journa al Benzodiazepines en dementie den de onderzoekers om de 2-3 jaar het benzo’s geslikt hadden (n = 52) 1,55 (95%- en mogelijke dementieverschijnselen 17) was de OR 1,48 (95%-BI 0,83-2,63, niet eventuele gebruik van benzodiazepines vast met huisbezoeken. De observatie­ BI 1,24-1,95). Bij recente gebruikers (n = significant), bij vroegere gebruikers (n = Het verband tussen benzodiazepine- periode was gemiddeld 15 jaar. Bij 253 tig gesuggereerd, maar overtuigend worden gesteld. Van de 95 personen die kunnen natuurlijk geen causale con­ met het slikken van benzodiazepines, dit langlopende onderzoek worden ge­ gebruik en dementie wordt regelmaonderzoek dat dit verband bevestigt of juist ontkracht, ontbreekt. Hier- voor is langlopend onderzoek noodzakelijk en dat is nu net het probleem. Franse onderzoekers trachtten op personen kon de diagnose dementie bij de start van het onderzoek begonnen kregen er 30 dementie. Van de groep die geen benzo’s gebruikten (n = 968) kre­ gen er 223 dementie. Het risico (gecor­ basis van een groot lopend onderzoek rigeerd voor mogelijke confounders) op schaffen. Zij voerden met dit PAQUID- groter dan bij de niet-gebruikers (HR patiënt-controleonderzoek uit. In het voor depressieve verschijnselen bleef werden tussen 1063 personen van 65 1,08-2,43). (PAQUID) hierin duidelijkheid te ver­ bestand een cohortonderzoek en een cohortonderzoek (gestart in 1987-1989) jaar en ouder ingesloten. Deze perso­ dementie was bij benzo-gebruikers dus 1,60; 95%-BI 1,08-2,38). Ook na correctie dit risico vrijwel gelijk (HR 1,62; 95%-BI In het patiënt-controleonderzoek nen hadden in de 3 voorafgaande jaren sloten de onderzoekers uit het totale waren geen dementieverschijnselen in mentie in en 1810 controlepatiënten. geen benzodiazepines geslikt en er de voorafgaande 5 jaar. Vervolgens leg­ Waarom écht liever metformine dan sul­ fonylureumderivaten? Cardiovasculaire incidenten als myocardinfarct en CVA zijn de voor- naamste doodsoorzaak bij patiënten met diabetes mellitus. Hoe orale anti­ = 155.025) waren door statistische cor­ blanke mannen betrof. Exclusiecriteria waren slechte nierfunctie, ernstig me­ disch lijden en cocaïnegebruik. In de sulfonylureumgroep bleken significant meer patiënten getroffen door cardio­ in de metforminegroep (18,2 versus 10,4 werd geen verschil gevonden tussen de verschillende onderzochte sulfonylu­ pie met metformine. Is dit terecht? lijking met placebopreparaten of dieet pectievelijk sulfonylureumderivaten en metformine als initiële orale mono­ therapie op het optreden van cardio­ vasculaire incidenten en overlijden. De groepen sulfonylureumgebruikers (n = 98.665) en metforminegebruikers (n 56(2) februari 2013 wel degelijk een relevante constatering. Vermindering van het benzodiazepi­ negebruik zou immers op de lange ter­ mijn een daling van de prevalentie van dementie kunnen betekenen. ▪ Arie Knuistingh Neven risk of dementia: prospective population based Bovenstaande bevindingen on­ maakt met betrekking tot het gebruik variabelen goed met elkaar vergelijk­ Kingdom Prospective Diabetes Study) bekend periode 2001-2008 het effect van res­ van benzodiazepines is het getalsmatig baar. Nadeel was dat het voornamelijk gekozen bij bewezen intolerantie voor tief cohortonderzoek vergeleek in de kend, maar gezien het grote gebruik derstrepen nogmaals de juistheid reumderivaten. Een groot Amerikaans retrospec­ keer hoger is. Dit lijkt niet indrukwek­ rectie voor de verschillende klinische orale therapie voor metformine. Voor metformine of als combinatiethera- bij gebruikers van benzodiazepines 1,5 study. BMJ 2012;345:e6231. patiënten per 1000 patiëntjaren). Er sulfonylureumderivaten wordt alleen concludeerd dat het risico op dementie De odds ratio was bij gebruikers die ooit of overlijden was nog niet geheel diabetes mellitus type 2 als initiële clusies worden getrokken. Wel kan uit Billioti de Gage S, et al. Benzodiazepine use and vasculaire incidenten of overlijden dan duidelijk. De NHG-Standaard kiest bij Uit deze observationele onderzoeken PAQUID-cohort 467 patiënten met de­ diabetica bijdragen aan het verklei- nen van het risico op deze incidenten 216) was de OR 1,56 (95%-BI: 1,23-1,98). Al langer is uit onderzoek (United dat sulfonylureumderivaten in verge­ een verhoogd risico geven op cardiovas­ culaire incidenten, terwijl metformine in vergelijking met placebopreparaten een duidelijke reductie geeft. De re­ den voor dit verschil is niet duidelijk. Mogelijk dat de negatieve invloed van sulfonylureumderivaten op het lipide­ spectrum, gewicht en bloeddruk een oorzakelijk rol speelt. van de keuze die de NHG-Standaard van sulfonylureumderivaten (alleen in combinatie met metformine). Het zou wel te verkiezen zijn wat meer te benadrukken om bij intolerantie voor metformine de keus voor een sulfony­ lureumderivaat als alternatieve mono­ therapie te ontmoedigen. ▪ Johan Schinkelshoek Roumie CL, et al. Comparative effectiveness of sulfonylurea and metformin monotherapy on cardiovascular events in type 2 diabetes mellitus. A cohort study. Ann Intern Med 2012;157:601-10. In Memoriam De redactie van H&W is geschokt door het bericht dat Carel Bakx op 1 januari jongstleden is overleden. We zijn hem veel dank verschuldigd voor de vele bijdragen aan H&W en aan de huisartsgeneeskunde in het algemeen. Redactie Huisarts en Wetenschap De berichten, commentaren en reacties in het Journaal richten zich op de wetenschappelijke en inhoudelijke kanten van het vak. Bijdragen van lezers zijn van harte welkom ([email protected]). huisarts & wetenschap 57