Thema: Multiculturaliteit Aanpassen of verschil maken? Multiculturele geestelijke verzorging Waarom christenen wel moeten… En verder: De Camillus Almanak Ethiek in de ouderenzorg Moreel beraad voor huisartsen 2 jaargang 8 juni 2006 zininzorg T I J D S C H R I F T VA N R E L I Ë F O V E R Z O R G , E T H I E K E N L E V E N S B E S C H O U W I N G Zinnebeeld: Interreligieus: het werkt Frits Mertens ................................................................ 4 COLOFON Zin in Zorg is een uitgave van Reliëf, christelijke vereniging van zorgaanbieders. Bij Reliëf zijn ruim 300 zorginstellingen met een christelijke signatuur aangesloten. THEMA: De missie van Reliëf is om vanuit christelijke inspiratie Multiculturaliteit in de zorg Aanpassen of verschil maken? Thijs Tromp .................................................................. 5 invloed uit te oefenen op het maatschappelijk debat over en de inhoud, uitvoering en organisatie van de zorg en aldus bij te dragen aan de essentie van zorg. Vanuit die missie richt Zin in Zorg zich op gezondheidszorg, ethiek Diversiteit: een verrijkende ervaring Multiculturele geestelijke verzorging in Medisch Centrum Haaglanden Wout Huizing ............................................................... 8 en levensbeschouwing in hun onderlinge relaties. Zin in Zorg ver-schijnt vier maal per jaar. ISSN: 1389-6490 / jaargang 8 Essay: De barmhartige Samaritaan: icoon van transculturele zorg! Myriam Steemers ......................................................... 10 Abonnementen Lidinstellingen van Reliëf ontvangen twee abonnementen. Aanvullende abonnementen kosten € 17,50 per jaar, losse abonnementen € 24,75. Losse nummers € 6,25 + porto. Multiculturaliteit NIEUWS: Advertentietarieven op aanvraag. Informatie en opgave: Verenigingsnieuws ....................................................... 12 De Camillus Almanak Een nieuwe wegwijs in het grensgebied tussen kerk en zorg .................................................................. 13 Reliëf, Neckardreef 6, 3562 CN Utrecht, (030) 2610454, fax (030) 2612529. E-mail: [email protected] of via de website www.relief.nl. Abonnementen kunnen ieder moment van het jaar ingaan. Opzeggingen moeten voor 1 december gedaan worden. INTERVIEW: Met Johan Groen, Florence Den Haag Ik geloof in een multiculturele samenleving Jaap Huttenga ............................................................... 14 RECENSIE: Chris Gastmans en Linus Vanlaere, Cirkels van zorg. Eric Corsius ................................................................... 16 R E P O R TA G E : Anders denken Bevindingen van Interculturele Zorg Almere Klaas Burger .................................................................. 18 Redactie J.M. Beekers F. Mertens F.G.M. Pothof M. Steemers – van Winkoop T. Tromp (eindredacteur) H.J. Veltkamp (voorzitter) Redactieadres: Reliëf, t.a.v. A.J. Oppelaar, Neckardreef 6, 3562 CN Utrecht Redactieadviesraad H.P. Meininger / H. Jochemsen / B. Blaauw, T. Rütter / W.P.H.M. Cranen / H. Bakkerode, C.J.W. Leget / J.C. Lam / F.H. Kamsteeg, M. Laterveer / E. van Reij-Pieterson / D. Vollebregt, A. van Balkom / E.B. Mulder Uitgave, layout en druk: Berne, Heeswijk Omslag Foto: Horatio Sormani A C H T E R G R O N D : Tussen sjabloon en ontmoeting Over multiculturele communicatie Menno van Oel............................................................. 20 Moreel beraad voor de huisarts: meerwaarde! Cunera Jonker en Inge van Nistelrooy ....................... 22 ETHIEK UIT HET VUISTJE: Scheren Karin Seijdell................................................................. 23 Agenda .......................................................................... 24 red a c t ioneel Nog altijd zit in mijn agenda een taalkaartje met ‘goedendag’, ‘hoe gaat het met u?’ en nog een paar van die ijsbrekertjes in het Turks en Marokkaans. Dat leek mij handig, toen ik als geestelijk verzorger in een ziekenhuis ging werken. We inventariseerden ook de gezamenlijke talenkennis die onder personeelsleden aanwezig was, om waar nodig te kunnen tolken. Voor varkensvlees en andere gruwelen bood onze keuken altijd al passende alternatieven, en wanneer onze moslimpatiënten het Suikerfeest vierden zorgden we voor baklava en dadels. Al met al een mooi stukje in de goede richting, toch? Eigenlijk voelden we ons als ziekenhuis wel een beetje pionier: bij ons was de multiculturele samenleving allang geaccepteerd. De andere kant was er natuurlijk ook. “Die van hem komen altijd minstens met hun twaalven, en een herrie dat ze maken!” Hem was de Marokkaanse man in het vierde bed, en die van hem zijn grote familie. Geduldig legden we uit dat het in zijn cultuur nu eenmaal zo is dat wie op ziekenbezoek kan komen ook moet komen. Niks om de beurt, gewoon allemaal samen. Over en weer probeerden we wat begrip te kweken. Mijn trofee werden twee oudere mannen, samen op één kamer, de één moslim, de ander gereformeerd, die voor elkaars welzijn en familie baden. Kom, mensen, schik een beetje voor elkaar in. We zijn immers allemaal mensen, en samen bezig om een multiculturele samenleving te worden? Voetbalgekte Dat was zo’n beetje hoe we daar tot een jaar of vijf geleden over dachten. Toen kwam 11 september 2001, en drie jaar later de moord op Theo van Gogh. De sfeer werd een stuk grimmiger. Het schone multiculti-streven met vooral veel begrip voor elkaar werd door kritische commentatoren als Paul Scheffer en Ephimenco ontmaskerd als een naïef ideaal (op z’n best) of zelfs een gevaarlijke ideologie (op z’n slechtst). Inmiddels gebruik ik dat taalkaartje nog maar zelden. Van wie in Nederland woont mag enige kennis van de daar gesproken taal worden verwacht. Plus enig inzicht in de cultuur. Waar zijn we sindsdien aangeland, en hoe gaan we van hieruit verder? Voor u, als lezer van deze Zin in Zorg, een vitale vraag. Want als we elkaar érgens tegenkomen als Neder- en medelanders, dan wel in onze zorginstellingen. Hoe doen we dat? Wat gaat er goed? Wat kan en moet beter? Bestaat er wel zoiets als multiculturele zorg, en hoe ziet die eruit? Hoe kan de christelijke levensvisie hier een leidraad vormen? Of om bij Myriam Steemers in dit nummer aan te sluiten: dat die Samaritaan uit Jezus’ gelijkenis behalve barmhartig ook allochtoon was, wat zegt ons dat als zorgverleners? Henk Veltkamp En dan hebben we het nog niet eens gehad Klein leed? In elk geval niet te vermijden. over het wk-voetbal. In het publiek domein Maar het hoort er niet bij, volgens mij. weer niet te vermijden. Ik kan zelfs oranje Goeiemorgen Jeanne, goede reis gehad? postzegels kopen met daarop het hoofd van In een nummer over multiculturele zorg zou Mijn collega Jeanne komt altijd met de bus een begenadigd schutter! het kunnen gaan over inburgeren: wat vinden naar Utrecht, met de Q-liner van Arriva. we gewoon in Nederland, welke mores leren Ze is meestal wel tevreden over die reis, Het klein leed gaat het verzorgingshuis niet we aan of juist af? Is Oranjegevoel gewoon? alleen die herrie! Die herrie? Ja in de bus voorbij. De hele grote zaal wordt oranje, Hoort je hart op te springen bij het horen van komt ’s morgens vroeg Sky Radio uit de televisies worden grootbeeld, bij de koffie de naam Van Nistelrooij? Wanneer we de boxen? Iedereen houdt daarvan. Nou ja bijna worden oranje petitfourtjes geserveerd. En, patiënt respecteren, wanneer we aandacht iedereen. Klein leed, niet te vermijden. Het toppunt van vreugde, het personeel loopt met geven aan persoonlijke omstandigheden hoort erbij. oranje mutsen en een enkeling draagt zelfs moeten we hem niet blootstellen aan Neêrlands driekleur guitig op de konen! Is ongevraagde collectiviteit, aan collectieve Kerst 2005: ineens word ik bij de bakker dat leuk? Draagt het bij aan goede zorg? Ik gekte. Niet iedere Nederlander is voetbalgek. geholpen door een verkoopster met een vraag het me af. Volgens mij wordt bewoners Ik hoop dat we daar een beetje oog voor kerstmannenmuts compleet met flikkerend niet gevraagd of ze dat leuk vinden al die houden tijdens het WK. En daarnaast hoop rood sterretje op haar blonde hoofd: da’s Worldcupfranje! Wanneer de nationale hype ik natuurlijk dat we wereldkampioen worden, vrolijk toch? Iedereen vindt dat leuk. Nou ja, rond ons Nederlands elftal weer opspeelt, want ‘we zijn natuurlijk de beste’! bijna iedereen. Klein leed, niet te vermijden. vergeten we ineens bewoners, patiënten of Het hoort erbij. cliënten te vragen of ze wel gediend zijn van Paul van Mansum deze collectieve gekte in hun woonomgeving. | 3 Z I N N EB EELD I n te r re l igieus: h e t w e r kt ‘De multiculturele samenleving werkt in het ziekenhuis. Het wordt intercultureel. Het stiltecentrum is daarvan een exponent.’ Dat zegt Ari van Buuren, afdelingshoofd van de Dienst Geestelijke Verzorging (DGV) van het UMC Utrecht en predikant. Deze DGV is een voortrekker in zijn interculturele en interreligieuze beleid, en kreeg daarvoor in september een internationale prijs. Er werken twee moslim geestelijk verzorgers (een man en een vrouw), twee r.k. pastores (een man en een vrouw), een humanistische raadsman en een humanistisch raadsvrouw, een hindoe geestelijk verzorger, en drie predikanten (een man en twee vrouwen). Hun ervaringen bevestigen dat de dialoog tussen mensen van verschillende gelovige achtergronden op gang komt. ‘Geestelijke verzorging kan een ijsbreker en voortrekker zijn in de interculturalisatie zoals die door het ministerie van VWS en door de inspecteur gezondheidszorg minderheden wordt bepleit. Dit houdt een broodnodige subtiele verandering in: in plaats van vluchten in vooroordelen, isolement en angst gaat men met elkaar in gesprek. Patiënten van allerlei religieuze en FOTO: FRITS MERTENS seculiere levensbeschouwingen ontmoeten de hulpverleners, maar ook elkaar. In de interreligieuze dialoog kunnen we komen van verscheurende passies tot compassie of mededogen,’ aldus van Buuren. ‘Het gaat om begrip voor elkaars waarheden.’ Geestelijke verzorging speelt in op een veelkleurig geloofsterrein. Het scala aan kleuren neemt alleen maar toe. Veel mensen betreden ook andere paden om een eigen geloofswaarheid te ontdekken. Naast de eigen traditie doen elementen uit andere tradities hun intrede. Menigeen zoekt een eigen combinatie van verschillende elementen uit verschillende gelovige tradities. Hoe dat werkt, zien we in dit stiltecentrum van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Oproep: heeft uw instelling ook een beeld, schilderij of logo dat geschikt is voor deze rubriek van Zin in Zorg, stuur dan een e-mail aan de redactiesecretaresse Anjo Oppelaar: [email protected]. 4 | ZINNEBEELD Frits Mertens M U LT I C U LT U R A L I T E I T A a n p a ssen of verschil maken? Thijs Tromp Een beetje vreemd misschien? Dat Reliëf een themanummer wijdt aan multiculturele zorg? Waarom zou een christelijke vereniging zich op dit thema bezinnen? Het antwoord is eenvoudig. De meeste zorgaanbieders met een christelijke identiteit vinden, juist op grond van hun identiteit, dat ze zorg moeten bieden, ongeacht geloof of de etnische afkomst van de zorgvrager. Dit past bij de bijbelse opdracht om God en de naaste lief te hebben, het bijbelse dubbelgebod, onlangs nog eens onderstreept door paus Benedictus XVI in de encycliek Deus caritas est. