Tot op dit moment is het document niet in te zien

advertisement
B&W.nr. 09.1436, d.d. 15 december 2009
B&W-Aanbiedingsformulier
Onderwerp
Besluit tot vaststellen van het Sociaal plan Bureau Openbaar Onderwijs
BESLUITEN
Behoudens advies van de commissie
1. Het Sociaal plan Bureau Openbaar Onderwijs (bijlage) vast te stellen onder voorbehoud van
instemming in het Georganiseerd Overleg. In dit plan zijn de rechtspositionele gevolgen geregeld
voor de medewerkers van de gemeentelijke afdeling Bureau Openbaar Onderwijs, die per 1
januari 2010 overgaan naar de op te richten Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs
Leiden. Het Sociaal Plan bevat met name afspraken over:
a. de werkgelegenheid
b. de overgang naar de nieuwe werkgever
c. afspraken m.b.t. diensttijd, salaris(uitzicht), vakantieverlof
d. vergelijking van de arbeidsvoorwaarden en indien gewenst overbruggingsafspraken.
Samenvatting
Per 1 januari 2010 zullen de Leidse scholen voor openbaar primair en speciaal onderwijs niet langer
integraal deel uitmaken van de Gemeente Leiden, maar als openbare scholen onder een zelfstandige
openbare stichting worden voortgezet. Het gemeentelijk personeel, welke thans binnen Bureau
Openbaar Onderwijs werkzaam is, zullen per 1 januari 2010 in dienst treden bij de op te richten
Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden en onder de CAO Primair Onderwijs gaan
ressorteren. De rechtspositionele gevolgen van de overgang zijn in het Sociaal Plan Bureau Openbaar
Onderwijs geregeld.
Inhoudsopgave
Concept Sociaal Plan
Bureau Openbaar Onderwijs
versie 4: 19 november 2009
Inleiding………………………..………………………….…
Artikel 1 Definities……………..……….……………………
Artikel 2 Werkgelegenheid……..……………………………..
Artikel 3 Overgang naar de nieuwe werkgever….……………
Artikel 4 Garantiebepalingen………..………………………..
Artikel 5 Salaris, garantie en rechtspositionele aanspraken……
Artikel 6 vakantieverlof.……….………………………………
Artikel 7 Pensioen………………….…………………………...
Artikel 8 Rechtspositievergelijking……………………………..
Artikel 9 Wettelijke maatregelen…………………………………
Artikel 10 Hardheidsclausule………………………………………
Artikel 11 Slotbepalingen……………………………………………..
Bijlage I : pakketvergelijking
Inleiding
Achtergronden
Bij besluit van 21 november 2007 heeft het College besloten de Raad voor te stellen het eindrapport
“Verzelfstandiging Openbaar Onderwijs Gemeente Leiden (aangepast scenario)” vast te stellen en
daarmee te besluiten tot de verzelfstandiging van het Leidse openbaar onderwijs, door middel van de
realisering van een Stichting Stedelijk Gymnasium en een Stichting Openbaar Primair, Speciaal en
Voortgezet Onderwijs Leiden.
Bij besluit van 22 januari 2008 (Rv. 07.0152) heeft de Raad het eindrapport “Verzelfstandiging
Openbaar Onderwijs Gemeente Leiden (aangepast scenario)” definitief vastgesteld en daarmee
ingestemd met de verzelfstandiging van het Leidse openbaar onderwijs door middel van de realisering
van een Stichting Stedelijk Gymnasium Leiden en een Stichting Openbaar Primair, Speciaal en
Voortgezet Onderwijs Leiden. Gaande het proces bleek dat er te veel complicerende factoren zijn om
de oorspronkelijke opzet voor de verzelfstandiging van het Leidse openbaar onderwijs door middel
van de oprichting van de voornoemde twee stichtingen, succesvol te kunnen afronden.
Bij besluit van 16 juni 2009 (Rv 09.0048) is door de Raad besloten dat de Scholengroep Leonardo da
Vinci en het openbaar primair en speciaal onderwijs apart verzelfstandigen.
De feitelijke bestuursoverdracht zal in principe 31 december 2009 plaatsvinden.
De verzelfstandiging van het openbaar onderwijs gemeente Leiden heeft directe consequenties voor
de werknemers van de gemeente Leiden die werkzaam zijn bij Bureau Openbaar Onderwijs (BOO).
