22 reportage tekst SuzAnne BremmerS Beeld hAnS ooStrum fotogrAfIe mednet 12I2012 HUISARTSEN EN SPECIALISTEN wERkEN SAMEN IN INTERNATIoNAL HEALTH CENTRE Expats willen ’t liefst dokter uit eigen land Het International Health Centre in Den Haag is speciaal opgezet voor expats. Veel van deze expats hebben moeite met het Nederlandse zorgsysteem; onwillige assistentes en lange wachttijden. Voor veel buitenlanders is het raar om aan iemand anders dan de dokter te vertellen wat er precies aan de hand is. F ransen vinden een arts een slechte arts als die geen recept uitschrijft aan het einde van een consult. Duitsers accepteren geen uitloop van het spreekuur en Brazilianen vinden het daarentegen helemaal niet erg om een half uur te wachten. Ze vinden dan wel dat zij zelf ook een half uur spreekuur moeten krijgen. Zo heeft ieder land zijn eigen dokterscultuur. Arts-apotheker Philip Boerebach hoorde van verschillende expats dat ze niet helemaal tevreden waren over de Nederlandse gezondheidszorg. Er gingen indianenverhalen rond over de meest vreselijke dingen die Nederlandse artsen expats zouden hebben aangedaan. Toen Boerebach een rapport las van de International Organisations’ Staff Association in the Netherlands herkende hij veel van de klachten van expats. Zo kwam hij samen met Tony Brouwer – die Public Health studeerde aan de Harvard University – op het idee een gezondheidscentrum te starten op de plek waar de meeste expats in Nederland wonen, Den Haag. In het rapport dat Boerebach las, wordt niet zozeer de kwaliteit van individuele Nederlandse artsen negatief beoordeeld, maar veel meer de toegang tot de artsen en het gezondheidszorgsysteem in het algemeen. Volgens Boerebach heeft een deel van die kritiek te maken met gebrek aan kennis. “Als buitenlanders aan iemand anders dan de dokter te vertellen wat er precies aan de hand is, geeft het hen een gevoel alsof ze hun klachten aan de portier doorgeven. Ze weten niet dat de Nederlandse assistente geschoold is om klachten te beoordelen.” Brouwer: “Het rapport is een beetje politiek getint. Internationale bedrijven hebben er belang bij dat hun werknemers goed geholpen worden. Als expats of hun familieleden ziek worden en vanwege de gezondheidszorg terug willen naar het land van herkomst zijn alle kosten die worden gemaakt voor de expat voor niets geweest.” Boerebach en Brouwer kochten in 2008 een oude bank op en bouwden die om tot gezondheidscentrum dat ook toegankelijk is voor mensen uit de buurt, maar zich specifiek richt op expats. Ze zochten huisartsen die of zelf uit het buitenland kwamen of meerdere talen spreken en kennis hebben van de gezondheidszorg in andere (Europese) landen. Inmiddels staan er ruim 9000 patiënten ingeschreven. De meeste patiënten komen uit Europese landen als Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië. Ongeveer 20 procent van de patiënten is Nederlands en komt uit de buurt. Er werken momenteel zeven huisartsen en acht specialisten, waaronder een gynaecoloog, dermatoloog en een cardioloog. Voeg daar een apotheek, fysiotherapiepraktijk en een psycholoog aan toe, en het centrum is compleet. Boerebach kent de verhalen van buitenlandse patiënten die twijfelen aan het Nederlandse gezondheidssysteem. Zoals die van een Franse expat die voor hoofdpijn in de Thalys stapte om zich een paar uur laten te melden bij een Franse arts. Of een Braziliaanse vrouw die het extreem lang vond duren toen ze met haar zoon vier uur op de spoedeisendehulp doorbracht, terwijl zij zijn situatie acuut vond. Ze is dezelfde dag op het vliegtuig gestapt naar Brazilië om daar geholpen te worden. “Dit gebeurt natuurlijk niet dagelijks, maar hoe dan ook is het zonde van de kosten”, stelt Boerebach. EIGENGEREID Naast gebrek aan kennis over het Nederlandse systeem merken Boerebach en Brouwer dat veel expats geen idee hebben hoe een zorgverzekering werkt en hoe ze er een moeten