Maatregelen thuisomgeving Voor mensen die bij u thuis wonen of bij u op bezoek komen, zijn geen maatregelen nodig, tenzij deze personen zelf onder behandeling in een ziekenhuis zijn of komen. In dat geval is het zinvol dat deze personen bij een volgend bezoek aan polikliniek of ziekenhuis melden dat zij contact hebben gehad met een MRSA-positieve patiënt. Als u behandeld wordt door bijvoorbeeld een fysiotherapeut of een wijkverpleegkundige, verzoeken wij u tijdig te melden dat u drager bent van de MRSA-bacterie. Er zullen dan zonodig voorzorg maatregelen genomen worden. Basis behandeling • Gedurende 5 dagen: driemaal daags mupirocine neuszalf (Bactroban®) in beide neusgaten aanbrengen; • eenmaal daags wassen met chloorhexidine vloeibare zeep (Hibiscrub®), ook de haren. Zonodig kan in overleg met uw behandeld arts en arts-microbioloog uw behandeling worden uitgebreid. Indien huidirritatie ontstaat door Hibiscrub of Bactroban zalf, dient u onmiddellijk de behandeling te stoppen en contact op te nemen met uw behandelaar. Dagelijks moeten het beddengoed, de handdoeken en de kleding van patiënt worden verschoond! Behandeling Een behandeling voor MRSA is meestal pas mogelijk indien u: • geen antibiotica (meer) gebruikt; • geen wonden (meer) heeft; • geen huidafwijkingen, zoals eczeem, psoriasis heeft; • geen drains, katheter, of intravasale lijnen (meer) heeft. Wat de behandeling tegen MRSA inhoudt, is afhankelijk van de plaats waar bij u de bacterie is gevonden. Een behandeling kan bestaan uit het gebruiken van een neuszalf, het wassen met een desinfecterende zeep en soms antibiotica. Uw behandeling wordt afgesproken door de arts-microbioloog met uw behandelend arts of huisarts. Tot slot Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, neem dan contact op met uw behandelend arts. Ziekenhuis St Jansdal Wethouder Jansenlaan 90 - Postbus 138 - 3840 AC Harderwijk Telefoon 0341 46 39 11 - Internet www.stjansdal.nl Harderwijk, januari 2017 CAZ HYG 06.01.17 Uitgave patiëntencommunicatie Infectiepreventie MRSA-positief: patiënt Patiënt MRSA-positief en dan? Deze folder bevat informatie voor de patiënt bij wie MRSA is aangetroffen. Wat is MRSA? De MRSA is een variant van de bacterie Staphylococcus aureus. De Staphylococcus aureus is een bacterie die normaal voorkomt in de neus, keel, op de huid en in de darmen van gezonde personen. Soms kan deze bacterie een infectie veroorzaken. Een dergelijke infectie kan onschuldig zijn, denk aan een steenpuist, puistjes, kleine wondjes of huidbeschadigingen. Een infectie kan ook ernstiger zijn, bijvoorbeeld als er sprake is van bloedvergiftiging of longontsteking. Meticilline (en het daarvan afgeleide flucloxacilline) is een antibioticum, ofwel geneesmiddel, dat in de meeste gevallen gebruikt wordt voor een effectieve behandeling bij infecties die veroorzaakt worden door de Staphylococcus aureus. Sommige Staphylococcus aureus bacteriën zijn ongevoelig, ofwel ‘resistent’, geworden voor meticilline en kunnen door dit antibioticum niet langer gedood worden. Tegelijkertijd zijn ze dan ook vaak resistent tegen diverse andere antibiotica. Deze resistente bacterie wordt ‘Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus’ genoemd, afgekort MRSA. MRSA kan in ziekenhuizen bijvoorbeeld infecties aan operatiewonden veroorzaken, die soms ernstig kunnen verlopen. Het belangrijkste verschil tussen de gewone Staphylococcus aureus en de MRSA ligt in de behandeling. Infecties veroorzaakt door Staphylococcus aureus kunnen met de gebruikelijke antibiotica behandeld worden. MRSA is echter ongevoelig (resistent) voor een aantal veelgebruikte antibiotica. Daarom zijn er speciale antibiotica nodig om infecties met MRSA te behandelen. Doordat de behandelingsmogelijkheden hiervoor beperkt zijn doet het ziekenhuis er alles aan om te voorkomen dat de MRSA zich in het ziekenhuis verspreid. Alle maatregelen die genomen worden zijn erop gericht de MRSA snel op te sporen en verspreiding te voorkomen. Isolatie maatregelen Omdat bij u de MRSA-bacterie is aangetroffen worden er tijdens uw opname (of in een aantal gevallen ook tijdens uw polikliniekbezoek), isolatiemaatregelen genomen. Dit voorkomt verspreiding van de MRSA bacterie naar andere patiënten in het ziekenhuis. Tijdens uw opname, polikliniekbezoek of behandeling betekent dit voor u het volgende: • U wordt verpleegd op een aparte kamer, een isolatiekamer. De deuren moeten dicht blijven. • Ziekenhuismedewerkers die op de kamer komen, dragen een schort, een mond- / neusmasker, handschoenen en een muts. • Wanneer u voor onderzoek naar een andere afdeling gaat, worden ook daar voorzorgs­maatregelen genomen om verspreiding van de MRSA-bacterie tegen te gaan. Deze maatregelen blijven van kracht totdat we zeker weten dat u de bacterie niet meer bij u draagt. U kunt de MRSA-bacterie spontaan of eventueel via een behandeling kwijt raken. Duur isolatiemaatregelen Vanaf het moment dat bij u de MRSA bacterie wordt ontdekt tot aan het moment dat we er zeker van zijn dat de bacterie niet meer bij u aanwezig is, gelden voorzorgsmaatregelen bij opname in het ziekenhuis of polikliniek bezoek en controlekweken. Na drie complete series MRSA kweken (genomen met vijf dagen ertussen na uw behandeling), waarvan de uitslag negatief is (dus geen MRSA meer), zijn minder strikte isolatiemaatregelen bij opname of behandeling in een ziekenhuis nodig. Als u binnen het jaar weer opgenomen moet worden, wordt u wel steeds gecontroleerd op MRSA. Zou u zo vriendelijk willen zijn om bij het maken van de afspraak te melden dat er bij u een MRSA gevonden is in het verleden? Men zal u dan vragen om ca één week voor bezoek MRSA kweken af te nemen. U blijft in ziekenhuis St Jansdal als MRSA drager of ex-MRSA drager gemarkeerd totdat zeker is dat de bacterie niet meer bij u aanwezig is. Deze periode zal zeker een jaar in beslag nemen. Indien u naar een ander ziekenhuis of zorginstelling gaat is het belangrijk dat u vermeldt dat u MRSA drager bent, of bent geweest.