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het overgrote deel van de organisaties die lid zijn van Reliëf al ervaring heeft met multiculturele zorgverlening. Wel moet gezegd worden dat de wijze waarop en de mate waarin van instelling tot instelling sterk uiteenloopt. Afnemende belangstelling Het thema ‘multiculturaliteit en zorg’ staat beduidend minder in de belangstelling dan enige jaren geleden. Dat heeft alles te maken met de omslag in het politieke klimaat in ons land. Thema’s als veelkleurig samenleven en interculturele uitwisseling hebben plaats gemaakt voor onderwerpen als aanpassing, inburgering en restrictief asielbeleid. 11 September 2001, het optreden van Fortuyn, de moord op Van Gogh worden als markeringspunten gezien voor deze omslag. Maar het zijn langer bestaande gevoelens van ongerustheid en onbehagen die onder woorden gebracht worden. Paul Scheffer had immers in 2000 al zijn geruchtmakende essay gepubliceerd onder de titel ‘Het multiculturele drama’. In dat essay stelde hij zich de vraag hoe wij het ons konden veroorloven dat de maatschappelijke problemen zich in rap tempo ophoopten voornamelijk onder allochtone minderheden. Werkloosheid, schooluitval, criminaliteit en een gebrek aan deelname aan de samenleving. Achter een façade van tolerantie en romantische beelden over andere culturen schuilde volgens hem een werkelijkheid van verwaarlozing van problemen. De vorm van tolerantie die we in Nederland huldigden was van het liberale soort: ruimte op afstand. Iedereen mag doen wat hij wil, zolang het mij maar niet bedreigt. Werkelijke ontmoeting of toenadering bleven marginale projecten van enthousiastelingen. Deze vorm van tolerantie lijkt op negeren. Terwijl we weten dat echte tolerantie alleen slaagt als we elkaar leren kennen, als we elkaar kunnen verdragen omdat we niet bang zijn voor elkaar. Dat vraagt om sympathie en bewogenheid. Aanpassing Inmiddels is het politieke klimaat omgeslagen. Er wordt gehandhaafd, beschaafd, ingeburgerd, gedwongen gespreid, teruggestuurd, gelik-op-stukt en aangepast. Het lijkt er op dat er een nieuwe canon van Nederlanderschap is vastgesteld. Aanpassing aan die canon luidt het devies. Ik zal niet ontkennen dat er iets moest gebeuren en bepaalde maatregelen zullen ook zeker effectief zijn. Maar het heeft er alle schijn van dat we nu naar de andere kant van het liberale spectrum doorschieten. We pakken nu wel de problemen aan maar op een repres- sieve manier. Opnieuw zijn ontmoeting en begrip niet het doel, maar aanpassing en handhaving. Een m.i. ongewenste uitkomst van dit proces is dat het thema multiculturaliteit nu vooral geassocieerd wordt met problemen. Opnieuw is er weinig aandacht voor culturele eigenheid van mensen en de daarmee verbonden religieuze oriëntatie. “Echte tolerantie Gevolgen voor de zorg slaagt alleen Voor de zorgsector heeft deze politieke omslag ook gevolgen. Alies als we elkaar Struijs1) beschrijft hoe de beleidsvoornemens van het tweede Paarse l e r e n k e n n e n . ” Kabinet direct na het aantreden van Balkenende I ingrijpend zijn gewijzigd. Het beleid was erop gericht om de zorg cultuurgevoeliger te maken, dat wil zeggen om de zorgvragers en zorgverleners meer op elkaar te laten aansluiten. Zorgprofessionals en zorgaanbieders dienden rekening te houden met de specifieke culturele eigenheden van patiënten, cliënten en bewoners en anderzijds dienden allochtone zorgvragers meer bekend te raken met de waarden en normen in de Nederlandse gezondheidszorg. Voorlichting van allochtonen en gedegen aandacht voor multiculturaliteit in de opleidingen van zorgprofessionals zouden worden gestimuleerd. Een expertisecentrum zou de goede ervaringen die her en der in Nederland waren >> THEMA | 5 M U LT I C U LT U R A L I T E I T Je bent zo mooi anders dan ik, natuurlijk niet meer of minder maar Daarnaast blijkt ook dat het met de achterstand in de gezondheid van allochtonen wel meevalt (in elk geval is het beeld per subgroep sterk wisselend). Verder is de minister van mening dat het de verantwoordelijkheid van de burgers zelf, van de zorgsector en van de lokale overheden is om de aanpassing verder te stimuleren. Vanuit de zorg zelf bekeken zo mooi anders, ik zou je nooit anders dan anders willen. Hans Andreus opgedaan bundelen en de kennis breed verspreiden in de zorgsector. Er zou bovendien gewerkt worden aan eenduidige normen en richtlijnen voor interculturele gezondheidszorg. Van dat alles is niets terecht gekomen. Balkenende I schrapte bijna het gehele budget om interculturalisatie te bevorderen. Vanaf 2004 stelt minister Hoogervorst jaarlijks slechts 150.000 euro beschikbaar voor multiculturele initiatieven in den lande. Volgens de minister bleek namelijk uit de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2002 van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) dat het met de achterstanden van allochtonen in de gezondheidszorg wel meevalt. De toegankelijkheid van de zorg is op zich prima, allochtonen maken alleen anders gebruik van de beschikbare voorzieningen. 6 | THEMA De overheid laat het kennelijk afweten op het punt van multiculturele zorgverlening. Maar wat kan vanuit de praktijk van de zorg zelf over dit thema gezegd worden? Is goede zorg gediend met aandacht voor culturele diversiteit? En, zo ja, waarom? Het onderwerp communicatie springt in dat verband het eerst in het oog. Heldere communicatie is een voorwaarde voor goede zorg. Cliënten moeten immers duidelijk kunnen maken wat hun gezondheidsprobleem is en zorgprofessionals moeten helder maken wat zij denken dat zij voor hun cliënt kunnen doen, om maar eens iets te noemen. Taalproblemen kunnen voor een goede zorgverlening een barrière vormen. Maar het onderwerp communicatie is hoogstens het voorportaal van een werkelijkheid die veel wezenlijker is voor zorg. Zorg is meer dan het stellen van een diagnose en het aandragen en uitvoeren van een therapie. Als het zo eenvoudig was, dan zou multiculturaliteit in de zorg een equivalent zijn van interculturele communicatietechniek. Maar zorg is geen technische handeling, zorg is ten diepste het aangaan van een relatie tussen kwetsbare mensen, vaak op kwetsbare momenten. Wie zich tot een professionele zorgverlener wendt doet dat vanuit een bepaalde behoeftigheid of nood. Uiteraard maakt het een groot verschil of iemand zich met een aanhoudende verkoudheid bij de huis- arts meldt of dat iemand met een psychose in een psychiatrisch ziekenhuis wordt opgenomen. Er zijn verschillen in de mate van nood of behoeftigheid. Maar dat doet niets af aan het principiële karakter van de zorg als het aangaan van een relatie. Die relatie is moreel gekwalificeerd. Dat wil zeggen, wie zich tot een professionele hulpverlener wendt mag erop vertrouwen dat de hulpverlener het goede met haar of hem voor heeft. Het gaat om betekenis Wat het goede voor iemand is, ligt niet bij voorbaat vast. Dat hangt van de vraag af, of van de klacht, of van een appel dat niet eens goed onder woorden kan worden gebracht, ook al beheerst de patiënt zijn Nederlands als Brugman. Maar het hangt ook af van wie degene is die om advies of om hulp vraagt. Een oudere in een verpleeghuis die de laatste twintig jaar van zijn leven alleen heeft gewoond heeft mogelijk andere sociale behoeften dan een oudere die tot aan zijn opname in een beschermende woonvorm heeft gewoond. Een Turks echtpaar dat zorg nodig heeft voelt zich mogelijk meer bezwaard om een beroep te doen op thuiszorg dan een autochtoon echtpaar. Marokkaanse vrouwen somatiseren doorgaans meer (zegt men) dan de gemiddelde autochtoon, maar wat hebben we met deze vaststelling bereikt? De vraag is steeds, wat is het goede voor deze mens in deze specifieke situatie. En die vraag behelst meer dan een diagnose. Dan gaat het naast feiten vooral ook over de betekenis die aan die feiten wordt gehecht. Wat betekent ziekte, wat betekent lichamelijkheid, wat betekent de seksuele identiteit, wat betekent ouderdom en ga zo maar door. Wordt ziekte of handicap gezien als een straf? Of als iets waar je je voor moet schamen? Of wordt de zieke beschouwd als een vlek op >> M U LT I C U LT U R A L I T E I T het blazoen? Aandacht en begrip voor deze betekenisaspecten van ziekte en gezondheid maken de kern uit van wat zorg is. Dat zijn geen extra’s die er in tijden van bezuiniging af kunnen. Hoe staat het ervoor? Maar hoe staat het ervoor met die zorg voor het cultureel bepaalde lichaam en de religieus georiënteerde ziel? De ervaringen lopen per sector in de zorg behoorlijk uiteen. En bovendien zijn er grote verschillen binnen iedere zorgsector op zich, afhankelijk van grootte, visie en de plaats in het land. In de Randstad wonen relatief de meeste allochtonen en de zorgaanbieders daar hebben doorgaans veel meer ervaring met multiculturele zorgverlening dan bijvoorbeeld in het Oosten of Noorden van het land. Maar ook deze uitspraak zegt te weinig. Sommige instellingen in de Randstad hebben overwegend witte bewoners, terwijl andere juist van interculturele zorgverlening hun speerpunt hebben gemaakt. Het beeld is veel te divers om daar een bevredigende schets van te geven. Wat wel gesteld kan worden is dat bij huisartsen en andere eerstelijns hulpverleners en in ziekenhuizen de drempel voor allochtone zorgvragers het laagst lijkt. In deze sectoren nadert het aantal allochtone zorgvragers de samenstelling van de landelijke bevolking. In de jeugdzorg is het aantal allochtone zorgvragers relatief oververtegenwoordigd, wat gedeeltelijk verklaard wordt uit de achterstandspositie van bepaalde groepen allochtone jongeren. In de GGZ, de ouderenzorg en de zorg voor verstandelijk gehandicapten daarentegen weerspiegelt het aantal allochtone zorgvragers in het geheel niet de landelijke samenstelling. Vooral in intramurale settings is dit percentage bijzonder laag. Wat daar precies de redenen voor zijn is niet helemaal duidelijk. Feit is dat bepaalde groepen nietwesterse allochtonen de zorg voor hun ouderen en zieke familieleden liever in familiekring regelen. Maar dat geldt lang niet voor alle groepen. Een andere verklaring is dat allochtonen wel degelijk gebruik zouden willen maken van intramurale zorg maar dat de drempel van een instituut te hoog is omdat ze de cultuur van de instelling als vervreemdend ervaren. Het blijkt uit geslaagde projecten dat het al scheelt als er één schaap over de dam is. Mogelijk dat het helemaal niet wenselijk is de intramurale zorg voor alle allochtonen toegankelijk te maken. Misschien dat (intensieve) thuiszorg en mantelzorgondersteuning een veel betere strategie is. Maar ook dan geldt dat die vorm van zorg goed moet worden afgestemd op de specifieke behoeften. De inzet van allochtone zorgconsulenten (waar er nog veel te weinig van zijn) is een mooi voorbeeld van hoe de zorg van huisartsen en thuiszorgorganisaties steeds beter kan aansluiten bij de allochtone zorgvrager. Veel zorgaanbieders in de ouderenzorg en de verstandelijk gehandicaptenzorg nemen desondanks initiatieven om potentiële allochtone cliënten te gaan opzoeken. In enkele gevallen slaagt men er bij intramurale settings wel in om allochtone zorgvragers een tehuis te bieden. Een mooi voorbeeld daarvan geeft Johan Groen (zie elders in dit nummer). Ook de instelling voor ouderenzorg De Schildershoek in Den Haag moet dan genoemd worden. Maar er blijkt wel een prijskaartje aan te hangen. Goede multiculturele zorg vraagt een enorme investering in (gemotiveerd) personeel en gedifferentieerde voorzieningen. De overschrijdingen van de budgetten in De Schildershoek doen vrezen dat dit voorbeeld niet op korte termijn landelijke navolging krijgt. Verschil maken Wie op zoek gaat naar de stand van zaken ten aanzien van multiculturele zorgverlening krijgt een fragmentarisch beeld te zien. Dé allochtone zorgvrager bestaat niet, landelijke normen voor multiculturele zorgverlening ontbreken, de toegankelijkheid van de zorg is zeker niet over de gehele linie optimaal. Tegelijkertijd zijn er tal van hoopgevende initiatieven, vaak geinitieerd door en daarmee afhankelijk van bevlogen enkelingen. Er ligt een opvallende parallel tussen het pleidooi voor de aandacht voor de culturele identiteit van de zorgvrager en het pleidooi aandacht te hebben voor de levensbeschouwelijke identiteit van zorgvragers. Beide pleidooien overstijgen het neoliberale transactiemodel. Het vraagt doorzettingsvermogen en lef om de zorgvrager niet te reduceren tot standaardmens maar te blijven zien als een mens die verschil maakt door wie hij of zij is. Thijs Tromp is stafmedewerker van Reliëf “ Wa t i s h e t goede voor deze mens in deze specifieke situatie?” Noot 1) Alies Struijs, ‘Interculturalisatie van de gezondheidszorg: een uitdaging voor de overheid?’ In: TGE 14 (2004-4) 98-102 Met dank aan Inge van Nistelrooy voor haar waarde- THEMA | 7 M U LT I C U LT U R A L I T E I T Thema interview: Dienst Geestelijke Verzorging MC Haaglanden FOTO’S MEDISCH CENTRUM HAAGLANDEN Di ver siteit : een ver r ijkende er v ar ing Wout Huizing Over spiritualiteit in de gezondheidszorg Voor sommigen is het een vraag of het wel moet en of het mogelijk is: in een christelijke zorginstelling voluit geestelijke begeleiding geven aan moslims en hindoes en stilstaan bij hun feesten en rituelen. Niet voor de Dienst Geestelijke Verzorging in Medisch Centrum Haaglanden, locatie Westeinde. Een gesprek met Ad de Gruijter (pastor), Mualla Kaya (moslim geestelijk verzorger) en Atty Rhamdani (hindoe geestelijk verzorger / pandit). "Aandacht voor spiritualiteit verbetert de resultaten van de zorg" 8 | THEMA Aandacht voor multiculturele zorg: noodzaak of visie? ‘Soort bij soort?’ Ad : De start van multiculturele geestelijke verzorging werd uiteraard ingegeven door het groeiend aantal patiënten dat moslim of hindoe was. Maar het was niet alleen een kwestie van noodzaak, veeleer ook van overtuiging. We willen respect tonen voor patiënten met verschillende levensbeschouwelijke achtergronden. Ging Jezus niet met iedereen om, zonder te vragen naar achtergronden of voorwaarden te stellen? Belangrijk is: wat kan ik voor die ander betekenen? Vanuit die visie moet je in een christelijke zorginstelling beschikbaar zijn voor ieder mens. Attry: Acht jaar geleden keken we naar de namen van patiënten en besloten op basis daarvan om bij iemand langs te gaan. Maar soms vergisten we ons en bleek iemand helemaal geen hindoe of moslim te zijn. Niet achter elke Surinaamse naam gaat een hindoe of een moslim schuil. Zulke misverstanden leverden soms verrassende gesprekken op! Momenteel werken we deels territoriaal: elke geestelijk verzorger heeft een eigen afdeling in het ziekenhuis. Daar doet hij of zij mee met teamoverleg, geeft daar klinische lessen, is aanspreekpunt voor vragen en begeleiding. Daarnaast verwijzen we naar elkaar door. Er zijn immers bepaalde rituelen die je alleen vanuit de eigen achtergrond kunt of mag doen. Attry: Veel instellingen kiezen voor het ‘consultmodel’: op afroep een imam of pandit erbij roepen om in een bepaalde situatie begeleiding te bieden. We merken dat het effectiever is om een permanente (multireligieus) samengestelde dienst geestelijke verzorging te hebben. Dan word je niet alleen geroepen in incidentele gevallen, maar krijg je in het ziekenhuis een brede adviesfunctie. Zo kun je op verschillende momenten zaken uitleggen, informatie geven en stimuleer je het nadenken over hoe met bepaalde situaties om te gaan. Wat zijn reacties van patiënten? Mualla: Uiteenlopend. Vooral moslim mannen die oorspronkelijk uit een stad komen vinden het heel gewoon dat ik als vrouw met hen in gesprek ga. Maar soms bespeur ik moeite. Mooi is dan dat aan het einde van een gesprek iemand iets opmerkt als: ‘Ik hoop niet dat ik u in verlegenheid heb gebracht, omdat ik zo >> open ben geweest.’ M U LT I C U LT U R A L I T E I T Ad: Een nadeel van territoriaal werken is dat patiënten, die een andere geloofsovertuiging hebben dan de geestelijk verzorger, soms gaan praten over het geloof van de geestelijk verzorger, over hindoeïsme of islam en niet over hun eigen situatie. Bijvoorbeeld: wat betekent vasten voor je? Of: wat vier je en hoe vier je feesten? Binnen het ziekenhuis worden niet alleen de christelijke feestdagen gevierd, maar ook het Suikerfeest en het Diwalifeest. Daar wordt inmiddels alom naar uitgekeken! Attry: Ik stel me altijd voor als behorend tot de dienst geestelijke verzorging. Ik ben deel van het geheel. Een leuke ervaring is bijvoorbeeld dat een patiënt (niet hindoe) een gesprek met mij aanvraagt, omdat hij mij in gesprek heeft gehoord met een hindoe-patiënt. Wat wil je in elk geval gezegd hebben? Moet een geestelijk verzorger voor iedereen gesprekspartner kunnen zijn? Ad: De brede inzetbaarheid behoort bij de professionele geestelijk verzorger en is ook een wens vanuit de beroepsvereniging. Maar in hoeverre die brede inzetbaarheid echt mogelijk is, moet zich nog uitkristalliseren. De huidige moslim en hindoe geestelijk verzorgers in de zorg zijn in dit opzicht echte pioniers. Attry: Ik wil liever aangesproken worden als geestelijk verzorger dan als ‘pandit’. De pandit is binnen de geloofsgemeenschap vooral aanwezig door middel van rituele begeleiding van families bij belangrijke momenten in hun leven. In het ziekenhuis ligt de nadruk minder op de rituelen. Als geestelijk verzorger heb je een eigen professionele bagage. Wat ervaar je in de samenwerking? Enthousiast vertellen de geestelijk verzorgers over een interreligieuze viering ter gelegenheid van het 125 jarig bestaan van het ziekenhuis. Dat was indrukwekkend. Een viering met een RK koor, een hindoe zangkoor en jongeren die de koran reciteerden. Uit zowel de Bijbel, Koran als de Bhagavadgita werd een verhaal gelezen over een boom die vruchten voortbrengt. De pastor, de hindoe en moslim geestelijk verzorgers spraken daarover, samen werd gezongen en aan het einde werden dadels uitgedeeld. Zo leer je genieten van elkaars achtergrond. Je belééft iets samen. En je leert ook van elkaar. Je wordt aan het denken gezet over je eigen uitgangspunten en geloof. Attry: In acht jaar zijn we gegroeid als dienst geestelijke verzorging. De dienst is zichtbaarder geworden, de vraag naar geestelijke verzorging neemt toe. Men raakt bekend met multiculturele geestelijke verzorging. Dat is goed om te mee te maken. Ad: Beschouw de diversiteit niet als iets exotisch. Ik stel vast dat de profi lering van de geestelijke verzorging in de lift is gekomen door de aanwezigheid van hindoe en moslim geestelijk verzorgers: de geestelijke verzorging werd alom ingeroepen als deskundige bij situaties waar levensbeschouwelijke aspecten van belang zijn. We hebben dus als dienst geprofiteerd van onze brede samenstelling. Mualla: Voor mensen met een islamitische achtergrond is het niet vanzelfsprekend dat een geestelijk verzorger aan hun bed komt. Ze weten weinig tot niets over de inhoud van deze functie. Bij de derde generatie moet geestelijke verzorging bekender worden. We moeten stimuleren dat ze bij ons terecht kunnen voor goede geestelijke verzorging. Als het aanbod er is en je komt met mensen in gesprek, dan blijkt de waarde. Telkens weer. “Niet achter elke Surinaamse naam gaat een hindoe of een moslim schuil.” Tot slot krijg ik het jaarverslag van de dienst geestelijke verzorging over 2005 uitgereikt, met vermelding van een uitvoerig patiënttevredenheidsonderzoek naar het werk van de geestelijke verzorging. Overallcijfer: 8,3. Het heeft, naast deskundigheid, ongetwijfeld te maken met het feit dat hier een team aan het werk is dat elkaar respecteert, ondervraagt, én uitstraalt hoezeer het een verrijking is om oog te hebben voor de ander die weliswaar ‘anders’ is dan jezelf, maar waarin je tegelijk jezelf volop herkent. Er speelt me een gedichtje van Hans Andreus door mijn gedachten: ‘Je ben zo mooi anders dan ik.’ Wout Huizing is stafmedewerker van Reliëf en geestelijk verzorger in Tabitha te Den Haag De samenstelling van de dienst geestelijke verzorging van Medisch Centrum Haaglanden wordt bepaald door de katholieke signatuur van ziekenhuis, maar ook door de patiëntenpopulatie en door de samenstelling van de medewerkers. Op dit moment heeft de dienst zes geestelijk verzorgers, 3 katholiek, 1 protestants, 1 moslim (de eerste vrouwelijke moslim geestelijk verzorger in Nederland) en 1 hindoe (totaal 4,22 fte). THEMA | 9 M U LT I C U LT U R A L I T E I T Thema essay: D e b a r mhartige Samaritaan: i c o o n v an transculturele zorg! Myriam Steemers Langzaam maar onafwendbaar en onomkeerbaar wordt ook de zorg multicultureel. Is in veel instellingen het gesprek over de gemengd christelijke populatie net gewoon geworden, nu doet de gemengd religieuze populatie haar intrede. Wat betekent het christendom in deze ontwikkeling? Wat betekenen andere (religieuze) culturen voor de zorg? Onze westerse gezondheidszorg is ontstaan vanuit de christelijke overtuiging dat mensen de taak hebben om voor anderen te zorgen. Model voor deze christelijke zorgvisie staat het verhaal van de barmhartige Samaritaan uit het Evangelie volgens Lukas. (Lukas 10:28–37). Later in de kerkgeschiedenis ontstonden de beelden van de mater dolorosa (Maria die vol verdriet staat bij het kruis van haar zoon Jezus) en de piëta (het beeld van Maria die haar overleden zoon Jezus in de armen draagt). Toch is er een wezenlijk verschil tussen deze afbeeldingen Om bij de laatste te beginnen: de piëta is de moeder die rouwt om een dierbare die zij heeft verloren. Het is eigen, niet grensoverschrijdend. Bij de mater dolorosa is dat ook het geval. Ook hier is het verdriet gericht op het verlies van een dierbare. Maria rouwt om haar zoon aan het kruis. Zorg van een vreemde De afbeelding van de barmhartige Samaritaan is van een heel andere orde. Hier is het de ongewenste vreemdeling die een geslagen man op zijn ezeltje helpt en hem naar een veilig oord, een herberg, 10 | THEMA brengt. Hier gaat het om hulp en om zorg van een vreemde, een niet-jood, een allochtoon, voor een joods slachtoffer van een geweldsmisdrijf. Dit beeld staat aan de wieg van de christelijke zorg. Lang was die zorg een blanke, westerse en vooral christelijke aangelegenheid maar nu zijn we in een tijd aangekomen dat dit beeld een diepere betekenislaag toont. Dit wordt duidelijk wanneer je in een zorginstelling rondloopt en de liefdevolle zorg ziet voor en van mensen uit andere, vooral niet-westerse, culturen. Dit ziende dacht ik aan het prachtige schilderij van Vincent van Gogh van de barmhartige Samaritaan. Hij schilderde het in Auvers-sur-Oise. Dit schilderij toont de barmhartige Samaritaan als icoon voor de transculturele zorg. Het bijbelverhaal sluit ineens naadloos aan bij de actualiteit van vandaag, sterker nog, die actualiteit maakt ons gevoelig voor een dieper liggende boodschap die er altijd in verborgen lag maar zich in onze tijd nadrukkelijk toont. Zorg