Principeakkoord Bijzondere beloningen

Principeakkoord vereenvoudiging hoofdstuk 5 – Bijzondere
beloningen
29 oktober 2014
1.
De uurwaarde (nu 0,63% van het maandinkomen of -salaris) wordt aangepast aan de waarde die hoort bij
een 40-urige werkweek: 0,575% van het maandinkomen of -salaris.
2.
De definities in artikel 1 cao van jaarsalaris en jaarinkomen worden gewijzigd en de definities uursalaris en
uurinkomen worden toegevoegd:
- Jaarsalaris:
het jaarsalaris zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 11.1 van deze cao.
- Maandsalaris:
het jaarsalaris gedeeld door 12,96.
- Jaarinkomen:
het jaarsalaris inclusief een eventuele persoonlijke toeslag, dienstroostertoeslag
en vaste consignatietoeslag.
- Maandinkomen:
het jaarinkomen gedeeld door 12,96.
- Uursalaris:
0,575% van het maandsalaris.
- Uurinkomen:
0,575% van het maandinkomen.
3.
De toeslag verlofcompensatie wordt verhoogd naar 4,5% ter compensatie van het verwijderen van de
toeslag verlofcompensatie uit de grondslag voor de dienstroostertoeslag.
4.
Het aantal grondslagen wordt beperkt tot 3:
- Uurinkomen:
grondslag voor alle variabele bijzondere beloningen (met uitzondering van de
variabele consignatietoeslag) en voor de waarde van een verlofuur.
- Uursalaris:
grondslag voor de dienstroostertoeslag en de consignatietoeslag.
- Jaarinkomen plus
verlofcompensatie: grondslag voor vakantietoeslag en de winstuitkering.
5.
Bij de toeslagen wordt in het vervolg alleen onderscheid gemaakt in:
- Werkdagen:
dagen waarop de werknemer volgens het voor hem geldende voltijds rooster
hoort te werken (voor werknemer in dagdienst is dit maandag tot en met vrijdag).
- Roostervrije dagen:
dagen waarop de werknemer volgens het voor hem geldende voltijds
dienstrooster niet hoeft te werken.
- Feestdagen:
dagen zoals gedefinieerd in artikel 1 cao.
6.
Het aantal toeslagpercentages wordt beperkt en uitgedrukt als een (rond) percentage van het uurinkomen.
Toeslagen voor consignatie, verschuiving van dienst en invallen in een ander soort ploegendienst worden
vaste bedragen in hele euro’s, die worden geïndexeerd met de algemene loonsverhogingen van Teijin
Aramid, waarbij rekenkundig wordt afgerond. De in de tabel opgenomen bedragen zijn de bedragen die
gelden per 1-1-2015 en zijn geïndexeerd met 2% en 0,25%.
Toeslagen
(als percentage van het uurinkomen)
Overwerk
Meeruren deeltijdwerker
Extra reis
Werken op
5-ploegendienst
feestdagen
overig personeel – za-zo
Overig personeel – ma t/m vrij
Waarneming 1 FGR hoger
hogere
2 FGR hoger
Functie
3 FGR hoger
Consignatie
Verschuiving van dienst en invallen in ander
soort ploegendienst
per
Werkdag
uur
uur
reis
uur
uur
uur
dienst
dienst
dienst
24 uur
keer
50%
25%
75%
€ 30
roostervrije
dag
100%
feestdag
200%
300%
125%
100%
200%
50%
75%
100%
€ 88
€ 90
200%
€106
7.
De tijdzonematrix wordt omgezet in (afgeronde) percentages van het uursalaris.
Tijdzonematrix
Inconveniëntiewaarde per uur
(percentages van het uurloon)
van
tot
Ma
di
wo
do
00.00
07.00
07.00
19.00
0%
19.00
24.00
45%
vr
za
zo
45%
60%
60%
80%
60%
8.
In het kader van de vereenvoudiging wordt bij het toekennen van bijzondere beloningen in het vervolg alleen
onderscheid gemaakt in salarisgroep 2 t/m 8 en salarisgroep 9 t/m 13. Overwerk is dan uitsluitend van
toepassing op de werknemer in salarisgroep 2 tot en met 8. Voor de werknemer in salarisgroep 9 t/m 13
(was 11 t/m 13) zal bij langdurig en/of voorzienbaar regelmatig terugkerend overwerk (bijvoorbeeld bij
consignatie) een afzonderlijke beloningsregeling worden getroffen (artikel 18.1.2 cao). In samenhang met
het voorgaande komt de ‘drempel’ van de eerste 8 overwerkuren voor werknemers in salarisgroep 9 en 10
(artikel 18.1.3 cao) te vervallen.
