Bedrijfsbeheer 2.7 wettelijke verplichtingen inzake milieu en andere

advertisement
2.7 wettelijke verplichtingen inzake milieu en andere vergunningen.
Bodemattest:
doel de verwerver van grond te beschermen tegen bodemverontreiniging. Aanvragen bij
OVAM(Openbare Vlaamse Afvalmaatschappij). Bij risicogronden (garages, stookolietanks,…)
bodemattest + bodemonderzoek. Zonder bodemattest is verkoop grond nietig.
Bouwvergunning:
nieuwe/vernieuwde vestigingen moeten stedenbouwkundige vergunning aanvragen bij College van
Burgemeester en Schepenen van gemeente waar zij willen bouwen; lichtreclame willen plaatsen;
opslagplaats willen aanleggen voor schroot; pand geheel of gedeeltelijk willen afbreken.
Milieuvergunning:
alle installaties die hinderlijk kunnen zijn voor milieu of mens zijn onderworpen aan 1 milieuvergunning:
Vlaams Reglement voor Milieuvergunning (VLAREM).
vlarem 1: procedures die hinderlijk bedrijf moet doorlopen om vergunning te krijgen.
vlarem 2: milieuvergunningsvoorwaarden opgesomd waaraan bedrijf moet voldoen.
bedrijven klasse 3: beperkte formaliteiten tot een eenvoudige meldingsplicht. Per brief melding van
vestiging van bedrijf aan college van … Dag na melding kan bedrijf starten.
voor klassen 1 en 2: exploitant moet schriftelijk een vergunning aanvragen bij:
-bestendige deputatie van provincie waar onderneming uitgebaat wordt. (klasse 1)
-college van burgemeester en schepenen van gemeente waarin onderneming geëxploiteerd wordt.
(klasse 2)
Veiligheidsrapport (VR):
Europese Seveso 2-richtlijn-> verplichtingen van toepassing op:
- vervoer gevaarlijke stoffen door pijpleidingen
- winningindustrieën
-militaire inrichtingen
-stortplaatsen afval
Milieueffectenrapport (MER)
vooraf wetenschappelijk onderzoek of dat activiteit gevolgen voor milieu kan hebben. Rapport over
milieugevolgen voor mens, dier , plant, water,..
Handelsvergunning:
handelsvergunning krijgen voor handelsvestiging als het gaat om:
- inplanting nieuwe handelsvestiging
- inplanting handelscomplex
vergunning voor vestiging met nettoverkoopoppervlakte van meer dan 400m² kan via
gemeentebestuur aangevraagd worden. Oppervlakte > 1000m² dan moet socio-economisch
comité voor distributie binnen 70dagen advies uitbrengen bij gemeente.
Afvalbeheer:
VLAREA( Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en afvalbeheer)
1) preventie afvalstoffen
2) recycleren/composteren
3) milieuvriendelijk verwijderen afvalstoffen: verbranding met energierecuperatie
afvalstoffenregister: vermelding oorsprong afvalstoffen; hoeveelheid in kg of liter; aard en
samenstelling afvalstoffen, met Europese code.
Fost plus:
onderneming is verpakkingsverantwoordelijk bij verpakking op markt te brengen. Kan je
ontkomen door bijdrage betalen aan Fost Plus. Fost Plus bestaat erin de verbruiker te
sensibiliseren voor het sorteren en recycleren van huishoudelijk afval en de recyclage te
coördineren en financieel te ondersteunen.
Voedselveiligheid:
HACCP-plan (Hazard analyst critical control points) = bewakingsysteem die ervoor moet zorgen
dat standaardnormen in verband met voedselveiligheid worden gerespecteerd.
3 gevaren waarop gecontroleerd wordt: biologisch(bederf), fysisch(metaal, beentjes),
chemisch(pesticiden)
FAVV:
federaal agentschap voor veiligheid van voedselketen.
doel: waken over veiligheid voedselketen en kwaliteit van ons voedsel.
4taken : voedselveiligheid, dierenziekten, plantenziekten en dierenwelzijn.