voor de vreemde De perikoop uit Lukas is voor talloze mensen een bron van inspiratie en de basis voor hun inzet in de zorg geweest. Hierdoor kon ziekenzorg ontstaan waarbij niet de rijke, machtige, maar juist de hulpbehoevende, arme en kwetsbare mens centraal staat. Een omkeer in aandacht waardoor aandachtige zorg ontstond. De mens die afhankelijk en hulpbehoevend was, werd tot naaste. Niet het eigene en vertrouwde, niet de zoon of broer, maar de vreemde mens die niet in tel was, daar ging het om. Dat hebben christenen door de eeuwen heen goed begrepen en dat heeft hen ook bewogen tot zorg. Romeinse christenvrouwen als Fabiola en Paula richtten in de vierde eeuw ziekenhuizen op, kloosters namen de zorg voor zieken en vreemdelingen op. Het inrichten van een ziekenzaal werd als een verplichting vastgelegd in de Benedictijner regel. Later hebben andere kloosters dit gebruik overgenomen. In ziekenhuizen, eerst godshuizen, later gasthuizen genoemd, waren met name vrouwen werkzaam als verzorgenden. Ook diaconessen hebben een belangrijk aandeel gehad in de zorg voor zieken en stervenden. Onze westerse gezondheidszorg heeft zich ontwikkeld langs de lijn van het christendom. Die zorg >> M U LT I C U LT U R A L I T E I T en aandacht werden geïnspireerd door het leven van Jezus en het voorbeeld dat hij gaf in het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Samen zorgen in een multicultuur In de vorige eeuw zette in Nederland het culturele proces van de secularisatie door en verloor het christendom terrein. De zorg verloor, of werd ontdaan van, haar christelijke inspiratie. Mede daardoor raakte de gezondheidszorg in een crisis. De voorbije decennia hebben we gezien hoe onmisbaar de christelijke inspiratie is voor de zorg. Vanaf de jaren negentig is er steeds meer aandacht voor wat wel de vierde dimensie van de zorg genoemd wordt: de spirituele dimensie. Spiritualiteit wordt daarbij breder opgevat dan christendom. Tegelijk vond een sterke multiculturalisering van de samenleving plaats. Er kwamen veel mensen uit andere culturen naar Nederland. Gastarbeiders waren vanaf de jaren zestig een steun voor de economie. Zij bleven, kregen kinderen en kleinkinderen. Ons land veranderde voorgoed. Van een relatief knus en vertrouwd oord werd de omslag gemaakt naar een multiculturele samenleving, waar mensen uit alle delen van de wereld een plek zoeken om te leven en te werken. Die situatie eist gewenning, dialoog en aanpassing van iedereen. Is dat een probleem? Voor velen wel, zeker als het om religie, geloof en rituelen als geloofsuitingen gaat. Wie zijn eigen grondslagen niet (meer) kent vindt het geloof van anderen soms vreemd en zelfs bedreigend. Er is nog een derde ontwikkeling. Jongeren uit andere culturen vinden in toenemende mate werk in de zorg. Ook dit verandert de zorg. Kennis, ervaringen en gewoonten uit andere culturen maken de zorg in menig opzicht kleurrijker, meer divers. Nadat wij hebben geleerd samen te leven zullen wij ook moeten leren samen te zorgen. Zo kan een zorg ontstaan waarbij mensen elkaar de hand rijken over de grens van de cultuur, het eigene, heen. Dan ontstaat transculturele zorg. Daarbij is het beeld van de barmhartige Samaritaan een heel herkenbare en inspirerende icoon. Sterker nog, het beeld maakt transculturele zorg tot een imperatief van christelijke zorg. Inspiratie voor de toekomst Misschien is het juist een taak van christenen om de geschiedenis van de zorg te begrijpen en door te geven en daarbij ook de beelden door te geven die een inspiratiebron kunnen zijn voor de zorgverleners van vandaag en morgen. Transculturele zorg kan moeilijk zijn en wellicht nog een lange weg te gaan hebben, het is ook de enige mogelijkheid om zorg toekomst te geven. De moeilijkheid schuilt nog vaak in het niet verstaan van de ander, niet begrijpen wat voor hem of haar op dat moment belangrijk is. Om te verstaan moet er geluisterd worden en om te luisteren is aandacht voor elkaar nodig. Aandacht vergt een ontvankelijke levenshouding en de wil om een ander echt nabij te zijn, er voor hem of haar te zijn. Wanneer wij niet de kans nemen om met elkaar in gesprek te gaan over de barrières van onze culturen heen heeft de zorg geen toekomst. Eigen wordt vreemd, vreemd wordt eigen Hoe kan er een transculturele zorg ontstaan waarbij zowel de zorgontvangers als de zorgvragers tot hun recht komen? Wezenlijk is dan dat het niet slechts gaat om goede zorg voor mensen uit andere culturen, maar ook om goede zorg door mensen uit andere culturen. Zo is er regelmatig een wisseling van perspectief. Het is alsof de gezichten op het schilderij van de barmhartige Samaritaan verwisseld worden. De ene keer wordt de autochtoon bijgestaan, de andere keer de allochtoon. Wil transculturele zorg een succes worden dan zullen zorginstellingen zieken uit andere culturen moeten benaderen als gewone zieken en de personeelsleden als volwaardige medewerkers. Dit is niet alleen rechtvaardig maar ook noodzakelijk. Want wie neemt de taken over wanneer de babyboomers, mijn generatie, met pensioen gaan? Precies allochtonen of beter gezegd: de nieuwe Nederlanders. “Het is alsof de gezichten op het schilderij van de barmhartige Samaritaan verwisseld worden.” Voor iedereen die in de zorg werkt kan het beeld van de barmhartige Samaritaan een icoon zijn. Wat doe je met een icoon? Ga er bij zitten, laat het op je inwerken, laat je inspireren en je verandert in denken en voelen. De barmhartige Samaritaan laat ons de zorg zien zoals die moet zijn: vol aandacht en liefde. Zo blijft de Schrift tot ons spreken. Dr Myriam Steemers-van Winkoop is directeur van Reliëf. THEMA | 11 Nieuws VERENIGINGSNIEUWS voorafgaand aan de Algemene bij de Raad van Bestuur als bij het Ledenvergadering van Reliëf. grondvlak! Baart begon met een resumé Eerste Reliëf-Diner Pensant van de door hem ontwikkelde Nieuwe leden een succes Presentiebenadering. Vervolgens In de afgelopen periode werden "Identiteit komt los te staan van beschreef hij de botsende logica’s, de Congregatie Dominicanessen de organisatie en blijft beperkt tot waarmee bestuurders in de zorg van Bethanië en de Zusters bestuur en directie", stelde zich moeten verstaan en de wijze Franciscanessen in Oirschot lid van Marcella Blok tijdens het waarop een zorgmanager hiermee Reliëf. Hartelijk welkom! eerste Reliëf -Diner Pensant om zou moeten gaan. Belangrijke Een drietal andere leden heeft het onder de titel ‘Identiteit na een conclusie: ‘een zorgmanager kiest lidmaatschap uitgebreid naar de veranderingsproces’. ‘Identiteit positie met het gezicht naar het gehele zorggroep. verdeelt, terwijl men één nieuwe primaire proces: dáár ligt zijn ratio’. Daarnaast mochten we, mede organisatie wil maken’ is de Voor wie meer weer weten over het dankzij ‘Dichterbij’ en Aveant, korte omschrijving van een presentiedenken: www.presentie.nl ruim twintig nieuwe persoonlijke andere praktijksituatie. Veertien Een andere mogelijkheid is om leden inschrijven! Wanneer u deelnemers luisterden op 20 bij Reliëf de congresbundel 2005 nog instellingen kent die wellicht april in de plezierige ambiance Minder hard – meer hart te bestellen, voor het lidmaatschap van Reliëf van ‘de Heeren van Utrecht’ met daarin naast een inleiding van te interesseren zijn, kunt u dit achtereenvolgens naar mw. drs. M. Baart ook een artikel van Annelies melden aan Paul van Mansum, Blok en de heer drs. H.K. Griffioen, van Heijst en de uitwerking van een stafmedewerker. beiden organisatieadviseurs. Drs. enquête onder 30 zorgdirecteuren Theo Wennekes, voorzitter RvB ‘Tussen droom en daad’ uitgewerkt Kerken en zorg, een gouden zorggroep Vilente, zette er een stevig en becommentarieerd door Thijs combinatie? praktijkverhaal tegenover om daarna Tromp. In overleg met het Landelijk met de aanwezigen in discussie te 12 | NIEUWS Dienstencentrum (LDC) van de PKN gaan over veranderingstrajecten Ledenwerving- en behoud verzorgt Reliëf studiebijeenkomsten binnen zorginstellingen en de rol Voor een aantal leden is de voor (locale) kerken. Insteek daarbij die (levensbeschouwelijke) identiteit contributienota aanleiding zich is de onlangs in de Tweede Kamer daarin speelt of kan spelen. Het is de te beraden over voortzetting van aangenomen Wet maatschappelijke deelnemers goed bekomen, gezien het lidmaatschap. Gelukkig leidt ondersteuning (Wmo). Het LDC / het voornemen om deze vorm van een persoonlijk contact dikwijls tot Kerkinactie heeft inmiddels een verdieping ook in andere regio’s voortzetting van het lidmaatschap. informatiemap Wmo samengesteld, van het land aan te bieden, om te Werving van nieuwe leden is waaraan ook Reliëf een bijdrage beginnen eind september / begin essentieel om als vereniging op heeft geleverd. Zorginstellingen en oktober in de regio Brabant/Limburg. peil te blijven. Om die reden wordt kerken kunnen lokaal een ijzersterke Meer informatie over deze activiteit vanaf oktober 2005 extra inspanning combinatie vormen, wanneer de via het Reliëfbureau bij Myriam gepleegd om de contacten met sterke kanten van beide in elkaars Steemers. bestaande leden te intensiveren en verlengde worden gebracht. Op met andere instellingen aan te gaan. die manier krijgt de relatie kerk en Zonder relaties geen goede zorg Ook fusies kunnen leiden tot zorg een heel nieuwe dynamiek Ofwel: ‘niks kritische contributiederving voor Reliëf. Maar met een aantrekkelijke uitstraling. zorgconsumenten’! dat hoeft niet. Een mooi voorbeeld Met name in het cluster begeleiden Andries Baart vindt dat de gaf ‘Dichterbij’ (de fusie tussen 'De vrijwilligers en mantelzorgers zorgmanager het primaire proces Wendel’ en ‘Vizier’) door na de fusie kan het unieke karakter van de tot centrum van zijn handelen naast het instellingslidmaatschap geloofsgemeenschap worden moet maken. Dat zei hij op ons voor een groot aantal vertaald in een meerwaarde aan de minisymposium 'Anders kijken, regiodirecteuren een persoonlijk civil society. Meer informatie bij anders sturen' op 25 april jl. in lidmaatschap af te sluiten. Op die Paul van Mansum. conferentiecentrum Onze Lieve manier blijft de informatie over de Vrouw ter Eem in Amersfoort, vereniging Reliëf zowel terechtkomen D E C A MILLUS ALMANAK Een nieuwe wegwijs in het grensgebied tussen kerk en zorg Onlangs verscheen de Camillus Almanak. Niet op papier maar op het internet. Een indrukwekkende database over alles op het grensgebied tussen kerk en zorg. Kijk op www.camillus-almanak.nl en je vindt een schat aan informatie, van geestelijke verzorging tot nooddoop. De redactie stelde aan Wybe Dijk, een van de samenstellers een paar vragen over de Camillus Almanak. Wat kan ik vinden in de Almanak? De Camillus Almanak beoogt een wegwijs te zijn in het grensgebied tussen kerk en zorg. Het geeft een beschrijving van geestelijke verzorging, van de beroepsverenigingen en van allerlei organisaties die zich ophouden in dat grensgebied. Bovendien staat over tal van onderwerpen de belangrijkste informatie op een rijtje. Een greep uit vele: stiltecentrum, viering, nooddoop, opleiding, uitvaart, levensverhaal, beroepsstandaard. Een lijst van alle zorginstellingen in Nederland completeert het geheel. Van een aanzienlijk aantal zorginstellingen zijn gegevens opgenomen met betrekking tot de identiteit en tot de daar werkzame geestelijk verzorgers. Het is de bedoeling om in een volgende fase een medisch-ethisch compendium toe