Notitie proeftuin binnen nieuwe overeenkomst begeleiding A2-gemeenten Inleiding De A2-gemeenten (Cranendonck, Heeze-Leende en Valkenswaard) hebben er voor gekozen om de nieuwe begeleidingstaken binnen de Wmo via een bestuurlijke aanbesteding in te kopen. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen een overeenkomst voor het overgangsjaar en een overeenkomst voor nieuwe cliënten1. Om de overeenkomsten in nauwe samenhang met de aanbieders op te stellen is er maandelijks, overleg geweest aan een fysieke overlegtafel. Andere belanghebbenden kunnen inbreng leveren via een digitaal platform. De overeenkomst voor het overgangsjaar gaat uit van bestaande indicaties en bestaande producten, conform de NZA-lijst. Voor de nieuwe overeenkomst is de meeste aandacht uitgegaan naar het opzetten van een nieuwe systematiek van producten met bijbehorende tarieven. Vanuit de aanbieders is de wens geuit om de administratieve last te verminderen. Tijdens het inkooptraject is een sterkere sturing op resultaten ontstaan. In de laatste fase van de inkoop is een berekening van de verschillende tarieven gemaakt. Voor de berekening van de nieuwe tarieven zijn de bestaande productcodes (NZA) geclusterd naar de nieuwe tariefindeling. Vervolgens is op basis van het volume per product een gemiddeld tarief berekend. Kenmerkend voor deze aanpak is dat er een standaardvergoeding per deelproduct is. Deze vergoeding/ tariefstelling is het gemiddelde per maand, onafhankelijk van de inzet van aantal uren/dagdelen van de betrokken cliënt. In deze systematiek zit een prikkel om tot vernieuwing te komen voor de aanbieder. Aanbieders worden afgerekend op basis van de bereikte resultaten en niet op het aantal geleverde uren of dagdelen. De gemeenten hebben tijdens het inkooptraject nadrukkelijk aangegeven dat deze opzet van inkoop/ resultaatfinanciering zich in de praktijk moet bewijzen. In 2015 worden de fysieke overlegtafels voortgezet en wordt het contract heel nauwkeurig via contractbeheer gevolgd. Mocht blijken dat er in de praktijk nadelige effecten kleven aan de nieuwe systematiek, dan kan er in samenspraak met de aanbieders voor worden gekozen om de systematiek aan te passen. Op basis van deze afspraak konden de meeste aanbieders zich vinden in de nieuwe opzet en zien 2015 als ‘oefenjaar’ om de systematiek te ervaren en resultaten te ondervinden. Echter moeten we constateren de meeste zorgaanbieders positief tegen over de systematiek van resultaat financiering staat, maar zich beperkt tot niet kunnen vinden in de opzet van de nieuwe tarieven m.b.t. de zwaardere categorie cliënten. Vanuit de zorgaanbieders wordt benadrukt in het overleg dat de “zwaardere” cliënten ofwel de cliënten met complexere problematiek in de praktijk een andere (meer intensieve) vorm van begeleiding nodig hebben. Begeleiding groep moet worden gezien als een vorm van dagstructuur/vervangend werk. Dit betekent in de praktijk een aanzienlijk aantal dagdelen per week een vorm van begeleiding. Daarbovenop komen voor een deel van de cliënten nog uren individuele begeleiding en een achterwachtfunctie waar cliënten op terug kunnen vallen. De zorgaanbieders betogen dat de zorg voor een deel van hun cliënten niet binnen de voorliggende overeenkomst (tariefstelling) kan worden uitgevoerd. Daginvulling, individuele begeleiding en 24 uurs achtervang zijn vaak onlosmakelijk verbonden in het leven van diverse cliënten. De A2 gemeenten geven aan: de basis van de tariefstelling is dat er gemiddeld moet worden. Het fundament van de systematiek is dat in volle breedte bekeken moet