kiezen. Het centrum steekt daarom veel tijd in het geven van informatie over zorgverzekeraars. De meeste expats moeten een zorgverzekering afsluiten in Nederland. Uitzondering is er voor diplomaten en ambtenaren die werken voor the United Nations en Europese organisaties. Dat is ongeveer 40 procent van de patiëntenpopulatie van het Health Centre. Boerebach en Brouwer beogen zorg aan te bieden die beter aansluit bij de ideeën van expats reportage 23 Philip Boerebach (l) en Tony Brouwer (r) richtten samen een gezondheidscentrum voor expats op in Den Haag. Daar wonen de meeste expats. Boerebach en Brouwer merken dat veel expats geen idee hebben hoe ons zorgverzekeringsstelsel werkt. Ze steken daarom veel tijd in het geven van informatie. mednet 12I2012 24 reportage Gynaecoloog Christel Willems merkt dat vooral Duitse expats gewend zijn Huisarts Heidi Ketelaars is vandaag Doctor of the Day, dat betekent dat ze alle om zonder doorverwijzing van de huisarts naar haar toe te komen spoedgevallen ziet in plaats van dat expats zich aanpassen aan het Nederlandse zorgsysteem. “Klantvriendelijk zou je ook kunnen zeggen”, zegt Brouwer die gastvrijheid zoals door Fred Lee omschreven in het boek Als Disney de baas was in uw ziekenhuis als voorbeeld ziet. “We vragen aan de telefoon uiteraard eerst wat de patiënt mankeert, maar proberen de patiënt niet bij het centrum weg te houden. We proberen dat een patiënt op dezelfde dag nog kan komen, dat is een kwestie van een klein beetje overcapaciteit.” PREVENTIE Het Health Centre doet ook veel aan preventie. Ook worden ook second opinions aangeboden op huisartsniveau. “Niet echt gebruikelijk”, stelt Brouwer. “Veel huisartsen voelen zich aangevallen als een andere huisarts de diagnose checkt. Vreemd, want onder medisch specialisten is het wel normaal. Huisartsen zeggen vaak dat een andere huisarts de achtergrond van de patiënt niet kent en daarom niet tot een solide diagnose kan komen. Dat argument is niet van toepassing op expats omdat zij meestal helemaal geen vertrouwensband met een huisarts hebben kunnen opbouwen. Daarvoor zijn ze hier te kort.” Meegaan met de wensen van de expats, maar wel tot op zekere hoogte. Boerebach en Brouwer benadrukken dat ze nu ook weer niet alles doen wat de patiënt eist en dat de artsen de Nederlandse richtlijnen van het NHG hanteren. Ook huisarts Heidi Ketelaars vertelt in haar ruime spreekkamer dat ze soms moeite heeft om uit te leggen aan de patiënt dat ze niet altijd hetzelfde handelt als de arts van het eigen land. Ketelaars studeerde geneeskunde in Leiden, maar volgde in Engeland de huisartsenopleiding. Vervolgens heeft ze in Engeland dertien jaar als huisarts gewerkt. Ze is vandaag Doctor of the day, dat betekent dat ze vandaag alle patiënten ziet die komen met een spoedprobleem. “Maar dat is lang niet allemaal echt spoed hoor”, fluistert ze snel. Een zwangere vrouw uit Duitsland meldt zich. Na afloop van het consult vertelt Ketelaars dat veel Duitse vrouwen gewend zijn iedere maand een echo te krijgen. Dat willen ze dus ook hier. “Ik weiger dat te doen en daarom stapt ze iedere maand in de auto richting Duitsland. Vreemd, want ze loopt met een lange autorit meer risico dat er iets gebeurt. Ik weet inmiddels dat ze die maandelijkse echo echt belangrijk vindt.” Ketelaars probeert de expats altijd in het kort zo goed mogelijk het Nederlandse gezond- heidszorgsysteem uit te leggen. Dan begrijpen ze het meestal wel. De expats zijn hier meestal maar kort. Wat heeft het voor zin om iemand het complete systeem uit te leggen als die na twee jaar toch weer ergens anders woont?” BUrn-OUt Aandoeningen die Ketelaars hier relatief veel tegenkomt, zijn depressie en burn-out. “Vrouwen van expats vereenzamen soms een beetje. De man is aan het werk, de kinderen op school en de vrouw blijft alleen in huis achter. Als het gezin vaak wisselt van land, moeten de Internationale