Praten over talent werkt drempels weg! Beroepsgerelateerde bezorgdheid. Augustus 2012 Inhoud 1. PEILING NAAR KNELPUNTEN IN OPLEIDINGEN BIJ CLB’S EN INSTELLINGEN HOGER ONDERWIJS ________________ 3 2. INFORMATIEVERZAMELING OVER HET BEELD OP BEROEP, MOGELIJKE KNELPUNTEN EN MOGELIJKHEDEN _______ 4 3. BEROEPSPORTRETTEN: BEKIJK HET EENS ‘VAN BINNEN UIT’ _____________________________________________ 5 4. OVERLEG MET CGKR ROND VRAGEN UIT DE PRAKTIJK __________________________________________________ 7 5. DEBATCAFÉ ____________________________________________________________________________________ 10 6. WAAR MAKEN WE ONS ZORGEN OVER? ____________________________________________________________ 13 7. WAAR KNELT VERDER HET SCHOENTJE? ____________________________________________________________ 16 8. COMPLEXE SITUATIES, INSPIRERENDE OPLOSSINGEN__________________________________________________ 17 9. CONCLUSIE ____________________________________________________________________________________ 20 10. HET SIHO ___________________________________________________________________________________ 21 11. REFERENTIES ________________________________________________________________________________ 21 1 Mensen studeren onder meer met het oog op werk. Werk is voor veel mensen belangrijk. Het biedt heel wat voordelen. Het geeft aanleiding tot financiële onafhankelijkheid en is een bron van sociale contacten. Het heeft ook een invloed op de maatschappelijke positie van de persoon en geeft kansen om vaardigheden en competenties te ontwikkelen en om de kennis en competenties opgedaan in de opleiding niet onbenut te laten. Het zou zonde om zoveel talent, kennis en competentie verloren te laten gaan. Het SIHO ging samen met de opleidingen, beroepsverenigingen, vakbonden, werknemers met een beperking en andere betrokkenen op zoek naar de bezorgdheden die er leven, voorbeelden uit de praktijk, knelpunten en mogelijke creatieve oplossingen ter inspiratie. Hiertoe ondernam het SIHO verschillende acties: 1. Peiling naar de knelpunten in de opleiding van studenten met een beperking volgens Centra Leerlingenbegeleiding (CLB’s) en instellingen hoger onderwijs via een online bevraging. 2. Verzameling van beschikbare informatie over het beeld op bepaalde beroepen, mogelijke knelpunten voor beroepskrachten met een beperking, evenals mogelijkheden. 3. Ontwikkelen van portretten van tien mensen met een beperking die het beroep uitoefenen van leerkracht, ingenieur of verpleeg-/vroedkundige. 4. Overleg met het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding rond vragen uit de praktijk. 5. Organisatie van een debatcafé met: a) lezing over het kijken naar talent. b) tentoonstelling van de ontwikkelde beroepsportretten. c) workshops rond de mogelijkheden voor studenten met een beperking binnen het beroep leerkracht, ingenieur en verpleegkundige/vroedkundige 2 Dit document bundelt de informatie uit deze verschillende acties. We gaan eerst in op de afzonderlijke acties. Voor meer informatie over de acties verwijzen we door naar het jaarverslag van het SIHO. Daarna staan we stil bij de gesignaleerde bezorgdheden en knelpunten. Vervolgens bekijken we de inspirerende mogelijkheden door te praten over talent, out-the-box te denken evenals handvaten vanuit de regelgeving. 