasklare antwoor-
ging en zelfdoding.
De toepassing van de relationele
den te geven hebben ze niet. Ze
De verkennende en vertellende
zorgvisie op de thema's van het boek
dagen de lezer vooral uit, om zelf de
benadering van het boek heeft alles
is verhelderend. Zo kun je het thema
ethische vragen uit de zorgpraktijk te
te maken met de wijsgerige en reli-
'eten' bijvoorbeeld louter beschou-
formuleren.
gieuze bronnen waaruit de auteurs
wen vanuit het oogpunt van licha-
putten. Dat zijn vooral de zorgethiek,
melijke behoeftebevrediging. Eten
Verkennend en vertellend
de hermeneutische ethiek en het
is dan het stillen van de honger van
Menig ethisch hand- of leerboek
personalisme. Dit zijn met elkaar
de mens als een geïsoleerd wezen.
presenteert een standaardprocedure
verbonden – maar wel verschillende!
Anders wordt het, als we naar het
om ethische vragen te formuleren
– stromingen in het denken over
thema 'eten' kijken vanuit de door
en te behandelen. Dat resulteert dan
ethiek en zorg. Met de eerste twee
Gastmans en Vanlaere ontvouwde
> W. Smeets, Spiritual Care in a Hospital Setting: an empirical-
> W. B.J. Knottnerus, Aanvaardbaar levenseinde. Barneveld/
theological exploration. Leiden: Brill Academic Publishers
Ede: BDU/GM Uitgevers 2005. Isbn 9070150786. 176 pag.
2006. Isbn 9004151893. 250 pag. € 89,00.
€ 17,70
Op 17 maart 2006 promoveerde Wim Smeets, hoofd van de dienst
Een opmerkelijk boekje van de 87-jarige ds. B. J. Knottnerus over
geestelijke verzorging en pastoraat van het Radboud Ziekenhuis Nij-
euthanasie. Knottnerus bepleit euthanasie uit het strafrecht te
megen. Hij deed empirisch onderzoek naar de opvattingen van gees-
halen, en zowel zorgvuldigheidscriteria als toetsingscommissies
telijk zorgverleners over de kwaliteitsborging in de zorg, de functie van
af te schaffen. Gemotiveerd door gruwelijke stervensprocessen
levensbeschouwing in de gezondheidszorg, de persoonlijke identiteit
die hij heeft meegemaakt, komt hij met een andere oplossing: laat
en de legitimiteit, plaats en taken van deze professie. Deze studie
de regie over leven en sterven in hand van de stervende en geef
daagt de lezer uit op zowel vak- als wetenschapstheoretisch niveau
de arts het volledige vertrouwen om te doen wat goed is, namelijk
te reflecteren op de intrinsieke betekenis van de pluraliteit van levens-
om de stervende patiënt op het juiste moment een duwtje in de
beschouwing en de institutionele aspecten van geestelijke zorgverle-
goede richting te geven, zoals hij dat noemt. Knottnerus wist het
ning. Het levert een waardevolle bijdrage aan de theorievorming van
onderscheid tussen sterven en doden volledig uit door doden in de
de geestelijke zorgverlening in Nederland. Jammer is dat de prijs de
stervensfase als een natuurlijke en professionele vorm van ster-
‘toegankelijkheid’ van dit werk sterk onder druk zet. [Johan Bouwer]
venshulp te beschouwen. Niet overtuigend. [TT]
GELEZEN
mens- en zorgvisie. Ook de sociale
de begrippen 'waardigheid', 'waar-
is dit ook onvermijdelijk in een boek
zin en de betekenis die mensen ver-
den' en 'normen' brengt de lezer
met twee auteurs.
lenen aan het eten, speelt dan een
eerder verder af van de weg, dan dat
rol. Dat werpt een zeer bepaald licht
het oriëntatie biedt.
Maar al deze zwakheden zijn be-
op bijvoorbeeld de uitspraak: 'Het
trekkelijk. Ze vallen in het niet bij
eten smaakt me niet' . Deze zin duidt
Een andere keerzijde ligt besloten
het grote voordeel van het boek:
dan niet in de eerste plaats op het
in de keuze en het gebruik van de
namelijk dat het zich goed laat lezen
feit dat de stofwisseling van de ou-
genoemde bronnen en stromingen.
en dat het de lezer meeneemt. Van
dere anders verloopt. De boodschap
Ondanks de onderlinge verwant-
de lezers wordt wel gevraagd dat zij
is eerder, dat het eten 'ongezellig'
schap passen deze niet altijd op el-
grote interesse in ethiek hebben en
is geworden of dat iemand zich ge-
kaar. De zorgethiek legt bijvoorbeeld
over een relatief hoog opleidings- of
neert voor het decorumverlies, dat
de volle nadruk op de relatie en de
denkniveau (HBO) beschikken. Ook
gepaard gaat aan het geknoei en
sociale inbedding van de mens. Het
wordt vereist dat de lezers door het
gestuntel met mes en vork.
