Analyse doelgroep Community 55+ Geografisch Op geografisch

advertisement
Analyse doelgroep Community 55+
Geografisch
Op geografisch gebied gaan we richten op de autochtone 55 plussers die
in Nederland wonen. De reden hiervoor is dat de website gericht is op
Nederlanders en er volgens een aantal cijfers naar voren is gekomen dat
allochtonen amper ‘werkzaam’ zijn als vrijwilliger. Van alle Nederlanders
van 65 jaar en ouder verblijven er ongeveer 170.000 in een
verzorgingshuis of een verpleeghuis. Dat is vijf procent van alle ouderen.
Nederland(met maar 38,6% werkende 55 plussers) is één van de landen
waar de minste 55 plussers werk hebben. In andere landen is die
arbeidsdeelname hoger.
Het aantal 55 plussers zal de komende 30 jaar met 63% toenemen. Dat
betekent dat in 2025 40% van de bevolking 55 jaar of ouder zal zijn. Op
dit moment zijn er 4,2 miljoen 55 plussers, 2,3 miljoen daarvan zijn ouder
dan 65 jaar en 800.000 zijn ouder dan 75 jaar. In 2025 zullen 6 miljoen
mensen ouder zijn dan 55 jaar.
Ondanks de vergrijzing zijn er in grote steden zoals Rotterdam en Den
Haag steeds minder ouderen. Van de 7 provincies zijn er 15 gemeenten
die het hoogste percentage 65 plussers hebben. Noord-Holland en
Gelderland scoren het hoogst. Men verwacht in 2025 dat dit vooral in
Limburg een hoog percentage zal hebben
Demografisch
Het aantal ouderen in Nederland neemt toe. In 2030 zijn ongeveer vier
miljoen Nederlanders ouder dan 65 jaar. Dat is bijna een kwart van de
bevolking. Op dit moment wonen er rond de 3,5 miljoen mensen van 55
jaar en ouder in Nederland.
Dit zijn een paar demografische gegevens over 55 plussers:
• Aantal mensen tussen 55 en 65: Mannen: 1.098.000, Vrouwen:
1.415.000
• Aantal mensen tussen 55 en 85: Mannen: 1.980.000, Vrouwen:
2.208.000
• Aantal werkende (minstens 12u/w) mensen 55 tot 60 jaar: Mannen:
68%, Vrouwen: 31%
• Aantal werkende (minstens 12u/w) mensen 60 tot 65 jaar: 3 keer
zoveel mannen dan vrouwen
• 55 plussers hoog- en laag opgeleid: hoog: 59% werkzaam, laag:
15% werkzaam
Uit onderzoek van CBS blijkt dat er 3.379.000 huishoudens in Nederland
zijn van 55+. Gemiddeld hebben die 1,9 mensen in het huishouden en die
hebben gemiddeld €21.200 jaarlijks te besteden, terwijl 25 jarigen
gemiddeld €17.700 te besteden hebben. En 50 tot 55 jarigen gemiddeld
€23.900.
De ‘vergrijzing’ in Nederland is het gevolg van de naoorlogse geboortegolf
en de stijging van het aantal geboorten tot ongeveer 1970. De vergrijzing
brengt een grote verandering in de Nederlandse samenleving teweeg.
Het percentage mensen op de arbeidsmarkt, zal in 2030 aanzienlijk dalen
mede door de vergrijzing.
De potentiële beroepsbevolking (mensen tussen de 15 en 65 jaar) is nu
68 procent; in 2030 zou dat er nog maar 56% zijn. Het is dus een groot
probleem aan het worden voor werkend Nederland. Een grote vraag naar
arbeiders is het gevolg. Daardoor wilt de overheid 55 plussers meer laten
werken.
Na enige tijd wennen aan het werkeloze leven hebben ze toch weer
behoefte aan het werken: de spanning, de sociale contacten. Groot deel
van de gepensioneerde ouderen is nog gezond. Velen van hen voelen zich
helemaal niet oud. Ze voelen zich wel 10 tot 15 jaar jonger dan hun
werkelijke leeftijd. Een groot deel van deze ouderen (60%) willen liever
nog doorwerken tot na hun 65ste.
