mytylschool de Sprienke uitdaging beweging perspectief schoolverslag 2007 1 Schoolverslag 2007 mytylschool de Sprienke Inleiding Dit is het eerste schoolverslag van mytylschool de Sprienke. Het managementteam maakt dit, omdat de Sprienke zich zowel extern als intern wil verantwoorden voor het gevoerde beleid, de besteding van de ter beschikking gestelde middelen en de maatregelen voor borging en verbetering van de kwaliteit in enig schooljaar. De Sprienke is met een “inhaalslag” bezig om de kwaliteitszorg in de organisatie te implementeren. De Sprienke neemt als uitgangspunt de branchecode van de Landelijke Vereniging Cluster 3. De elementen van deze branchecode zijn: de verantwoording van de beleidskeuzes vooraf rapportage en verantwoording van resultaten en effecten van het (strategisch) beleid extern en intern de beleidsvoornemens voor het volgende jaar en eventueel nieuwe keuzes. Bronnen voor het Schoolverslag zijn door Mr en GMR beleidsdocumenten en daarnaast diverse bronnen en vindplaatsen waarin verslag gedaan is van opbrengsten en resultaten: notulen, inspectierapporten, kwaliteitskaarten, andere plandocumenten, verslaggeving van activiteiten in nieuwsbrieven, informatiebulletins, personeelsdossiers, documenten van Centrale Financiële Instellingen en het Ministerie OC&W, de eigen websites en websites van andere organisaties. Wij willen verslag doen over kalenderjaren en niet over een schooljaar. Het financiële jaar beslaat ook een kalenderjaar en de zomervakantie is weliswaar een prettige onderbreking maar geen ijkpunt. Functie en inrichting schoolverslag Het schoolverslag wil representatief zijn voor het afgelopen jaar en wil het draagvlak voor onze school voor speciaal onderwijs vergroten en de legitimiteit versterken. Het schoolverslag zorgt ervoor dat iedereen die de school belangrijk vindt (ouders, medewerkers, bestuur, externe partijen) zich sterker verbonden voelt met de school. Als zij het verslag kritisch lezen en hun mening over de beleidskeuzes en de realisatie van het beleid geven, krijgt de organisatie de kans om de kwaliteit van haar werk te vergroten. In essentie heeft het Schoolverslag de functie van de meervoudig publieke verantwoording. Dat maakt ons beleid transparant. De term schoolverslag is gekozen omdat het managementteam van de Sprienke hecht aan een verslag van de uitvoerenden van de organisatie naast het verplichte jaarverslag van het bevoegd gezag. Het eerste deel van het schoolverslag betreft de verantwoording van de keuzes vooraf. De collectieve ambitie en het strategische beleid van de school en de stichting waar de school onder valt. Het tweede deel rapporteert de resultaten en effecten van het beleid gericht op : klanten, medewerkers en externe partijen. Dit deel is geordend naar perspectieven en ieder voor zich onderverdeeld in domeinen. De perspectieven zijn: 1. het klantperspectief. Hier vindt de beoordeling van de onderwijsresultaten plaats in het licht van de afspraken die hierover gemaakt zijn met leerlingen, ouders en partners van de school. De domeinen binnen het klantperspectief zijn: leerlingen, ouders en partners. 2. het intern perspectief. De verantwoording van de inzet van personeel en middelen voor het primaire proces. De domeinen binnen het intern perspectief zijn: onderwijs en vorming, personeelsbeleid, inzet middelen. 3. het maatschappelijk perspectief. 