Dit Bureau met vier medewerkers is een onderdeel van de Leidse ambtelijke organisatie, maar zal ook
opgaan in de Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs. De uiterlijke overgang van het
personeel is gepland op 31 december 2009. De medewerkers volgen dan de rechtspositie
overeenkomstig de CAO voor het primair onderwijs.
Bij besluit van 27 mei 2008 (Rv. 08.0030) heeft de Raad de nota “Regie op Maat” vastgesteld. De
verzelfstandiging van het openbaar onderwijs betreft één van de veertien Regie op Maat projecten,
zoals genoemd in het door het College op 11 maart 2008 vastgestelde Uitvoeringsprogramma Regie
op Maat 2008-2010.
Onder meer vanwege de organisatorische veranderingen binnen de gemeente Leiden, als gevolg van
het besluit “Regie op maat”, bestond er behoefte aan een algemeen geldend sociaal kader. De tekst
van het Sociaal Kader is op 7 oktober 2008 vastgesteld.
Procedure
In het Georganiseerd Overleg (=GO) van de gemeente Leiden is overleg gevoerd over het Sociaal
Kader en over de inhoud van dit Sociaal Plan. In het GO van <DATUM> is een akkoord bereikt over
de inhoud van het Sociaal Plan (inclusief bijlage). Hierna is dit door het college vastgesteld op
<DATUM>.
Dit Sociaal Plan is een nadere uitwerking van het “Sociaal Kader” van de gemeente Leiden. Het
Sociaal Plan heeft betrekking op de rechtspositionele gevolgen in verband met de overgang van de
werknemers van de gemeentelijke afdelingen naar de nieuwe werkgever.
Uitgangspunten
Bij de nieuwe werkgever geldt een andere arbeidsvoorwaardenregeling (de CAO Primair Onderwijs)
dan bij de Gemeente Leiden (CAR/UWO). De betrokken werknemers gaan onder de
arbeidsvoorwaardenregeling van de nieuwe werkgever vallen. De rechtspositionele gevolgen van de
overgang worden in dit Sociaal Plan verder uitgewerkt. Dit Sociaal Plan regelt de rechtspositie van de
betrokken werknemers.
Dit Sociaal Plan is bestemd voor en beperkt tot de werknemers van Bureau Openbaar Onderwijs die
zullen overgaan naar de nieuwe werkgever en op grond van een aanstelling werkzaamheden zullen
verrichten voor de nieuwe werkgever.
Artikel 1. Definities
In dit Sociaal Plan wordt verstaan onder:
- de gemeente :
De gemeente Leiden
- de werkgever :
De oude werkgever is de gemeente Leiden, verder te noemen “ oude
werkgever “ en de nieuwe werkgever is de Stichting Openbaar Primair
en Speciaal Onderwijs Leiden verder te noemen “nieuwe werkgever”.
- de AVR :
Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Leiden,
omvattende de landelijke regelingen (CAR/UWO) en de specifiek
Leidse afspraken.
- de CAO :
De CAO voor het Primair Onderwijs
- salaris:
Het voor de ambtenaar geldende bedrag van de schaal als bedoeld in
artikel 3:1 van de CAR/UWO
- salarisperspectief:
De opeenvolgende salarisperiodieken tot en met het hoogste bedrag
van de functieschaal geldend op de datum van overgang en eventueel
bij de overgang naar de nieuwe organisatie schriftelijk vastgelegde
individuele salarisafspraken;
- datum overgang :
De datum waarop de medewerker in dienst treedt bij de
nieuwe werkgever, blijkens de aanstelling.
- de werknemer :
De ambtenaar zoals bedoeld in de CAR/UWO en werkzaam
bij de oude werkgever, danwel de werknemer zoals bedoeld in de
CAO en werkzaam bij de nieuwe werkgever.
- de functie :
Het geheel van werkzaamheden dat door de werknemer moet worden
verricht en is beschreven in een standaard functiebeschrijving.
- ABP :
Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds.
- Sociaal Kader:
Het op 7 oktober 2008 in het GO Leiden vastgestelde kader, dat van
toepassing is op het verzelfstandigen van taken in
het kader van “Regie op maat”.
- Peildatum:
31 december 2009.
Artikel 2. Werkgelegenheid
2.1 In het Sociaal Kader is vastgelegd ’mens volgt werk’.
2.2 Er vinden geen gedwongen ontslagen plaats gedurende de eerste 5 jaar na de overgang van het
BOO naar de nieuwe werkgever ten gevolge van de overdracht.