Auteursrechten:
voor : reclameslogans, pcprogramma’s, krantenartikels, kunst
auteur krijgt vermogens- en exploitatierecht(recht op reproductie, verspreiding, verwerking en
vertaling) + morele recht en nog enkele bijzonder rechten toegewezen.
REPROBEL: vertegenwoordigt uitgever en auteurs voor fotokopiëren.
Sabam:
société des auteurs belges. Int de rechten die verschuldigd zijn voor de uitvoering van hun
werken en verdeelt ze onder de rechthebbenden.
2.8 de wet op de handels praktijken en op de voorlichtingen en de
bescherming van de consument
Algemene handelspraktijken
Er zullen altijd bepaalde handelingen verboden worden. Zoals reclame maken voor dingen die je niet in
voorraad hebt, lokkertjes, gratis wedstrijden... deze praktijken zijn door de wet bepaald en komen in de
zwarte lijst terecht.
De etiket op een verpakking: het moet in de voertaal geschreven worden, en er moet informatie
gevonden worden over het product zelf, bv houdbaarheidsdatum.
De nieuwe wet op de handdelspraktijken (whpc).
De wetgeving op de handelspraktijken steunt op twee principes:
 De eerlijke concurrentie tussen handelaars waarborgen
 De voorlichting aan en de bescherming van de consument te verbeteren
Doel
Prijsaanduiding
de totale prijs moet duidelijk en goed leesbaar aangeduid worden in euro. Met alle kosten, btw
en overige taksen erbij.
Recupel : het inzamelen, sorteren , verwerken en recycleren van afgedankte elektronische en
elektrische apparaten (aeea) in België. Om dat te betalen moet de verbruiker bij aankoop van
een nieuw AEEA een recupelbijdrage betalen.
Hoeveelheidsaanduiding en etikettering
er moet een vermelding staan op ieder voedingsproduct met de ingrediënten, houdbaarheids
datum, producenten,...
Reclame
communicatie die direct of indirect tot doel heeft de verkoop van productgen of diensten te
bevorderen, ongeacht de plaats of de gebruikte communicatiemiddelen. De verkoper moet een
bewijs hebben over de juistheid van de reclameboodschap als tegenhet product een klacht
ingediend wordt.
Bepaalde handelspraktijken
Verkoop met verlies
verkopen aan een lagere prijs dan de aankoopprijs is niet toegelaten. Tenzij bij opruiming,
uitverkoop of beschadiging.
Prijsvermindering
 het vermelden van de nieuwe prijs naast de oude prijs, die is doorgehaald.
 De vermelding ‘oude prijs’ en ‘nieuwe prijs’ naast de bedragen
 Vermelding van het kortingspercentage met de doorschrapte oude prijs en de nieuwe
prijs.
Uitverkoop
Versnelde verkoop van goederen is toegestaan bij: overlijden handelaar, verbouwingen die
minstens een maand duren, overname zaak, verhuizing of stopzetting. De uitverkoop mag
maximum 5 maanden duren. Verkopen met verlies is hierbij toegestaan
KoopjesDe wetgeving is versoepelt: nu mag je met verlies verkopen en meer dan alleen
seizoensgbonden producten. De nieuwe wet schaft ook de sperperiode af, behalve voor kleding,
schoenen en lederwaren.
Gezamelijke aanbiedingen
Toegestaan door de wet
Waardebonnen
= documenten die door een handelaar, producent of invoerder verspreid worden en die de
houder ervan de mogelijkheid bieden een voordeel te ontvangen ( in geld).
Verkopen gesloten buiten de onderneming van de verkoper
 Ten huize van de consument
 Tijdens een door de verkoper georganiseerde excursie
 Op salons, beurzen en tentoonstelling. voorwaarde : prijs hoger is dan 200 euro
Verkoopoverenskomsten buiten de onderneming hebben een minimale schriftelijke
overeenkomst nodig (bestelbon) en is er een verzakingsrecht(annulering van de bestellingen, je
hebt 7 werkdagen te tijd). In de overkomst moet de naam, product, prijs, betalingswijze,... in
staan.