personalisme doet dat ook, maar
Vlaamse referentiekader en taal-
verbindt dit sterker met een pleidooi
gebruik 'heenkijken'. Maar voor de
Kracht en zwakheden
voor het individu en zijn autonomie.
welwillende lezer is Cirkels van zorg
De kracht van Cirkels van zorg is
Dat leidt tot een zekere spanning in
een waardevolle oriëntatie op een
gelegen in de vertellende, verken-
het boek.
misschien wat ondergesneeuwde
manier van ethisch denken. Daarom
ring. Deze kracht heeft echter ook
Het boek is ook niet heel erg con-
is Cirkels van zorg een goed boek:
zijn keerzijden.
sequent opgebouwd. De thema's
een aanrader voor opleidingen en
van de hoofdstukken zijn vrij onge-
ethische commissies.
Met de zorgethiek, één van de bron-
lijksoortig. Sommige thema's zijn
`
nen van het boek, heeft Cirkels van
eerder aspecten of gebieden van de
zorg ook een zekere vaagheid en
zorg, waarbinnen ethische vragen rij-
ongrijpbaarheid gemeen. Een te
zen (hygiëne, maaltijdzorg). Andere
grote helderheid kan uiteraard gefor-
thema's zijn ethische vragen op zich
ceerd zijn - maar Gastmans en Van-
(vrijheidsbeperking, abstinentie en
Leuven: Davidsfonds / Ten Have
laere dreigen soms een andere kant
levensbeëindiging). Ook zou het voor
2005. Isbn 9077942114. 205 pag.
op te schieten. Hun formuleringen
de lezer nuttiger zijn geweest, als de
zijn vaak onzeker en ontwijkend. Ze
hoofdstukken op een vergelijkbare
gaan eenduidige definities op enigs-
manier zouden zijn ingedeeld. De
Dr Eric Corsius is theoloog en werk-
zins dwangmatige of angstvallige
aanzet daartoe is er, maar wordt niet
zaam als adviseur bij de congregatie
wijze uit de weg. Hun gestuntel met
consequent volgehouden. Misschien
van de Redemptoristen
> Andre den Exter (red.), De euthanasiewet: grondrechten
Eric Corsius
N.a..v. Chris Gastmans en
Linus Vanlaere, Cirkels van zorg.
Ethisch omgaan met ouderen.
€ 21,95
In he t kor t
nende en onderzoekende benade-
> Annemarie Mol, De logica van het zorgen. Actieve patiënten
onder druk? Budel: Damon 2006. Isbn 905573697. 172 pag.
en de grenzen van het kiezen. Amsterdam: Van Gennep
€ 14,90
2005. Isbn 9055156523. 158 pag. € 18,00
Fundamentele beschouwingen over de vraag of de Nederlandse
Een prachtig boek dat ik graag warm aanbeveel. Het gaat over
Euthanasiewet wel in overeenstemming is met het Europees ver-
het verschil tussen de logica van het kiezen en de logica van het
drag van de rechten van de mens. Onder meer het zogenaamde
zorgen. In de zorg staat steeds vaker het kiezen centraal. Mol il-
‘volenti-principe’ komt aan bod: de vraag of de toestemming van de
lustreert aan de hand van ervaringen van diabetespatiënten hoe
patiënt voor euthanasie een arts ontslaat van zijn of haar plicht tot
beperkt een dergelijk perspectief in de praktijk van de zorg eigenlijk
bescherming van leven. O.a. André Rouvoet, Govert Den Hartogh,
is. Mensen met een ziekte of een handicap willen niet zozeer kie-
Bisschop Eijk en Martin Buijssen gaan hier op in. De strijd blijft
zen maar dat er aandacht voor hen is, dat er met hen gezocht wordt
onbeslist, maar wel wordt duidelijk dat Nederland een uitzonde-
naar wat goed voor hen is. Ze moeten bovendien leren omgaan met
ringspositie in Europa inneemt met de opvatting dat recht op leven
hun beperkingen en in de nieuwe situatie voor zichzelf te zorgen.
impliceert dat ieder mens het recht op zelfbeschikking heeft en
Kortom ze willen zorg. [TT]
daarmee het recht om het eigen leven te beëindigen. [TT]
GELEZEN
|
17
Reportage
A N D E R S DENKEN
Klaas Burger
Bevindingen van Interculturele Zorg Almere
Vrijdagavond, Nederland 3, Rayman is laat! Tante Es loopt vanuit het
publiek het podium op, staat even met de heupen te wiegen, krijgt
applaus en loopt naar Geert Wilders toe. De eerste vraag: ‘Vertel tante
Es, wie is je vader, wie is je moeder?’ Volgens Jos Artz is het een typisch
voorbeeld van oriëntaals denken.