1. Peiling naar knelpunten in opleidingen bij CLB’s en instellingen hoger onderwijs De bevraging peilde bij alle aanspreekpunten van alle hoger onderwijsinstellingen in Vlaanderen naar drie opleidingen (of clusters van opleidingen) waar het meeste bezorgdheid leeft, of die de meeste knelpunten ervaren rond de opleiding van studenten met een beperking. Sommige van deze aanspreekpunten beantwoordde deze online bevraging zelf, anderen stuurden hem (ook) door naar departementshoofden, trajectbegeleiders, … Bij de CLB’s werd hun ervaring bevraagd bij het geven van advies en informatie over de studiekeuze. Verwachten zij in bepaalde opleidingen problemen of knelpunten voor studenten met een beperking? Aan de online bevraging namen 12 deelnemers uit 10 instellingen hoger onderwijs en 6 CLB’s deel. Hieronder is een lijst weergegeven van de opleidingen die de instellingen en CLB’s vermeldden als opleiding waar knelpunten verwacht werden of al gesignaleerd werden. - Exacte wetenschappelijke opleiding (chemie, biologie, Fysica): - Opleidingen met laboratoriumwerk (chemie, biomedische, ..) - Sociaal agogisch werk/sociaal werk - Logopedie 3 - Orthopedagogiek - Vroedkunde - Geneeskunde - Verpleegkunde - Ergotherapie - voedings-en dieetkunde - Beeldende kunst - Arts & architecture/interieurarchitectuur - Fotografie - Lager onderwijs/lerarenopleiding - Elektronica - Archeologie/bouw/bouwkunde/IW landmeten/luchtvaart - Nautische wetenschappen - Scheepswerktuigkunde - Electromechanica - Opleiding waar taal aan bod komt (bv journalistiek) - Multimedia en communicatietechnologie (MCT) - Journalistiek Zowel onderwijsinstellingen als CLB’s werden ook gevraagd om per opleiding de verschillende knelpunten te formuleren. Deze zijn verwerkt in onderdeel ‘6. Waar zijn we bezorgd over?’ en ‘7. Waar knelt verder het schoentje?’ 2. Informatieverzameling over het beeld op beroep, mogelijke knelpunten en mogelijkheden In samenwerking met studenten Klinische Psychologie van de Vrije Universiteit Brussel verzamelde het SIHO informatie over het huidige beeld op bepaalde beroepen, mogelijke knelpunten voor beroepskrachten met een beperking, evenals mogelijkheden. 4 De beroepen die werden onder de loop genomen zijn: verpleegkundige, vroedkundige, sociaal werker, ergotherapeut, piloot, leerkracht, journalist, logopedist en elektronicus. De knelpunten uit deze informatieverzameling zijn verwerkt in het onderdeel ‘6. Waar zijn we bezorgd over?’. De mogelijkheden zijn opgenomen in deel ‘8. Complexe situaties, creatieve oplossingen’. 3. Beroepsportretten: bekijk het eens ‘van binnen uit’ Via de methodiek van Portraiture (Lawrence-Lightfoot & Davis, 1997) ontwikkelde het SIHO, in samenwerking met studenten Pedagogische Wetenschappen, optie Orthopedagogiek van de Universiteit Gent, 10 beroepsportretten. Het gaat om mensen met een beperking die aan het werk zijn als leerkracht, ingenieur, verpleeg- of vroedkundige. Deze 3 opleidingen werden geselecteerd uit de antwoorden in de bevraging van de online enquête en uit gesprekken met het werkveld. De personen in de portretten zijn allen rolmodellen en bieden inspiratie om de blik op de job te verbreden. Hieronder is een overzicht gegeven van de groep participanten: Opleiding Beroep Geslacht Beperking Leerkracht Docent hoger onderwijs Vrouw Visuele beperking Leerkracht Leerkracht secundair onderwijs Man ADHD Leerkracht (Gepensioneerde) leerkracht Vrouw Fysieke beperking Leerkracht Zorgleerkracht basisonderwijs Vrouw Dyslexie Ingenieur Ingenieur Man ADHD Ingenieur Ingenieur Man Fysieke beperking Ingenieur Ingenieur Vrouw Visuele beperking Verpleegkundige Verpleegkundige Vrouw Auditieve beperking Verpleegkundige Thuisverpleegkundige Vrouw Fysieke beperking Vroedkundige Vroedvrouw Vrouw Dyslexie 5 Er werden een aantal thema’s bevraagd in deze beroepsportretten zoals: Wat boeit hem/haar? Wat is zijn/haar talent? Wat is zijn /haar nood aan ondersteuning? Wat is zijn/haar ervaring in het hoger onderwijs? Naast deze thema’s die bevraagd werden, kwamen er ook een heleboel andere thema’s en verhaallijnen naar voor tijdens het maken van de portretten zoals geluk hebben, ambitie hebben, ervaringen van toeval, ervaringen bij de overgang naar werk, … Doorheen de individuele verhalen van de geportretteerden worden we terug attent gemaakt op concrete knelpunten uit de praktijk, alsook mogelijkheden. De soorten knelpunten en mogelijkheden vindt u terug in deel ‘6. Waar zijn we bezorgd over?’, ‘7. Waar knelt verder het schoentje?’ en ‘8. Complexe situaties, creatieve oplossingen’. We kiezen er echter voor om de concrete voorbeelden in het portret te laten bestaan, in het geheel van het verhaal, zoals de persoon zelf wilde geportretteerd worden. Op deze manier kunnen anderen het verhaal in het geheel zien en hun eigen conclusies, bedenkingen, … maken. De portretten zijn digitaal beschikbaar via www.siho.be. Het SIHO nodigt u uit om naar deze portretten te kijken met de volgende 3 vragen in het achterhoofd: - Wat valt mij op? - Wat verrast mij? - Waar wil ik langer over nadenken? Daarnaast biedt het SIHO de mogelijkheid om via de website ook te reageren op de verschillende portretten. Tenslotte verzamelt het SIHO volgend werkjaar nog portretten die ook het verhaal vertellen van beroepskrachten met een beperking. 6 4. Overleg met CGKR rond vragen uit de praktijk Ter voorbereiding van het debatcafé vond een overleg plaats tussen het SIHO en het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding. Het Centrum is als neutrale instantie altijd beschikbaar met advies en expertise rond specifieke probleemsituaties in de praktijk. Hieronder vindt u een overzicht van de gestelde vragen en bezorgdheden uit de praktijk met bijhorend antwoord. Draagt een onderwijsinstelling verantwoordelijkheid over eventuele beroepsfouten van oud-studenten? Stel: iemand maakt een beroepsfout in het werkveld. Is de onderwijsinstelling verantwoordelijk, gezien zij een diploma afleverden aan een student die blijkbaar bepaalde competenties niet verworven heeft? De onderwijsinstelling draagt hier in principe geen verantwoordelijkheid. De onderwijsinstelling is evenmin verantwoordelijk voor beroepsfouten van afgestudeerden zonder ‘label’ die bv. voor een bepaald opleidingsonderdeel werden gedelibereerd. In principe is het de werkgever die mee de verantwoordelijkheid draagt over eventuele beroepsfouten van de werknemer. De werkgever maakt met de werknemer afspraken of de te verrichten taken. Wanneer bepaalde taken niet mogelijk zijn omwille van een beperking, moeten werkgever en werknemer hierover afspraken maken. Van de werknemer wordt verwacht dat hij/zij voldoende informatie geeft over de nodige aanpassingen. Op die manier kunnen goede afspraken en een goede werkrelatie gerealiseerd worden. Let wel, eigenlijk is de werknemer niet verplicht tot disclosure. Zijn redelijke aanpassingen mogelijk voor vastgelegde richtlijnen? Wanneer bepaalde richtlijnen (bv. minimum aantal personen kunnen wassen in een bepaalde tijd) vervat zijn in een wettekst, Koninklijk Besluit, decreet,… staat dit naast de 7 discriminatiewet. Je kan m.a.w. als onderwijsinstelling niet beslissen dat een bepaalde student minder personen moet wassen in eenzelfde tijdsbestek. (Let op: dit geldt niet voor richtlijnen in een schoolreglement.) In artikel 21 van het decreet houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid (2008) kunnen we deze uitzonderingsbepaling lezen: § 1. Een situatie waarbij iemand op grond van een of meer, werkelijke of vermeende, eigen of bij associatie toegekende, beschermde kenmerken, minder gunstig wordt behandeld dan iemand anders in een vergelijkbare situatie wordt, is of zou worden behandeld, geeft nooit aanleiding tot de vaststelling van enige vorm van discriminatie die door dit decreet verboden wordt als die situatie wordt voorzien door of krachtens een decreet, of voortvloeit uit de toepassing ervan. § 2. Een