lectuur in de wachtkamer reportage 25 familieleden iedere keer opnieuw beginnen met het leggen van contacten. Dat is extra lastig als ze geen Nederlands spreken, wat vaak het geval is. Ze zijn hier maar een korte periode en dan is de Nederlandse taal best lastig om te leren. Nederlanders worden gezien als vriendelijk, maar de expats merken wel dat eigen initiatief nodig is om echt in contact te komen.” Het zojuist afgesloten consult met de zwangere expat van Ketelaars vond plaats in het Duits. Ketelaars verwijst alleen Fransen liever door naar een collega vanwege de taal. Engelstaligen helpt ze natuurlijk zelf. Trots laat ze de Engelstalige folders zien die ze heeft besteld. Het schakelen van taal vereist een flexibele instelling van de arts, merkt Ketelaars. “Een tijdje terug had ik een Haagse patiënt voor me, daarvoor een Engelse. Op een gegeven moment moest ik iets halen bij de balie en ging ik daarna door met het consult in het Engels, zonder dat ik het doorhad. Pas na vijf minuten vroeg de patiënt of ik weer wilde schakelen naar het Nederlands.” GyNAECoLooG In de ogen van de expats loopt niet alles hier minder dan in het buitenland. Zo zijn de wachttijden voor specialisten in Engeland veel langer, stelt Ketelaars. In het Haagse Health Centre werken ook specialisten, dat is dan weer een voordeel voor de expats. Ketelaars: “Patiënten kunnen binnen een week gezien worden door mijn collega’s. Soms breng ik een vrouw zelf even nog tijdens mijn spreekuur Deze verpleegkundige toont welke talen ze spreekt naar de gynaecoloog die een verdieping lager zit. De patiënt hoeft dan niet te wachten om te weten wat er aan de hand is.” Veel Franse, Duitse en Belgische vrouwen zijn gewend om direct een afspraak te maken met de gynaecoloog en de huisarts over te slaan. Dat merkt de Nederlandssprekende Belgische gynaecoloog Kristel Willems die haar oplei- Nederland kwam enige tijd in het Haagse Bronovo Ziekenhuis. Daar deed ze vooral echo’s. Het fijne van deze werkplek vindt ze dat ze nu meer kan doen. Bovendien waardeert ze het contact met de huisartsen en de andere specialisten. “Natuurlijk moet ik ook wel eens doorverwijzen naar mijn vroegere collega’s in Bronovo. Gelukkig kennen ze me en is door- ‘Fransen met hoofdpijn springen liever in de Thalys dan dat ze naar een Nederlandse arts gaan’ ding in Duitsland volgde. “In omringende landen wordt de gynaecoloog gezien als de huisarts voor vrouwen. De gynaecoloog is daar iemand met wie een vrouw tijdens haar leven een vertrouwensband opbouwt. In Nederland is een verwijzing van de huisarts gewoon nodig, ook hier in het centrum.” Willems laat haar spreekkamer zien. Achter een scherm staat een echoapparaat, maar zegt ze er meteen bij: “Binnenkort krijg ik een grotere kamer en een nieuw echoapparaat.” Willems merkt dat er ook in Nederland meer vraag komt naar direct contact met de gynaecoloog, zonder tussenkomst van de huisarts. Zo weet ze dat er recent een aparte praktijk is opgericht met alleen maar gynaecologen. “De tijd wordt rijp in Nederland om het systeem aan te passen”, zegt ze lachend. Willems werkte toen ze in Folders uit Groot-Brittanië verwijzen geen enkel probleem. Andere specialisten in andere ziekenhuizen weten vaak niet wat het International Health Centre is en dan kan het lastiger zijn om door te verwijzen.” STATUS QUo Het International Health Centre is niet het enige vernieuwende idee van arts-apotheker Philip Boerebach. Onlangs won hij de prijs Het beste Zorgidee 2012 van zorgverzekeraar ONVZ. Boerebach stelde voor om specialisten net als huisartsen op huisbezoek te laten gaan bij patiënten die anders per ambulance naar het ziekenhuis gereden moeten worden. Om het idee verder te onderbouwen, kreeg hij een bedrag van 10.000 euro. “Binnenkort ga ik in gesprek met de zorgverzekeraar om te kijken hoe we dat eventueel kunnen uitvoeren.” ■ Alle diensten van het centrum