Marrie Stoffer
Kutmarokkanen
Artz vertelt dit in een gesprek over multiculturele
zorgverlening in de verstandelijk gehandicaptenzorg
(VG-zorg). Vanaf 2002 is ’s Heeren Loo Zorggroep,
waar hij regiomanager is, bezig met het opzetten van
twee projecten. Het eerste draait goed: verlening van
ambulante zorg aan migranten. Het project werd door
de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN)
uitgeroepen tot ‘best practice’. Het tweede project
staat nog in de kinderschoenen: een huis waar 24
allochtonen met een verstandelijke beperking zorg
ontvangen. Beide projecten richten zich onder de
naam ‘Interculturele Zorg Almere’ (IZA) op een voor
de VG-zorg onbekende groep: onder meer op Turken,
Marokkanen en Irakezen. Ze kennen de Nederlandse
taal en cultuur onvoldoende om de weg naar de
hulpverlening te vinden en functioneren binnen
hechte familiebanden achter gesloten deuren.
Een groot probleem is hoe contact te leggen met
deze groep. Vanwege de wet op de privacy komen
problemen, als ze al bekend zijn bij een huisarts,
niet boven tafel. Bovendien is er een probleem op
het gebied van communicatie. De ideeën over de
autonomie van de cliënt, over hygiëne en over de
plek van de zorgaanbieder verschillen behoorlijk. Daar
komt nog bij dat zorg vaak een negatieve lading heeft
18
|
REPORTAGE
FOTO: KLAAS BURGER
voor deze groep: zorg?, dan is er iets aan de hand.
Toch constateerde IZA een toename van het aantal
crisisaanvragen. Er is dus een behoefte. Sterker nog:
‘Een imam zei tegen mij: “De mensen waar jullie naar
op zoek zijn, dat zijn de kutmarokkanen,” ’ vertelt Artz.
Maar hoe bereik je dat een Marokkaanse vader zijn
zoon Azize ook aan je toevertrouwt, voordat het uit de
hand loopt?
Vertrouwen winnen
Artz heeft geleerd anders te denken. Als moderne,
blanke calvinist was hij gewend resultaatgericht
te werken en vooral de behoefte van de cliënt
en zijn directe omgeving te zien. Maar na een
voorlichtingsavond in een moskee en gesprekken bij
scholen merkte hij dat dit als te zwart-wit werd ervaren.
‘In de moskee vroeg een man: “Ik moslim, jij christen,
hoe doen we dat?” Ik heb hem een hand gegeven en
simpelweg gezegd: “We doen het.” Daarna heb ik een
cirkel getekend. Daarin schreef ik in vakken: christen,
moslim, Marokko, Nederland, maar in het midden een
kleinere cirkel. Daarin stond: familie. De man begreep
precies wat ik bedoelde. Hij zei: “Oh, het is dus niet erg
dat ik moslim ben?” en hij sloeg mij op de schouder.
Toen had ik zijn vertrouwen gewonnen.’
Het begint dus bij het winnen van vertrouwen. Dit is >>
alleen mogelijk als de hiërarchische lijn van de cultuur
wordt gevolgd. Gebeurt dit niet, dan is er direct een
diepe kloof van wantrouwen. Bovendien: ‘De familie
kent de taal en cultuur. Jij niet,’ zo vertelt Marrie
Stoffer, aanspreekpunt van het project. ‘Schakel ze
dus niet uit.’ Ze vertelt over een Turkse familie. Twee
zoons hebben een verstandelijke beperking. De moeder
kan de zorg eigenlijk niet aan. Dochter Ella is net
klaar met het VMBO en spreekt in tegenstelling tot
de ouders goed Nederlands. Omdat uit huis plaatsen
een te moeilijke beslissing is, wordt in overleg met
alle betrokkenen de volgende aanpak bedacht: Ella
komt in dienst van het zorgcentrum, wordt gecoacht
en verleent de zorg aan haar broers. De afdeling P&O
van ’s-Heeren Loo moest anders gaan denken over de
competenties van de werknemers. Niet een afgeronde
HBO-opleiding was in dit geval doorslaggevend, maar
de culturele achtergrond.
Jos Artz zou ook dit een typisch voorbeeld van
oriëntaals denken noemen: niet te ambitieus, niet te
veel vanuit ‘procedures’ gedacht. Vanuit familiebanden
en culturele regels zijn pragmatische oplossingen
gezocht. Deze manier werkt voor de allochtone
doelgroep snel en effectief. Het opent de ogen voor de
vele mogelijkheden die er zijn om aan de gang te gaan.
Genogram
In het Nederlandse zorgsysteem is het gebruikelijk om
van de cliënt en zijn wensen uit te gaan. Iedereen werkt
volgens de stelling ‘de cliënt centraal’. Dit gaat volgens
de bevindingen van IZA niet op voor de allochtone
doelgroep. Niet de cliënt is de zorgvrager, maar het
systeem rondom de cliënt. ‘Benader dit systeem alsof
je er niets vanaf weet,’ zegt Stoffer. ‘Kom niet met een
houding van “hier zullen we even een frisse wind laten
waaien”. Je kent hun cultuur ook helemaal niet. Dus
geen toeters en bellen, maar doen wat je zegt dat je
zult gaan doen. Persoonlijk contact is daarbij essentieel.’