te voegen. Een handboek voor dummies? Ja een beetje wel. Het Landelijk Platform Kerk & Zorg, initiatiefnemer, denkt met deze Camilllus Almanak in een leemte te voorzien. Het beeld bestaat dat bestuurders en managers in de zorg weinig kennis hebben van de ins en outs van geestelijke verzorging, van de daaraan gekoppelde kerkelijke/levensbeschouwelijke zending (= vergunning om het beroep van geestelijk verzorger uit te oefenen) en van de wetgeving. Ook denkt het Platform dat kerken en (aspirant-)geestelijk verzorgers geholpen zijn met deze informatie. Gebleken is dat wie zich verdiept heeft in de almanak, goed beslagen ten ijs komt in bijvoorbeeld sollicitatiegesprekken. Daar heb je de doelgroepen dan ook al meteen op een rijtje: bestuurders en managers in de zorg (niet te vergeten al die leidinggevenden die geestelijke verzorging in hun portefeuille krijgen terwijl ze nauwelijks enige kennis hebben van dat aspect van zorg). Ook raden van toezicht en cliëntenraden komen hier aan hun trekken. De kerken zijn een belangrijke doelgroep, evenals de geestelijk verzorgers en zij die van plan zijn om dat vak te gaan uitoefenen. En uiteraard de kritische zorgconsument zelf: krijg ik hier wat ik verwachten mag? Wie heeft het initiatief genomen voor deze Almanak? Als je de paragraaf Verantwoording aanklikt, tref je daar informatie aan over het initiatiefnemende Landelijk Platform Kerk & Zorg, over de achterbannen daarvan en over de aanleiding waarom het Platform in het leven is geroepen. De redactie van de Camillus wordt gevoerd door pater Prof. dr. E. Kimman s.j., secretarisgeneraal van de Nederlandse Bisschoppenconferentie, en drs. W.J. Dijk, stafmedewerker van Reliëf, ambtelijk secretaris van het Platform. De website maakt het elke bezoeker mogelijk om opmerkingen, aanvullingen en correcties aan te reiken. Want: er staat al heel veel in, maar compleet is de almanak niet. En alleen dank zij de medewerking van de bezoekers van de website kan de almanak up-to-date worden gehouden. Wat verwacht je van de Almanak? De publicatie leverde meteen al vragen op vanuit het land aan het Landelijk Platform Kerk & Zorg. Ergens zijn bezuinigingen noodzakelijk, en ook de geestelijke verzorging, die al minimaal aanwezig is in de begroting, moet het ontgelden. In een aantal eerdere gevallen nam het Platform contact op met de desbetreffende zendende kerken; die zijn de aangewezen instanties om ter plekke met de bestuurders van de instelling om tafel te gaan zitten. Dat sorteert soms verrassende effecten. Ook wijst het Platform op de belangrijke wettelijk verankerde rol die cliëntenraden in deze materie is toebedeeld: verzwaard adviesrecht. De almanak is een middel voor het Platform om hout snijdende informatie te verspreiden in het land, zodat het grensgebied tussen kerk en zorg niet langer als een mijnenveld wordt ervaren. Wie is die Camillus eigenlijk Camillus de Lellis (1550-1614) is de beschermheilige van zieken, ziekenhuizen en verpleegkundigen. Sint Camillus – zijn dag is 14 juli – is van groot belang geweest voor de beginnende organisatie van de ziekenzorg. NIEUWS | 13 Interview: Johan Groen IK GELOOF IN EEN MUL T I CULTURELE SAMENLEVIN G FOTO: JAAP HUTTENGA Jaap Huttenga De idee bestaat dat multiculturele zorgverlening gedragen wordt door enthousiaste bestuurders. Op zoek naar een voorbeeld kwamen we snel uit bij Johan Groen, regiodirecteur van Florence in Den Haag. In zijn kantoor op de bovenste etage van het Gulden Huis (locatie van Florence) zet hij uiteen hoe hij aankijkt tegen spiritualiteit in de zorg. Hij voelt zich rijk met de multiculturaliteit waarin hij werkt. Jaren geleden raakte ik betrokken bij een verpleegen verzorgingshuis in Litouwen. De omstandigheden waren erbarmelijk: geen riolering, geen wastafels, men sliep op de grond. Het eerste waar we aan begonnen was de bouw van een prachtige kapel. Je zou niet verwachten dat ze dat de eerste prioriteit zouden geven, maar dat wilden ze! ‘Spiritualiteit was de eerste hulp die we in Litouwen konden bieden. Later hebben we daar een begrafenisauto naar toe gebracht, zodat mensen op een behoorlijke wijze kunnen worden begraven. Religiositeit is daar eten en drinken. Het loopt ontzettend door het dagelijks leven heen. In onze cultuur hebben we veel van die dingen weggezet. We 14 | INTERVIEW hebben zelfs gezegd: laten we Kerst maar een week van te voren vieren, dat is praktischer. Ontkoppelde Kerst. Hier in Florence, locatie Jonker Frans hebben we onlangs een nieuwe dagopvang geopend voor ouderen. Dat gaat met een heleboel geloofsriten. Je krijgt een rode stip op je voorhoofd, een teken dat je welkom bent. Vervolgens gaat een oudere dame de trommels slaan om de geesten te verdrijven. Daarna wordt er gebeden en gezegend. Ik vind het prachtig te ervaren hoe geloof een geïntegreerd onderdeel van het leven is, waar mensen zin aan kunnen ontlenen. >> De multiculturaliteit in onze huizen begint bij het personeel. De verpleeghuizen in deze regio krijgen steeds meer medewerkers met een Marokkaanse of Turkse, Surinaamse of Antilliaanse achtergrond. Dat kan natuurlijk ook niet anders. Er komen in onze stad steeds minder ouderen en steeds meer mensen uit migrantengroepen. Die hebben vaak grote gezinnen, al loopt het kindertal wel terug. In Florence Jonker Frans werken een dochter en kleindochter van een bewoonster. De hele familie komt op bezoek. Dat geeft een aparte dynamiek, die om goede afspraken vraagt. Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat mensen de vertrouwdheid hebben van de eigen taal, maar ook gewoon in de gemeenschap met elkaar kunnen communiceren? Hoe zorg je dat het harmonieert? Dat zijn natuurlijk hele leuke vraagstukken. We hebben nu voor het eerst een Hindoestaanse manager benoemd in Florence Jonker Frans. Den Haag kent nu eenmaal de grootste Hindoestaanse gemeenschap van Nederland. Florence Jonker Frans was een katholieke vesting, helemaal wit. Dat kan natuurlijk niet. Als manager moesten we een kind hebben van twee culturen: iemand die Hindoestanen begrijpt, maar ook de Nederlanders. We hebben haar gevonden, een unieke vondst eigenlijk. We zien nu dat het huis in rap tempo beide kleuren aanneemt. En dat mensen dat ook fantastisch leuk vinden. Natuurlijk geeft het ook spanningen. Alleen al het feit dat je een Hindoestaanse manager benoemt. Moet je voor aparte doelgroepen nu ook aparte dingen gaan regelen? Bovendien hebben we in organisatie natuurlijk alle maatschappelijke stromingen. Daar zitten bruggenbouwers bij, maar ook mensen die liever muren zetten en mensen met ongenuanceerde oordelen. De kunst is om die spanningen bespreekbaar te maken Zeven dagen per week werden er in Florence Jonker Frans katholieke vieringen gehouden. Nu is er ook een huistempel, er komen islamitische diensten en hindoe-vieringen. Naast de christelijke feesten, hebben we nu bijvoorbeeld het Holyfeest, het Suikerfeest, het einde van de Ramadan. Naast het Hollands menu hebben we nu ook een compleet vegetarisch en Halal menu, voor heel Florence. Alle mensen kunnen er gewoon voor kiezen. Verschillen in cultuur en religiositeit vragen veel van het inlevingsvermogen van onze medewerkers. Beseffen dat veel zaken gevoelig liggen is een belangrijke eerste stap. We hebben gezorgd voor goede scholing aan een eigen opleiding. We hopen dat mensen ontdekken waar hun meningen eigenlijk op gebaseerd zijn: op oordelen of op feiten. Op ons symposium over ‘Geloven in diversiteit’ heeft Wout Huizing een inspirerend verhaal gehouden over verschillende beken die voortkomen uit dezelfde bron. Zo wordt geloven in verscheidenheid een intrigerende zoektocht. Na de macht van de dokter en de macht van de overheid moeten we nu naar de macht van de cliënt. Cliëntenparticipatie moet niet beperkt blijven tot het toetsen van beslissingen. Op afdelingsniveau moeten men zelf mee kunnen beslissen over de dagelijkse gang van zaken. Vergelijk het maar met de medezeggenschapsraden in het onderwijs. We moeten af van het oude professionele denken. Dat creëert een afhankelijkheid in plaats van normale, wederkerige intermenselijke relaties. Ik zou graag zien dat iedereen een Persoonsgebonden Zorguren Budget krijgt: geeft u zelf maar aan hoe u die uren ingevuld wilt zien. Wilt u vandaag uw wasbeurt inruilen voor een potje schaak? “ I k v i n d h e t Geen probleem! prachtig te We hebben gekozen voor een winkelformule. Onze mensen zijn er voor de klant. En bij die klant horen ervaren hoe ook de mensen om hem heen, zoals mantelzorgers. Die hebben we graag in huis. Niet alleen om koffie te g e l o o f e e n schenken, maar om in ons huis te brengen waar ze goed in zijn en waar ze voldoening aan beleven. We g e ï n t e g r e e r d hebben zorgregelaars die niet beginnen te denken onderdeel van bij kosten of haalbaarheid, maar bij de wens van de klant. Gelukkig hebben we personeel met de meest het leven is.” uiteenlopende hobby’s. We geven ze graag de ruimte om onze bewoners daarvan te laten mee genieten. En heus niet alleen in hun vrije tijd. Eén van onze afdelingsmanagers is gek van ADO – Den Haag. Hij zorgt er voor dat er regelmatig bewoners uit Florence Jonker Frans op de tribune zitten. Of ons huis nog een christelijk huis blijft? Dat is zo’n vraag van murenbouwers: “Waar blijft onze identiteit?” Natuurlijk, het blijft altijd een christelijk huis. Dat gaat niet veranderen. Er zijn huizen waarvan ik de christelijke identiteit nog wel meer zou willen benadrukken, omdat die in het slop is geraakt. Daar zou ik hem weer op willen bouwen. Maar ik geloof in een multiculturele samenleving. Een multicultureel huis kent niet één, maar verscheidene identiteiten en geen daarvan is dominant. Als je dat verlangt ben je bij mij aan het verkeerde adres. Ik geloof dus niet in de dominantie van een cultuur.’ Jaap Huttenga is protestants predikant te Tiel. Daarnaast is hij directeur van ‘Zintern’, een bureau voor mens- en organisatieadvies. INTERVIEW | 15 I n h et kor t G el e z e n 16 | Ethiek in de ouderenzorg bijvoorbeeld in een verleidelijk over- stromingen zijn de Nederlandse zichtelijk stappenplan of in een sche- namen verbonden van M. Verkerk, ma dat meer helderheid suggereert H. Manschot en G. Widdershoven. De inhoud van de ouderenzorg en dan geboden kan worden. De wer- Het personalisme is vooral in het de institutionele kaders ervan ver- kelijkheid van de zorg en de ethiek is katholieke Vlaanderen bekend. anderen snel. Daardoor ontstaan echter complexer en genuanceerder Dat denken is weer verbonden met nieuwe vragen - ook nieuwe ethi- dan het meest verfijnde schema. de namen van L. Janssens en R. sche vragen. Daarnaast wordt de Cirkels van zorg gaat daarom anders Burggraeve. Alle stromingen bena- ouderenzorg in toenemende mate te werk: meer verkennend en vertel- drukken – in meer of mindere mate gekleurd door levensbeschouwelijke lend, zoekend en onderzoekend. De – dat de mens leeft in betekenisvolle veelvormigheid. Ethiek in de zorg auteurs presenteren in het eerste relaties en dat hij wordt omringd door wordt daarmee een zware opgave. hoofdstuk een wijsgerig – en min of andere mensen, die in meer of min- Aan de ene kant wordt de behoefte meer religieus – onderbouwd verwij- dere mate zorgend op de enkeling aan ethische oriëntatie groter, ter- zingskader. Vanuit een diepgravende zijn gericht. Daarop doelt de beeld- wijl aan de andere kant traditionele mensvisie ontvouwen ze hun visie spraak: 'cirkels van zorg'. Daarnaast kompassen uit handen worden ge- op zorg. Deze zorgvisie dient vervol- stellen deze stromingen dat zelfs het nomen. Cirkels van zorg is bedoeld gens als het kompas. In de overige meest zorgbehoeftige individu ook om oriëntatie te bieden. De auteurs, hoofdstukken worden – met dit kom- altijd zelf 'zorgzaam' is. Zorgzaam- beide werkzaam aan de Katholieke pas in de hand - zeer herkenbare heid is immers een fundamenteel Universiteit Leuven, leveren een thema's uit de ouderenzorg op zorg- kenmerk van het menselijk bestaan: praktijkgerichte, relatief toegankelijke vuldige en geduldige wijze verkend: van de wieg tot het graf. 