Onduidelijk etiket op een spuit voor continue subcutane toediening Samenvatting incident: Voor de 90-jarige mevrouw X., die in een hospice verblijft, ontvangt apotheek Y een recept voor morfine 25 mg / midazolam 10 mg / haldol 1 mg aangevuld tot 17 ml met NaCl in een spuit voor continue subcutane toediening. Het recept is voor 2 spuiten, die elk per 24 uur moeten worden toegediend. De apotheek bereidt de spuiten, waarbij de hoeveelheid geneesmiddel uit een ampul wordt opgetrokken, bij elkaar wordt gevoegd en wordt aangevuld met NaCl tot 17 ml infuusvloeistof per spuit. De apothekersassistente verwerkt de bereide spuiten in het AIS. Ze voert de totale hoeveelheid van 34 ml in en voegt de tekst ‘per spuit 17 ml’ op het etiket toe. Op het etiket staat: ’34,00 ml morf/dorm/haldol 25/10/1 mg voor toediening via pomp, per spuit 17 ml’. De spuiten worden bezorgd bij het hospice. Aan de hand van het etiket concludeert de verpleegkundige dat de hoeveelheid voor 24 uur is verdeeld over twee spuiten. Ze stelt de pomp zo in dat in 12 uur één spuit wordt toegediend. Deze infuussnelheid is twee keer zo snel als op het recept staat aangegeven. De patiënte raakt bewusteloos en is niet meer wakker te krijgen. Gezien haar uitgangssituatie, is het niet duidelijk of het overlijden van patiënte kort daarna direct in verband kan worden gebracht met dit incident. Achtergrond informatie Analyse van het medicatie-incident Het recept geeft duidelijk aan wat de dosering c.q. infuussnelheid moet zijn. De apothekersassistente schrijft de totale hoeveelheid (34 ml) aan op patiëntnaam. In verband met de declaratie moet het recept ingevoerd worden als één receptregel. De apothekersassistente maakt een etiket voor een eigen bereiding en maakt daarbij gebruik van een vooraf ingevoerd record. In dit record is als doseringsregel ‘voor toediening via pomp’ opgenomen. Het etiket voldoet op verschillende punten niet aan de eisen, die wettelijk vastliggen in de Geneesmiddelenwet: o De dosering c.q. infuussnelheid in mg/uur of mg/24 uur ontbreekt. o Het etiket moet de hoeveelheid van het werkzame bestanddeel vermelden. In dit geval per doseringsvolume: 25 mg/ 10 mg/ 1 mg = 17 ml. De hoeveelheid geneesmiddel per 17 ml is wel genoteerd, maar dit kan ook gelezen worden als hoeveelheid per 34 ml. Bij controle van het bereide product door de apotheker is de onduidelijke etikettering niet opgemerkt. De verpleegkundige interpreteert het etiket zodanig dat de patiënt de totale hoeveelheid van de 2 spuiten over 24 uur krijgt toegediend. Vergelijkbare meldingen in de CMR databank In de CMR databank komen regelmatig meldingen voor van ziekenhuizen waarbij een infuuspomp verkeerd is ingesteld (risico in het toedieningsproces). De oorzaken zijn bijvoorbeeld een onduidelijk recept met betrekking tot de infuussnelheid, een fout in de berekening van hoeveelheid geneesmiddel naar de pompstand, dosering c.q. infuussnelheid is niet terug te vinden in het patiëntendossier, per abuis verkeerd instellen van de pomp (gevoelige tiptoetsen), etc. De toediening via een pomp blijkt een risicovol proces. Bovenstaande melding is afkomstig van een openbare apotheek. Op dit moment bevat de CMR databank weinig tot geen meldingen over bereiding of aflevering van infusievloeistoffen of medicatiecassettes voor toediening per infuuspomp van openbare apotheken. Incidenten die optreden in het toedieningsproces worden door apotheken mogelijk niet opgemerkt. Bron: Centrale Medicatie-incidenten Registratie (CMR). Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is alleen toegestaan na voorafgaande toestemming van de CMR organisatie en onder voorwaarde van volledige bronvermelding. -1– Februari 2012 Kans op herhaling: Openbare apotheken zijn betrokken bij het bereiden en/of (door)leveren van infusievloeistoffen voor continue subcutane toediening in de thuissituatie of in een hospice. Deze vraag groeit omdat steeds meer patiënten in de palliatieve fase in de eerstelijns zorg worden behandeld. De ter hand stellende openbaar apotheker is verantwoordelijk voor de patiëntgegevens en het gebruik op het etiket, ook in het geval dat deze apotheek de bereiding elders bestelt en doorlevert. De bereidende apotheker is verantwoordelijk voor de productkenmerken. Wanneer