Ouderen zijn niet minder productief en hebben veel kennis en ervaring.
Het aantal hoogopgeleiden in de leeftijdsklasse 55-65 jaar neemt door de
vergrijzing sneller toe dan het aantal hoogopgeleide jongeren.
In 2005 waren er 2,7 miljoen hoogopgeleiden van 15 tot 65 jaar. In 1996
waren dat er nog maar 2,1 miljoen. In 2005 was ongeveer 80 procent van
de hoogopgeleiden tussen de 25 en 55 jaar en zo’n 16 procent tussen de
55 en 65 jaar. In 1996 maakte de laatstgenoemde groep nog maar 11
procent van de hoogopgeleiden uit. Een stijging van 5 procent dus. Van de
totale potentiële beroepsbevolking werkte 63 procent, tegen 81 procent
van de hoogopgeleiden. Ook bij de ouderen waren er in 2005 nog veel
hoogopgeleiden aan de slag. Zo werkte 56 procent van de hoogopgeleide
55- tot 65-jarigen, terwijl maar 40 procent van de totale bevolking van die
leeftijd werkzaam was.
Zo is het grootste deel van het vrijwilligerswerk bezet door de senioren.
Dit is dan ook een belangrijke doelgroep voor organisaties of
uitzendbureaus die vrijwilligers zoeken. Omdat veel 55 plussers met
pensioen zijn, doordat ze 65 zijn geworden.
In de vrije tijd gaan 55plussers steeds meer hun vrije tijd besteden in de
natuur. Volgens CBS gaan de jongere mensen tot 55 tien procent tot 30
procent minder wandelen in de natuur. De senioren krijgen veel meer vrije
tijd, mede doordat ze met pensioen zijn. Wel zijn ze minder vaak
onderweg in hun vrije tijd, dit is mede door hun mobiliteit en doordat ze
vaak niet naar werk moeten.
Psychografisch
55+-ers zijn er in alle soorten en maten, om het plat te zeggen. Zoals bij
elke leeftijdsgroep zijn er mensen die heel erg actief en onderzoekend
zijn, evenals mensen voor wie het allemaal niet meer hoeft en waarbij het
vroeger allemaal beter was. Hierin verschillen de 55 plussers dus niet
zoveel van de andere groepen. Wat ons wel is opgevallen tijdens het lezen
van de boeken en de tijdschriften, was hun behoefte aan ordelijkheid en
een langzamer tempo. Waar jongeren zich perfect voelen bij een zeer
drukke, altijd veranderende omgeving vol nieuwe impulsen en prikkels
keren de 55 plussers zich daar vanaf. Zij willen best moeite en tijd steken
in nieuwe ontwikkelingen, maar wel op hun eigen tijd en tempo.
Senioren hebben de tijd en ervaring om op vele maatschappelijke
terreinen, nuttige activiteiten te verrichten. Door vele technologische
ontwikkelingen komen veel ouderen niet in aanmerking voor arbeid. In
2000 had 1 op de 3 personen tussen de 55 en 64 jaar nog een betaalde
baan. Ook is er een vooroordeel dat ouderen minder vlot en actief zijn dan
jongere mensen.
Gedrag
Steeds meer 55 plussers willen na hun pensioen iets nuttigs doen. Ze
zitten nog in hun werkritme. Met pensioen gaan, heeft als gevolg dat ze
niet meer weten wat ze moeten doen met al dat vrije tijd. Velen gaan
naar een nieuw patroon zoeken, nieuwe bezigheden om zichzelf toch
nuttig te maken in onze maatschappij.
Ze gaan dus op zoek naar activiteiten. Ze worden lid van een vereniging
of melden zich aan voor cursussen. 1,5 miljoen van de 55 plussers doet
daarbij aan vrijwilligerswerk. In onderzoek is ook gebleken dat een
miljoen van de ouderen in Nederland zich vaak eenzaam voelt (circa 33%
van de 65 plussers). 200.000 van hen zijn zelfs extreem eenzaam. Ze
vinden het belangrijk dat ze maatschappelijk betrokken zijn.