Artikel 3. Overgang naar de nieuwe werkgever
3.1 De werknemers worden op de datum van overgang eervol ontslagen uit hun ambtelijke aanstelling
bij de oude werkgever, onder gelijktijdige aanbieding van een aanstelling door de nieuwe
werkgever. De gemeente hanteert een opzegtermijn van 1 maand.
3.2 De werknemers met een vaste aanstelling ontvangen een aanstelling voor onbepaalde tijd, zonder
proeftijd.
3.3 Het aantal uren bij een volledige werkweek is bij de oude werkgever 36 uur per week en bij de
nieuwe werkgever 36, 86 uur per week. Hier wordt met het vergelijken van het salaris rekening
mee gehouden.
3.4 De nieuwe werkgever biedt de betrokken werknemers dezelfde functie aan als voor de
verzelfstandiging. De inhoud van de functies bij de nieuwe werkgever komt voor 80 tot 100%
overeen met de functies bij de oude werkgever. In één geval is de functie bij de nieuwe werkgever
(hoger) gewaardeerd, voor de andere medewerkers worden de functies nog gewaardeerd. De
waardering zal in ieder geval niet lager uitvallen.
3.5 Het Sociaal Plan treedt in werking op 1 januari 2010 en heeft een looptijd van vijf jaar na
aanstelling van de medewerkers van het BOO bij de nieuwe werkgever.
Artikel 4. Garantiebepalingen
De diensttijd die vooraf gaat aan de ontslagdatum telt mee voor de toepassing van bepalingen uit
de CAO, waarvoor de diensttijd doorgebracht bij de nieuwe werkgever van belang is. Dit is alleen
van toepassing voor zover het CAO-bepalingen betreft, waarop de medewerker ook in de AVR
aanspraak zou hebben. Dit zijn: aanpassing arbeidsduur, ambtsjubilea en ouderschapsverlof.
Artikel 5. Salaris, garantie en rechtspositionele aanspraken
5.1 De werknemer behoudt aanspraak op het bruto-salaris en het bruto-salarisperspectief inclusief de
hieraan gerelateerde persoonlijke toelage die hij onder dezelfde omstandigheden zou hebben
genoten, indien zich per peildatum geen wijziging zou hebben voorgedaan.
5.2 De medewerker behoudt het salarisuitzicht dat hij had op de peildatum, indien dit afhankelijk was
van goed en volledig functioneren blijft dit het geval. De medewerker wordt daartoe ingepast in de
salarisschaal behorend bij zijn functie en ontvangt indien dit salaris lager is een garantietoelage
5.3 De garantietoelage uit lid 2 wordt geïndexeerd conform de CAO Primair Onderwijs.
Vermeerdering van het aantal arbeidsuren heeft geen invloed op de garantietoelage per maand.
Bij vermindering wordt de toelage naar rato verminderd. Indien de medewerker in dienst van de
nieuwe werkgever wordt bevorderd naar een functie met een hoger salarisniveau, wordt de
garantietoelage verminderd met de inkomensstijging die het gevolg is van de bevordering. Als de
medewerker in dienst van de nieuwe werkgever op zijn verzoek in een lager betaalde functie
wordt geplaatst, vervallen alle aanspraken op de garantietoelage.
5.4 De bepalingen over het salaris en de salarisgaranties werken door na de beschreven
werkingsduur van het Sociaal Plan.
5..5 Individuele afspraken die schriftelijk in een besluit zijn vastgelegd, worden overgenomen door de
nieuwe werkgever, van deze afspraken wordt een overzicht gemaakt, dat met de medewerker
besproken wordt.
Artikel 6. Vakantieverlof
Aanspraak op vakantieverlof per datum overgang wordt door de oude werkgever aan de
werknemer uitbetaald.
Artikel 7. Pensioen
De pensioenregeling wijzigt niet, het pensioenfonds van de nieuwe werkgever is het ABP.
Artikel 8. Rechtspositievergelijking
De overbruggingsafspraken inzake de verschillen in arbeidsvoorwaarden AVR versus de CAO
worden opgenomen in de Pakketvergelijking arbeidsvoorwaarden gemeente Leiden welke als
bijlage I integraal onderdeel uitmaakt van dit sociaal plan.
Artikel 9. Wettelijke Maatregelen
Toekomstige wetswijzigingen, waarop de werkgever geen invloed heeft, die van
invloed zijn op dit Sociaal Plan zullen worden nageleefd, zowel ten aanzien van positieve als
negatieve effecten.