Verkoop op afstand
 Televerkoop: telefonische gesprekken waarin je verplicht bent je identiteit en het
commerciele doel van zijn oproep aan het begin van het gesprek moet duidelijk maken.
Je hebt een bedenk tijd van 14 werkdagen.
 Postorderverkoop: de consument koopt per telefoon, per post of op basis van een
catalogus. 14 werkdagen bedenktijd.
 Kopen op internet: e-commerce. Bedenktijd van 14 dagen. Er mag ook een voorschot
gevraagd worden. Er moeten wettelijke inlichtingen te vinden zijn over de onderming op
de site.
Openingstijden
Wekelijkse rustdag
een rustdag is verplicht en die moet minstens 24 uur onondergebroken zijn. En moet beginnen
om 5 uur ’s morgens of om 1 uur ’s middags. De rustdag moet minimum 6 maanden dezelfde
blijven, daarna mag hij gewijzigd worden en moet goed zichtbaar zijn voor de klant. Als de
rustdag valt op de dag voor een wettelijke feestdag valt, dan mag de handelaar hem
overbrengen naar de dag volgend op die wettelijke feestdag.
Tijdens de rustdag is de verkoop verboden.
Er zijn soms afwijkingen:
 Door de handelsvorm
 Door bepaalde omstandigheden of beurzen
 De vestigingsplaat is een toeristisch gemeente
Zondagssluiting
alle winkels mogen op zondag open zijn op voorwaarde dat ze 1 dag in de week sluiten en geen
personeel tewerkstellen. Op negen koopzondagen per jaar mag wel personeel tewerkgesteld
worden.
Badplaatsen en toeristisch centra’s vormen uitzonderingen op deze regels. Er kunnen ook
eventueel uitwijkingen toe gestaan worden tot 15 dagen per jaar, voor bv solden.
Soms kan het nuttig zijn om toch de zondag open te zijn: de klanten zijn de zondag vrij, als je
verse producten moet verkopen, als je een extra service wil geven op de concurrentie
Openinsuren
de wettelijke sluitingstijd op werkdagen is van 20 uur tot 5 uur en voor vrijdagen + voorafgaande
dagen van een feestdag van 21 uur tot 5 uur.
nachtwinkels: van 7 uur tot 18 uur moeten ze gesluiten zijn.
je kan ook een regeling treffen met de gemeente en de uren veranderen.
Sommige handelaars zijn hier niet toe verbonden. Zoals horeca, frituren, kampeerterreinen en
gespecialiseerde ondernemingen ( benzinestations, bloemenwinkels, ijsverkopers... ) . ook voor
hoogdringende prestaties is deze reglementering niet van belang.
2.9 steunmaatregelen voor startende andernemers.
Participatiefonds
doel: het eigen vermogen van de zelfstandigen en de KMO’s te verstevigen en eveneens werkloosheid te
bestrijden. Daarvoor heeft het participatiefonds leningen met gunstige voorwaarden. Hierbij staat het
participatiefonds toe dat de onderneming eerst andere schuldeisers mag betalen en dan pas de lening.
Plan van jonge zelfstandigen
een maatregel om jongeren te stimuleren om zich als zelfstandige te vestigen. Ze voorziet
goedkope leningen. Het is bedoelt voor elke werkzoekende jonger dan 30 jaar en die zich voor
de eerste maal vestigt als ondernemer.
De starter krijgt een lening van 4500 euro. Dit deel van de startlening is renteloos en dient pas
het zesde en zevende jaar terugbetaald te worden
Starlening
lening bedoelt voor de uitkeringsgerechtige volledige werklozen, niet werkende werkzoekende
ingeschreven sinds ten miste 3 maanden en geniet van een wachtuitkering of een leefloon.
Maximumbedrag: 30 000 euro als je ¼ eigen inbreng is.
Starteo, optimeo en business angels
leningen bedoeld voor bestaande ondernemers om de uitbreiding van hun onderneming te
financiëren.
Starteo: voor KMO’s die minder dan 4 jaar actief zijn en bedoelt voor een investeringsproject.
Maximaal bedrag van 250 000 euro.