2 De verantwoording van de rechtmatigheid van de inzet van de ter beschikking gestelde middelen en de samenwerking met anderen, waaronder de inspectie. De domeinen binnen het maatschappelijk perspectief zijn: maatschappelijke relaties, periodiek kwaliteitsonderzoek, financiën 4. het continuïteitsperspectief. Gericht op de beleidsontwikkeling, op basis van de ervaringen in het verslagjaar in relatie tot het schoolplan. Domeinen binnen het continuïteitsperspectief zijn collectieve ambitie klantperspectief, internperspectief en maatschappelijk perspectief. Hoofdstuk 1 Collectieve ambitie De Sprienke maakt onderdeel uit van Stichting de Korre. Stichting de Korre bestuurt 5 cluster 3 scholen in Zeeland. De medewerkers van de Sprienke hebben dit jaar de visie van de school geactualiseerd Uitdaging: een lerende organisatie op weg naar excellentie Beweging: intensief samen werken aan borgen en verbeteren Perspectief: voldoening en tevreden belanghebbenden. Op de Sprienke worden mensen uitgedaagd om zich te ontwikkelen. Alles draait om beweging. Ontwikkeling via beweging is onze specialiteit. Uitdaging en beweging bieden perspectief voor de toekomst. Met het gekozen motto: uitdaging – beweging – perspectief drukken we in enkele woorden uit waar we voor staan. Onze uitdaging is om leerlingen zich te leren bewegen in de richting van hun toekomstige plaats in de maatschappij waarbij zij zich optimaal kunnen ontplooien. Leerlingen ontdekken hun eigen perspectief op het aangaan en onderhouden van relaties, zij ontwikkelen geloof en plezier in eigen kunnen en leren zelfstandig iets te ondernemen. Op onze school betekent dit dat alle medewerkers vanuit hun eigen deskundigheid professioneel samenwerken om in samenspraak met ouders het onderwijs zo in te richten dat leerlingen zich uitgedaagd voelen om deel te nemen aan het onderwijsproces. Daarbij wordt het ontwikkelingsperspectief van elke individuele leerling als uitgangspunt genomen. Het leerstofaanbod sluit aan bij het vervolgonderwijs of bij de woon- werk- en vrijetijdssituatie na het verlaten van de school. De ontwikkeling en de vorderingen van de leerlingen worden via een samenhangend systeem van instrumenten en processen gevolgd. Waar nodig wordt therapeutische ondersteuning geboden. Medewerkers worden uitgedaagd om zichzelf te blijven ontwikkelen om de bovenstaande doelen te kunnen bereiken. De school zorgt voor een trainings- en ontwikkelingsprogramma dat op deze doelen is afgestemd. We gaan uit van één missie voor alle scholen van stichting De Korre en een visie die is opgebouwd uit elementen op stichtingsniveau en elementen op schoolniveau. We geven hieronder de elementen van de collectieve ambitie van de Korre en de Sprienke weer. Missie Stichting de Korre is een organisatie, die kwalitatief goed en passend onderwijs realiseert en laat realiseren t.b.v. leerlingen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking en 3 leerlingen met een chronische somatische ziekte. Dit gebeurt vanuit de volgende centrale waarden: professionaliteit resultaatgerichtheid, innovativiteit expertise delen partnership Visie: Omgevingsbeeld en gedroomde positie: In de komende schoolplanperiode zal er tussen alle samenwerkende scholen, samenwerkingsverbanden en de regionale expertise centra, in samenwerking met de zorg, duidelijkheid bestaan over welke zorg door elk van de participanten geboden wordt. Ten behoeve van de bovengenoemde doelgroep is Stichting de Korre, op basis van “partnership”, leidend in het (laten) realiseren van passend onderwijs. Om dit te realiseren, richt De Sprienke zich de komende schoolplanperiode op de volgende kritieke succesfactoren: 1. De school evalueert regelmatig de leerlingenzorg. 