Artikel 10. Hardheidsclausule
In gevallen waarin toepassing van het sociaal plan zou leiden tot een onbillijke situatie voor een
medewerker, kan het college van B&W van Leiden van het Sociaal Plan afwijken in een voor de
medewerker gunstige zin.
Artikel 11. Slotbepalingen
11.1 Indien zich omstandigheden voordoen waarin dit sociaal plan niet voorziet, dan zal het bevoegd
gezag terzake nadere regels stellen, na overeenstemming te hebben bereikt met het GO-Leiden.
11.2 Deze regeling wordt aangehaald als Sociaal Plan Bureau Openbaar Onderwijs.
VERSIE november 2009
Overdracht gemeenteambtenaren openbaar onderwijs naar stichting openbaar onderwijs voor primair en speciaal onderwijs Leiden
Vergelijking relevante arbeidsvoorwaarden:
Nummer en Onderwerp gemeente
Nr. 1
36 uur
Arbeidsduur per week
Nr 2
1638 uur
Arbeidsduur per jaar
met aftrek vakantieverlof
en feestdagen
CAO primair onderwijs
Werknemer kan kiezen
voor toepassing van één
van de volgende
mogelijkheden om de
werkweek in te vullen:
 40 uur
 38 uur
 36 uur
 36,86 uur
1651 uur
Nr 3
leeftijdsverlof
Leeftijdsuren:
45 t/m 54: 14,4 uur
55, 55+ : 28,8 uur
Nr. 4
Kopen en verkopen van
verlof
Via cafetaria mogelijk
leeftijdsuren:
30 t/m 39 jaar: 8 uren
40 t/m 44 jaar: 16 uren
45 t/m 49 jaar: 24 uren
50 t/m 54 jaar: 32 uren
55 t/m 59 jaar: 40 uren
60 jaar en 60+ 48 uren
Niet mogelijk. (zie 1)
Nr. 5
uitgebreide lijst
uitgebreide lijst
Overbruggingsafspraken
De schaalbedragen uit de CAO PO zijn gebaseerd op 36,86 uur per week.
Als er meer uren per week wordt gewerkt, wordt er extra vrije tijd
opgebouwd.
Met het verschil in arbeidsduur zal rekening worden gehouden met het
vergelijken van het bruto salaris.
Bij het onderwijs is de arbeidsduur per jaar
1877 -226 verlof/feestdagen= 1651
Bij de gemeente is de arbeidsduur 1878 – 240 verlof/feestdagen = 1638
Het verschil is 13 uur per jaar. De extra leeftijdsuren compenseren dat (zie
art 3.)
Onderwijs kent meer leeftijdsuren, beginnend op een jongere leeftijd
In het onderwijs is het mogelijk om meer uren te werken, waardoor er meer
verlof ontstaat(spaarverlof). Dit geeft de medewerker extra mogelijkheden.
Het verkopen van verlof is in het onderwijs niet mogelijk, momenteel wordt
dit niet door deze medewerkers gebruikt.
Verschillen zijn niet groot, flankerend beleid overbodig.
buitengewoon verlof
Nr. 6
pensioen
Nr. 7
FPU
Nr. 8
Seniorenarbeidsduur
ABP Keuzepensioen
ABP Keuzepensioen
Identiek
(gemeente-) FPU
Onderwijs FPU
Is niet van toepassing, iedereen is geboren na 1950 en heeft dus geen
FPU recht.
Seniorenregeling
BAPO
Is niet van toepassing
voor hen die op of na 1
januari 1945 is geboren
BAPO-regeling: vanaf 52 jaar tot 55 jaar maximaal 170 uur korter werken,
vanaf 56 jaar maximaal 340 uur korter werken.

< schaal 8 of schaal 8; 75% salaris over uren BAPO-verlof

> schaal 8; 65 % salaris over uren BAPO-verlof
Voorwaarde voor het gebruik maken van de BAPO regeling is dat men 5
jaar aaneengesloten in dienst moet zijn geweest bij een bestuur, bekostigd
door het Ministerie van O C en W of LNV. Dit betekent, dat de medewerker
die in dienst blijft dit kan gaan halen, bij de gemeente heeft de medewerker
hier geen recht op.
Nr. 9
werkloosheid
WW+ bovenwettelijk
Nr. 10
12,5 en 25 jaar, 40 en
diensttijd/jubileumgratific 50 jaar (25%, 50% en
Bovenwettelijk op basis
van onderwijsdiensttijd,
dus niet de gemeentelijke
diensttijd
25 jaar en 40 jaar
(50% en 100% van een
Per 1-1-2009 is de pseudo-WW premie vervangen door de wettelijke WWpremie. De premie is voor het onderwijsveld gelijk aan de gemeente. Er is
een ontslagbescherming van 5 jaar.