de ter hand stellende apotheek deze op het eigen etiket vermeldt, dan is hij verantwoordelijk voor het juist overnemen van die informatie. Openbare apotheken dienen op de hoogte te zijn van de eisen die gesteld worden aan etikettering van eigen bereidingen en deze consequent toe te passen. Apotheekinformatiesystemen zijn ook declaratiesystemen. Voor een magistrale bereiding dienen alle componenten in het systeem ingevoerd te worden, om deze componenten ook vergoed te krijgen. Voor de naam en dosering is vaak beperkte ruimte beschikbaar. Dit heeft als gevolg dat etiketten onduidelijk kunnen zijn of moeilijk te interpreteren zijn4. In ziekenhuizen speelt dit probleem minder, omdat er meestal een apart bereidingsprogramma wordt gebruikt, waarin etiketten gegenereerd worden. Preventieve maatregelen De melder heeft de volgende maatregelen getroffen om herhaling van een vergelijkbaar incident te voorkomen: Als standaard doseerregel voor spuiten voor continue subcutane toediening is de volgende regel ingesteld onder doseercode SPUIT: ‘de inhoud van deze spuit is bedoeld voor toediening in …. uur’. Degene die aanschrijft vult de puntjes in. Eerst wordt de hoeveelheid per spuit aangeschreven, zodat een juist etiket wordt gegenereerd. Vervolgens wordt de hoeveelheid gewijzigd in de totale hoeveelheid t.b.v. de juiste declaratie. De landelijke multidisciplinaire Adviesgroep Medicatieveiligheid beveelt de volgende maatregelen aan: Voor openbaar apotheker/ poliklinisch apotheker/ apotheekhoudend huisarts: o Stel u zelf op de hoogte van de eisen die gesteld worden aan etikettering van eigen bereidingen. Deze eisen zijn terug te vinden in de Geneesmiddelenwet2. Het LNA heeft een uitgebreide mededeling gewijd aan de eisen voor etikettering3. o Neem in procedures op welke informatie etiketten voor infuusvloeistoffen of medicatiecassettes dienen te bevatten. Stel een bijsluiter op waarin de informatie opgenomen wordt, die niet op het etiket past. o Laat vóór afleveren van een complexe bereiding deze controleren door de apotheker. Neem in deze controle de informatievoorziening naar de patiënt, mantelzorg en (thuiszorg)verpleegkundige mee. o Wees bewust van het feit dat eigen ingestelde doseercodes of vrije tekstregels niet elektronisch overdraagbaar zijn. In geval van medicatieoverdracht naar een volgende zorgverlener moet een dergelijk recept nog handmatig gefaxt worden. Voor softwareleveranciers: o Zorg voor een kenmerk dat attendeert op het gebruik van vrije tekst aan algemene doseercodes die gebruikt kunnen worden voor ingewikkelde doseringen, die niet in één doseercode te vatten zijn (bv. de doseercode SCHEMA of INFUUS). Zorg dat dit kenmerk overdraagbaar is naar andere zorgverleners (bv. via OZIS). Voor (apotheekhoudend) huisarts/ specialist: o Zorg dat er een uitvoeringsverzoek of recept beschikbaar is op het moment van toediening, zodat geneesmiddelen door de toedienende persoon kunnen worden gecontroleerd aan de hand van informatie van zowel de voorschrijver als van de apotheek. Voor (thuiszorg)verpleegkundige o Controleer het afgeleverde geneesmiddel met het recept van de voorschrijvend arts, oftewel het uitvoeringsverzoek. Om te komen tot een meer structurele oplossing voor het beschreven probleem zal deze casus worden voorgelegd aan softwareleveranciers en gebruikersgroepen. Bron: Centrale Medicatie-incidenten Registratie (CMR). Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is alleen toegestaan na voorafgaande toestemming van de CMR organisatie en onder voorwaarde van volledige bronvermelding. -2– Februari 2012 Referenties: 1. Richtlijn NVZA: Richtlijn etikettering van apotheekbereidingen, 2004, versie 1.0 (www.nvza.nl openbaar gedeelte) 2. Bouwman-Boer Y., Le Brun P. e.a. Recepteerkunde 5e druk, 2009 3. LNA mededeling: Geneesmiddelenwet: etiket, vergiften, kwaliteitseisen. KNMP Kennisbank, versie april 2011 4. Croonen H. Etiketten magistrale bereiding verwarrend. Pharm weekbl 2004; 139: 1097-99. zie www.medicatieveiligheid.info. Bron: Centrale Medicatie-incidenten Registratie (CMR). Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is alleen toegestaan na voorafgaande toestemming van de CMR organisatie en onder voorwaarde van volledige bronvermelding. -3– Februari 2012