Thema: Welkom in de kerk Zondag 11 HC Franeker 28 maart 2010 De Messias brengt Gods rijk De Messias brengt Gods rijk Zondag 11 HC Franeker 28 maart 2010 1. Is hij ‘het’? Spanning – is hij ‘het’? • Vraag aan Johannes de Doper (Joh 1,1927): Wie bent u? • Vraag over Jezus (Joh 7,26.40-42): Is Jezus de Messias, de profeet? • Vraag aan Jezus (Joh 10,24): Bent u de Messias? • Doel Johannes (Joh 20,31): Geloof dat Hij het is! Wat betekent dat: ‘Christus’ / ‘Messias’ / Gezalfde? 2. Wat verwachtten de Joden? Joh 7: 26 Moet je zien, hij spreekt vrijuit en ze zeggen niets tegen hem. Zouden onze leiders werkelijk tot de overtuiging zijn gekomen dat hij de messias is? 27 Wanneer de messias komt, zal niemand weten waar hij vandaan komt, maar van hem weten we wel waar hij vandaan komt.’ … 31 Onder het volk waren er velen in hem gaan geloven, ‘want,’ zeiden ze, ‘wanneer de messias komt, zal die niet meer wondertekenen verrichten dan hij heeft gedaan.’… 2. Wat verwachtten de Joden? Joh 7: 40 Toen de mensen in de menigte dit hoorden zeiden ze: ‘Dit moet wel de profeet zijn.’ 41 Anderen beweerden: ‘Het is de messias,’ maar er werd ook gezegd: ‘De messias komt toch niet uit Galilea? 42 De Schrift zegt toch dat de messias uit het nageslacht van David komt en uit Betlehem, waar David woonde?’ … 52 Ze zeiden tegen hem: ‘Kom jij soms ook uit Galilea? Zoek het maar na, dan zul je zien dat er uit Galilea geen profeet kan komen.’ 2. Wat verwachtten de Joden? Deuteronomium 18,15 (WV-95) Uit uw eigen broeders zal de HEER uw God een profeet laten opstaan zoals ik, naar wie u moet luisteren. Deuteronomium 34,10-12 Er is in Israël nooit meer een profeet opgetreden als Mozes, die de HEER van aangezicht tot aangezicht gekend heeft en die, door de HEER gezonden, in Egypte bij de farao, bij zijn hovelingen en bij heel zijn land al die tekenen en wonderen deed en met grote macht voor de ogen van Israël indrukwekkende daden verrichtte. 2. Wat verwachtten de Joden? Micha 5: Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren, uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen.Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer. Totdat de vrouw die zwanger is haar kind heeft gebaard, worden zijn broeders aan hun lot overgelaten. Daarna zullen wie er nog over zijn terugkeren naar de andere Israëlieten. Hij zal aantreden en hen als een herder weiden, bekleed met de macht van de HEER, zijn God, met de majesteit van diens verheven naam. Zij zullen veilig wonen, want hij zal heersen tot aan de einden der aarde, en hij brengt vrede. 2. Wat verwachtten de Joden? • Een gezalfde • Een profeet als Mozes die de Heer van aangezicht tot aangezicht kent en grote dingen doet • Een koning uit Davids huis die wereldvrede brengt • Een nieuwe exodus, herstel van Israël, terugkeer uit ballingschap, definitieve bevrijding 3. Wie kwam er? Johannes 1: De met de Geest gezalfde 32 En Johannes getuigde: ‘Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen, en hij bleef op hem rusten. 33 Nog wist ik niet wie hij was, maar hij die mij gezonden heeft om met water te dopen, zei tegen mij: “Wanneer je ziet dat de Geest op iemand neerdaalt en blijft rusten, dan is dat degene die doopt met de heilige Geest.” 34 En dat heb ik gezien, en ik getuig dat hij de Zoon van God is.’ 3. Wie kwam er? Johannes 10: De Zoon van God 24 Daar kwamen de Joden om hem heen staan, en ze vroegen hem: ‘Hoe lang houdt u ons nog in het onzekere? Als u de messias bent, zeg het ons dan ronduit.’ 25 Jezus antwoordde: ‘Dat heb ik u al gezegd, maar u gelooft het niet. Wat ik namens mijn Vader doe getuigt over mij, 26 maar u wilt me niet geloven, omdat u niet bij mijn schapen hoort. … 29 Wat mijn Vader mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven, 30 en de Vader en ik zijn één.’ 3. Wie kwam er? Johannes 12: De gekruisigde ‘Die stem heeft niet voor mij gesproken, maar voor u. 31 Nu wordt het oordeel over deze wereld geveld, nu zal de heerser van deze wereld uitgebannen worden. 32 Wanneer ik van de aarde omhooggeheven word, zal ik iedereen naar mij toe halen.’ 33 Daarmee bedoelde hij de wijze waarop hij zou sterven. 34 ‘Maar wij hebben uit de wet begrepen dat de messias eeuwig blijft leven,’ zeiden de mensen, ‘waarom zegt u dan dat de Mensenzoon omhooggeheven moet worden? Wie is die Mensenzoon?’ 3. Wie kwam er? • Anders gezalfd: met de Geest • Meer dan eerdere gezalfden: een goddelijke herder, de Zoon van God • Heel anders dan eerdere gezalfden: omhooggeheven in de hemel via de kruisiging 4. Wat geeft Hij? • • • • De herder-koning sterft voor zijn schapen Het lam neemt de zonde weg Hij bant de heerser van de wereld uit De verhoogde koning haalt iedereen naar zich toe • Hij doopt met de Heilige Geest • Wereldvrede, maar via een kruis, vanaf een hemelse troon 5. Wat denk je zelf? • Johannes 4,29: De Samaritaanse vrouw heeft het meteen door – Hij is de Christus • Johannes 10,31: De Joden zijn blind en willen hem stenigen • Oproep: kijk dieper, en geloof! • Hij is de gezalfde: wonderlijk veel groter en dieper 6. Als je gelooft Johannes 3 34 Hij die door God gezonden is, spreekt de woorden van God, en God schenkt de Geest in overvloed. 35 De Vader heeft de Zoon lief en heeft alle macht aan hem overgedragen. 36 Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven, wie de Zoon niet wil gehoorzamen zal dat leven niet kennen; integendeel, Gods toorn blijft op hem rusten.’ 6. Als je gelooft • • • • Woorden van God De Geest in overvloed Eeuwig leven, bevrijd van Gods toorn De Messias brengt je in Gods rijk! 6. Als je gelooft Johannes 20 ‘Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.’ 22 Na deze woorden blies hij over hen heen en zei: ‘Ontvang de heilige Geest. 23 Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven.’ 6. Als je gelooft • Gezonden net als Jezus • Met de Heilige Geest, net als Jezus • Om bij de vergeving te brengen, die Jezus geeft • Christenen zoals Christus 6. Als je gelooft 1 Petrus 2: gezalfd net als Christus 9 Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht. 10 Eens was u geen volk, nu bent u Gods volk; eens viel Gods ontferming u niet ten deel, nu wordt zijn ontferming u geschonken.