Ze is even stil. ‘Daarna kun je voorzichtig proberen
inzichten bespreekbaar te maken.’
Om het systeem te leren kennen, gebruikt IZA
genogrammen. Schematisch wordt de familie in kaart
gebracht. Wie heeft de macht binnen de familie, wie
moet dus worden gekend in beslissingen? Welk gedrag
is gewenst? Wat is de achtergrond van de familie, welke
verhalen horen daarbij? Zo wordt duidelijk waarom
deze mensen zich op deze manier gedragen en niet
anders. Stoffer: ‘Dit aspect wordt vaak onderschat.
Te vaak worden mensen in de zorg niet begrepen op
culturele gronden. Dat hoeft helemaal niet.’
Via het genogram kan nauwkeurig bepaald worden
welke zorg geboden moet worden. Dit in tegenstelling
tot de haastige manier waarop cliënten soms worden
benoemd als ‘probleemgeval’. Stoffer: ‘Een man uit
Guinee was al zeven jaar een dergelijk probleemgeval.
Altijd was er wat tussen hem en de groep. Toen we met
hem en zijn omgeving in gesprek gingen, bleek dat
hij in Guinee als enig kind van zijn ouders altijd alle
aandacht kreeg. Nu zit hij alleen bij een stel en het gaat
heel goed. Ga dus niet zomaar aan de hand van wat je
geleerd hebt beslissingen nemen, maar neem het eigen
cliëntsysteem als uitgangspunt.’ Met nadruk zegt ze:
‘Dan ontdek je wat nodig is, wat pást.’
Bewust zijn van eigen identiteit
‘Laatst was ik bij een soortgelijk project in de
opstartfase. Ik zag alleen maar blanke mannen. Dan
gaat het in het begin al helemaal mis,’ stelt Artz.
Direct moeten er op alle niveaus meedenkers uit
de doelgroep ingeschakeld worden. Want hoeveel
plannen verdwijnen om onduidelijke redenen niet in
een bureaula? ‘Vaak lopen dingen stuk, omdat men
denkt: “We weten het wel.” Ga dus niet zelf vooraf al
selecteren,’ zegt Stoffer beslist. ‘Schakel sleutelfiguren
in, leg contacten, zoek bruggenbouwers.’ Maar:
‘Problematisch is wel dat weinig bekend is over de
koppeling van zorg en cultuur. Daar moet wat aan
gedaan worden.’
Artz: ‘We moeten ons bewuster worden van onze eigen
identiteit. En we moeten durven de verschillen te
benoemen, niet uit racisme, maar uit respect. Anders
praten wij een taal die zij wel horen, maar niet verstaan.
Dan zeggen ze ja, maar doen ze nee. Wij moeten echt
anders leren denken.’ En dat op alle niveaus: ook bij
selectie van personeel en bij de facilitaire dienst. Om
dit te bereiken zou op ROC’s meer aandacht besteed
moeten worden aan transculturele communicatie.
‘Want als je met iemand van een andere cultuur praat,
moet je weten wie jijzelf bent, wat je bedding, wat je
geloof en boodschap is. En: welke redenen je hebt om
je aan bepaalde zaken te irriteren. In deze zin denk ik
dat ons project in Almere een breder belang heeft dan
voor de zorg alleen. Als het gaat om deze andere manier
van denken heeft het ook een politieke dimensie.’
“Ik moslim,
jij christen,
hoe doen
we dat?”
Drs. K.J. Burger is theoloog en freelance publicist.
Praktijkervaringen zijn te vinden in de eerste publicatie over IZA van ’s Heeren Loo
zorggroep: Tussen twee verhalen. Verhalen over zorgverlening aan mensen met een
verstandelijke beperking uit andere culturen. Amersfoort: ’s Heeren Loo Zorggroep 2004.
Te bestellen via 033-4601854.
Inleiding op genogrammen: Kitlyn Tjin A Djie,
Ouderschap in een Wij-systeem. Tweede Alice van der Plas lezing.
Utrecht: Huisdrukkerij RUU 2000.
REPORTAGE
|
19
TUSSEN SJABLOON
EN ONTMOETING
Menno van Oel
Over multiculturele communicatie
Een Turkse man bezoekt een arts vanwege problemen met zijn schouder. De arts stelt wat vragen en
pakt op enig moment een boek om te kunnen uitleggen wat er aan de hand is. We zien hoe de man
langzamerhand steeds bozer wordt en tenslotte de spreekkamer verlaat.
Een duidelijk geval van mislukte
communicatie, ondanks de goede
bedoelingen. De man had zijn
dochter meegenomen om het
taalprobleem te omzeilen en de
arts deed haar best om met behulp
van plaatjes in een boek uit te
leggen wat er aan de hand was. Het
probleem is vooral cultuurverschil.
twee ‘partijen’ die niet dezelfde
culturele achtergrond hebben.