Optimeo: voor KMO’s die langer dan 4 jaar actief zijn en die financiëring zoeken voor het
uitbreiden van hun zaak. Maximaal bedrag van 250 000 euro
Business angels: leningen voor ondernemers die geen toegang krijgen tot het klassieke
bankkrediet omdat hun toekomstige activiteiten te vernieuwend of te hoog technologisch zijn.
Maximaal bedrag van 125 000 euro.
Initio
hier kan je tot 50% korting krijgen op de gevraagde lening, en zo kan je toch een lening bij de
bank aanvragen want het risico van de lenings is doorh het participatiefonds gewaarborgd.
Vrijstelling van belastingsverhoging
jongeren die zich voor het eerste maal vestigen in een zelfstandig beroep worden gedurende de
eerste drie jaar vrijgesteld van belastingverhoging ingeval zij niet of onvoldoende voorafbetalen.
Participatiemaatschappij vlaanderen = PMV
= overheidswaarborg.
een zelfstandige die niet over voldoende zakelijke waarborgen beschikt , kan dankzij een
waarborgregeling van de vlaamse overheid een krediet bekomen voor de investerigen.
Kmo-portefeuille
een elektronisch betaalmiddel waarmee een onderneming jaarlijks een dienstenpakket kan aankopen
met bedoeling het huidig of toekomstig functioneren te verbeteren. Je moet je aanvraag indien op te
website van het vlaams gemeenschap.
Er zijn 5 verschillende ondernemersbevorderende diensten





Opleidingen
Advies
Technologieverkenning
Advies internationaal ondernemen
Strategisch advies
→ bv taalcursus
→bv communicatieplan
→bv zoeken naar geschikte technologie
→bv oprichting buitenlandse vestiging
→bv beursintroductie
Winwinleningen
aanmoedingen van particulieren om geld ter beschikking te stellen van startende ondernemingen.
+ doc van in de klas
2.10 Kredietverlening
Krediet = het ter beschikking stellen van goederen of geldbedragen die pas later betaald of
terugbetaald worden.
Economisch belang: kan een particulier het hoofd bieden aan bv. Onverwachte uitgaven ; handelaar
kan investeren in bv. Machines en dergelijke ; de overheid om bv. Wegen aan te leggen.
I = (K x p x t )/ 100
In maanden : i = (K x p x t) / 100 x 12
In dagen: i= (K x p x t) / 100 * 360 (voor handelstransacties)
i= (K x p x t) / 100 * 365 (voor privétransacties)
Verkoop op termijn
= leverancierskrediet = koper en verkoper komen overeen dat betaling van goederen uitgesteld wordt.
Koper kan in afwachting van betaling wel al beschikken over de goederen.
Verkoop op afbetaling
Eerst voorschot 15 %, dan stortingen in ten minste 3 schijven. Bij aan huis afgesloten contracten heeft
koper het recht om binnen 14 werkdagen met aangetekende brief een einde te maken aan contract.
Verkoopt op afbetaling moet volgende elementen bevatten: prijs bij contant; totale prijs op afbetaling;
bedrag van voorschot; aantal, bedrag en regelmaat betalingen.
Jaarlijks kostenpercentage 1:
(Kredietkost / kredietbedrag) * 100 * (24 maanden / (kredietperiode+1))
Kredietkost = prijs bij afbetaling – contante prijs
Kredietbedrag = contante prijs – voorschot
Jaarlijks kostenpercentage 2:
Jaarlijks kostenpercentage = maandelijks lastenpercentage * 24 * (kredietperiode /( kredietperiode+1))
Krediet op korte termijn
Kaskrediet: onder nul gaan op je rekening tot een bepaald bedrag. Hierop zijn er grote intresten.
Kasvoorschot: rekeningvoorschot van een vast bedrag op korte termijn met vaste intrest gedurende
looptijd. Bepaalde voorwaarden.
Krediet op lange termijn
Lening op afbetaling: lening terugbetalen, verhoogd met intresten, in minsten 2 periodieke stortingen. 4
verschillende categorieën: autolening; woonlening; kooplening; privélening. Bij eerste drie is een factuur
en afleveringsbewijs vereist.