'ethiek zonder voetnoten', waarbij ze hygiëne, vrijheidsbeperking, voeding, de nodige diepgang niet schuwen. abstinentie, actieve levensbeëindi- Het eten smaakt me niet De pretentie om pasklare antwoor- ging en zelfdoding. De toepassing van de relationele den te geven hebben ze niet. Ze De verkennende en vertellende zorgvisie op de thema's van het boek dagen de lezer vooral uit, om zelf de benadering van het boek heeft alles is verhelderend. Zo kun je het thema ethische vragen uit de zorgpraktijk te te maken met de wijsgerige en reli- 'eten' bijvoorbeeld louter beschou- formuleren. gieuze bronnen waaruit de auteurs wen vanuit het oogpunt van licha- putten. Dat zijn vooral de zorgethiek, melijke behoeftebevrediging. Eten Verkennend en vertellend de hermeneutische ethiek en het is dan het stillen van de honger van Menig ethisch hand- of leerboek personalisme. Dit zijn met elkaar de mens als een geïsoleerd wezen. presenteert een standaardprocedure verbonden – maar wel verschillende! Anders wordt het, als we naar het om ethische vragen te formuleren – stromingen in het denken over thema 'eten' kijken vanuit de door en te behandelen. Dat resulteert dan ethiek en zorg. Met de eerste twee Gastmans en Vanlaere ontvouwde > W. Smeets, Spiritual Care in a Hospital Setting: an empirical- > W. B.J. Knottnerus, Aanvaardbaar levenseinde. Barneveld/ theological exploration. Leiden: Brill Academic Publishers Ede: BDU/GM Uitgevers 2005. Isbn 9070150786. 176 pag. 2006. Isbn 9004151893. 250 pag. € 89,00. € 17,70 Op 17 maart 2006 promoveerde Wim Smeets, hoofd van de dienst Een opmerkelijk boekje van de 87-jarige ds. B. J. Knottnerus over geestelijke verzorging en pastoraat van het Radboud Ziekenhuis Nij- euthanasie. Knottnerus bepleit euthanasie uit het strafrecht te megen. Hij deed empirisch onderzoek naar de opvattingen van gees- halen, en zowel zorgvuldigheidscriteria als toetsingscommissies telijk zorgverleners over de kwaliteitsborging in de zorg, de functie van af te schaffen. Gemotiveerd door gruwelijke stervensprocessen levensbeschouwing in de gezondheidszorg, de persoonlijke identiteit die hij heeft meegemaakt, komt hij met een andere oplossing: laat en de legitimiteit, plaats en taken van deze professie. Deze studie de regie over leven en sterven in hand van de stervende en geef daagt de lezer uit op zowel vak- als wetenschapstheoretisch niveau de arts het volledige vertrouwen om te doen wat goed is, namelijk te reflecteren op de intrinsieke betekenis van de pluraliteit van levens- om de stervende patiënt op het juiste moment een duwtje in de beschouwing en de institutionele aspecten van geestelijke zorgverle- goede richting te geven, zoals hij dat noemt. Knottnerus wist het ning. Het levert een waardevolle bijdrage aan de theorievorming van onderscheid tussen sterven en doden volledig uit door doden in de de geestelijke zorgverlening in Nederland. Jammer is dat de prijs de stervensfase als een natuurlijke en professionele vorm van ster- ‘toegankelijkheid’ van dit werk sterk onder druk zet. [Johan Bouwer] venshulp te beschouwen. Niet overtuigend. [TT] GELEZEN mens- en zorgvisie. Ook de sociale de begrippen 'waardigheid', 'waar- is dit ook onvermijdelijk in een boek zin en de betekenis die mensen ver- den' en 'normen' brengt de lezer met twee auteurs. lenen aan het eten, speelt dan een eerder verder af van de weg, dan dat rol. Dat werpt een zeer bepaald licht het oriëntatie biedt. Maar al deze zwakheden zijn be- op bijvoorbeeld de uitspraak: 'Het trekkelijk. Ze vallen in het niet bij eten smaakt me niet' . Deze zin duidt Een andere keerzijde ligt besloten het grote voordeel van het boek: dan niet in de eerste plaats op het in de keuze en het gebruik van de namelijk dat het zich goed laat lezen feit dat de stofwisseling van de ou- genoemde bronnen en stromingen. en dat het de lezer meeneemt. Van dere anders verloopt. De boodschap Ondanks de onderlinge verwant- de lezers wordt wel gevraagd dat zij is eerder, dat het eten 'ongezellig' schap passen deze niet altijd op el- grote interesse in ethiek hebben en is geworden of dat iemand zich ge- kaar. De zorgethiek legt bijvoorbeeld over een relatief hoog opleidings- of neert voor het decorumverlies, dat de volle nadruk op de relatie en de denkniveau (HBO) beschikken. Ook gepaard gaat aan het geknoei en sociale inbedding van de mens. Het wordt vereist dat de lezers door het gestuntel met mes en vork. personalisme doet dat ook, maar Vlaamse referentiekader en taal- verbindt dit sterker met een pleidooi gebruik 'heenkijken'. Maar voor de Kracht en zwakheden voor het individu en zijn autonomie. welwillende lezer is Cirkels van zorg De kracht van Cirkels van zorg is Dat leidt tot een zekere spanning in een waardevolle oriëntatie op een gelegen in de vertellende, verken- het boek. misschien wat ondergesneeuwde manier van ethisch denken. Daarom ring. Deze kracht heeft echter ook Het boek is ook niet heel erg con- is Cirkels van zorg een goed boek: zijn keerzijden. sequent opgebouwd. De thema's een aanrader voor opleidingen en van de hoofdstukken zijn vrij onge- ethische commissies. Met de zorgethiek, één van de bron- lijksoortig. Sommige thema's zijn ` nen van het boek, heeft Cirkels van eerder aspecten of gebieden van de zorg ook een zekere vaagheid en zorg, waarbinnen ethische vragen rij- ongrijpbaarheid gemeen. Een te zen (hygiëne, maaltijdzorg). Andere grote helderheid kan uiteraard gefor- thema's zijn ethische vragen op zich ceerd zijn - maar Gastmans en Van- (vrijheidsbeperking, abstinentie en Leuven: Davidsfonds / Ten Have laere dreigen soms een andere kant levensbeëindiging). Ook zou het voor 2005. Isbn 9077942114. 205 pag. op te schieten. Hun formuleringen de lezer nuttiger zijn geweest, als de zijn vaak onzeker en ontwijkend. Ze hoofdstukken op een vergelijkbare gaan eenduidige definities op enigs- manier zouden zijn ingedeeld. De Dr Eric Corsius is theoloog en werk- zins dwangmatige of angstvallige aanzet daartoe is er, maar wordt niet zaam als adviseur bij de congregatie wijze uit de weg. Hun gestuntel met consequent volgehouden. Misschien van de Redemptoristen > Andre den Exter (red.), De euthanasiewet: grondrechten Eric Corsius N.a..v. Chris Gastmans en Linus Vanlaere, Cirkels van zorg. Ethisch omgaan met ouderen. € 21,95 In he t kor t nende en onderzoekende benade- > Annemarie Mol, De logica van het zorgen. Actieve patiënten onder druk? Budel: Damon 2006. Isbn 905573697. 172 pag. en de grenzen van het kiezen. Amsterdam: Van Gennep € 14,90 2005. Isbn 9055156523. 158 pag. € 18,00 Fundamentele beschouwingen over de vraag of de Nederlandse Een prachtig boek dat ik graag warm aanbeveel. Het gaat over Euthanasiewet wel in overeenstemming is met het Europees ver- het verschil tussen de logica van het kiezen en de logica van het drag van de rechten van de mens. Onder meer het zogenaamde zorgen. In de zorg staat steeds vaker het kiezen centraal. Mol il- ‘volenti-principe’ komt aan bod: de vraag of de toestemming van de lustreert aan de hand van ervaringen van diabetespatiënten hoe patiënt voor euthanasie een arts ontslaat van zijn of haar plicht tot beperkt een dergelijk perspectief in de praktijk van de zorg eigenlijk bescherming van leven. O.a. André Rouvoet, Govert Den Hartogh, is. Mensen met een ziekte of een handicap willen niet zozeer kie- Bisschop Eijk en Martin Buijssen gaan hier op in. De strijd blijft zen maar dat er aandacht voor hen is, dat er met hen gezocht wordt onbeslist, maar wel wordt duidelijk dat Nederland een uitzonde- naar wat goed voor hen is. Ze moeten bovendien leren omgaan met ringspositie in Europa inneemt met de opvatting dat recht op leven hun beperkingen en in de nieuwe situatie voor zichzelf te zorgen. impliceert dat ieder mens het recht op zelfbeschikking heeft en Kortom ze willen zorg. [TT] daarmee het recht om het eigen leven te beëindigen. [TT] GELEZEN | 17 Reportage A N D E R S DENKEN Klaas Burger Bevindingen van Interculturele Zorg Almere Vrijdagavond, Nederland 3, Rayman is laat! Tante Es loopt vanuit het publiek het podium op, staat even met de heupen te wiegen, krijgt applaus en loopt naar Geert Wilders toe. De eerste vraag: ‘Vertel tante Es, wie is je vader, wie is je moeder?’ Volgens Jos Artz is het een typisch voorbeeld van oriëntaals denken. Marrie Stoffer Kutmarokkanen Artz vertelt dit in een gesprek over multiculturele zorgverlening in de verstandelijk gehandicaptenzorg (VG-zorg). Vanaf 2002 is ’s Heeren Loo Zorggroep, waar hij regiomanager is, bezig met het opzetten van twee projecten. Het eerste draait goed: verlening van ambulante zorg aan migranten. Het project werd door de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) uitgeroepen tot ‘best practice’. Het tweede project staat nog in de kinderschoenen: een huis waar 24 allochtonen met een verstandelijke beperking zorg ontvangen. Beide projecten richten zich onder de naam ‘Interculturele Zorg Almere’ (IZA) op een voor de VG-zorg onbekende groep: onder meer op Turken, Marokkanen en Irakezen. Ze kennen de Nederlandse taal en cultuur onvoldoende om de weg naar de hulpverlening te vinden en functioneren binnen hechte familiebanden achter gesloten deuren. Een groot probleem is hoe contact te leggen met deze groep. Vanwege de wet op de privacy komen problemen, als ze al bekend zijn bij een huisarts, niet boven tafel. Bovendien is er een probleem op het gebied van communicatie. De ideeën over de autonomie van de cliënt, over hygiëne en over de plek van de zorgaanbieder verschillen behoorlijk. Daar komt nog bij dat zorg vaak een negatieve lading heeft 18 | REPORTAGE FOTO: KLAAS BURGER voor deze groep: zorg?, dan is er iets aan de hand. Toch constateerde IZA een toename van het aantal crisisaanvragen. Er is dus een behoefte. Sterker nog: ‘Een imam zei tegen mij: “De mensen waar jullie naar op zoek zijn, dat zijn de kutmarokkanen,” ’ vertelt Artz. Maar hoe bereik je dat een Marokkaanse vader zijn zoon Azize ook aan je toevertrouwt, voordat het uit de hand loopt? Vertrouwen winnen Artz heeft geleerd anders te denken. Als moderne, blanke calvinist was hij gewend resultaatgericht te werken en vooral de behoefte van de cliënt en zijn directe omgeving te zien. Maar na een voorlichtingsavond in een moskee en gesprekken bij scholen merkte hij dat dit als te zwart-wit werd ervaren. ‘In de moskee vroeg een man: “Ik moslim, jij christen, hoe doen we dat?” Ik heb hem een hand gegeven en simpelweg gezegd: “We doen het.” Daarna heb ik een cirkel getekend. Daarin schreef ik in vakken: christen, moslim, Marokko, Nederland, maar in het midden een kleinere cirkel. Daarin stond: familie. De man begreep precies wat ik bedoelde. Hij zei: “Oh, het is dus niet erg dat ik moslim ben?” en hij sloeg mij op de schouder. Toen had ik zijn vertrouwen gewonnen.’ Het begint dus bij het winnen van vertrouwen. Dit is >> alleen mogelijk als de hiërarchische lijn van de cultuur wordt gevolgd. Gebeurt dit niet, dan is er direct een diepe kloof van wantrouwen. Bovendien: ‘De familie kent de taal en cultuur. Jij niet,’ zo vertelt Marrie Stoffer, aanspreekpunt van het project. ‘Schakel ze dus niet uit.’ Ze vertelt over een Turkse familie. Twee zoons hebben een verstandelijke beperking. De moeder kan de zorg eigenlijk niet aan. Dochter Ella is net klaar met het VMBO en spreekt in tegenstelling tot de ouders goed Nederlands. Omdat uit huis plaatsen een te moeilijke beslissing is, wordt in overleg met alle betrokkenen de volgende aanpak bedacht: Ella komt in dienst van het zorgcentrum, wordt gecoacht en verleent de zorg aan haar broers. De afdeling P&O van ’s-Heeren Loo moest anders gaan denken over de competenties van de werknemers. Niet een afgeronde HBO-opleiding was in dit geval doorslaggevend, maar de culturele achtergrond. Jos Artz zou ook dit een typisch voorbeeld van oriëntaals denken noemen: niet te ambitieus, niet te veel vanuit ‘procedures’ gedacht. Vanuit familiebanden en culturele regels zijn pragmatische oplossingen gezocht. Deze manier werkt voor de allochtone doelgroep snel en effectief. Het opent de ogen voor de vele mogelijkheden die er zijn om aan de gang te gaan. Genogram In het Nederlandse zorgsysteem is het gebruikelijk om van de cliënt en zijn wensen uit te gaan. Iedereen werkt volgens de stelling ‘de cliënt centraal’. Dit gaat volgens de bevindingen van IZA niet op voor de allochtone doelgroep. Niet de cliënt is de zorgvrager, maar het systeem rondom de cliënt. ‘Benader dit systeem alsof je er niets vanaf weet,’ zegt Stoffer. ‘Kom niet met een houding van “hier zullen we even een frisse wind laten waaien”. Je kent hun cultuur ook helemaal niet. Dus geen toeters en bellen, maar doen wat je zegt dat je zult gaan doen. Persoonlijk contact is daarbij essentieel.’ Ze is even stil. ‘Daarna kun je voorzichtig proberen inzichten bespreekbaar te maken.’ Om het systeem te leren kennen, gebruikt IZA genogrammen. Schematisch wordt de familie in kaart gebracht. Wie heeft de macht binnen de familie, wie moet dus worden gekend in beslissingen? Welk gedrag is gewenst? Wat is de achtergrond van de familie, welke verhalen horen daarbij? Zo wordt duidelijk waarom deze mensen zich op deze manier gedragen en niet anders. Stoffer: ‘Dit aspect wordt vaak onderschat. Te vaak worden mensen in de zorg niet begrepen op culturele gronden. Dat hoeft helemaal niet.’ Via het genogram kan nauwkeurig bepaald worden welke zorg geboden moet worden. Dit in tegenstelling tot de haastige manier waarop cliënten soms worden benoemd als ‘probleemgeval’. Stoffer: ‘Een man uit Guinee was al zeven jaar een dergelijk probleemgeval. Altijd was er wat tussen hem en de groep. Toen we met hem en zijn omgeving in gesprek gingen, bleek dat hij in Guinee als enig kind van zijn ouders altijd alle aandacht kreeg. Nu zit hij alleen bij een stel en het gaat heel goed. Ga dus niet zomaar aan de hand van wat je geleerd hebt beslissingen nemen, maar neem het eigen cliëntsysteem als uitgangspunt.’ Met nadruk zegt ze: ‘Dan ontdek je wat nodig is, wat pást.’ Bewust zijn van eigen identiteit ‘Laatst was ik bij een soortgelijk project in de opstartfase. Ik zag alleen maar blanke mannen. Dan gaat het in het begin al helemaal mis,’ stelt Artz. Direct moeten er op alle niveaus meedenkers uit de doelgroep ingeschakeld worden. Want hoeveel plannen verdwijnen om onduidelijke redenen niet in een bureaula? ‘Vaak lopen dingen stuk, omdat men denkt: “We weten het wel.” Ga dus niet zelf vooraf al selecteren,’ zegt Stoffer beslist. ‘Schakel sleutelfiguren in, leg contacten, zoek bruggenbouwers.’ Maar: ‘Problematisch is wel dat weinig bekend is over de koppeling van zorg en cultuur. Daar moet wat aan gedaan worden.’ Artz: ‘We moeten ons bewuster worden van onze eigen identiteit. En we moeten durven de verschillen te benoemen, niet uit racisme, maar uit respect. Anders praten wij een taal die zij wel horen, maar niet verstaan. Dan zeggen ze ja, maar doen ze nee. Wij moeten echt anders leren denken.’ En dat op alle niveaus: ook bij selectie van personeel en bij de facilitaire dienst. Om dit te bereiken zou op ROC’s meer aandacht besteed moeten worden aan transculturele communicatie. ‘Want als je met iemand van een andere cultuur praat, moet je weten wie jijzelf bent, wat je bedding, wat je geloof en boodschap is. En: welke redenen je hebt om je aan bepaalde zaken te irriteren. In deze zin denk ik dat ons project in Almere een breder belang heeft dan voor de zorg alleen. Als het gaat om deze andere manier van denken heeft het ook een politieke dimensie.’ “Ik moslim, jij christen, hoe doen we dat?” Drs. K.J. Burger is theoloog en freelance publicist. Praktijkervaringen zijn te vinden in de eerste publicatie over IZA van ’s Heeren Loo zorggroep: Tussen twee verhalen. Verhalen over zorgverlening aan mensen met een verstandelijke beperking uit andere culturen. Amersfoort: ’s Heeren Loo Zorggroep 2004. Te bestellen via 033-4601854. Inleiding op genogrammen: Kitlyn Tjin A Djie, Ouderschap in een Wij-systeem. Tweede Alice van der Plas lezing. Utrecht: Huisdrukkerij RUU 2000. REPORTAGE | 19 TUSSEN SJABLOON EN ONTMOETING Menno van Oel Over multiculturele communicatie Een Turkse man bezoekt een arts vanwege problemen met zijn schouder. De arts stelt wat vragen en pakt op enig moment een boek om te kunnen uitleggen wat er aan de hand is. We zien hoe de man langzamerhand steeds bozer wordt en tenslotte de spreekkamer verlaat. Een duidelijk geval van mislukte communicatie, ondanks de goede bedoelingen. De man had zijn dochter meegenomen om het taalprobleem te omzeilen en de arts deed haar best om met behulp van plaatjes in een boek uit te leggen wat er aan de hand was. Het probleem is vooral cultuurverschil. twee ‘partijen’ die niet dezelfde culturele achtergrond hebben. Binnen het vak is een soort richtingenstrijd gaande. Het lijkt op het eerste gezicht om een tamelijk theoretische discussie te gaan, namelijk over de vraag of je nu ‘cultuur’ of ‘individu’ centraal moet stellen. Maar ik denk dat dit Moet je het individu centraal stellen of niet? Nederlandse artsen hebben afgeleerd om hun autoriteit en kennisvoorsprong uit te spelen. Dat wordt niet in dank afgenomen door de mondige patiënten die ‘we’ geworden zijn. Die overtuig je door als een aardige schoolmeester uitleg te geven. De man ziet hetzelfde gebaar anders. Iemand die bij de diagnose nog in een boek moet kijken, is geen goede dokter. Cultuur of individu? Welke bijdrage kan interculturele communicatie leveren aan de bezinning op zorgverlening in een multiculturele samenleving (mcs). Het vakgebied interculturele communicatie houdt zich bezig met communicatie tussen 20 | ACHTERGROND verschil in benadering wel degelijk invloed heeft op de praktijk en op de attitude van zorgverleners tegenover zorgvragers. Het is daarom de moeite waard kennis te nemen van die richtingenstrijd. Van beide richtingen voer ik een vertegenwoordiger op, t.w. David Pinto en Nico Vink. Multicultureel communiceren Interculturele communicatie is ongeveer net zo oud als het besef dat we voorgoed in een mcs leven. Natuurlijk hebben mensen – zendelingen, zakenlui, toeristen – altijd interculturele contacten gehad en zich ermee gered. Een jaar of 30 geleden brak het besef door, dat je met alleen handen en voeten en een woordenboek niet meer goed de wereld rondkwam. Daarmee was het vakgebied van de interculturele communicatie geboren. Het grootste probleem in een mcs is dat er geen ‘gedeeld verstaan’ bestaat. Communicatie verloopt nu eenmaal soepeler als er tussen de deelnemers geen grote verschillen bestaan. Dat gaat niet alleen over taalbeheersing, maar vooral ook over wat we aanduiden als ‘cultuur’: al die dingen die we van huis uit mee krijgen en die de gewoonste zaak van de wereld zijn. Dat een arts op een bepaalde manier met patiënten omgaat (maar welke manier?) Of dat een vrouw en een man niet zondermeer met elkaar in eenzelfde ruimte kunnen zijn (of juist wel). Het tweede probleem is dat je (om het communicatiewonder Johan Cruyff aan te halen) ‘het pas ziet als je het ziet’. Je merkt pas dat er iets aan de hand is, als er iets aan de hand is, als de communicatie niet lukt. Die Turkse man had ook ‘jaja’ kunnen knikken. Ogenschijnlijk was het consult dan soepel verlopen, maar de kans dat hij de medicijnen had ingenomen nihil. In de mcs kun je er veiligheidshalve >> maar beter vanuit gaan dat je elkaar niet begrijpt. Dat ligt overigens niet alleen aan ‘de buitenlanders’ met hun afwijkende ideeën; het is een algemeen verschijnsel. Goede communicatie is in onze moderne maatschappij net zo belangrijk als moeilijk. om de grootste miskleunen te voorkomen. Ook binnen de gezondheidszorg heeft Pinto’s benadering zeker z’n plaats. Het is goed om iets te weten over de rituelen van de Islam rond het sterfbed en de lichaamsverzorging. David Pinto, geboren in een orthodox-joods gezin in Marokko, kwam via Israël naar Nederland. Hij is o.a. oprichter en directeur van het Intercultureel Instituut in Rotterdam, deeltijd-hoogleraar en publicist. Zijn boeken en trainingen worden vaak gebruikt, o.a. bij verpleegopleidingen. Voor dit artikel is ‘Interculturele communicatie, conflicten en management’ (2004) geraadpleegd. David Pinto Iemand die zich in Nederland allang met interculturele communicatie bezighoudt is David Pinto. Zijn benadering komt erop neer, dat je mensen vanuit hun cultuur moet begrijpen. Bekend is zijn onderscheiding tussen f- en gculturen. F staat voor fijnmazig; dat slaat op traditionele samenlevingen, waarin allerlei gebieden fijnmazige regels kennen die je te volgen hebt. G staat voor grofmazige, moderne culturen (West-Europa, Amerika) waarin de speelruimte voor het individu veel groter is. Pinto kleurt het onderscheid tussen f- en g-culturen vervolgens in. Zo heeft elke culturele regio (MiddenOosten, Latijns-Amerika, WestEuropa etc) haar eigen kenmerken. Zijn benadering resulteert in vuistregels, een opsomming van culturele kenmerken: dat Chinezen beleefd en vormelijk zijn, en Amerikanen vol zelfvertrouwen, zakelijk en ongeduldig. Zijn benadering is geen onzin, maar de gebruikswaarde wel beperkt. De methode is vooral ontwikkeld voor zakelijke contacten. Managers die zaken doen hebben geen tijd om zich te verdiepen in de Chinese cultuur; zij moeten over enkele vuistregels en clichés beschikken Of over de grote rol die ‘de gemeenschap’ bij allerlei allochtonen speelt. Maar meer dan vuistregels biedt Pinto niet. Het gevaar is dat culturele kenmerken verstarren tot sjablonen. Alsof elke Latino te laat komt op een vergadering. Nico Vink Binnen de interculturele communicatie is een stroming opgekomen die zich verzet tegen het denken in sjablonen. Die stroming ontkent het bestaan en de invloed van culturele verschillen niet, maar benadert de zaak anders. In communicatie ontmoeten niet culturen elkaar, maar mensen, individuen. Als voorbeeld daarvan noem ik Nico Vink. Vink stelt dat communiceren voortdurend ‘scannen’ is. We tasten elkaar af (wat doet de dokter? waarom kijkt die man opeens zo boos?) en reageren op elkaar, zoals in een tango. Natuurlijk speelt cultuur en cultuurverschil een rol, maar vanuit de achtergrond, en altijd via de persoon die je voor je hebt. Mensen vallen niet samen met hun achtergrond. Het is niet gezegd dat alle Turkse mannen zo reageren op een dokter. Veel asielzoekers bekijken officiële instanties, ook de gezondheidszorg, met wantrouwen, maar ‘de asielzoeker’ bestaat net zo min als ‘de moslim’, ‘de gemiddelde Nederlander’ of ‘de ware christen.’ Die benadering van Vink is minstens zo aantrekkelijk als die van Pinto, zeker voor contacten binnen de zorgverlening die niet alleen zakelijk zijn maar ook persoonlijk. Vinks benadering past bovendien beter bij de multicultureel geworden samenleving, waarin immers niet meer bij voorbaat sprake is van ‘gedeeld verstaan’. Tegelijk is ook zijn benadering binnen de zorgverlening maar beperkt bruikbaar. Met clichés en sjablonen ben je gauw klaar, scannen kost tijd en vergt veel meer ‘Fingerspitzengefühl’ en ook dat kost tijd, trainingstijd. Tijd binnen de zorg is een schaars goed. De keuze voor de ene of de andere benadering zal mede bepaald worden door het antwoord op de vraag: wat is goede zorg? En wat is dat binnen de multiculturele samenleving? Nico Vink is antropoloog en heeft lang in het buitenland vertoefd. Hij heeft zich daar o.a. beziggehouden met het begeleiden van ontwikkelingsprojecten. Hij was daarna als trainer verbonden aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam. Hij schreef het boek ‘Grenzeloos Communiceren’ (tweede druk, 2004) Menno van Oel is theoloog en volgde de opleiding interreligieus management aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In het kader daarvan was hij betrokken bij een project van COS-Gelderland en Overijssel over rouwen en sterven in de multiculturele samenleving. COS Gelderland organiseert in 2007 enkele kleine conferenties over dat thema. Voor meer informatie: Wilmy Sijben (projectleider) [email protected]; tel. 024-3233018. ACHTERGROND | 21 M O R E E L BERAAD VOOR DE H U I S A RTS: MEERWAARDE! Veel zorginstellingen zijn bezig met moreel beraad. Reliëf begeleidt commissies ethiek en teams van professionals bij het voeren van moreel beraad. Telkens weer blijkt het teamverband een uitstekende setting te zijn voor het voeren van moreel beraad. Maar is er ook zo iets voor zorgprofessionals die meer alleen opereren? Huisartsen bijvoorbeeld? Ja, ook huisartsen bezinnen zich op FTO’s waren we in de HAGRO kan gaan roepen. Het is dan fijn de waarden in hun werk. Onlangs ook wel weer eens toe aan een dat er een leidraad is waarbij je het kreeg Inge van Nistelrooy de kans goed gesprek. Inge van Nistelrooy probleem los kan maken van de om met een Huisartsengroep begeleidde de avond. Ze had vooraf emoties en kan gaan analyseren. (HAGRO) moreel beraad te oefenen. wat stukken toegestuurd over ethiek Vooral het benoemen van waarden Cunera Jonker, huisarts, was de en de verschillende methodes van bleek een toegevoegde waarde te motor achter deze avond. Zij vertelt: een moreel beraad. De huisartsen hebben. Waar de één de nadruk legt hadden casus aangeleverd. op de autonomie van de arts of de “Tijdens een nascholing heb ik, als We gebruikten de Reliëf-methode juridische regels, bleken deze voor huisarts consulent palliatieve zorg voor moreel beraad, een methode de ander weliswaar belangrijk, maar voor het eerst deelgenomen aan waarin zowel handelings- als toch ook relatief. Want zij moest een moreel beraad. Alle deelnemers houdingselementen een rol deze waarden afwegen tegen het moesten vooraf een casus insturen. spelen. Na een eerste formulering appèl dat op dat moment op haar Ik stuurde een ingewikkelde casus van de morele vraag volgen gedaan werd. Bovendien bleek in, waar ik emotioneel nogal bij achtereenvolgens de analyse het morele probleem dringender betrokken was. Het ging over het van feiten en van waarden. Deze naarmate het appèl een grotere toepassen van palliatieve sedatie. analyse leidt mogelijk tot bijstelling rol speelde. Door de casus zo Tot mijn verrassing kwam ik mijn van de morele vraag. De volgende systematisch te beschouwen casus daarop in de cursusmap stap is de afweging tussen de kwamen we daar meer dan ooit tegen. Het maakte mij ook wel een verschillende waarden en daarbij achter. beetje zenuwachtig. Wat zullen de passende gedragslijnen. Tenslotte Voor ons was het goed dat er een andere deelnemers aan de cursus bespreken we de implementatie van voorzitter was met ‘meerwaarde’, van mijn handelen vinden? de conclusie. We hebben eerst aan die ons aan het denken kan zetten Tijdens de nascholing is de casus de hand van een fictieve casus deze over de normen en waarden die op geanalyseerd. Dit gebeurde in een methode doorgenomen. Daarna tafel kwamen. Die geen genoegen multidisciplinaire setting met behulp gingen we zelf aan de slag. neemt met wat zo voor de hand van een stappenplan. Het was 22 | lijkt te liggen en op zoek is naar een goed, gestructureerd gesprek. De casus die besproken werd betrof de laag eronder. Wij waren zeer Er werd niet alleen gekeken naar het volgende dilemma: Wat doe tevreden over deze avond en mijn handelen maar ook naar de je als je gevraagd wordt een, door hebben het vaste voornemen om dit verschillende waarden en normen een collega toegezegd verzoek om te herhalen.” die bij het maken van keuzes een euthanasie tot uitvoer te brengen, rol speelden. Waarom ben ik tot die omdat je collega door ziekte keuze gekomen, dat was de vraag langdurig afwezig is? De kwestie die centraal stond. Dit is iets voor werd nog eens gecompliceerd mijn HAGRO (Huisartsengroep, doordat de betreffende patiënt op red.), dacht ik. dat moment ook nog in coma raakte. In deze tijd van harde cijfers, Een ingewikkelde casus waarbij streefgetallen, indicatoren en iedereen vanuit emotie van alles ACHTERGROND Cunera Jonker, huisarts Inge van Nistelrooy, trainer en adviseur van Reliëf S cheren Karin Seijdell Een morele casus uit het ziekenhuis CASUS ? Fatima, een vrouw van islamitische achtergrond woont al vele jaren op een plek waar ze het goed naar haar zin heeft. De begeleiding krijgt echter steeds meer moeite met een vraag van de familie rondom de verzorging van Fatima: volgens de islam dient bij vrouwen de lichaamsbeharing te worden verwijderd, want dat is onrein. Fatima is een vrouw met een volwassen lichaam, maar met het verstandelijk niveau van een kind van een paar jaar. Ze ondervindt veel hinder van de behandeling in de vorm van jeuk en het is haar niet uit te leggen waarom ze wordt geschoren. Vooral in de schaamstreek is het scheren voor Fatima pijnlijk. De begeleiding legde het dilemma aan de commissie ethiek voor: Als we Fatima scheren, nemen we haar culturele en godsdienstige achtergrond serieus, maar tegelijkertijd bezorgen we haar hinder in de vorm van jeuk. Moeten we ophouden met het scheren, en zo ja, waarom precies? Samen met een collega van de commissie ethiek sprak ik met het team. Tijdens het gesprek kwamen er een paar punten naar voren waar het team na afloop mee aan de slag is gegaan. Familie In de eerste plaats besloot men tot een gesprek met de familie over de handelswijze tot nu toe en de ethische vragen die dit bij het team heeft opgeroepen. De volgende punten zouden besproken moeten worden: Is het wel zo gewoon dat we dit doen? Gaat dit niet te ver? Kan de familie het scheren zelf doen? Zijn er alternatieven voor het scheren denkbaar? Is er gevaar van verstoting als Fatima niet meer wordt geschoren? Geloof Binnen het team bleek verder behoefte te bestaan aan informatie over de Islam. Met het oog op de toekomst, is dit van groot belang, omdat er steeds meer cliënten met een islamitische achtergrond zullen komen wonen binnen Meare. Als scheren volgens het geloof moet, is dit doorslaggevend, is een medewerker van mening. Anderen vinden, dat de levensbeschouwelijke grondslag van Meare, een algemeen christelijke, doorslaggevend is. Hierover is het laatste woord nog niet gesproken. In de visie van Meare staat, dat de instelling uitgaat van algemeen christelijke grondbeginselen, met respect voor ieders eigen levensbeschouwing. Het blijft een spanningsvolle relatie. Wat is belangrijker: de eigen grondbeginselen of het respect voor de eigenheid en de levensbeschouwing van de ander? Ze zou het, als ze Fatima was, niet op prijs stellen, omdat het niet prettig is. Maar Fatima is er wel aan gewend want het gebeurt al jaren zo. In het gesprek kwam duidelijk naar voren, dat het moeilijk is om na te denken over het ethisch gehalte van je handelen ‘als het toch al jaren zo gebeurt en er niks ergs is gebeurd.’ Ik vind dit een belangrijke opbrengst voor het voeren van ethische gesprekken, omdat juist het vanzelfsprekende handelen wat mij betreft vaker onderwerp van gesprek mag zijn. Een andere begeleider merkt op dat bejegening belangrijk is. De manier waarop geschoren wordt maakt groot verschil; hoeveel last ondervindt Fatima ervan? Zo is droogscheren minder belastend dan nat scheren. De onderliggende ethische vraag wordt daarmee niet beantwoord! Het gaat ‘slechts’ om het verminderen van de negatieve effecten van het scheren voor Fatima. Het team ziet ook de bezuinigingen binnen de AWBZ als een probleem. Op het moment dat dit gesprek gevoerd is, stond het team onder grote druk. Vanuit het kader werd aangegeven dat er financieel veel zou veranderen door de bezuinigingen in de AWBZ. Gevaar is, dat daarmee de zorgvisie onder druk komt te staan. Het is een punt om ook als ethische commissie te overwegen, hoewel bezuinigingen wat mij betreft een organisatiedilemma vormen, niet zozeer een ethisch dilemma. Dat ze de afwegingen in de praktijk (negatief) kunnen beinvloeden, is wel iets om rekening mee te houden. De kwaliteit van het ethisch debat staat of valt met de tijd die mensen hieraan kunnen besteden. Oefening baart kunst! Karin Seijdell is geestelijk verzorger van Meare, Eindhoven Ondersteuningsvisie Een begeleidster vertelde dat ze tot nu toe eigenlijk niet veel problemen heeft gehad met het scheren van Fatima, het is er ingeslopen. Inge van Nistelrooy voert de redactie over deze rubriek: [email protected]. ETHIEK UIT HET VUISTJE | 23 Agenda 7 september 2006 26 september 2006 Een acceptabele dood. Daar draait het allemaal om: De richtlijn palliatieve sedatie presentie! Presentiecongres m.m.v. toegelicht. o.a. Andries Baart. Van 9.30 – 18.00 ’s Middags van 13.45 uur tot 17.00 in uur in Congrescentrum De Eenhoorn, congrescentrum Antropia, Driebergen Amersfoort. Info: 06-53964388, Met o.a. Kris Vissers, Yvonne [email protected], Engels, Jaap Schuurmans en Jeroen www.presentie.nl. Hasselaar. Lezers van Zin in Zorg krijgen 20 november 2006 KORTING op dit congres. Van harte Algemene Ledenvergadering aanbevolen! Zie voor meer informatie Reliëf / Symposium Identiteit in de de folder bij dit nummer. Info: Medilex organisatie 030 – 6933887, [email protected] van 13.00 uur tot 16.00 uur. Locatie nog onbekend. 7 september 2006 M.m.v. de heer Johan Goudswaard De wrange smaak van een zoete van bureau Obelon te Rotterdam. dood. Vragen rond het levenseinde in Info: Reliëf 030-2610454. de zorg voor ouderen. Na het symposium volgt de van 9.00 – 17.00 uur in algemene ledenvergadering van Congrescentrum Antropia, Reliëf. Driebergen. Met o.a. Cees Hertogh, Flip Sutorius en Wout Huizing. 8 maart 2007 Info: Medilex 030 - 6933887, Jaarcongres Reliëf 2007 [email protected] Congreshotel Zonheuvel te DOORN. (ADVERTENTIE)