situatie waarbij een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelswijze iemand met een beschermd kenmerk kan benadelen, geeft nooit aanleiding tot de vaststelling van enige vorm van discriminatie die door dit decreet verboden wordt als die situatie wordt voorzien door of krachtens een decreet, of voortvloeit uit de toepassing ervan. § 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder een decreet ook een wet verstaan die een situatie, zoals bepaald in § 1 tot en met § 2, voorziet, in aangelegenheden die thans tot de bevoegdheid van de gewesten of gemeenschappen behoren. Dit betekent niet dat er totaal geen redelijke aanpassingen meer mogelijk zijn. Bijvoorbeeld indien het aantal stage-uren is vast gelegd, moet dit worden gerespecteerd. Een redelijke aanpassing kan echter zijn om de uren te spreiden over een langere periode of om de inhoud van de stage aan te passen. We nodigen onderwijsinstellingen uit om knelpunten voor studenten met een beperking veroorzaakt door vastgelegde regels te delen met het SIHO. Deze signaleren aan het Departement Onderwijs en Vorming en de dienst bevoegd voor de homologatie van de diploma’s kan leiden tot verandering van de regels. 8 Tot slot evolueert het hoger onderwijs meer en meer naar een systeem waarbij een individueel curriculum gevolgd wordt. Dat opent heel wat mogelijkheden. Dit past binnen de idee van in van inclusie zoals vervat zit in het VN-verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap. Mag een onderwijsinstelling een student weigeren omdat de veiligheid op de werkvloer niet kan worden gegarandeerd? In de eerste plaats moet elke situatie apart worden bekeken. Elke persoon, elke setting en elke beperking is immers anders. Veiligheid is natuurlijk een terechte bekommernis. Vaak wordt het echter gebruikt als excuus om studenten te weigeren. We zijn te snel geneigd om te denken dat er limieten zijn. Een onderwijsinstelling mag studenten niet zo maar weigeren. Ze moeten aantonen dat er in een open debat gezocht is naar mogelijkheden en in alle ernst verschillende alternatieven zijn bekeken. Het is m.a.w. nodig om creatief te zoeken naar oplossingen en redelijke aanpassingen. Hierbij moet ook rekening gehouden worden met de huidige stand van zaken rond bv. technologie. Het is bv. niet omdat een student een aantal jaren geleden geweigerd werd dat er nu geen redelijke aanpassingen mogelijk zijn. Slechts wanneer er een gegronde reden is en er geen redelijke aanpassingen mogelijk zijn, kan men iemand weigeren op basis van veiligheid. Bovendien kan het zonder meer weigeren van een persoon met een handicap ook buitensporig zijn. In artikel 16 § 1 van het decreet houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid (2008) staat dat er sprake is van directe discriminatie als: iemand minder gunstig wordt behandeld dan iemand anders in een vergelijkbare situatie wordt, is of zou worden behandeld, op grond van een of meer, werkelijke of vermeende, eigen of bij associatie toegekende, beschermde kenmerken, tenzij die 9 ongunstige behandeling objectief wordt gerechtvaardigd door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn. Veiligheid is weliswaar een legitiem doel, maar het weigeren van een persoon is in de gegeven situatie misschien niet noodzakelijk. Misschien kunnen minder ingrijpende maatregelen (zoals redelijke aanpassingen) getroffen worden om de persoon toch toe te laten. 5. Debatcafé Op 8 mei 2012 organiseerde het SIHO een debatcafé waarop belangrijke betrokkenen zoals personeelsleden van de onderwijsinstellingen, beroepsverenigingen, vakbonden, werknemers, juristen,… werden uitgenodigd. 