worden hoe de tarieven zich verhouden tot gehele populatie. De insteek is dat er (innovatieve) oplossingen gezocht worden om cliënten binnen de financiële kaders te blijven begeleiden. Om de ervaringen van de zorgaanbieders te onderzoeken is overeen gekomen om een proeftuin op te zetten. In deze proeftuin wordt de begeleiding aan een aantal cliënten ( 10 tot 15 ) intensief gevolgd. De geselecteerde cliënten zijn een doorsnede van het (ambulante) cliëntenbestand van de deelnemende zorgaanbieder. Het doel is om gezamenlijk te ondervinden wat de bevindingen van de gemeente zijn naar aanleiding van het keukentafelgesprek versus de bevindingen van de zorgaanbieder naar aanleiding van de ondersteuningsvraag van de cliënt. Wanneer er 1 Beide overeenkomsten zijn te vinden op de volgende website: http://www.bizob.nl/aanbestedingen/decentralisatie-awbz-a2-gemeenten 1 overeenstemming is over het gewenste resultaat en de daarvoor benodigde inzet zal de toets plaatsvinden in hoeverre dit binnen de bestaande tarieven van de A2 past. In de evaluatie van de proeftuin zal tussen gemeenten en de zorgaanbieder worden besproken in welke mate er een groep cliënten is wiens ondersteuningsbehoefte, ondanks innovaties/ nieuwe arrangementen, niet in de huidige tariefstructuur past. Deze conclusies worden dan besproken met de alle leden van de fysieke overlegtafel. Dit kan leiden tot een aanpassing van de indeling van de tarieven. Binnen het kader van bestuurlijke aanbesteding worden alle aanbieders in de gelegenheid gesteld om samen met de gemeenten een proeftuin te starten. Opzet proeftuin Om verdere invulling te geven aan deze proeftuin(en) wordt de volgende opzet voorgesteld: - Aanbieder geeft reden aan waarom deelgenomen gaat worden aan de proeftuin. Uitgangspunt is zoeken naar werkwijze waarbij cliënt benodigde begeleiding krijgt binnen tarief. - De betrokken zorgaanbieder maakt in samenspraak met de gemeenten een selectie van cliënten voor de proeftuin (minimaal 10 cliënten ). - De cliënten zijn een afspiegeling van de populatie voor wie de aanbieder een probleem voorziet in de huidige begeleidingscategorieën/tariefstructuur binnen de A2-gemeenten. - De betrokken cliënten (en vertegenwoordigers) worden op de hoogte gebracht van de proeftuin en hebben hun medewerking toegezegd. - Het zorgplan van betreffende cliënt wordt opgevraagd door de gemeente aan de cliënt. - Op basis van het zorgplan wordt met de persoonlijk begeleider (en eventueel andere vertegenwoordigers van de aanbieder) de situatie van de cliënt uitgebreid besproken tijdens een zogenaamd keukentafelgesprek. Doel van dit gesprek is om (vanuit verschillende invalshoeken) inzicht te krijgen in de situatie van de cliënt en zijn / haar leefwereld. - Wanneer er overeenstemming is over het gewenste resultaat en de daarvoor benodigde inzet tussen de zorgaanbieder en de gemeente, zal de toets plaatsvinden in hoeverre de nodige begeleiding binnen de bestaande begeleidingscategorieën/tarieven van de A2 past. Past dit niet dan zal de zorgaanbieder voor deze specifieke cliënt een offerte opstellen (als mogelijkheid D van het contract) en legt deze aan de gemeente voor. - Nadat alle gesprekken met de cliënten zijn gevoerd wordt door de gemeenten een uitgebreide analyse gedaan over de bevindingen. Aan de hand van deze analyse worden in samenspraak met de betrokken aanbieder conclusies en aanbevelingen opgesteld. - Deze conclusies en aanbevelingen worden tijdens fysieke overlegtafel met de andere aanbieders besproken. - Het hele traject/ proeftuin is voor de zomervakantie afgerond. 2