9.
Het maximum (M) - bijzondere beloningen aangeduid met een ‘M’ worden berekend over maximaal het
maximum van salarisgroep 6 - komt te vervallen. In relatie daarmee komt tevens de extra vakantiedag (8
uur) voor de salarisgroepen 7 en 8 te vervallen (artikel 32.2.1 cao).
10. Aan werknemers in 5-ploegendienst in salarisgroep 9 worden alle gemaakte overwerkuren vergoed en
beloond met een toeslag van 50%, ongeacht de dag of het tijdstip waarop overwerk plaatsvindt. Voor hen
komen 8 vakantieuren te vervallen.
11. Verschuiving van dienst (artikel 21.2.2 cao) - nu niet gedefinieerd - is in het vervolg alleen van toepassing op
de werknemer in salarisgroep 2 t/m 8.
12. De formuleringen met betrekking tot consignatie worden aangepast, zodat deze meer gericht zijn op het
nemen van rust dan op geld. Aan de regeling wordt toegevoegd dat voor elke oproep tussen 23.00 uur en
07.00 uur minimaal een half uur wordt vergoed, ook als er geen sprake is van een extra reis naar het bedrijf.
13. De bepalingen voor het nemen van rust door de werknemer in dagdienst nadat hij ’s nachts overwerk heeft
verricht worden gelijkgetrokken voor consignatie en niet-consignatie.
14. Verschoven uren wordt in het vervolg als overwerk uitbetaald, mits deze buiten het dagdienstvenster of
buiten het voor de werknemer geldende dienstrooster vallen.
15. In verband met de afwijkende grondslag, wordt in hoofdstuk 5 cao onderscheid gemaakt in vaste en
variabele toeslagen. Het hoofdstuk begint met de vaste toeslagen, i.c. dienstroostertoeslag en
consignatietoeslag.
16. De definitie van dag wordt aangepast naar: “Een aaneengesloten periode van 24 uur, die begint om 00.00
uur”. In samenhang daarmee wijzigen ook de definities van week en maand.
17. Tevens wordt de definitie van dagvenster toegevoegd: “De uren tussen 07.00 uur en 19.00 uur.”
18. De toepasselijkheid van werken op feestdagen wordt als volgt aangepast: “De in dit hoofdstuk genoemde
bijzondere beloningen voor het werken op feestdagen zijn van toepassing op elke dienst die op een
feestdag begint en/of eindigt.”
19. De artikelen over het werken in een ander(e) rooster, dienst of andere functie worden logisch gerangschikt:
- Waarneming andere functie.
- Incidenteel invallen in een ander soort dienstrooster.
- Wisseling van dienstrooster.
- Tijdelijke plaatsing in dagdienst vanuit 5-ploegendienst.
- Overplaatsing naar ander soort dienstrooster.
Tevens wordt de tekst vereenvoudigd c.q. verduidelijkt.
20. De afbouwregelingen voor dienstrooster- en consignatietoeslag worden samengevoegd, vereenvoudigd en
weergegeven in onderstaande tabel:
Periode werkzaam in een
consignatierooster of aangesloten
werkzaam in hetzelfde
ploegenrooster
korter dan 6 maanden
6 maanden tot 3 jaar
3 jaar tot 5 jaar
5 jaar of langer
5 jaar of langer en bovendien
60 jaar of ouder op het moment
van overplaatsing.
Aantal maanden en percentage doorbetaling
verschil oude en nieuwe toeslag
100%
80%
60%
40%
20%
1
1
1
2
4
2
4
1
3
1
3
1
6
6
6
6
De afbouwregeling voor de werknemer die ouder is dan 60 jaar en 5 jaar of langer in consignatierooster of
aaneengesloten in dezelfde ploegendienst werkzaam is geweest, geldt ook indien de overplaatsing
plaatsvindt op verzoek van de werknemer.
21. De onderstaande artikelen worden geschrapt:
- Toeslag bij inroosteren 10-uursdiensten (komt niet voor).
