Beginnende geletterdheid 1. leesleeuw Hoera we gaan lezen We creëren een rijke leeromgeving met een aanbod van aantrekkelijke boeken met prenten en veel om te beleven. We lezen dagelijks voor om de belangstelling en interesse op te wekken voor boeken en verhaaltjes. We stimuleren ook de interesse voor letters en geschreven taal. Beginnende geletterdheid groepsplan doelen 4 tot 4,6 jaar Interesse voor boeken, rijmpjes en letters Vindt het leuk om voorgelezen te worden. Verhaalbegrip Doet alsof hij kan schrijven. Leest net alsof voor. ( Passief ) deelnemen aan activiteiten met de taalmuur groepsplan doelen 4,6 tot 5,6 jaar Interesse voor kijkt en leest actief mee met boekjes Kan onzinwoorden maken Toont belangstelling voor letters en stempelen Weet het verschil tussen schrijven en lezen Begrijpt de functie van geschreven taal Verhaalbegrip Kent de aangeboden letters en kan ze aanwijzen En het klankgebaar erbij ( tussen 12-16 letters) Kan woorden nastempelen op basis van het beeld van de letter groepsplan doelen 5,6 jaar en ouder leest actief mee met boekjes interesse voor letters kan woorden natypen en stempelen hoort verschillen en overeenkomst in klanken kent de letters van de eigen naam in anderen woorden kan 16 letters herkennen en minimaal 10 benoemen kan woorden lezen 2. letterrups: letter van de week Op de taalmuur staat de letter van de week en het klankgebaar erbij Het woord begint met de …………(aud. discriminatie) welke woorden beginnen met de ……………………….. Bij een letter wordt ook het klankgebaar aan geleerd, zodat er een koppeling is tussen het visuele beeld van een letter, de klank die erbij hoort en de beweging. Dit noemen we het klankgebaar. De klankgebaren worden ook ingezet in groep 3 bij het aanvankelijk leren lezen; strategische lezen. Iedere week is er een letter op de taalmuur die ook later weer herhaald wordt. Daarmee corresponderen de letterlaatjes en de letterzakken om daar in de dingen te doen die beginnen met de letter van de week. Het gaat om speelsheid en herkennen van de letterklank en het beeld erbij. Deze activiteit is voor alle kleuters. De jongste kleuters ondergaan het en daarna wordt het een steeds bewuster spel. Voor groep wordt een basis gelegd. Visuele waarnemingen We spelen met vormen, kleuren, letters en cijfers van allerlei formaten en doen spelletjes om verschillen waar te nemen en te vergelijken. De verschillen kunnen we benoemen. Het zijn speelse momenten met de groep tot aan werkjes op een werkblad of met ontwikkelingsmateriaal aan tafeltje. Ook kijken we naar filmpjes/ verhaaltjes op het smartbord en praten over wat we gezien hebben. De vragen zijn gericht op wat er gezien is en hoe je dat kan zien; zoveel mogelijk benoemen. We gebruiken schildpad en haas als het om leesvoorwaarden gaat. 3. haastige haas en slome schilpad het schildpad gaat niet zo snel maar de haas gelukkig wel eerste woord/letter en laatste woord/ letter (aud. discriminatie) wat is het eerste woord?? Schildpad is sloom wat is het laatste woord : hij rent haastig als een haas wat is de eerste letter?? schildpad wat is de laatste letter? haas Visueel; wijs het begin en het einde aan ( is makkelijker als auditief) Maar ook als we een boek lezen ; waar is het begin van het boekje en waar is het einde van het boekje. Schildpad en haas helpen daarbij. Het werkelijke inzicht komt rond 5, 6 jaar en heeft direct verband met de leesrichting van links naar rechts; dus een van de leesvoorwaarden. Visuele waarneming groepsplan doelen 4 tot 4,6 jaar Vormen en kleuren herkennen Zien dat er letters en cijfers zijn Met verschillend materiaal in aanraking komen Kijken naar plaatjes en prenten en details aanwijzen Kijken naar filmpjes en verhaaltjes Eenvoudige puzzels maken groepsplan doelen 4,6 tot 5,6 jaar Vormen en licht en donkere kleuren zijn bekend Visuele discriminatie Visuele analyse :ik herken de middenletter bv. oe Kijken naar plaatjes en prenten en meerdere details aanwijzen Kan 4 getoonde voorwerpen onthouden Grote puzzels maken groepsplan doelen 5,6 jaar en ouder Verschil tussen letter en cijfer is bekend d Ziet verschillen tussen plaatjes Kent de namen van de vormen Kent veel verschillende kleuren bij de naam Kan 5 getoonde voorwerpen onthouden auditieve waarnemingen /luisteren 4. Papa papegaai praat alles na (aud. geheugen) zeg maar na ; ik ben rood ; “ik ben rood” kan jij de woorden nazeggen? Kan je de zin nazeggen Kan je de reeks woorden nazeggen Kan je de reeks cijfers nazeggen Kan je de reeks onzinwoorden nazeggen Papa papagaai is een spel dat al vanaf heel jong geoefend kan worden en veel plezier op kan leveren omdat het heel spannend is en actief. 5. beppie en boppie Hetzelfde woord herkennen ( aud. geheugen) Welk woord zeg ik hetzelfde ?? Ik zeg: bal - fles- bal - doel Welk woord hoor je twee keer?? beppie en boppie worden heel blij als je het weet Spelenderwijs met beppie en boppie boeit ook de jongere kleuter al. 6.klapper kroko Lettergrepen klappen (aud. analyse) kro-ko-dil Lange woorden en korte woorden met 1 , 2 3 klapjes Hoeveel klapjes heeft je naam? Klappen met kroko vinden we allemaal heel erg leuk om te doen ook de allerjongste kleuters. 