Helft van alle kinderen leeft in absolute armoede 10/12/04 Door slechts een procent minder aan defensie te spenderen zouden we onderwijs voor alle kinderen kunnen garanderen. Dat is een van de opmerkelijkste vaststellingen in het gisteren gepubliceerde rapport van Unicef. In zijn jaarlijkse State of the World's Children focust Unicef op drie malheuren die het geluk van kinderen ernstig bedreigen: armoede, gewapende conflicten en hiv-aids. Sinds de ondertekening van de Conventie van de Rechten van het Kind in 1989 worden er veel meer kinderen gevaccineerd, is de sterfte van kinderen van minder dan vijf met 11 procent gedaald en nam het aantal kinderen met ondergewicht in de ontwikkelingslanden van 32 procent af tot 28 procent. Het aantal kinderen dat toegang heeft tot veilig drinkwater nam eveneens toe: van 77 procent toen tot 82 procent nu. Er is ook meer ORS beschikbaar, het goedkope maar erg doeltreffende middel tegen uitdroging. Niet onbelangrijk, want in het begin van de jaren negentig was diarree nog verantwoordelijk voor de helft van de sterfgevallen onder peuters en kleuters. Tegelijk werden grote successen geboekt in de strijd tegen polio. In 1988 waren er nog 350.000 nieuwe gevallen, tegen 2003 liep dat aantal door preventieve inentingen terug tot 700. En indien Noord-Nigeria niet onnodig moeilijk had gedaan over zogenaamd 'giftige' vaccins, dan was polio onderhand een ziekte geworden waar geen enkel kind nog mee besmet raakt. Toch sterven er per dag 29.000 kinderen: in de allerarmste landen ligt een op de zes kinderen voor zijn of haar vijfde verjaardag in het graf, in de allerrijkste landen is treft een dergelijk lot slechts een op de 167 kinderen. (CV) (Eigen berichtgeving)