Praktische opdracht “Zoute zaden in het zuur”. Inleiding. In ons land is sprake van vervuiling van lucht, bodem en water. Dat heeft gevolgen voor flora en fauna. Het verkeer stoot schadelijke stoffen uit die onze bodem verzuren. De zuurgraad van de bodem heeft invloed op de groei van planten. In de winter strooit de overheid zout tegen de gladheid met als gevolg bermen vol met zout. Daarnaast zijn er nog veel meer soorten vervuilende stoffen die in ons milieu terecht komen. Opzet van de opdracht. Je gaat onderzoeken wat de invloed is van zuur OF zout (verzilting) op de ontkieming en groei van zaden. (je bootst vervuiling na) Daarnaast bedenk je zelf een andere vorm van vervuiling. Daarbij zijn verschillende soorten zaden en verschillende soorten grond mogelijk. Voorbereiding opdracht. Je zoekt en bestudeert theorie over verzuring (zuur) of verzilting (zout) en de andere vervuiling en verwerkt dit in je verslag. Je oriënteert je op de experimenten en opdrachten. Je maakt een onderzoeksvraag (of meerdere), een hypothese en werkplan (met data, tijden, werkzaamheden, materialen, plaats) en levert dit in bij de docent. Uitvoering Je voert de experimenten uit na overleg met de TOA en laat elke keer de voortgangsstaat aftekenen. Je legt je activiteiten vast in een persoonlijk logboek. Verslag. Het verslag dat je moet inleveren, moet voldoen aan de "handleiding verslag schrijven voor biologie". Daarbij komt in ieder geval in de theoretische inleiding aan bod: 1 2 3 4 5 6 Wat is verzuring / verzilting ? Welke stoffen veroorzaken verzuring en van welke processen zijn deze afkomstig? Welke vegetatie (natuur/voedingsgewassen en welke grondsoort) zijn hier gevoelig voor? Deze zelfde vraag geldt voor de andere soort vervuiling(die je zelf hebt bedacht). Waarom kies je voor deze zaden? Geef ook achtergrondinformatie over de planten Waarom kies je voor de grond die je gaat gebruiken? Geef daarbij aan wat de relatie is tot de vervuiling die je aanbrengt. 7 Waarom kies je voor de zuren / zouten die je gaat gebruiken? 8 Betoog in minimaal 200 woorden wat jullie uitkomsten betekenen voor de maatschappij en de natuur. 9 Welke tips of maatregelen kun je geven voor de natuur en de maatschappij naar aanleiding van je onderzoek en de resultaten? 10 Welke wijzigingen zouden jullie willen aanbrengen aan de proef zelf? Je kunt dan ook denken aan vervolgonderzoek. De antwoorden op de vragen kun je verwerken in het literatuurdeel maar mag ook met vraag en antwoord apart aan het eind onder het hoofdstuk literatuur (theoretische achtergrond) worden verwerkt. Gebruik voor je verslag de uitgereikte handleiding. Succes. CSG De Lage Waard Praktische opdracht biologie. Werkwijze. Je hebt een aantal bakken ter beschikking. Mogelijke soorten zaden zijn tuinkers, voederbiet, rode kool, tomaat, radijs en sla. (kijk wat er voorradig is). Variatie met bemeste tuinaarde, potgrond, zand zijn ook mogelijk. Mogelijke zuren zijn salpeterzuur of zwavelzuur. Of je voert ditzelfde onderzoek uit met zout (verzilting). Daarnaast doe je hetzelfde met een andere soort vervuiling(die je zelf hebt bedacht) Gereed maken van de bak: 1 Vul de bak goed met aarde . De grove delen of takjes moet je verwijderen. 2 M.b.v. het houtblokje wordt de bodem geëgaliseerd tot ca. 1 cm.onder de rand. 3 Met de geodriehoek worden sleuven ( voren ) in de bodem gedrukt . Totaal 6 sleuven van ca. 1.5 cm breed. 4 De bak inzaaien met 10 zaadjes per voren. Zaai niet te diep! , ca. 1 tot 1.5 cm. 5 Na het inzaaien de voren voorzichtig dichtdrukken en licht aandrukken met het blokje. 6 Voeg tussen iedere voren 20 ml. zuur of andere verontreiniging toe . 7 Maak voor elke proefopzet een blanco. (dus hetzelfde met alleen water) 8 Zet je naam, klas, datum en verontreiniging op het steekkaartje( met potlood). 9 Plaats de bak in de plasticzak en blaas die bol met lucht. Zak dichtmaken en in de vensterbank (licht) plaatsen voor de ontkieming. 10 Na de ontkieming beregen je de plantjes en de bodem met water uit een plantenspuit ! Plaats de bak(ken) weer voor het raam. Controleer dagelijks, met als minimum om de dag, of er al zichtbare veranderingen zijn opgetreden. Wees secuur in je datavermelding. De bak moet (regelmatig) om de twee tot drie dagen beregend worden met water. Noteer data, wat en welke is ontkiemd tenminste enkele weken lang. Noteer zoveel mogelijk; lengte, aantal blaadjes, ook bijzonderheden die van belang zijn voor je onderzoek. Al deze gegevens zeggen iets over wat zuur of zout voor invloed heeft op de groei. Als de meeste zaden zijn ontkiemd hoeft de plastic zak er niet meer omheen. Zaaibak, met 6 sleuven : *1 blanco ( bak met van ieder zaad een rij). Tip: Een grafiek maken van je meetgegevens: CSG De Lage Waard Praktische opdracht biologie. Om van je meetgegevens een grafiek te maken, maak je gebruik van Microsoft Excel. Bepaal het snijpunt van de curve met de x-as m.b.v. een trendlijn. Weet je niet hoe dit moet, raadpleeg dan het document Excel: grafieken en trendlijnen op www.biobazaar.info. De grafiek neem je (via kopiëren en plakken) op in je verslag, dat je maakt met Microsoft Word. zie ook "verdunningen maken" (www.biobazaar.info) CSG De Lage Waard Praktische opdracht biologie.