Een tegen allen Opdrachten: 1. Geef bij elke letter van het alfabet iets dat met ‘sport’ te maken heeft (vb.: w water, want dit moet je drinken tijdens het sporten). 2. Emmer overlepelen naar andere emmer. 3. Nummer elk vel van een rol wc-papier. 4. Maak 20 vlechtjes in iemand zijn haar. 5. 500 keer springtouwen. 6. Maak een menselijke piramide met heel de groep. 7. Was een stuk zeep volledig op. 8. De totale leeftijd van de leerkrachten raden. 9. Met heel de groep 1 minuut lang op 1 been staan. (als 1 persoon valt, moet de hele groep opnieuw beginnen) 10. Maak met grasprietjes het woord ‘grasprietjes’ (als de opdracht zich voordoet op het gras) 11. Hoeveel woorden bevat het “onze vader”? 12. Maak een zin van 8 woorden die allemaal beginnen met dezelfde letter. 13. Verzamel 5 gele voorwerpen. 14. Verzamel tien verschillende schoenen. 15. Zoek uit een kaartspel de ontbrekende kaart. Materiaal: - Papier Balpennen Stiften Emmers Springtouwen Een stuk zeep Kaartspel Per groepje