• Duid aan of de onderstaande deeltjes als reductor (RED), als oxidator (OX) of als beide kunnen optreden (RED + Ox) – – – – – Fe3 Fe2 H2O2 H2S Cl – MnO2(vast) – NO2 • Voorspel het verloop van de volgende reacties. Noteer eveneens de deeltjes van de mogelijke reactieproducten: – Sn + H3O – Cu + Br2 – H2S + Fe3 – I + Cr2O72- • Bereken U°b van de volgende chemische cellen in standaardomstandigheden: – Zn/Zn2 // I/I2 (opl), Pt – Al/Al3 // Fe2 /Fe – Cu/Cu2 // Ag/Ag Zal de reactie spontaan doorgaan? • 2 Br + S + 2 H Br2 + H2S • Wat gebeurt er als we NO3 en Mn2 samenvoegen ? • Kan Mn2 geoxideerd worden door H2O2 ? • .Kan NO3 gereduceerd worden door Au ? • 0.125 g K2Cr2O7 wordt in zuur milieu opgelost met een overmaat KI. De hoeveelheid vrijgekomen I2 wordt getitreerd met 24.7 ml Na2S2O3-oplossing. Bereken de concentratie van de thiosulfaatoplossing • Men wil een KMnO4-oplossing ijken. Hiertoe weegt men 3.580 g oxaalzuur en lost dit op in water. De oplossing wordt aangelengd tot 100.0 ml. 10.0 ml van deze oplossing reageert met 18.7 ml KMnO4oplossing. Bereken de concentratie van de KMnO4oplossing. 12.00 g waspoeder wordt opgelost in 250.0 ml water. Aan 50.0 ml hiervan voegt men een overmaat KI toe. De oplossing wordt aangezuurd met azijnzuur. Bij een titratie met Na2S2O3 (c= 0.0510 mol/l) wordt 16.2 ml verbruikt. Bereken het massaprocent actieve Cl2 in dit waspoeder. – Wat is het massaprocent Fe2O3 in een monster limoniet? 0.300 g limoniet wordt opgelost in zuur midden. Het aanwezige Fe3 wordt met zinkstof gereduceerd tot Fe2. Dit Fe wordt dan getitreerd met 18.7 ml K2Cr2O7-oplossing. 2.4 10² mol/l 2 – Uit een monster met een massa van 2.00 g wordt zwavel vrijgemaakt in de vorm van H2S. Dit wordt met 16.2 ml I2-oplossing (c=0.0490 mol/l) getitreerd. Bepaal het massaprocent zwavel.