10-12-2012 Wat is aan de orde? • Zijn er verschillen tussen SUderivaten? • Clinical Evidence • Metformine en vitamine-B12 • (SGLT2 receptor remmers) • Degludec • Eens diabetes, altijd diabetes? Nieuwe ontwikkelingen Bas Houweling Simon Verhoeven 1 Gliclazide op EASD 2012 2 Su’s en CVR-risico • Al 40 jaar onderwerp van discussie • Tegenstrijdige berichten 3 • SU’s werken op kaliumkanaal in betacel • Kaliumkanalen zitten ook elders, zoals het hart waar ze onder andere een beschermende werking hebben tijdens ischemie. 4 Gliclazide significant minder risico Retrospectieve cohort studie in Canada 5 6 1 10-12-2012 Eerder groot onderzoek laat zelfde beeld zien 7 8 9 10 Onderzoeksdoel en opzet • Sterfte en cardiovasculaire risico’s bepalen van SU’s in vergelijking met metformine bij patiënten met en zonder HVZ • Tussen 1997-2006 zijn patiënten met DM2 in heel Denemarken gevolgd • Totaal 108.000 patiënten Conclusie • SU’s is niet 1 groep geneesmiddelen • Gliclazide heeft selectieve werking op de betacel en geen nadelige effecten op HVZ. Hoe zit het eigenlijk met sterfterisico in NL bij patiënten die in de 1e lijn worden behandeld (op oude middelen)? 11 12 2 10-12-2012 Alle parameters beter 13 14 Conclusie •patiënten die behandeld worden in de 1e lijn volgens de NHG-standaard DM2 hebben een normale levensverwachting 15 16 Conclusie ZODIACstudies in Zwolle • Diabeteszorg in de 1e lijn is goed. • De indicatoren zijn de laatste jaren nog beter geworden • Zorg geleverd mbv de NHG-standaard DM2, waarin het stappenplan is: Hoe doet gliclazide het in vergelijking met DPP4remmers? – Metformine – + SU – Insuline leidt tot een normale levensverwachting 17 18 3 10-12-2012 2 RCTs Conclusies 2 RCTs 1. Foley JE. Efficacy and safety comparison between the DPP-4 inhibitor vildagliptin and the sulfonylurea gliclazide after two years of monotherapy in drugnaïve patients with type 2 diabetes. Horm Metab Res. 2009 Dec;41(12):905-9. 2. Filozof C. A comparison of efficacy and safety of vildagliptin and gliclazide in combination with metformin in patients with Type 2 diabetes inadequately controlled with metformin alone: a 52week, randomized study. Diabet Med. 2010 Mar;27(3):318-26. • HbA1c daling vildagliptin vs gliclazide = gelijk • 0-1% meer hypo’s op gliclazide • 1,2 kg (in de 52 wk studie) en 0,8 kg (in 104 wk studie) meer gewichtsstijging op gliclazide • Let op: gliclazide dosis was 4 x 80 mg!! 19 20 Kosten per patiënt per maand Wat zijn de kosten van gliclazide vs DPP4remmers? 21 22 23 24 Gliclazide en nierfunctie 4 10-12-2012 Conclusie 1 • Diabetesgeneesmiddelen worden ondergebracht in groepen, maar bijwerkingen zijn vaak geen groepseffecten – Biguaniden: fenformine en metformine – TZDs: rosiglitazone en pioglitazon – SUs: gliclazide vs de rest 25 Conclusie 2 • DPP4-remmers en GLP1-analogen nog 26 onbekend Conclusie 3 • Veiligheid op lange termijn is uiterst belangrijk voor diabetesmiddelen • Gliclazide heeft na metformine de beste papieren op dit moment • Het zijn geneesmiddelen die vaak voor jarenlang dagelijks geslikt moeten worden • Behandelstrategie voor de grote groep patiënten: 1.Metformine 2.Indien onvoldoende effect: toevoegen van gliclazide • NHG-standpunt = nieuwe geneesmiddelen moeten aantoonbaar 27 beter en veilig zijn Een doorwrochte analyse 28 Metformine 1. • Effect op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit • Veilig: geen lactaatacidose als met nierinsufficiëntie, ernstige pulmonale aandoeningen en leverfunctiestoornis rekening wordt gehouden. Dr. Kees Gorter Dr. Bas Houweling Dr. Paul Janssen Dr. Floris van de Laar Prof. Dr. Guy Rutten Oktober 2012 gepubliceerd 29 30 5 10-12-2012 Metformine beschermt tegen kanker. SU-derivaten. • 30 – 50% risico reductie vergeleken met andere OBVM • Vooral erg significant voor pancreasen hepatocellulair ca; in mindere mate voor colon-, mamma- en prostaatca. • Trend daarbij is dosis respons. • Vooral effect op microvasculaire complicaties: retinopathie, nefropathie. • Minder overtuigend effect op macrovasculaire eindpunten en mortaliteit. 31 32 Risicogroepen SU-hypoglycemie. Nadelen SU-derivaten. • Hypoglycemie; laag absoluut risico: 1 op 3 patienten 1 hypo/patiëntenjaar. • Vaak hypo’s niet echt ernstig; zelden ziekenhuis opname. • Gewichtsverhoging ten opzichte van placebo en metformine (2 – 5 kg) • • • • • Onvoldoende cognitie Insufficiënte/onregelmatige voeding Nierfunctie stoornissen Hoge leeftijd ? Beta-blokkade 33 34 Clinical Evidence liraglutide (Victoza) en exenatide (Byetta) Notabene ! • In alle voorstaande gevallen in ieder geval voorkeur voor een kortwerkende SU. • (Liever geen glimepiride en zeker geen glibenclamide) 35 • - nog geen langere studies op harde eindpunten - idem niets bekend over schadelijkheid - wel bij beide producten, - zij het heel zelden- , acute pancreatitis. 