2. De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 3. De school heeft een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen 4. De Commissie van Begeleiding evalueert de uitvoering van het handelingsplan 5. De teamleden stemmen hun orthopedagogisch handelen af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. 6. De leraren bewerkstelligen dat de leerlingen bij de onderwijsactiviteiten betrokken zijn 7. Interne gegevens over in de toekomst te verwachten vorm en inhoud van de relatie met de leveranciers. 8. Trainings- en ontwikkelingsprogramma voor medewerkers zijn afgestemd op organisatiedoelen en individuele doelen. 9. Medewerkers geven elkaar constructieve feedback over de inhoud en organisatie van werk, en handelen daarnaar. 10. Uitgangspunt: het programma ‘één kind één plan’ is afgestemd op de hulpvraag van de leerling. Hoofdstuk 2 Strategisch beleid In het jaarplan 2006-2007 en het jaarplan 2007 – 2008 staan onder de kolom evaluatiemomenten de resultaten beschreven van de verschillende geplande doelen en activiteiten die gerelateerd zijn aan de strategische doelen voor de huidige planperiode. Het jaarplan is ingedeeld volgens het INK model en wordt op deze wijze op alle Korre scholen gebruikt. 2.1 Doelen Dit jaar zijn de volgende doelen gesteld: Het leerlingvolgsysteem voorziet in één evaluatie van de zorg voor alle leerlingen. In het jaarplan worden het beleid voor verbeteringen beschreven en in het schoolverslag worden de resultaten verantwoord. Het leerlingvolgsysteem voorziet in de samenhang tussen de instrumenten en procedure voor het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van leerlingen 4 De Commissie van Begeleiding evalueert schriftelijk 80% van alle handelingsplannen. In de handelingsplan-evaluaties van de Commissie van Begeleiding is een waardering opgenomen van het orthopedagogisch handelen van de teamleden. De school stelt een schoolplan op voor de periode 2007 -2011. De school werkt samen met partner RGZ een implementeringplan Een Kind Een Plan uit. De school heeft leerlijnen voor alle vakken. Gedurende de planperiode 2007 – 2011 worden verbeteringsprocessen ingericht, gericht op het realiseren van de beschreven prestaties. De spelregels en formats voor deze processen worden beschreven in het Handboek Kwaliteitszorg van de Sprienke. 2.2 Beleid In dit verslagjaar 2007 is er gewerkt aan het opstellen van het schoolplan 2007 – 2011. Met de andere scholen binnen de stichting is gewerkt aan het formuleren van het gemeenschappelijk strategische beleid. Daarnaast heeft de Sprienke strategisch beleid ontwikkeld specifiek voor de eigen organisatie. In dit schoolverslag worden de evaluaties van het jaarplan 2006-2007 en het jaarplan 2007-2008 verwerkt. Branchcode Landelijke vereniging cluster 3 In oktober 2006 is door de LVC3 de branchcode bij de aangesloten scholen geïntroduceerd. Van de Sprienke wordt verwacht dat zij de code zullen toepassen. De doelstelling van de branchcode is de scholen in staat stellen een zorgvuldige en afgewogen kwaliteitsstrategie te ontwikkelen, die bijdraagt aan de borging en versterking van de positie van alle belanghebbenden en de verdere ontwikkeling van de expertise van de scholen. Hoofdstuk 3 Klantperspectief In dit hoofdstuk staan onze klanten centraal, te weten: onze leerlingen, hun ouders of wettelijke vertegenwoordigers en onze partners. Bij het perspectief van de klant stellen we ons vragen over de waardering van onze klanten m.b.t. de kwaliteit van bepaalde aspecten van onze dienstverlening. 