Interview over vergrijzing in Nederland
Nederland telt momenteel vijf miljoen vijftigplussers en jaarlijks komen er
honderdduizend bij. Kunt u de belangrijkste kenmerken schetsen van
deze snel groeiende groep mensen?
“Ja, daar kan ik kort over zijn, Dé vijftigplusser bestaat niet. Waarom?
Jonge kinderen bijvoorbeeld vormen over het algemeen een homogene
groep. Ze hebben de dezelfde interesses, van kabouter Plot tot spelen op
de Gameboy. Maar naarmate mensen ouder worden, verandert dat; hun
interesses worden meer divers. Dat komt door de levenservaring die ze
opdoen en met smaken die zich ontwikkelen. De een ontwikkelt zich tot
een jazzliefhebber, de ander luistert liever naar klassieke muziek.
Daarnaast wijzigt het tijdsbeeld waarin de vijftigplussers leven, waardoor
er een ander gedrag kan ontstaan. Immers, in de meeste gevallen gaan
eerst de kinderen het huis uit, dan volgt vaak het stoppen met werken
waarna veel mensen opa of oma worden. Vervolgens doet zicht een
andere levensstijl aan te meten als gevolg van deze ontwikkelingen. Maar
als er één categorie mensen uitermate heterogeen van samenstelling is,
dan zijn dat de vijftigplussers.”
En hoe staat het met het huizenbezit onder de vijftigplussers?
“Eén op de vier vijftigplussers heeft een eigen huis. Dit is opmerkelijk,
omdat huren inde voor - en naoorlogse jaren veel meer de trend was. En
aangezien tegenwoordig steeds meer mensen een eigen huis kopen, is
het eenvoudig te voorspellen dat straks nog meer vijftigplussers over een
eigen huis zullen beschikken.”
Veel van de huizen van de huidige generatie vijftigplussers zullen –
gezien de fors gestegen huizenprijzen – een behoorlijke overwaarde
hebben. Benutten zij die wel en op welke manier?
“Da
is
moeilijk
terrein.
Er
zijn
vijftigplussers
die
een
overwaardehypotheek zouden kunnen nemen als aanvulling op hun
pensioen of inkomen. Vergeet niet dat in de meeste gevallen alleen de
man werkte en het pensioen met AOW wat mager kan zijn. Dat is er nog
een groep, ongeveer 20%, die gebruiken de overwaarde van het huis –
een begrip dat vroeger overigens helemaal niet bestond – bijvoorbeeld
om te reizen, het huis te verbouwen, een boot te kopen, plus de kinderen
en kleinkinderen te laten delen in hun welvaart. Maar om geld te
spenderen, is het belangrijk dat de vijftigplusser alle vertrouwen heeft in
zijn of haar financiële instelling. Echter, ze willen er we zeker van zijn dat
zijn dat een financieel product geen financieel addertje bevat. Mensen op
deze leeftijd zijn namelijk echt allergisch voor de kleine lettertjes.
Vijftigplussers willen dus zeker geld uitgeven, maar wel met een goed
advies van iemand die ze vertrouwen.”
Een grote groep vijftigplussers heeft meer te besteden dan voorheen.
Doen ze dat anders dan de jongere generatie?
“Het netto besteedbare inkomen van de vijftigplussers stijgt veelal
doordat de kinderen de deur uitgaan en er dus meer in de knip blijft,
terwijl het inkomen vaak ongewijzigd is. Er is berekend dat het vermogen
– niet het inkomen dus – van een vijftigplusser bijna tweemaal zo hoog is
als dat van een gemiddeld gezin. Hoe, en of ze dat opgebouwde
vermogen daadwerkelijk uitgeven, heeft alles te maken met de
aanbiedingen voor deze specifieke leeftijdscategorie. Er zijn genoeg
leeftijdsgebonden producten, zoals een aanvullend pensioen en een
lijfrente die verloopt, maar sleutelwoord blijft dat eerdergenoemde
vertrouwen. Daarnaast moet een product dat ze willen aanschaffen
robuust zij, in die mate dat ze erop kunnen vertrouwen dat het de rest
van hun leven meegaat. Neem van mij aan dat een plaatje van een
vijftigplusser op een motor op Route 66 echt niet werkt, net als het
Zwitserlevengevoel. Het staat gewoon té ver van hun waarheid af.