Binnen het vak is een soort
richtingenstrijd gaande. Het lijkt
op het eerste gezicht om een
tamelijk theoretische discussie te
gaan, namelijk over de vraag of je
nu ‘cultuur’ of ‘individu’ centraal
moet stellen. Maar ik denk dat dit
Moet je het individu
centraal stellen of niet?
Nederlandse artsen hebben
afgeleerd om hun autoriteit en
kennisvoorsprong uit te spelen.
Dat wordt niet in dank afgenomen
door de mondige patiënten die ‘we’
geworden zijn. Die overtuig je door
als een aardige schoolmeester uitleg
te geven. De man ziet hetzelfde
gebaar anders. Iemand die bij de
diagnose nog in een boek moet
kijken, is geen goede dokter.
Cultuur of individu?
Welke bijdrage kan interculturele
communicatie leveren aan de
bezinning op zorgverlening in
een multiculturele samenleving
(mcs). Het vakgebied interculturele
communicatie houdt zich bezig
met communicatie tussen
20
|
ACHTERGROND
verschil in benadering wel degelijk
invloed heeft op de praktijk en
op de attitude van zorgverleners
tegenover zorgvragers. Het is
daarom de moeite waard kennis
te nemen van die richtingenstrijd.
Van beide richtingen voer ik een
vertegenwoordiger op, t.w. David
Pinto en Nico Vink.
Multicultureel communiceren
Interculturele communicatie
is ongeveer net zo oud als het
besef dat we voorgoed in een mcs
leven. Natuurlijk hebben mensen
– zendelingen, zakenlui, toeristen
– altijd interculturele contacten
gehad en zich ermee gered. Een
jaar of 30 geleden brak het besef
door, dat je met alleen handen en
voeten en een woordenboek niet
meer goed de wereld rondkwam.
Daarmee was het vakgebied van
de interculturele communicatie
geboren.
Het grootste probleem in een mcs
is dat er geen ‘gedeeld verstaan’
bestaat. Communicatie verloopt nu
eenmaal soepeler als er tussen de
deelnemers geen grote verschillen
bestaan. Dat gaat niet alleen over
taalbeheersing, maar vooral ook
over wat we aanduiden als ‘cultuur’:
al die dingen die we van huis uit
mee krijgen en die de gewoonste
zaak van de wereld zijn. Dat een
arts op een bepaalde manier met
patiënten omgaat (maar welke
manier?) Of dat een vrouw en een
man niet zondermeer met elkaar
in eenzelfde ruimte kunnen zijn (of
juist wel).
Het tweede probleem is dat je (om
het communicatiewonder Johan
Cruyff aan te halen) ‘het pas ziet
als je het ziet’. Je merkt pas dat er
iets aan de hand is, als er iets aan de
hand is, als de communicatie niet
lukt. Die Turkse man had ook ‘jaja’
kunnen knikken. Ogenschijnlijk
was het consult dan soepel
verlopen, maar de kans dat hij de
medicijnen had ingenomen nihil.
In de mcs kun je er veiligheidshalve >>
maar beter vanuit gaan dat je elkaar
niet begrijpt. Dat ligt overigens
niet alleen aan ‘de buitenlanders’
met hun afwijkende ideeën; het is
een algemeen verschijnsel. Goede
communicatie is in onze moderne
maatschappij net zo belangrijk als
moeilijk.
om de grootste miskleunen te
voorkomen. Ook binnen de
gezondheidszorg heeft Pinto’s
benadering zeker z’n plaats. Het
is goed om iets te weten over de
rituelen van de Islam rond het
sterfbed en de lichaamsverzorging.
David Pinto, geboren in een orthodox-joods gezin in Marokko, kwam
via Israël naar Nederland. Hij is o.a. oprichter en directeur van het
Intercultureel Instituut in Rotterdam, deeltijd-hoogleraar en publicist. Zijn
boeken en trainingen worden vaak gebruikt, o.a. bij verpleegopleidingen.
Voor dit artikel is ‘Interculturele communicatie, conflicten en management’
(2004) geraadpleegd.
David Pinto
Iemand die zich in Nederland allang
met interculturele communicatie
bezighoudt is David Pinto. Zijn
benadering komt erop neer, dat
je mensen vanuit hun cultuur
moet begrijpen. Bekend is zijn
onderscheiding tussen f- en gculturen. F staat voor fijnmazig; dat
slaat op traditionele samenlevingen,
waarin allerlei gebieden fijnmazige
regels kennen die je te volgen
hebt. G staat voor grofmazige,
moderne culturen (West-Europa,
Amerika) waarin de speelruimte
voor het individu veel groter is.
Pinto kleurt het onderscheid tussen
f- en g-culturen vervolgens in. Zo
heeft elke culturele regio (MiddenOosten, Latijns-Amerika, WestEuropa etc) haar eigen kenmerken.