Investeringskrediet: financiële instelling helpt bij belangrijke investering van ondernemer. Looptijd
lening kan variëren van 5 tot 20jaar
Hypothecair krediet: op langere termijn leningen voor aankoop bouwgrond, bouwen huis, … .
maandelijkse aflossing bestaande uit gedeelte kapitaal en gedeelte intrest. Meestal ook verplichting om
levensverzekering af te sluiten zodat bij overlijden het resterende deel van de lening aan financiële
instelling wordt terugbetaald.
Financieringshuur: = leasing; betreft huur van roerend goed in combinatie met aankoopoptie.
Leasegever koopt bepaald goed en verhuurt dat voor bepaalde tijd aan leasenemer. Op einde
huurovereenkomst kan leasenemer kiezen voor voortzetting huur, opzegging of aankoop. Bij leasing is
geen waarborg vereist, ook geen voorschot. Opzegging contract is zeer moeilijk.
Gevaren bij kredietverlening:
Valkuilen die aan basis liggen kredietproblemen:
-
Slecht bedrijfsbeleid (ongecontroleerd budgetbeheer)
Overcreditering (opstapelen kredieten)
Foute keuze van kredietvorm (door misleidende reclame)
Hoofdstuk 3: welk product ga ik verkopen?
3.1.1 Productkeuze
Product = Alles wat in een behoefte kan voorzien.
1 )Indeling consumenten producten
a) Op basis levensduur:
-gebruiksgoederen (fiets, oven)
-verbruiksgoederen (eten, drinken)
b) op basis klant:
-convenience (regelmatig, weinig plannen, kleine verplaatsing, groenten)
-preference (weinig plannen, kleine verplaatsing, merkvoorkeur, choco Nutella)
-shopping(niet-regelmatig, veel plannen, uitgebreider winkelen, vergelijken, keuken)
speciality (gepland, sterke voorkeur, speciale inspanning, juweel)
2 )indeling industriële producten
-
Materialen en onderdelen (grondstoffen)
Investeringsgoederen (= kapitaalgoederen) (machine, gebouw)
Hulpmaterialen en ondersteunende diensten (elektriciteit, internet)
Assortiment= Volledige gamma van producten
Breedte assortiment: aantal aangeboden producten (aantal soorten)
diepte assortiment: volledigheid productgroep
lengte assortiment: totaal aantal artikelen
Consistent: als verschillende producten verwant zijn wat betreft eindgebruiker
3.1.2 Voorraadbeheer
Een voorraad:
-
Vergt grote opslagruimte
Betekent aanzienlijke investering
Soms met verouderde goederen
Financieel risico
Voorraadbepaling: voorraad wordt na vaste periode door telling opgenomen. Er wordt voor elk
artikel een basisvoorraad vastgesteld. Volgende factoren belangrijk: juiste hoeveelheden,
gewenste kwaliteit, stabiliteit.
Voorraadsystemen: je kan voorraad manueel bijhouden of via kassasystemen met
automatische voorraadaanpassing. Bij verkoop aan kassa, worden ze automatisch uit voorraad
verwijderd.
Derving = als genoteerde voorraad groter is dan werkelijke voorraad.
Waarden van de voorraad:
3 mogelijkheden om voorraadwaarde te bepalen:
1) Gewogen gemiddelde prijzen = de waarde van de totale voorraad delen door aantal
stuks. vb: (100stuks * 4 €, 200stuks * 5€, 150 stuks*3.5€)/(100+200+150) = 4.27777 *
eindvoorraad (vb: 250) = 1069,4444 EUR
2) First in, first out (FIFO) = binnengekomen producten eerst verkocht
=rekeninghouden met vervaldatum producten.
vb: eindvoorraad is 100stuks, verkocht = 350  100stuks *4 € = nog 0 in voorraad ; 200
stuks * 5€ = nog 0 in voorraad ; 50 stuks * 3.5€ = nog 100 in voorraad ; eindvoorraad *
3.5 = 100*3.5 = 350 EUR
3) Last in, first out (LIFO) = laatst binnengekomen producten eerst verkocht.