3.1 Leerlingen Sociale weerbaarheid Gezien de specifieke situatie van onze leerlingen is er in elke leerweg aandacht voor sociale weerbaarheid. Deze aandacht krijgt vorm al naar gelang de behoeftes van de leerlingen. In het afgelopen jaar is een breder aanbod is ontwikkeld in VSO lw1: Empowerment, Goldsteintraining en er een pilot is geweest Sociale weerbaarheid. Elke leerweg heeft een leergang Sociale weerbaarheid; of wel met een specifieke leergang, of wel ingebed in andere methodes. Rapporteren van sociaal emotionele weerbaarheid aan de hand van het leerlingvolgsysteem is een doelstelling voor het komende jaar. 3.2 Ouders Ontwikkelingsperspectief Als leerlingen bij ons op school komen wordt in overleg met ouders het handelingsplan opgesteld. Een belangrijk aspect van het handelingsplan is het formuleren van het ontwikkelingsperspectief. Het ontwikkelingsperspectief vormt de inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling. Ouders geven hun visie weer op de mogelijkheden van hun zoon/ dochter en de Commissie van Begeleiding van school 5 maakt een beschrijving van wat zij verwacht dat de leerling aan onderwijs resultaten kan behalen. Deze toekomstverwachting wordt beschreven wanneer een leerling in de onderbouwgroep zit: voor een verwacht didactisch/ onderwijs niveau op 12 jarige leeftijd. Aan het eind van de basisschool (SO) kan uitspraak gedaan worden over het vervolgonderwijs. Aan het einde van het Voortgezet Onderwijs (VSO) kan uitspraak gedaan worden over de invulling van de naschoolse periode met betrekking tot arbeid/ dagbesteding en wonen. 3.3 Partners Een Kind Een Plan (EKEP) Een belangrijke partner voor onze school is het kinderrevalidatiecentrum Reigerbos. Om te komen tot één behandelleerplan voor de leerlingen zijn we het Een Kind Een Plan ( EKEP) samenwerkingsproject De Sprienke /Reigerbos gestart. Het afgelopen (school)jaar hebben we dankzij de inzet van alle therapeuten, de werkgroepen en de projectgroep een grote impuls gegeven aan de inhoudelijke visie op de samenwerking en is er een start gemaakt met een eenduidige definitie van de te hanteren begrippen en omschrijvingen opgesteld. Ook is er door de disciplines fysiotherapie, ergotherapie en logopedie van beide organisaties een omschrijving gemaakt van de werkzaamheden die uitgevoerd worden ten behoeve van de leerlingen van De Sprienke op basis van RBU en OOA. Dit document is een aanvulling op de reeds bestaande taakfunctiebeschrijving. De psychologen en maatschappelijk werk zijn hier nog mee bezig. Er is een inventarisatie gemaakt van de scholing die noodzakelijk en/of wenselijk is voor de therapeuten om het implementeren van de werkwijze ‘één kind één plan’ mogelijk te maken. Daarnaast is scholing nodig om de competenties van de therapeuten op eenzelfde niveau te brengen. Verder is er toestemming van de bestuurders om de pakketvergelijking en arbeidsvoorwaarden op basis van COA primair onderwijs en CAO ziekenhuiswezen uit te voeren. Het implementeren van ‘ één kind één plan‘ heeft consequenties voor de organisatie, overlegstructuur, werkwijze etc. Daarom zijn er bijeenkomsten georganiseerd om de handleiding te presenteren aan iedereen die met dit plan te maken krijgt. In september zijn we begonnen de pilot voor te bereiden met als doel om in januari 2008 te starten met de groepen Voorbereidende Leerweg, Leerweg 2 Onderbouw en Leerweg 3 VSO. Middels een belangstellingsregistratie, die enthousiast is ontvangen is onderzocht welke therapeuten hieraan mee willen werken. Hoofdstuk 4 Intern perspectief In dit hoofdstuk staat het intern perspectief centraal. Er zijn drie domeinen binnen het intern perspectief te onderscheiden, te weten onderwijs en vorming, personeelsbeleid en inzet van middelen. Bij onderwijs en vorming gaat het om de opbrengsten van het onderwijs, de zorg en begeleiding die geboden wordt en de kwaliteitszorg zoals beschreven in het handboek kwaliteitszorg. Bij personeelsbeleid moet u denken aan de competenties van het management en van de leraren en de personeelsinstrumenten die binnen de school worden ingezet. Bij inzet van middelen gaat het over financiën in de interne organisatie en de informatievoorziening hierover. 