Mocht de werknemer door niet verwijtbare omstandigheden werkloos
worden, dan mag de werknemer een beroep op de gemeente doen om na
te gaan of benadeling plaatsvindt. De gemeentelijke diensttijd telt in het
onderwijs niet mee voor de bovenwettelijke uitkering. Op dat moment wordt
gekeken hoe groot dit nadeel is. Hierbij wordt uitgegaan van:
- wat de medewerker zou hebben ontvangen als hij tot dat moment
onafgebroken in dienst van de gemeente was gebleven.
- de gehele duur van de werkloosheid.
Indien er benadeling is, worden met de medewerker passende afspraken
gemaakt om dit te compenseren.
Jubileumgratificatie in het onderwijs wordt berekend op basis van ABP
dienstjaren. Gemeentelijke diensttijd telt daarin dus mee. 1 medewerker
atie
Nr. 11
Jaarlijkse periodieke
salarisverhoging
100% van
maandbezoldiging)
salarisverhoging
jaarlijks afhankelijk van
de datum van
indiensttreding. (art.
3:1:1:7)
Nr. 12
reizen woonwerkverkeer
Op basis van kosten
Openbaar Vervoer
vanaf 10 km
Nr. 13
dienstreis
Nr. 14
Ziektekostenverzekering
Nr. 15
Tegemoetkoming
ziektekosten jaarlijks
Nr. 16
spaarloon
Nr. 17
Bijdrage levensloop
en eindejaarsuitkering
€ 0,37 bij gebruik auto
na toestemming leiding
IZA
€ 0,28 bij gebruik auto na
toestemming leiding
Ohra
€ 190,50 bruto bij IZA
Classic verzekerden,
Anders € 22,50
ING
€ 372,- bruto
Nr. 18
Ouderschapsverlof
maandbezoldiging)
ontvangt een proportionele uitkering voor het 12,5 jarig jubileum.
salarisverhoging jaarlijks 1
augustus, ongeacht de
datum van indiensttreding.
(art. 6.1, lid 2) tot moment
van bereiken laatste regel
van schaal.
Vanaf 7 km
Er worden geen medewerkers benadeeld.
Van de vergoeding is € 0,19 onbelast.
Vergoeding voor kosten openbaar vervoer is volledig onbelast.
Er is bij beide sprake van een collectiviteitskorting van rond de 10%. De
overgang naar de Ohra is zonder voorwaarden.
Tegemoetkoming onderwijs is hoger en is niet afhankelijk van de
ziektekostenverzekering.
De medewerkers die hier recht op hebben gaan er tussen de drie en negen
euro per maand op vooruit.
idem
Levensloop is 1,5% per Levensloop 0,8% jaarlijks
jaar
in eindejaars uitk,
Minimum € 400,-Eindejaarsuitkering
Eindejaarsuitkering 5% 6,3% van het jaarloon.
van jaarsalaris
Minimaal € 836,-Extra voor oop
t/m S 5: € 820.08
6 t/m S 8: € 775,08
Vergoeding van 50%
Vergoeding van 55%
Levensloop en eindejaarsuitkering opgeteld is onderwijs iets beter en
vraagt dus geen compensatie.
De duur is hetzelfde, het percentage scheelt 5%. Er is nog 1 medewerker
die hier gebruik van kan maken.
Nr. 19
uitkering bij ziekte
Nr. 20
overlijdensuitkering
Nr. 21
vakantiegeld
Nr. 22
Dag van de leraar 5
oktober
Nr. 23
Collectieve verzekering
Nr. 24
Conform wetgeving
idem
3 maandsalarissen
inclusief vak.geld
8%
Minimum € 145,92
p/mnd bruto
n.v.t.
3 maandsalarissen
inclusief vak.geld
8%
Minimum € 137,47 p/mnd
bruto
€ 110,-- bruto per jaar
Centraal Beheer
Achmea, Loyalis, Ohra
Cafetariasysteem
5 Sterren zekerheid
Elke medewerker zit boven het gestelde minimum bedrag.
Collectieve voordelen zijn bij de aanbieders vergelijkbaar.
Wordt nu door de medewerkers geen gebruik van gemaakt. De nieuwe
Stichting kan hiervoor een eigen regeling maken.
Download