42 deelnemers werden geïnspireerd, en gingen samen aan de slag in de werkgroepen. We overlopen hieronder kort de verschillende delen van het debatcafé. Lezing ‘Kijken naar talent’ Peter Beschuyt gaf een inspirerende lezing over kijken naar talent. Hij is onderwijspedagoog en adviseur bij Kessels & Smit, The Learning Company, en werkt met organisaties en onderwijsinstellingen aan vraagstukken rond talent- en organisatieontwikkeling. Zijn bevindingen vindt u in ‘8. Complexe situaties, creatieve oplossingen’, onder ‘Durven we out-of-the-box denken?’ 10 Tentoonstelling portretten van leerkrachten, ingenieurs en verpleegkundigen/vroedkundigen met een beperking Op het debatcafé konden deelnemers ook de ontwikkelde beroepsportretten van leerkrachten, ingenieurs en verpleegkundigen/vroedkundigen (zie boven) in primeur bewonderen. De bezoekers ven de tentoonstelling werden aangezet om stil te staan bij het persoonlijk verhaal van de geportretteerde. Ze werden ook uitgenodigd om reacties bij de portretten te formuleren. Meer informatie over de portretten vindt u onder ‘3. Beroepsportretten. Bekijk het eens ‘van binnen uit’. Workshops rond de mogelijkheden voor studenten met een beperking binnen het beroep leerkracht, ingenieur en verpleegkundige/vroedkundige Op basis van de online bevraging en gesprekken met het werkveld koos het SIHO 3 opleidingen (of clusters van opleidingen) waar het meeste bezorgdheid leeft, of die de meeste knelpunten ervaren rond de opleiding van studenten met een beperking. We 11 beslisten om deze opleidingen tot verpleegkundige / vroedkundige, ingenieur en leerkracht ook in de workshops op het debatcafé onder de loep te nemen. In elke werkgroep zat een diverse groep van deelnemers met professionele, academische of ervaringsdeskundigheid rond de tafel. Op die manier kwamen de verschillende perspectieven aan bod. In elke workshop stond het beroep en de opleiding centraal. Het SIHO zette verschillende technieken in om mensen te helpen creatief na te denken om knelpunten te overwinnen. We gebruikten ‘Brainwriting’ en ‘Persona’s’. Deze eerste techniek is een creatieve methode om ideeën te genereren door deze op te schrijven. Deze creatieve methode kent veel overeenkomsten met brainstorming. Ideeën worden echter niet uitgesproken maar opgeschreven.’ Persona’s ‘zorgen er voor dat je doelgroep niet meer bestaat uit wat abstracte termen, maar dat je werkt aan een project voor realistische, herkenbare mensen. Zo kan iedereen zich beter inleven. Het dominante beeld op het beroep en voorbeelden uit de praktijk kwamen aan bod. Deelnemers wisselen ervaringen uit, bespraken knelpunten en brainstormden over mogelijke oplossingen. Toverballen We sloten af met een drankje en toverballen. Deze toverballen staan metafoor voor het verder durven kijken dan enkel de ‘buitenkant’. Het gaat om het leren kijken naar de talenten, die net als de verschillende lagen van de toverballen soms verborgen zitten. 12 6. Waar maken we ons zorgen over? De gesprekken met instellingen hoger onderwijs, beroepsverenigingen, vakbonden, beroepskrachten en studenten bevestigen dat er een grote bezorgdheid leeft omtrent de opleiding en tewerkstellingskansen van mensen met een beperking. We kunnen echter al deze knelpunten/bezorgdheden niet oplijsten. We hebben ze gebundeld rond een aantal thema’s hieronder. Te volgen richtlijnen en regels Onderwijspersoneel krijgt te maken met regelgeving vastgelegd in het eigen Onderwijs- en Examenreglement en regelgeving die op Vlaams, Federaal en internationaal niveau verankerd is. Het is voor het personeel en de onderwijsinstelling niet altijd duidelijk of van deze standaardregels mag afgeweken worden bij het zoeken naar mogelijkheden voor studenten met een beperking. Bijvoorbeeld: - Mag je redelijke aanpassingen toelaten op vlak van vastgelegde richtlijnen? Bv. kan