6 4.1 onderwijs en vorming Groepsplan In de afgelopen ontwikkelperiode is er, om te komen tot een evenwichtige samenhang in beschrijvingen van alle activiteiten rondom de leerlingen gekozen voor de opbouw van Struiksma/ Bal zijnde een aftelvers van schoolplan naar groepsplan naar handelingsplan. Het groepsplan bevat echter tussen de diverse afdelingen nog een diversiteit aan precieze inhouden die niet alleen zijn toe te schrijven aan de verschillen in leerlingprofielen in de verschillende leerwegen en leeftijdsgroepen maar ook aan een nog niet voltooid proces van afstemming op vorm en inhoud. Het borgt tot op heden echter op een adequate wijze de inhoud van al het reilen en zeilen van een klas. Leerlingvolgsysteem Het afgelopen jaar is er veel energie gestoken in het opzetten van een leerlingvolgsysteem voor onze leerlingen. Stichting de Korre heeft gekozen voor LVS 2006. Dit is een digitaal systeem om alles wat rondom een leerling is aan administratie, handelingsplanning en leerlingzorg onder één systeem te brengen. De invoering is reeds enkele jaren aan de gang. De leerlingadministratie is ingevoerd en met de andere Korrescholen wordt gewerkt aan de vertaling een systeem van leerlingzorg in LVS2006. Voor de Sprienke is er ook nog de noodzaak om in het kader van het project EEN KIND EEN PLAN het leerlingvolgsysteem te laten communiceren met de database van de kinderrevalidatie van Reigerbos. Effectieve Leertijd Het spreekt voor zich dat de onderwijstijd, die we voor onze leerlingen gepland hebben, overeenkomt met de wettelijke voorschriften. Echter, in het speciaal onderwijs staat de effectieve leertijd van leerlingen onder druk. Enerzijds komt dit door de beperkingen van leerlingen, die een vertragend effect kunnen hebben op het leerproces. Anderzijds vragen op een schooldag verzorging en therapie de nodige tijd. Ook verzuim, bijvoorbeeld door ziekenhuisopnames, zorgt voor vermindering van leertijd. Om de beschikbare tijd zo goed mogelijk te benutten en verlies van onderwijstijd tegen te gaan hebben we een reeks van maatregelen genomen. Deze maatregelen hebben betrekking op:de leerlingen (hun onderwijsbehoeften, mogelijkheden en belastbaarheid) de organisatie (groepssamenstelling, lesrooster, lesblokken. Lesuitval beperken we door inzet van vervangers en verzuim van lessen door leerlingen gaan we tegen door registratie en acties naar aanleiding van ongeoorloofd verzuim) Bij zich nieuw voordoende situaties hanteren we steeds het principe dat onderwijs het primaat heeft. Activiteiten tijdens schooltijd buiten het klaslokaal staan altijd in het teken van onderwijs en vorming 4.2 personeelsbeleid Scholing In dit jaar heeft de Sprienke een scholingstraject ingezet voor alle personeelsleden. Voor het managementteam staat oplossingsgericht werken centraal. Voor leerkrachten staat de mytyl/tytylopleiding centraal, voor het onderwijsondersteunend personeel staat professioneel handelen centraal. Mytyl/tyltyl opleiding Binnen de organisatie is steeds meer de behoefte gevoeld aan een vergroting van de kennis bij alle leerkrachten op het gebied van de meest voorkomende ziektebeelden bij onze leerlingen en de invloed hiervan op het onderwijs. Verbetering