- Inhalen extra gewerkte uren, overwerk of werk op feestdagen (is zeer complex, wordt niet toegepast).
22. De term overwerk door deeltijdwerknemer wordt vervangen door meeruren (tekstuele aanpassing).
23. Het artikel over werken (aansluitend) op feestdagen (artikel 28) wordt vereenvoudigd en samengevoegd met
het artikel over werken aansluitend aan feestdagen voor de 3-ploegendienst (artikel 18.4).
24. De leesbaarheid van de teksten - ‘het laaghangend fruit’ - wordt verbeterd. De werkgroep adviseert om als
vervolg op deze opdracht de tekst van de volledige cao te moderniseren en deze daarna om te zetten naar
een ‘digi-cao’.
25. De salarissen en salarisschalen van de groepen 3, 4 en 5 worden verhoogd met respectievelijk 0,27%,
0,11% en 0,04%. Dit leidt voor de salarisgroepen 2 t/m 8 gemiddeld tot een vooruitgang van minimaal 0,2%
van het maximale schaalsalaris.
26. Werknemers in salarisgroep 2 t/m 8 die nu en vermoedelijk in de toekomst bijzondere beloningen ontvangen
en er op basis van de nieuwe regeling minder dan 0,2% van het maximale schaalsalaris op vooruitgaan,
worden als volgt gecompenseerd:
-
-
We bepalen per medewerker welk bedrag hij aan bijzondere beloningen heeft ontvangen in 2012 en
2013. Hiervan nemen we het gemiddelde.
Per medewerker berekenen we vervolgens welk bedrag hij aan bijzondere beloningen zou hebben
ontvangen op basis van de nieuwe regeling. De extra vakantiedag die vervalt voor werknemers in groep
7 en 8 (punt 9) wordt uitgedrukt in geld en wordt meegenomen in deze berekening.
We berekenen per medewerker het verschil tussen het ‘nieuwe’ en het ‘oude’ bedrag (‘nieuw’ min
‘oud’).
We drukken dit verschil uit als percentage van het maximale schaalsalaris van de betreffende
salarisgroep.
Als dit percentage lager is dan +0,20%, dan compenseren we dit tot aan 0,20% van het maximale
schaalsalaris.
Dit doen we door dit verschil te vermenigvuldigen met drie en uit te betalen als een bedrag ineens.
27. Voor werknemers in groep 9 t/m 13 die langdurig en/of structureel overwerkvergoedingen ontvangen, gaan
we in gesprek met het lijnmanagement en de HR&O manager. We zullen onderzoeken of er ook in de
toekomst sprake is van langdurig en/of structureel overwerk, dat niet te vermijden is. In dat geval maken we
met hen afspraken vergelijkbaar met de afspraken voor werknemers in 5-ploegendienst in salarisgroep 9
(zie afspraak 10): 50% vergoeding ongeacht het moment waarop overwerk plaatsvindt. en het (gedeeltelijk)
laten vervallen van 16 vakantieuren (zoals genoemd in artikel 32.2.1).
28. Werknemers in salarisgroep 9 t/m 13 die nu en vermoedelijk in de toekomst bijzondere beloningen
ontvangen en er op basis van de nieuwe regeling op achteruit gaan, worden als volgt gecompenseerd:
-
We bepalen per medewerker welk bedrag hij aan bijzondere beloningen heeft ontvangen in 2012 en
2013. Hiervan nemen we het gemiddelde.
Per medewerker berekenen we vervolgens welk bedrag hij aan bijzondere beloningen zou hebben
ontvangen op basis van de nieuwe regeling.
We berekenen per medewerker het verschil tussen het ‘nieuwe’ en het ‘oude’ bedrag (‘nieuw’ min
‘oud’).
We drukken dit verschil uit als percentage van het maximale schaalsalaris van de betreffende
salarisgroep.
Als dit percentage lager is dan 0,00%, dan compenseren we dit.
Dit doen we door dit verschil te vermenigvuldigen met drie en uit te betalen als een bedrag ineens.