een instelling hoger onderwijs zelf beslissen dat een student minder uren stage mag doen? - Kan een student toch een diploma behalen wanneer hij bepaalde opleidingsonderdelen uit het traject niet volgt? - … Daarnaast zijn ze niet altijd op de hoogte van de regelgeving die betrekking heeft op hun beslissingen naar studenten met een beperking toe. Bijvoorbeeld: - Mag een onderwijsinstelling een student weigeren omdat de veiligheid op de werkvloer niet kan worden gegarandeerd? - … 13 Afleveren van goede beroepskrachten Onderwijsinstellingen willen het goed doen en competente beroepskrachten afleveren. Om dit te kunnen garanderen, zijn ze erg behoedzaam rond het afstuderen van studenten met een beperking. Bijvoorbeeld: - Hebben deze studenten voldoende competenties om het beroep kwaliteitsvol uit te oefenen? - Zullen ze het werk aankunnen? - … Wanneer we dieper ingaan op de concrete knelpunten, benoemen mensen dikwijls een diagnose op zich. Ze focussen op het label en niet op de persoon en zijn functioneren in de praktijk. Ze gaan verkeerdelijk uit van de veronderstelling dat een diagnose sowieso zorgt voor problemen op de werkvloer. Bijvoorbeeld: “Iemand met autisme kan toch geen leerkracht worden?” Daarnaast vertellen ze over praktische knelpunten bij de uitoefening van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Bijvoorbeeld: - Kan een persoon met een fysieke beperking een infuus aanbrengen? - Kan een persoon die kleurenblind is een computerprogramma uitvoeren waarbij kleur belangrijk is? - … Vooral rond de veiligheid is er grote ongerustheid bij veel docenten, maar ook bij werkgevers. Bijvoorbeeld: - Kan een juf of meester in een rolstoel wel de veiligheid van kleuters garanderen? - Kan een leerkracht met een visuele beperking garanderen dat de leerlingen veilig zijn? - Hoe kan een verpleegkundige met een auditieve beperking reageren op een hulpkreet van een patiënt? 14 - Kan een vroedvrouw met één arm voor de veiligheid van een baby instaan? - … Tenslotte leeft ook de idee dat mensen overal goed in moeten zijn. Hierdoor gaan we er te snel van uit dat een persoon het beroep niet zal kunnen uitoefenen omwille van een beperking. Vanuit dit perspectief is het moeilijk om te kijken naar talenten en om anders en breder te durven denken over het verwerven van een diploma. Bijvoorbeeld: - Moet je als verpleegkundige overal goed in zijn of kan je ook aan de slag als je bepaalde competenties niet hebt verworven? - Moet een leerkracht ook verslagen kunnen maken tijdens een teamvergadering? - Kan iemand met het diploma ook een ander beroep uitoefenen? - … Negatieve gevolgen voor de onderwijsinstelling In de eerste plaats melden mensen dat ze angst hebben voor de juridische gevolgen van bepaalde beslissingen om af te wijken van de ‘normale regels’. Er leven heel wat vragen en onzekerheden, bijvoorbeeld: - Draagt een onderwijsinstelling verantwoordelijkheid over eventuele beroepsfouten van oud-studenten? - … Deze angst houdt hen soms tegen om creatieve oplossingen te bedenken. In de tweede plaats uiten onderwijsinstellingen hierbij hun bezorgdheid over het eigen imago. Ze zijn bang voor het oordeel van de maatschappij dat ze geen goede studenten afleveren, en dat ze hierop zullen afgerekend worden. 15 Werkkansen voor de studenten Tot slot uiten mensen ook de bezorgdheid of afgestudeerden met een beperking wel daadwerkelijk een kans zullen krijgen op de arbeidsmarkt. Zullen ze wel werk vinden? 