van het professioneel, planmatig handelen is hierbij het doel. 7 Om dit doel te bereiken is gekozen voor een gezamenlijk opleidingstraject voor alle leerkrachten. Het gaat om een 2-jarig intern traject gegeven door docenten van opleidingscentrum Fontys OSO. Het is een opleiding op maat waarin de meest voorkomende ziektebeelden op de mytylschool worden behandeld en waarin daarnaast basismodules op het gebied van orthodidactiek, orthopedagogiek en klassenmanagement worden gegeven. Leerkrachten nemen deel aan deze opleiding op basis van een intake waarin de aantoonbare aanwezigheid van competenties is vastgesteld. De orthopedagoog en de psychologen van de Sprienke nemen ook deel aan bovengenoemde opleiding. Doel hiervan is de leerkrachten te ondersteunen bij de implementatie van de kennis binnen de school, in de vorm van een beschrijving kenmerken en aanpak van ziektebeelden/stoornissen op De Sprienke. De klassen- en bewegingsassistenten en de therapeuten namen alleen deel aan de studiedagen waarin ziektebeelden behandeld worden. Het eerste jaar van deze scholing is uitgevoerd en geëvalueerd en conclusies zijn getrokken voor de invulling van het tweede jaar. Omdat wij op onze school vanuit de visie van oplossingsgericht werken willen gaan werken, wordt dit in het tweede jaar verweven in de opleiding. Overige scholing op school- en afdelingsniveau Naast bovengenoemde scholingsactiviteiten zijn er op schoolniveau nog diverse andere scholingen gevolgd al dan niet door externen gegeven: Het management heeft een cursus oplossingsgericht werken gevolgd, de afdeling administratie heeft een coachingstraject effectief samenwerken voltooid, afdelingen zijn en een aantal collega’s zijn bijgeschoold d.m.v. diverse ICT-cursussen. Op afdelingsniveau hebben leerweg 2 en leerweg 3 de scholing werken met leerlingvolg model Memelink en de methode Pad afgerond. Leerweg 1 SO heeft scholing gekregen om met de Lisbo-methode voor technisch lezen te kunnen werken. Leerweg 2 VSO heeft begeleiding/scholing gekregen om invoering praktijkdagen mogelijk te kunnen maken. Tot slot hebben de stagetrajectbegeleiders van leerweg 1 VSO de cursus “empowerment” gevolgd. Op individueel niveau zijn diverse opleidingen, cursussen en studiedagen gevolgd, waarbij de norm is dat de individuele scholingen moeten passen bij de schooldoelen. Taakbelastingsbeleid Het afgelopen jaar heeft de Sprienke het taakbelastingsbeleid zoals dat door stichting de Korre is geformuleerd geoperationaliseerd. Met de werkgroep taakbeleid is een model ontwikkeld en een protocol opgesteld. Leerkrachten is in september 2007 gevraagd het in te vullen en bij de leidinggevenden in te leveren. In het managementteam worden knelpunten en oplossingen besproken Ziekteverzuim In de afgelopen jaren is er een verschuiving te zien geweest van langdurig zieken naar frequent kortdurend verzuim. Dit levert voor de school onderwijskundige en organisatorische problemen op. Met ondersteuning van de consulent van het vervangingsfonds heeft het managementteam een nieuw protocol ziekteverzuim opgesteld en zich geschoold in het voeren van verzuimgesprekken. De invoering van het protocol in augustus 2007 laat in december 2007 hoopvolle resultaten zien. 4.3 inzet van middelen Uit het jaarverslag 2006 kan worden opgemaakt dat de Stichting de Korre een gedegen en gezond financieel beleid voert. De Sprienke heeft ten aanzien van de materiële instandhouding de doelstelling gehaald. Uit de jaarrekening bleek verder dat ten aanzien van de personele exploitatie er weliswaar een aanzienlijke bezuiniging was gerealiseerd maar dat het jaar is afgesloten met een negatief resultaat. Voor 2007 is er op personeel een bezuiniging vastgesteld van € 25.000,00. 