29. Werknemers kunnen, conform de bepalingen in de cao, verlof- en tijd-voor-tijd-tegoeden verkopen tegen de
op dat moment geldende waarde. Bij de invoering van de nieuwe set bijzondere beloningen worden
werknemers éénmalig in de gelegenheid gesteld om hun (volledige of gedeeltelijke) verlof- en tvt-tegoeden
tegen de oude waarde te verkopen. Het is mogelijk om de uitbetaling hiervan te laten plaatsvinden op twee
momenten, één moment in 2015 en één moment in 2016 (uiterlijk 31 maart 2016), om zo de fiscale
gevolgen te optimaliseren. Werknemers zullen voorafgaand hieraan uitgebreid geïnformeerd worden over
de mogelijke consequenties van hun keuze.
30. Werknemers die uit dienst gaan zullen zoveel mogelijk in de gelegenheid gesteld worden om voorafgaand
aan hun uitdiensttreding hun vakantiedagen op te maken. Gedurende een overgangsperiode van drie jaar
worden bij uitdiensttreding eventueel uit te betalen vakantieuren, die opgebouwd zijn vóór de
invoeringsdatum van het nieuwe hoofdstuk 5 uitbetaald tegen het oude tarief inclusief cao-stijgingen. Daarbij
geldt dat de oudste vakantieuren het eerst worden opgemaakt.
31. In gevallen waarin de toepassing van de nieuwe set bijzondere beloningen op individueel niveau zou leiden
tot een kennelijk onredelijke situatie, kan de werkgever op verzoek van de betreffende werknemer van deze
bepalingen afwijken in voor de betrokken werknemer gunstige zin.
32. Er wordt een tijdelijke begeleidingscommissie ingesteld die de werkgever bindend adviseert wanneer de
werkgever en de betrokken werknemer het niet eens worden over een situatie zoals beschreven onder punt
32. De begeleidingscommissie bestaat uit de leden van de werkgroep bijzondere beloningen die in dienst
zijn van Teijin Aramid. Wanneer een lid niet meer beschikbaar is, wijzen vakorganisaties respectievelijk
werkgever een vervangend lid aan, zodanig dat de begeleidingscommissie bestaat uit twee leden namens
vakorganisaties, en twee leden namens werkgever. De begeleidingscommissie wordt ontbonden op 1 april
2016.
33. Wanneer in de uitvoering blijkt dat de nieuwe set bijzondere beloningen leidt tot onvoorziene en ongewenste
effecten voor een bepaalde groep werknemers, dan zullen cao-partijen met elkaar in overleg treden over
eventuele bijstelling van de regelingen.
34. Invoeringsdatum van de nieuwe set bijzondere beloningen is 1 april 2015.
35. Op het moment dat PKB wordt ingevoerd en daarmee het verlofartikel (artikel 33) in de cao komt te
vervallen, zal artikel 8.1.2 worden aangepast. De tekst van dit artikel zal dan als volgt luiden:
Ter bevordering van een goed overleg over dienstroosters op afdelingen en in locaties worden de
volgende richtlijnen gehanteerd:
De locatie-/afdelingsleiding stelt randvoorwaarden met betrekking tot bedrijfstijd en vereiste
bezetting van de locatie respectievelijk de afdeling.
Leiding en werknemers kunnen ieder voorstellen met betrekking tot roosters doen.
Roostervoorstellen worden zowel individueel tussen leidinggevende en medewerker als in
werkoverleg besproken.
De werkgever zal meewerken aan roostervoorstellen van werknemers, tenzij zwaarwegende
bedrijfsbelangen dit verhinderen.
Eventuele afwijzing van een roostervoorstel van (de) werknemer(s) wordt schriftelijk gemotiveerd.
-
36. Ook werknemers in dagdienst die structureel verlof verkopen, zullen bij invoering van PKB twee extra
verlofdagen ontvangen als onderdeel van hun budget.
37. In tegenstelling tot eerdere berichten blijft de diensttijduitkering (huidig artikel 29.1 en 29.2) gehandhaafd.
38. De besluitvorming door leden van vakorganisaties wordt voorafgegaan door een communicatietraject,
waarbij de focus ligt op individuele en groepsgewijze verduidelijking. Daarnaast worden profielen gemaakt
van representatieve functionarissen op basis van herkenbare situaties. In deze profielen wordt zowel in
tabelvorm als in geschreven tekst duidelijk gemaakt welke verschillen er tussen de huidige en toekomstige
situatie zijn. Een team bestaande uit leden van de werkgroep, aangevuld met enkele kaderleden, zal het
communicatieplan verder uitwerken.