7. Waar knelt verder het schoentje? In de gesprekken komen naast bezorgdheden nog een aantal knelpunten naar voor die kunnen verhinderen dat studenten slagen en doorstromen naar de arbeidsmarkt. Beperkte mogelijkheden binnen het onderwijs De betrokkenen halen onderwijskundige knelpunten aan zoals moeilijkheden bij het evalueren van een stage verloop als er minder uren worden gedaan omwille van een beperking of omdat de stage meer gespreid wordt,… Negatieve attitudes van personeelsleden in de onderwijsinstelling Hoewel velen geen problemen meer hebben dat mensen met een beperking verder studeren, is er toch ook nog sprake van angst en vooroordelen bij het personeel. Ze stellen vragen bij het studeren en werken van mensen met een beperking. Negatieve attitudes van medestudenten Angst dat medestudenten negatief zullen reageren op redelijke aanpassingen, weerhoudt mensen in onderwijsinstellingen soms om anders en breder te durven nadenken over wat wél mogelijk is. 16 Angst en vooroordelen op de werkvloer Ook op de werkvloer bestaan er nog heel wat vooroordelen rond mensen met een beperking: ze zijn lui, niet sociaal, te perfectionistisch,… Deze stereotypen ontstaan meestal vanuit (angst voor) het onbekende. Soms ontstaan deze oordelen ook vanuit een vroegere negatieve ervaring met één persoon. Deze ervaring wordt vaak meegenomen in het toelaten van een volgende persoon met een beperking. Deze redenering kan gelukkig ook omgedraaid worden: een goede ervaring kan een positief sneeuwbaleffect hebben. 8. Complexe situaties, inspirerende oplossingen Praten over knelpunten en talent werkt inspirerend Tijdens het debatcafé werden naast de ervaren knelpunten, angst en vooroordelen tegenover studenten met een functiebeperking, ook een heleboel inspirerende oplossingen aangereikt. Deze oplossingen zijn soms heel praktisch van aard. Bijvoorbeeld: - aanpassing van de stages bv mogelijkheid om stages te spreiden - sollicitanten mogen het interview voorbereiden - aanwezigheid van een tolk gebarentaal bij stages en sollicitatiegesprek - werken met een trilsignaal in plaats van enkel met een belsignaal voor verpleegkundige met een auditieve beperking - … De ideale kant-en-klare oplossing bestaat echter niet. Uit de gesprekken kregen we wel inspirerende ideeën om creatieve oplossingen op maat aan te bieden zoals: - Neem een open houding naar studenten en werknemers met een beperking. - Kijk naar de hele persoon met mogelijkheden, naast de beperking. 17 - Focus op het talent van mensen, i.p.v. op wat moeilijker loopt. - Ga in dialoog met alle betrokkenen. - Durf vanzelfsprekendheden in vraag te stellen. Durf out-of-the-box te denken. - Focus op kansen i.p.v. eventuele moeilijkheden. - … Met welke bril kijken we? Durven we out-of-the-box denken? Zoals aangehaald leeft er nog heel wat bezorgdheid bij de instellingen, beroepsverenigingen, vakbonden en andere betrokkenen. Anders naar mensen en mogelijkheden durven kijken is nodig om hiermee om te gaan. Peter Beschuyt, onderwijspedagoog en adviseur bij Kessels & Smit, The Learning Company, toonde tijdens ons debatcafé aan dat je op verschillende manieren naar hetzelfde kan kijken. De ‘bril’ die je opzet is belangrijk. Er zijn twee perspectieven: 1) Alles wat niet aan de maatschappelijk opgelegde norm beantwoordt, is een probleem dat moet opgelost worden. We moeten proberen ervoor te zorgen dat iedereen deze norm haalt, of zo dicht mogelijk benadert. Het gevaarlijk schuilt hierin dat we eenzijdig gaan kijken, en geen oog hebben voor wat mensen graag doen en waar ze goed in zijn. Bv. tijdens een sollicitatiegesprek wordt afgetoetst in welke mate iemand aan de vooropgestelde norm beantwoordt. 2) We hebben aandacht voor wat wel goed gaat. We gaan kijken naar de talenten van mensen. De focus ligt niet langer op een beperking, probleem, wat niet of moeilijk verloopt. 