8 Het jaar 2007 is de eerste volledige periode dat er sprake is van een lumpsum begroting. Op basis van de analyseberekening van het administratiekantoor is gebleken dat de gemiddelde personeelslast bij met name de categorie OOP beduidend hoger is dan de inkomsten die daar tegenover staan. De uitgaven die gedaan worden voor personeel worden niet gedekt door inkomsten en zal in 2008 bezuinigingen tot gevolg hebben. De overdracht van Sprienke personeel naar de Revalidatie Geneeskunde Zeeland (RGZ) onderdeel van het project EKEP is in kaart gebracht. Het sociaal plan dat daarbij wordt opgesteld zal gevolgen hebben voor de begroting 2008 Hoofdstuk 5 Maatschappelijk perspectief In dit hoofdstuk staat het maatschappelijk perspectief centraal. Er zijn drie domeinen binnen het maatschappelijk perspectief te onderscheiden die extern van aard zijn, te weten maatschappelijke relaties, periodiek kwaliteitsonderzoek en financiën (externe verantwoording). 5.1 Maatschappelijke relaties Huisvesting De huisvesting van de Sprienke is lang niet optimaal. Op dit moment is er nog steeds sprake van twee noodlokalen. De beschikking om 2 lokalen aan de school te bouwen is inmiddels door de gemeente afgegeven. Doordat een andere Korreschool, de Deltaschool, geherhuisvest moet worden is bij de gemeente het verzoek gedaan om de Sprienke en de Delta op het terrein van de Sprienke onder te brengen. Op die manier ontstaat er een cluster 3 school die de volle breedte van de onderwijsmogelijkheden van het cluster aan kan bieden. Dit verhoogt de keuzemogelijkheden van ouders en zorgt voor een efficiënt gebruik gebouwen en middelen. Helaas heeft de gemeente geen financiële middelen beschikbaar gesteld en zal er alleen sprake zijn van uitbreiding waarbij de Deltaschool op een andere locatie zal worden ondergebracht. LVC3 We vinden kwaliteit heel belangrijk vandaar dat de Sprienke participeert in de taakgroep kwaliteit van de landelijke vereniging cluster 3. De taakgroep houdt zich bezig met de implementatie van de branchcode en onderzoekt de mogelijkheid om scholing op het terrein van kwaliteitszorg voor de vereniging te organiseren. Europees sociaal fonds In 2006 is de deelname aan het Equal 2 project “loopbaancentrum” gestart. Dit heeft in september 2007 geresulteerd in de presentatie van de eindproducten. Voor de Sprienke heeft dit een beschreven en geïmplementeerd leerlingentraject, transitieplannen, competentiebeschrijvingen en referentiedocumenten voor schoolverlaters opgeleverd. Lentekind De Sprienke participeert in het bestuur van de stichting “Lentekind”. De stichting heeft tot doel het realiseren van dagopvang voor ernstig meervoudig beperkte kinderen door gebruik te maken van de Saitoritmiek. Lentekind en de Sprienke richten zich op dezelfde doelgroep en hierdoor kan wellicht een vorm van samenwerking ontstaan. Samenwerking cluster 4 In 2007 is er een samenwerkingsovereenkomst getekend tussen REC 4.10 en Stichting De Korre waardoor De Sprienke een nevenvestiging is geworden van cluster 4 school “de Korczackschool” te Middelburg. Hier door is het mogelijk dat cluster 4 leerlingen 9 onderwijs krijgen op de Sprienke. Op 1 oktober 2007 staat 1 leerling ingeschreven op de Korczackschool die op de Sprienke onderwijs volgt. Omdat ook op het gebied van ambulante begeleiding samenwerking is ontstaan is de verwachting dat er meer vormen van samenwerking zullen ontstaan. 