Daarnaast moet een product niet al te gecompliceerd zijn. Bovendien wil
een vijftigplusser ook goed geadviseerd worden. Dan wil men iemand
voor zich zien met levenservaring. Het wordt moeilijk een relatief duur
product zoals een auto te laten verkopen door een jongen van twintig
jaar die net zelf zijn eerste tweedehandsje heeft gekocht. Wist je
overigens dat 47% van de nieuwe auto’s wordt ver kocht aan 55plussers? Met vertrouwen respect en herkenning willen vijftigplussers
dus zeker wel geld besteden. Daarin zijn ze dus anders dan de jongere
generatie die nog in de kinderen zit, werkt en vaak vrij snel een
beslissing moet nemen over een aankoop.”
Veel vijftigplussers behoren tot de generatie die straks – of nu – zal gaan
genieten van twee pensioenen. In veel gevallen betekent dat extra
koopkracht. Weet u hoe deze mensen die koopkracht zullen aanwenden
of wordt het extraatje weggezet?
“Het is een vraag die moeilijk te beantwoorden is en alles te maken heeft
met de instelling van de persoon, de leefomstandigheden en uiteraard de
instelling van de partner. Dat heeft weer te maken met de drijfveren van
die mensen en hun zelfbeeld. Mensen die zelfverzekerd in het leven
staan, zullen geen geld uitgeven aan producten waar ze niet zelf direct
het profijt van inzien. De factor tijd speelt immers ook een rol. Men weet
dat het klokje ooit ophoudt met tikken. Mensen die wat minder zeker in
het leven staan, zullen zich eerder tot de aankoop van een product laten
overhalen waar ze niet direct zelf profijt van kunnen trekken. Ze later
zich bijvoorbeeld makkelijker door een verkopen bewerken. En dan zijn er
ook nog mensen die zich laten leiden door individuele waarden, zoals zelf
genieten, en mensen die meer waarde hechten aan groepsbelangen en
bedenken wat een aankoop kan betekenen voor een ander, zoals familie
of vrienden. Of dat nu een financieel product is of een caravan.”
De tendens is dat steeds meer vijftigplussers langer betaald werk blijven
verrichten. Het kabinet juicht dit toe. Hoe kijkt u aan tegen langer
werken?
“Langer doorwerken wordt door veel mensen gezien als een probleem.
Maar de essentie van werken is zingeving, het gevoel dat je van
meerwaarde bent voor je omgeving. Er wordt dan ook meer vrijwillige
arbeid verricht. Van de 65-plussers verricht de helft vrijwilligerswerk.
Onder de 45 – tot 64 - jarigen is dat 62%. In het arbeidsproces zie je
ook dat juist de oudere werknemers erg goed zijn in het overbrengen van
informatie op jongeren en juist daarom zo waardevol zijn. Het is alleen
jammer dat veel werkgevers die warde van de ouder werknemer nog niet
goed inschatten en weinig tot geen aanpassingen willen doen om de iets
oudere werknemer binnen te houden. Zinvol werk en de voldoening die
dat oplevert, wordt onderschat. Vrije tijd wordt vaak te veel op een
voetstuk geplaatst, door de mensen zelf en de omstanders. Ondanks het
feit dat de vijftigplussers meer geld kunnen uitgeven dan jongeren aan
vrijetijdsbesteding als vakantie, merk je dat mensen het snel beu worden
om een halfjaar met de caravan door Europa te trekken.
Wat gaat u doen als u niet meer hoeft te werken?
“Ik? Goh, ik denk dat ik zo lang mogelijk blijf werken. Ik geniet ervan.
Maar dan geen zes of zeven dagen per week meer, hoor!”
Download