Aan de ouders/verzorgers van de kinderen uit GROEP 2. De

advertisement
Aan de ouders/verzorgers van de kinderen uit GROEP 2.
De komende weken werkt groep 2 aan het onderwerp VERKEER.
Dit wordt uitgewerkt met het thema: Ga je mee?
In deze informatiebrief vindt U suggesties wat U met Uw kind kunt doen
en begrippen en opzegversjes/liedjes passend bij dit thema.
TIP: bewaar deze informatiebrief bij de andere informatiebrieven,
het is leuk en leerzaam om later samen activiteiten nóg een keer te herhalen.
WAT KUNT U MET UW KIND DOEN?
Onderweg samen met Uw kind praten over het verkeer en Uw kind uitlokken tot
het maken van goede zinnen.
Prentenboeken bekijken en voorlezen over thema het verkeer. (bibliotheek!).
Samen tekenen over dit thema.
Samen alle auto’s tellen in de straten. Schrijf de aantallen op een briefje.
In welke straat staan de meeste auto’s en waar de minste?
Hoeveel auto’s staan er aan de linkerkant van de straat en
hoeveel aan de rechterkant?
Waar zijn er meer en waar zijn er minder?
Welke auto staat vooraan en welke auto staat achteraan?
Wat is de 1e auto in de straat, de 2e, de 3e ,de 4e enzovoort.
Maak onderscheid tussen wegverkeer, railverkeer, vaarverkeer en vliegverkeer.
Wat hoort bij wat? Bijvoorbeeld: de bus hoort bij wegverkeer, de boot hoort bij
vaarverkeer, enzovoort.
Stel vragen aan Uw kind over het verkeer.
Wat is ver weg? En hoe ga je daar dan naar toe?
Wat is dichtbij? Hoe ga je daar dan naar toe?
Waarom gaan mensen met het vliegtuig?
Als jij naar je vriendje gaat, waarom ga je dan niet met de trein?
Hoe ga jij naar je familie in een andere stad of in een ander land?
Waarom ga je dan niet lopend?
Wat is een ongeluk?
Wat kan er dan allemaal gebeurd zijn?
Wat kan de oorzaak geweest zijn?
En wat kan het gevolg zijn?
Wie komen er dan helpen?
Wat gebeurt er dan allemaal?
Wat betekenen verkeersborden?
DE THEMALETTER.
Bij elk thema staat een letter centraal.
Het doel hiervan is dat de kinderen op een speelse manier
al wat letterkennis opdoen.
Ze krijgen op deze manier belangstelling voor de geschreven taal.
Bij dit thema is dat de letter d (van de deur).
Ook laten we de kinderen goed luisteren naar de beginletter en eindletter van
woorden/namen en laten we zien hoe die letters eruit zien.
Leer Uw kind aandachtig luisteren naar de klank waarmee een woord of naam
begint en eindigt (de eerste en laatste letter), benoem de letters en laat de
letters zien.
Leer Uw kind herkennen wanneer verschillende woorden en namen met dezelfde
letter beginnen.
De kinderen mogen kleine voorwerpen meenemen naar school waar de letter d in
zit en die komen dan in de letter d – doos.
HET RIJMBOEKJE.
Denkt U aan het rijmboekje waar alle rijmwoordjes die Uw kind bedacht heeft
in opgeschreven worden?
Het mag natuurlijk ook op een papiertje. (zie de vorige informatiebrieven).
Het is belangrijk voor het leren lezen dat Uw kind goed kan rijmen!
Enkele voorbeelden van rijmwoordjes:
verkeer-meneer, straat-plaat, stoep-poep, lopen-kopen, spelen-delen,
voorzichtig-doorzichtig, fiets-niets, stoppen-doppen, rood-boot, groen-doen,
weg-zeg, in-kin, uit-kuit, boek-koek, trein-fijn, bus-kus, sturen-gluren, ritpit, straat-praat, sirene-irene, brand-zand, blussen-kussen, lucht-zucht,
snel-wel, goed-zoet, rinkel-winkel, druk-stuk, pijl-bijl, fout-zout, fluit-ruit,
doen-zoen, pen-ren, deuk-leuk, tram-jam, taxi-maxi.
Het mogen óók onzinwoorden zijn, dit zijn woorden die niet bestaan, maar wél
dezelfde eindklank hebben. Bijvoorbeeld: fiets-piets (piets is een woord dat
niet bestaat), pen-jen (jen is een woord dat niet bestaat), groen-joen (joen is
een woord dat niet bestaat).
Het gaat erom dat kinderen horen/weten dat een ander woord dezelfde
eindklank kan hebben.
WAT MOGEN DE KINDEREN MEENEMEN?
De kinderen mogen spullen meenemen die te maken hebben met het verkeer.
Bijv. speelgoedauto’s, vliegtuigen, boten, treinen, politiepak. enz.
Boeken en platen over alles wat met het verkeer te maken heeft.
TIP: U zou met Uw kind naar het station kunnen gaan en naar de bushalte en
jachthaven. Er is daar zoveel te zien!
WE HEBBEN WEER EEN PRIJSVRAAG!
Zoek de praatplaat.
Ga samen met Uw kind alles bekijken en benoemen op de praatplaat.
Daarna mag Uw kind alle voetgangers tellen, dus alle mensen die op de stoep
staan en lopen én alle mensen die oversteken!
Doe het samen want het zijn er veel!
Maar………. misschien kan Uw kind het al wel alleen!
Op school mag Uw kind het juiste antwoord alleen aan
de juf vertellen!.....
HEEFT U VRAGEN KOM DAN GERUST BIJ ONS!
Download