5.2 Periodiek kwaliteitsonderzoek Het PKO van november 2007 geeft een positief beeld van de school. De inspectie geeft aan vertrouwen te hebben in het verbeteringstraject dat de school heeft ingezet. Met betrekking tot het naleven van een aantal wettelijke voorschriften concludeert de Inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet. De Korrescholen, waar de Sprienke er één van is, werken gemeenschappelijk aan de verbetering van Zorg en begeleiding. Hiervoor is een projectplan geschreven en de scholen werken aan de uitvoering daarvan onder leiding van de centrale directie van Stichting de Korre. 5.3 Financiën (extern) Lumpsum In 2007 is voor het eerst gewerkt met de lumpsum systematiek. Binnen de stichting zijn afspraken gemaakt over de verdeling van inkomsten en uitgaven van de scholen en het bovenschools bureau. De ervaring leert dat het beschikbaar hebben van adequate managementinformatie voorwaarde is voor het maken van beleid. Hoofdstuk 6 continuïteitsperspectief In dit hoofdstuk staat continuïteit centraal. We geven aan welke domeinen van de verschillende perspectieven centraal staan in het jaar 2008. Daarbij is de collectieve ambitie leidend te weten: Uitdaging: een lerende organisatie op weg naar excellentie Beweging: intensief samen werken aan borgen en verbeteren Perspectief: voldoening en tevreden belanghebbenden. Klantperspectief Behandelleerplan implementeren Intern perspectief Management structuur Een Kind Een Plan Oplossingsgericht werken implementeren Positiebepaling voor verbetering Teamteaching in nieuwbouw van het VSO Maatschappelijk perspectief In het kader van passend onderwijs komen tot samenwerking met andere instellingen. 10 Literatuuropgave Inleiding Hoofdstuk 1 het schoolplan 2007 -2011 het jaarplan 2006 – 2007 begrotingen 2006 en 2007, de Jaarrekening 2006 het Scholingsplan 2006-2007. Planningsbrief Stichting De Korre, Hoofdlijnen notitie Stichting de Korre Hoofdstuk 2 Jaarplan 2006-2007 (met evaluatie) Jaarplan 2007-2008 Hoofdstuk 3 Projectplan Eén kind, één plan Implementatieplan LVS 2006 Publicaties vervangingsfonds Projectplan Implementatie leerlijnen van de CED Hoofdstuk 4 het Scholingsplan 2006-2007. Planningsbrief Stichting De Korre, Hoofdlijnen notitie Stichting de Korre Jaarplan 2006-2007 (met evaluatie) Algemene inleiding personeelsbeleid Professionaliseringsplan 2007-2008 Evaluatie eerste jaar opleiding mytyl/tyltyl (bijlage 5 professionaliseringsplan) Samenvattingen gepubliceerd in weekmededelingen nav ingevulde evaluatieformulieren studiedagen schooljaar 2006-2007 Beschrijving van kenmerken en aanpak van ziektebeelden/stoornissen op De Sprienke (ontwikkeld door ortho-psychogroep nav opleiding mytyl/tyltyl) Brief opzet opleiding mytyl-tyltyl juni 2006 Zie bijlage bij jaarplan 2006-2007 verslag evaluatie OVM Memelink en PAD Groepsplan LW1: SO hoofdstuk 2.2.1: evaluatie afdelingsdoelen 2006-2007 Evaluatieformulieren individuele cursussen, studiedagen e.d. Hoofdstuk 5 Waarderingskader onderwijsinspectie Rapporten PKO 2005 en 2007 11 Bijlage 1: Overzichten medewerkers. aantal medewerkers per 1 november 2007. Doelgroep Management Onderwijzend personeel Onderwijsondersteunend personeel totaal Medewerkers naar leeftijdsklasse Leeftijd Man ≤ 19 0 20 t/m 29 2 30 t/m 39 2 40 t/m 49 2 50 t/m 59 9 ≥ 60 2 Totaal 17 Vrouw 0 15 14 32 12 2 75 Medewerkers naar deeltijdpercentage Betrekkingsomvang Man 0.0 t/m 0,8 5 0,8 en hoger 12 Totaal 17 Formatie medewerkers Mannen Vrouwen Totaal Ziekteverzuim 2002 – 2004 6,18 % 4 37 51 92 Vrouw 51 24 75 17 75 92 2004 – 2005 9,44% totaal 0 17 16 34 21 4 92 Totaal 56 36 92 14,3085 fte 47,9848 fte 62,2933 fte 2005 – 2006 6,41 % 12 2006 - 2007 6,59%