Zijn benadering resulteert in
vuistregels, een opsomming van
culturele kenmerken: dat Chinezen
beleefd en vormelijk zijn, en
Amerikanen vol zelfvertrouwen,
zakelijk en ongeduldig.
Zijn benadering is geen onzin, maar
de gebruikswaarde wel beperkt.
De methode is vooral ontwikkeld
voor zakelijke contacten. Managers
die zaken doen hebben geen tijd
om zich te verdiepen in de Chinese
cultuur; zij moeten over enkele
vuistregels en clichés beschikken
Of over de grote rol die ‘de
gemeenschap’ bij allerlei
allochtonen speelt. Maar meer dan
vuistregels biedt Pinto niet. Het
gevaar is dat culturele kenmerken
verstarren tot sjablonen. Alsof
elke Latino te laat komt op een
vergadering.
Nico Vink
Binnen de interculturele
communicatie is een stroming
opgekomen die zich verzet tegen
het denken in sjablonen. Die
stroming ontkent het bestaan en
de invloed van culturele verschillen
niet, maar benadert de zaak anders.
In communicatie ontmoeten niet
culturen elkaar, maar mensen,
individuen. Als voorbeeld daarvan
noem ik Nico Vink.
Vink stelt dat communiceren
voortdurend ‘scannen’ is. We tasten
elkaar af (wat doet de dokter?
waarom kijkt die man opeens zo
boos?) en reageren op elkaar, zoals
in een tango. Natuurlijk speelt
cultuur en cultuurverschil een rol,
maar vanuit de achtergrond, en
altijd via de persoon die je voor je
hebt. Mensen vallen niet samen
met hun achtergrond. Het is niet
gezegd dat alle Turkse mannen
zo reageren op een dokter. Veel
asielzoekers bekijken officiële
instanties, ook de gezondheidszorg,
met wantrouwen, maar ‘de
asielzoeker’ bestaat net zo min
als ‘de moslim’, ‘de gemiddelde
Nederlander’ of ‘de ware christen.’
Die benadering van Vink is
minstens zo aantrekkelijk als die
van Pinto, zeker voor contacten
binnen de zorgverlening die niet
alleen zakelijk zijn maar ook
persoonlijk. Vinks benadering
past bovendien beter bij de
multicultureel geworden
samenleving, waarin immers
niet meer bij voorbaat sprake is
van ‘gedeeld verstaan’. Tegelijk
is ook zijn benadering binnen
de zorgverlening maar beperkt
bruikbaar. Met clichés en sjablonen
ben je gauw klaar, scannen
kost tijd en vergt veel meer
‘Fingerspitzengefühl’ en ook dat
kost tijd, trainingstijd. Tijd binnen
de zorg is een schaars goed.
De keuze voor de ene of de andere
benadering zal mede bepaald
worden door het antwoord op de
vraag: wat is goede zorg? En wat
is dat binnen de multiculturele
samenleving?
Nico Vink is antropoloog en heeft lang in het buitenland
vertoefd. Hij heeft zich daar o.a. beziggehouden met het
begeleiden van ontwikkelingsprojecten. Hij was daarna als
trainer verbonden aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen in
Amsterdam. Hij schreef het boek ‘Grenzeloos Communiceren’
(tweede druk, 2004)
Menno van Oel is theoloog en volgde de
opleiding interreligieus management
aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
In het kader daarvan was hij betrokken
bij een project van COS-Gelderland
en Overijssel over rouwen en sterven
in de multiculturele samenleving.
COS Gelderland organiseert in
2007 enkele kleine conferenties over
dat thema. Voor meer informatie:
Wilmy Sijben (projectleider)
[email protected];
tel. 024-3233018.
ACHTERGROND
|
21
M O R E E L BERAAD VOOR DE
H U I S A RTS: MEERWAARDE!
Veel zorginstellingen zijn bezig met moreel beraad. Reliëf begeleidt commissies ethiek en teams van professionals bij het
voeren van moreel beraad. Telkens weer blijkt het teamverband een uitstekende setting te zijn voor het voeren van moreel
beraad. Maar is er ook zo iets voor zorgprofessionals die meer alleen opereren? Huisartsen bijvoorbeeld?
Ja, ook huisartsen bezinnen zich op
FTO’s waren we in de HAGRO
kan gaan roepen. Het is dan fijn
de waarden in hun werk. Onlangs
ook wel weer eens toe aan een
dat er een leidraad is waarbij je het
kreeg Inge van Nistelrooy de kans
goed gesprek. Inge van Nistelrooy
probleem los kan maken van de
om met een Huisartsengroep
begeleidde de avond. Ze had vooraf
emoties en kan gaan analyseren.