7.heksje fleksje het rijmheksje Rijmen, hokus pokus…(aud.discriminatie) De heks zwaait met haar bezem steel om mee te doen met het rijmen Er worden ook boekjes voorgelezen die op rijm zijn gemaakt om de eindklanken te laten ervaren. De jongste kleuters vinden het leuk om mee te doen als ze eenmaal snappen wat je moet horen. Dit doen we op een vaste dag in de week. Dit zijn auditieve oefeningen maar ook op papier kunnen we rijmwoorden zoeken. We moeten eerst nadenken wat het woord van een plaatje is en het andere woord erbij zoeken. 8. Hanna hak en Paula plak Woorden hakken in letters en samenvoegen tot een woord (aud. synthese) Hanna doet h-a-k Paula doet hak Het hakken en plakken ( analyse en synthese ) doen we met korte 3 letterwoorden die klankzuiver zijn We maken ook verhaaltjes met woorden die gehakt en geplakt worden waarbij een herhaling van een woord komt en de auditieve herinnering ontstaat bijvoorbeeld een verhaal over r-oo-s die speelt met een b-a-l Deze oefeningen zijn het meest effectief met kinderen vanaf 5- 5,5 jaar. Door jongste kleuters te laten luisteren naar de woordjes die we hakken en plakken komen ze er al mee in aanraking. Auditieve waarnemingen en luisteren groepsplan doelen 4 tot 4,6 jaar 10 minuten kunnen luisteren naar een verhaal en Ervaren van de taalactiviteiten in de kleine kring zie toelichting taalmuur Woorden en reeksen woorden nazeggen Deelname aan woorden klappen Herkent verschillen in klanken en geluiden Kan een eenvoudige opdracht uitvoeren groepsplan doelen 4,6 tot 5,6 jaar 15 minuten actief kunnen luisteren en actief meedoen Ervaren van de taalactiviteiten in de kleine kring zie toelichting taalmuur Woorden herhalen en expres fout doen Versjes auditief leren opzeggen Hoort eindrijm en verzint mee Actieve deelname aan woorden klappen Herkent verschillen in klanken hoog laag en hard zacht Snel langzaam Kan een dubbele opdracht uitvoeren groepsplan doelen 5,6 jaar en ouder 15-20 minuten actief kunnen luisteren en actief meedoen Kan rijmen Analyse en synthese van korte woorden Woordreeksen herhalen en expres fout doen Versjes auditief leren opzeggen Hoort eindrijm en verzint mee Actieve deelname aan woorden klappen Herkent verschillen in klanken hoog laag en hard zacht en Snel langzaam Kan een dubbele opdracht uitvoeren mondelinge taalontwikkeling 9.De kletsmajoor Praten over het thema bijvoorbeeld aan de hand van een praatplaat of een voorleesboek. De kletsmajoor praat graag mee. Je kan ook gaan filosoferen en “wat als” vragen stellen bijvoorbeeld over een boek. Dit kan met alle leeftijden. bv. bij roodkapje wat als de wolf een lieve wolf zou zijn wat zou er dan gebeuren? De kletsmajoor is heel geschikt om mee te helpen met Woowaa de woorden waakhond om de betekenis van woorden te gaan onderzoeken Mondelinge taalontwikkeling groepsplan doelen 4 tot 4,6 jaar Spontaan praten tijdens het spel bij o.a. de verteltafel en de play-mobil Spreekt in zinnen van 6 to 9 woorden Maakt gebruik van meervoudsvormen en verkleinwoorden Luistert naar de gesprekken weet de gespreksregels van luisteren , praten en op de beurt wachten groepsplan doelen 4,6 tot 5,6 jaar Spontaan praten tijdens het spel bij o.a. de verteltafel en de playmobil Verstaanbaar zijn Spreekt in goede zinnen en kan zeggen wat hij denkt ;logische taal met verbanden Maakt gebruik van bijvoeglijke naamwoorden/ werkwoorden/ meervoudsvormen kent en hanteert de gespreksregels weet antwoorden op vragen en neemt deel aan het gesprek groepsplan doelen 5,6 jaar en ouder voert gesprekken, kent en hanteert de gespreksregels kan mening uiten of kennis delen geeft antwoord op vragen woordenschat 10.woowaa de woordenwaakhond Deze hond helpt ons met de woorden te zoeken en te vinden. Bij ieder thema zoeken we de woorden die in de beleving van de kinderen een aanvulling op de woorden schat kunnen betekenen. Zo hebben we zelfstandig naamwoorden : wat is dat?? Werkwoorden : doe woorden of bijvoeglijke naamwoorden om iets te versterken. Een lieve waakhond die woowaa. 11. lange slang en korte klaas Werken met tegenstellingen: kort- lang dik – dun etc de poppen helpen mee om de tegenstellingen te zoeken Woordenschat groepsplan doelen 4 tot 4,6 jaar Woorden benoemen bij de praatplaten en woorden herkennen in een context van een verhaal /thema plaatjes van woorden aan kunnen wijzen spreekt de klanken van de woorden goed uit gebruikt zinnen van 6-8 woorden die kloppen groepsplan doelen 4,6 tot 5,6 jaar Woorden benoemen bij de praatplaten en woorden herkennen buiten een context en er een context bij verzinnen , gebruikt goed gevormde samengestelde zinnen groepsplan doelen 5,6 jaar en ouder Woorden benoemen bij de praatplaten en woorden herkennen buiten een context en er een context bij verzinnen gebruikt goed gevormde samengestelde zinnen