18 Peter Beschuyt stelt dat iedereen talent heeft. Talent is datgene dat voor jou moeiteloos gaat. Zelfs onder stress of druk ben je nog goed in je talent. Je bent bezig en verliest helemaal de tijd uit het oog. Wanneer je met je talent bezig bent, is ‘de goesting’ ook zichtbaar. Bezig zijn met je talent geeft voldoening. Je voelt je erna misschien wel fysiek moe, maar je kreeg ook energie en je voelt je mentaal helemaal opgeladen. Talent maakt deel uit van wie je bent en wat je doet. Vele mensen weten echter niet van zichzelf dat ze een talent hebben. Dit komt omdat het zodanig vanzelf gaat, dat je je hier niet bewust van bent. Om je eigen talent te vinden kan je antwoorden zoeken op drie vragen: - Wat was een moment waarbij je helemaal de tijd uit het oog verloor? - Wat deed jij? - Waar kreeg je energie van? Daarbij kan je nagaan welk talent je toen ingezet hebt. Talent gaat dus over meer dan alleen de dingen waar je goed in bent. Het is hetgeen wat je drijft. Het hoort bij dromen en dingen die je wilt realiseren in de wereld. Talent is een soort duurzame energiebron. Je krijgt energie van iets te doen, je wordt er beter in, waardoor je er nog meer energie van krijgt. Peter Beschuyt stelt dat je je talent kan ontwikkelen door hard te werken. “Hard work beats talent when talent doesn’t work hard” (Tim Notke). Bovendien is het niet omdat je een talent hebt, dat je er ook iets mee doet. Indien je een bepaald talent niet kan gebruiken, dan kan je in je context dingen veranderen of een andere context kiezen zodat je deze talenten wel kan benutten. Kortom: iedereen heeft dingen waar hij talent voor heeft. 19 Oplossingen volgens het wettelijk kader? Mensen met een beperking hebben zowel in het onderwijs als op de arbeidsmarkt recht op redelijke aanpassingen. Dit zijn aanpassingen die in een concrete situatie de onaangepaste omgeving zo veel mogelijk neutraliseren voor de persoon met een beperking, tenzij ze een onevenredige belasting vormen voor de persoon die de maatregelen moet treffen. Het ontbreken van die redelijke aanpassingen is discriminatie. In de gids ‘Op-stap naar werk’ (SIHO, 2011, pag. 26) kan je meer lezen over redelijke aanpassingen op de werkvloer. Het recht op redelijke aanpassingen is door de overheid vast gelegd. Op Europees niveau pleit de richtlijn ‘Algemeen Kader voor Gelijke Behandeling in Arbeid en Beroep’ (2000) o.a. voor redelijke aanpassingen zodat mensen gelijke kansen krijgen op de arbeidsmarkt. In België zijn de antidiscriminatiewet (2007), het decreet houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt (2002) en het decreet houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansenen gelijkebehandelingsbeleid (2008) als instrumenten voorhanden. Zie ook deel ‘4. Overleg met CGKR over vragen uit de praktijk’ rond de toepassing van redelijke aanpassingen. 9. Conclusie Er leeft nog heel wat bezorgdheid rond de (toekomstige) tewerkstelling van mensen met een beperking. Onder andere door te durven kijken naar mogelijkheden buiten wat we al kennen. Hierbij in dialoog gaan met anderen, kunnen inspirerende oplossingen worden gevonden. Praten over talent werkt drempels weg. “Er is soms meer mogelijk dan we denken!” (deelnemer debatcafé) 20 10. Het SIHO … bedankt iedereen die een bijdrage leverde rond deze actie. … zet tijdens werkjaar 2012-2013 verder in op dit thema. … staat klaar om al jullie vragen hierrond te beantwoorden. 11. Referenties Decreet houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid (10 juli 2008). Decreet houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt (8 mei 2002). Lawrence-Lightfoot, S. & Davis, J.H. (1997). The Art and Science of Portraiture. San Francisco, CA: Jossey-Bass. Richtlijn 2000/78/EG tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (2000). SIHO (2011). Op-stap naar werk. Terug te vinden via http://www.siho.be/files/Gids%20opstap%20naar%20werk.pdf. 21