(HAGRO) moreel beraad te oefenen.
wat stukken toegestuurd over ethiek
Vooral het benoemen van waarden
Cunera Jonker, huisarts, was de
en de verschillende methodes van
bleek een toegevoegde waarde te
motor achter deze avond. Zij vertelt:
een moreel beraad. De huisartsen
hebben. Waar de één de nadruk legt
hadden casus aangeleverd.
op de autonomie van de arts of de
“Tijdens een nascholing heb ik, als
We gebruikten de Reliëf-methode
juridische regels, bleken deze voor
huisarts consulent palliatieve zorg
voor moreel beraad, een methode
de ander weliswaar belangrijk, maar
voor het eerst deelgenomen aan
waarin zowel handelings- als
toch ook relatief. Want zij moest
een moreel beraad. Alle deelnemers
houdingselementen een rol
deze waarden afwegen tegen het
moesten vooraf een casus insturen.
spelen. Na een eerste formulering
appèl dat op dat moment op haar
Ik stuurde een ingewikkelde casus
van de morele vraag volgen
gedaan werd. Bovendien bleek
in, waar ik emotioneel nogal bij
achtereenvolgens de analyse
het morele probleem dringender
betrokken was. Het ging over het
van feiten en van waarden. Deze
naarmate het appèl een grotere
toepassen van palliatieve sedatie.
analyse leidt mogelijk tot bijstelling
rol speelde. Door de casus zo
Tot mijn verrassing kwam ik mijn
van de morele vraag. De volgende
systematisch te beschouwen
casus daarop in de cursusmap
stap is de afweging tussen de
kwamen we daar meer dan ooit
tegen. Het maakte mij ook wel een
verschillende waarden en daarbij
achter.
beetje zenuwachtig. Wat zullen de
passende gedragslijnen. Tenslotte
Voor ons was het goed dat er een
andere deelnemers aan de cursus
bespreken we de implementatie van
voorzitter was met ‘meerwaarde’,
van mijn handelen vinden?
de conclusie. We hebben eerst aan
die ons aan het denken kan zetten
Tijdens de nascholing is de casus
de hand van een fictieve casus deze
over de normen en waarden die op
geanalyseerd. Dit gebeurde in een
methode doorgenomen. Daarna
tafel kwamen. Die geen genoegen
multidisciplinaire setting met behulp
gingen we zelf aan de slag.
neemt met wat zo voor de hand
van een stappenplan. Het was
22
|
lijkt te liggen en op zoek is naar
een goed, gestructureerd gesprek.
De casus die besproken werd betrof
de laag eronder. Wij waren zeer
Er werd niet alleen gekeken naar
het volgende dilemma: Wat doe
tevreden over deze avond en
mijn handelen maar ook naar de
je als je gevraagd wordt een, door
hebben het vaste voornemen om dit
verschillende waarden en normen
een collega toegezegd verzoek om
te herhalen.”
die bij het maken van keuzes een
euthanasie tot uitvoer te brengen,
rol speelden. Waarom ben ik tot die
omdat je collega door ziekte
keuze gekomen, dat was de vraag
langdurig afwezig is? De kwestie
die centraal stond. Dit is iets voor
werd nog eens gecompliceerd
mijn HAGRO (Huisartsengroep,
doordat de betreffende patiënt op
red.), dacht ik.
dat moment ook nog in coma raakte.
In deze tijd van harde cijfers,
Een ingewikkelde casus waarbij
streefgetallen, indicatoren en
iedereen vanuit emotie van alles
ACHTERGROND
Cunera Jonker, huisarts
Inge van Nistelrooy, trainer en
adviseur van Reliëf
S cheren
Karin Seijdell
Een morele casus uit het ziekenhuis
CASUS
?
Fatima, een vrouw van islamitische achtergrond woont al vele jaren op een plek waar ze het goed naar haar zin heeft. De begeleiding krijgt echter steeds
meer moeite met een vraag van de familie rondom de verzorging van Fatima: volgens de islam dient bij vrouwen de lichaamsbeharing te worden verwijderd, want dat is onrein. Fatima is een vrouw met een volwassen lichaam, maar met het verstandelijk niveau van een kind van een paar jaar. Ze ondervindt veel hinder van de behandeling in de vorm van jeuk en het is haar niet uit te leggen waarom ze wordt geschoren. Vooral in de schaamstreek is het
scheren voor Fatima pijnlijk.
De begeleiding legde het dilemma aan de commissie ethiek voor: Als we Fatima scheren, nemen we haar culturele en godsdienstige achtergrond serieus,
maar tegelijkertijd bezorgen we haar hinder in de vorm van jeuk. Moeten we ophouden met het scheren, en zo ja, waarom precies?
Samen met een collega van de commissie ethiek sprak ik met het
team. Tijdens het gesprek kwamen er een paar punten naar voren
waar het team na afloop mee aan de slag is gegaan.
Familie
In de eerste plaats besloot men tot een gesprek met de familie over
de handelswijze tot nu toe en de ethische vragen die dit bij het team
heeft opgeroepen. De volgende punten zouden besproken moeten
worden: Is het wel zo gewoon dat we dit doen? Gaat dit niet te ver?