Winkeldochters = producten die langere tijd blijven staan.
Vb: eindvoorraad is 100stuks, verkocht = 350  150*3.5 € = nog 0 in voorraad ; 200
stuks *5€ = nog 0 in voorraad ; nog 100 in voorraad van 4€ ; eindvoorraad * 4€ = 100*4
= 400 EUR
3.2 Concurrentiestudie:
Concurrentieanalyse: geeft duidelijk beeld van sterke en zwakke punten van het eigen aanbod
in vergelijking met dat van concurrenten.
Bij enquête afnemen, interessante aspecten: kwaliteit, locatie, levertijd, prijsniveau, inrichting
winkel, innovatie.
3.3 leveranciersstudie
Prijsaanvraag: informeren naar prijs en verkoopsvoorwaarden.
belang koper: potentiële leveranciers te kunnen vergelijken.
belang verkoper: klanten werven, eventueel met extra korting.
elementen: reden aanvraag / nauwkeurige formulering aanvraag / dankwoord
Offerte: verkoper probeert potentiële klant te overtuigen zijn goed/dienst te kopen. Bevat
volgende dingen: openingsuren-dagen/naam adres klant/gegevens/eenheids-en
totaalprijs/manier en termijn betaling/…..
Kwaliteitsaanduiding: staal, monster / herkomst / merk /beschrijving / code
Betalingsvoorwaarden: contant / op termijn / onder rembours (bij aflevering goederen) / op
afbetaling
Leveringsvoorwaarden: franco thuis (leverancier draagt alle kosten) / af magazijn ( klant draagt
alle leveringskosten) / FOB( free on board / Cif (cost, insurance and freight)
3.4 Verkoopplaats
Keuze vestigingplaats belangrijk:
Ligging / is pand geschikt om handel te drijven? / bereikbaarheid / kunnen inschatten
bestedingspatroon van je klanten / zijn er rechtstreekse concurrenten?
3.5 Distributiekanalen
Handel = weg dat het product aflegt van producent naar consument.
Volgens taak:
-
Verzamelende (collecterende) handel: verzamelt goederen van verschillende producenten
Verdelende (distribuerende) handel: verdeelt goederen over verschillende verkooppunten
Volgens grootte:
-
Groothandel: meestal gespecialiseerd in 1 bedrijfstak
Kleinhandel (detailhandel) : biedt gamma van producten aan en verkoopt in kleine
hoeveelheden
Volgens plaats:
-
Binnenlandse handel: koper en verkoper wonen in zelfde land
Buitenlandse handel: koper en verkoper wonen niet in hetzelfde land
Verder indeling buitenlandse handel:
-
Intracommunautaire verwerving: alle aankopen vanuit land van EU
-
Intracommunautair levering: alle verkopen aan land van EU
Uitvoer (export): verkopen aan niet-EU landen
Invoer (import): alle aankopen buiten EU
Veredelingsverkeer: goederen komen uit buitenland, bewerkt en dan terug naar
buitenland.
Doorvoer (transitoverkeer): goederen worden vanuit land, via België, zonder bewerken,
doorgevoerd naar ander land
Distributiekanalen:
-
Directe levering: van producent naar consument
Indirect kort: van producent via groothandelaar naar consument
Indirect lang: van producent via groothandel en kleinhandel naar consument
Lang kanaal: van producent via importeur, groothandel, kleinhandel naar consument.
3.6 publiciteit en promotie
= Alle inspanningen die je onderneemt om via communicatie de houding en het koopgedrag
van het publiek te beïnvloeden.
Publiciteit = gratis, informatie verspreid over derden (mond-aan-mondreclame)
Reclame = kost geld, kan gebruiken van massamedia (verspreiden folders, op tv of radio)
Sales-promotie = korte actie om bedrijf in “the picture” the zetten of om bepaald product te
promoten (fotowedstrijd, zegeltjes)
Persoonlijk contact = gesprek van verkoper tot klant (beurzen)
Direct marketing = rechtstreeks contact met zorgvuldig uitgekozen toekomstige klanten om
langdurige samenwerking op te bouwen. (telefoongesprek, brief, website)
Download