36 6 10-12-2012 Clinival Evidence en DPP-4 remmers. DPP4-remmers wel of niet? • Minder hypo’s in vergelijking met SU’s • Echter er is alleen vergeleken met langwerkende SU’s • Nog geen langere studies op harde eindpunten • Idem lange-termijn veiligheid. • VOOR: – Geen echte kans op hypo’s – Nauwelijks/geen verdere bijwerkingen en interacties – 0,6 kg gewichtsstijging – Mogelijk te gebruiken bij nierfunctiestoornis, met name linagliptide (Trajenta) 37 38 DPP4 – remmers: leveren nierfunctiestoornis. DPP4-remmers wel of niet • Tegen: • In het algemeen contraindicatie bij ernstige leverfunctiestoornis • Idem bij ernstige nierfunctiestoornis; al lijkt linagliptine uitzondering: geen dosisaanpassing nodig verminderde nierfunctie (EMA) – Minder effectief dan metformine en SU (0,6 – 0,8% versus 1%/6-8 vs 11 mmol/l) – Geen duidelijkheid op harde eindpunten – Veiligheid op langere termijn – Kosten. 39 40 SGLT = sodium-glucose transport protein SGLT2-remmers • Nog nieuws??? 41 7 10-12-2012 Nieren en glucose Het nefron Filteren van ± 180 gram glucose per dag Glucoseverlies in urine < 0,5 gram/dag Glucosereabsorptie in de proximale tubulus dankzij SGLT 1 en SGLT 2 actie SGLT-2-remmers Degludec • Ultralangwerkend basaal insulineanaloog • Multihexameer en hechting aan albumine • Vlakker profiel dan Lantus (glargine) en Levemir (detemir) • Halfwaarde tijd 25 uur (2 x glargine) Wat is er bekend over de effecten? 1.Weinig 2.Korte termijn 3.Voornamelijk vergeleken met placebo en niet MF/SU/(TZD/DPP-4/GLP-1) 4.Gering HbA1c effect 5.Gewichtreductie 6.Bijwerkingen: urogenitale infecties 45 Voorlopige resultaten type 2 DM tegenover Lantus (glargine) 46 Voorlopige resultaten type 1 DM tegenover Lantus (glargine) • Totaal aantal hypo’s (plasma glucose < 3.1 mmol/l): degludec vs glargine: 11.1 vs 13.6 / jr. • Nachtelijke hypo’s (plasma glucose < 3.1 mmol/l):degludec vs glargine: 1.4 vs 1.8/jr • Nachtelijke hypo (plasmaglucose<3.1 mmol/l) degludec vs. glargine: 4.4 vs.5.5 / jr • Totaal aantal hypo’s (plasma glucose < 3.1 mmol/l) degludec vs. glargine: 42.5 vs 40.2/ jr. (NS). 47 48 - 8 10-12-2012 Commentaar Lancet april 2012. Vitamine B12 en metformine. • Mogelijk heeft degludec door verlaagde variabiliteit in absorptie minder kans op hypo. • Afkappunt voor hypo was wel erg laag in de studies (3.1 mmol/l) • Geen revolutie, maar een evolutie • Bij 10 – 30% bij patiënten met MF is de vitamine B12 opname verlaagd • Dit leidt tot 5-10% daling vitamine – B12 concentratie • Afkappunt vit-B12 < 150 p.mol/l. (=220 pgr/ml) 49 50 Probleem Vit-B12deficientie. Nog wat gegevens. • Prevalentie vit. B12 deficientie bij DM2: 10% • Prevalentie bij gebruik van MF: 14.1% vs 4.4% zonder gebruik MF • Vier jaar MF geeft daling vit.B12: 19% • Anemie en neuropathie • Pas later (>2 jaar) manifeste deficiëntie • Lever heeft namlijk reserve van 2-5 mg! 51 Hoe te handelen? 52 Twijfels nog • Vit-B12 spiegel bepalen bij patiënten die > 3 jaar MF gebruiken • Dit kan herhalen 1 x per 3 jr. • Zonodig vit-B12 suppletie (oraal/injectie) • Alternatief: calciumsuppletie. • Leidt de vit-B12 deficiëntie wel echt tot een anemie? • Hoe lang moet vit-B12 suppletie voortduren? (idem calciumsuppletie?) • Herstelt vit-B12 spiegel als MF wordt gestopt?? 53 54 9 10-12-2012 EENS DIABETES ALTIJD DIABETES. Wat is genezing? • Pathofysiologische achtergrond en ziekteverschijnselen afwezig • Symptomen keren niet terug • Diagnostische testen zijn negatief • Geen enkele therapie meer nodig. • Oftewel: is diabetes te genezen? 55 Beter bij DM te spreken over remissie? 56 Hoe zit dat bij DM 2? • Is verminderen c.q. verdwijnen van ziekteverschijnselen • Echte remissie = 5 jaar zonder symptomen • Dan zijn symptomen, diagnostische testen negatief en is geen behandeling nodig • Wel enige controle zinvol 57 • Door krachtige leefstijlinterventie of bariatrische chirurgie • Dan normoglycemie gedurende 5 jaar • Geen aantoonbare micro- en macrovasculaire schade • Maar er is op cel-/vaatwand niveau al niet met gebruikelijke testen detecteerbare schade • Ernst daarvan hangt mede af van duur58 voor remissie. Hoe praktisch handelen? • Gedurende eerste 5 jaar zonder behandeling normoglycemisch: gebruikelijke controles en streefwaarden als bij DM 2. • Normoglycemie > 5 jaar: protocol CVRM • Fundus- en voetcontrole bij > 5 jaar normoglycemie staken. 59 10