Kan de familie het scheren zelf doen? Zijn er alternatieven voor het
scheren denkbaar? Is er gevaar van verstoting als Fatima niet meer
wordt geschoren?
Geloof
Binnen het team bleek verder behoefte te bestaan aan informatie over
de Islam. Met het oog op de toekomst, is dit van groot belang, omdat er steeds meer cliënten met een islamitische achtergrond zullen
komen wonen binnen Meare. Als scheren volgens het geloof moet, is
dit doorslaggevend, is een medewerker van mening. Anderen vinden,
dat de levensbeschouwelijke grondslag van Meare, een algemeen
christelijke, doorslaggevend is. Hierover is het laatste woord nog niet
gesproken. In de visie van Meare staat, dat de instelling uitgaat van
algemeen christelijke grondbeginselen, met respect voor ieders eigen
levensbeschouwing. Het blijft een spanningsvolle relatie. Wat is belangrijker: de eigen grondbeginselen of het respect voor de eigenheid
en de levensbeschouwing van de ander?
Ze zou het, als ze Fatima was, niet op prijs stellen, omdat het niet
prettig is. Maar Fatima is er wel aan gewend want het gebeurt al jaren
zo. In het gesprek kwam duidelijk naar voren, dat het moeilijk is om
na te denken over het ethisch gehalte van je handelen ‘als het toch
al jaren zo gebeurt en er niks ergs is gebeurd.’ Ik vind dit een belangrijke opbrengst voor het voeren van ethische gesprekken, omdat juist
het vanzelfsprekende handelen wat mij betreft vaker onderwerp van
gesprek mag zijn.
Een andere begeleider merkt op dat bejegening belangrijk is. De
manier waarop geschoren wordt maakt groot verschil; hoeveel last
ondervindt Fatima ervan? Zo is droogscheren minder belastend dan
nat scheren. De onderliggende ethische vraag wordt daarmee niet
beantwoord! Het gaat ‘slechts’ om het verminderen van de negatieve
effecten van het scheren voor Fatima.
Het team ziet ook de bezuinigingen binnen de AWBZ als een probleem. Op het moment dat dit gesprek gevoerd is, stond het team
onder grote druk. Vanuit het kader werd aangegeven dat er financieel
veel zou veranderen door de bezuinigingen in de AWBZ. Gevaar is, dat
daarmee de zorgvisie onder druk komt te staan. Het is een punt om
ook als ethische commissie te overwegen, hoewel bezuinigingen wat
mij betreft een organisatiedilemma vormen, niet zozeer een ethisch
dilemma. Dat ze de afwegingen in de praktijk (negatief) kunnen beinvloeden, is wel iets om rekening mee te houden. De kwaliteit van
het ethisch debat staat of valt met de tijd die mensen hieraan kunnen
besteden. Oefening baart kunst!
Karin Seijdell is geestelijk verzorger van Meare, Eindhoven
Ondersteuningsvisie
Een begeleidster vertelde dat ze tot nu toe eigenlijk niet veel problemen heeft gehad met het scheren van Fatima, het is er ingeslopen.
Inge van Nistelrooy voert de redactie over deze rubriek: [email protected].
ETHIEK UIT HET VUISTJE
|
23
Agenda
7 september 2006
26 september 2006
Een acceptabele dood.
Daar draait het allemaal om:
De richtlijn palliatieve sedatie
presentie! Presentiecongres m.m.v.
toegelicht.
o.a. Andries Baart. Van 9.30 – 18.00
’s Middags van 13.45 uur tot 17.00 in
uur in Congrescentrum De Eenhoorn,
congrescentrum Antropia, Driebergen
Amersfoort. Info: 06-53964388,
Met o.a. Kris Vissers, Yvonne
[email protected],
Engels, Jaap Schuurmans en Jeroen
www.presentie.nl.
Hasselaar.
Lezers van Zin in Zorg krijgen
20 november 2006
KORTING op dit congres. Van harte
Algemene Ledenvergadering
aanbevolen! Zie voor meer informatie
Reliëf / Symposium Identiteit in de
de folder bij dit nummer. Info: Medilex
organisatie
030 – 6933887, [email protected]
van 13.00 uur tot 16.00 uur.
Locatie nog onbekend.
7 september 2006
M.m.v. de heer Johan Goudswaard
De wrange smaak van een zoete
van bureau Obelon te Rotterdam.
dood. Vragen rond het levenseinde in
Info: Reliëf 030-2610454.
de zorg voor ouderen.
Na het symposium volgt de
van 9.00 – 17.00 uur in
algemene ledenvergadering van
Congrescentrum Antropia,
Reliëf.
Driebergen. Met o.a. Cees Hertogh,
Flip Sutorius en Wout Huizing.
8 maart 2007
Info: Medilex 030 - 6933887,
Jaarcongres Reliëf 2007
[email protected]
Congreshotel Zonheuvel te DOORN.
(ADVERTENTIE)
Download