Geen diatitel

advertisement
Welkom op de cursus
Basisveiligheid VCA
Versie 4.3
6652_700
Telefoon uit a.u.b..
6650_700
2
Introductie
Basisveiligheid VCA
Opleiding over
veiligheid
gezondheid
welzijn
voor werknemers
6652_700
3
Introductie
Hoofdstukindeling
1. Arbeidsomstandigheden en milieu
2. Arbo in de praktijk
3. Gevaarlijke stoffen
4. Etikettering en Signalering
5. Elektriciteit
6. Brand- en explosiegevaar
7. Werken in besloten ruimten
8. Werkplekeisen algemeen
9. Hijs- en hefwerktuigen
10. Werken op hoogte
11. Handgereedschap
12. Gereedschapsmachines
13. Persoonlijke beschermingsmiddelen
6652_700
4
Arbeidsomstandigheden en milieu
Hoofdstuk 1
Arbeidsomstandigheden en milieu
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
6652_700
De Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet)
Rechten en plichten
Toezicht en de Arbeidsinspectie
Arbo-ondersteuning
Milieu en Europese richtlijnen
Vragen
5
Arbeidsomstandigheden en milieu
Belangrijkste elementen van de Arbowet:
• veiligheid en gezondheid;
• voortdurende verbetering;
• werkgever en werknemer verantwoordelijk;
• samenwerking en overleg;
• deskundige ondersteuning.
6652_700
6
Arbeidsomstandigheden en milieu
Arbowet
• Arbowet

doelvoorschriften
• Arbobesluit

toelichting
Hulpmiddel bij overheidstoezicht en – handhaving
• Arbocatalogus

• Branche brochure 
6652_700
7
door werkgever en
werknemers opgesteld
informatie van
arbeidsinspectie voor
bedrijven
Arbeidsomstandigheden en milieu
Arbeidstijdenwet
Regels voor werk en rusttijden.
Maximale werktijd per dag en week.
Hoeveel uren werken en hoeveel uren rust.
Rekening houden met werknemer zijn zorgtaken in gezin.
6652_700
8
Arbeidsomstandigheden en milieu
Plichten van de werkgever: • risico-inventarisatie en
-evaluatie (RI&E);
redelijkerwijs
• opstellen van plan van
aanpak;
• voeren van beleid;
• geven van voorlichting;
• onderzoeken, melden en
registreren van ongevallen;
• zorgen voor veilige middelen
en werkmethoden.
6652_700
9
Arbeidsomstandigheden en milieu
Rechten van de werknemers:
recht op werkonderbreking als:
• ernstig gevaar dreigt voor
mensen;
• direct dreigend;
• arbeidsinspectie kan niet tijdig
ter plaatse zijn;
• direct melden aan
leidinggevende.
Ook melden aan de Arbeidsinspectie
6652_700
10
Arbeidsomstandigheden en milieu
Verantwoordelijkheden werknemers:
• geen gevaar veroorzaken
• beveiligingen en persoonlijke
beschermingsmiddelen toepassen
• voorlichting en instructie volgen
• gereedschap (en machines) op de
juiste manier gebruiken
• melden van gevaar
• meewerken aan ongevallenonderzoek
6652_700
11
Arbeidsomstandigheden en milieu
De Arbeidsinspectie
Arbeidsinspecteurs controleren op naleving
van de Arbowet
Arbeidsinspecteurs zijn bevoegd om
onderzoek te doen bij bedrijven
Arbeidsinspecteurs mogen werknemers
vragen naar een geldige legitimatie
6652_700
12
Arbeidsomstandigheden en milieu
De arbeidsinspectie:
• geeft een waarschuwing
• stelt een “eis tot naleving”
• legt het werk stil
• geeft een boete (lik-op-stukbeleid)
• stelt een procesverbaal op
6652_700
13
Arbeidsomstandigheden en milieu
Deskundige ondersteuning
Om de werkgevers en werknemers te helpen bij de
uitvoering van een goed Arbo-beleid zijn er de volgende
mogelijkheden:
• Interne deskundige (bijvoorbeeld preventiemedewerker
en/of Arbodeskundige/veiligheidskundige;
• Het bedrijf is aangesloten bij een interne of externe
gecertificeerde Arbo-dienst (vangnetregeling);
• Het bedrijf heeft een contract afgesloten met een
bedrijfsarts (maatwerkregeling).
6652_700
14
Arbeidsomstandigheden en milieu
Deskundige ondersteuning
Medewerking van de interne of externe Arbodienst of van
een bedrijfsarts is verplicht voor:
• het begeleiden van zieke werknemers;
• het uitvoeren van het (vrijwillige) Periodieke Medisch
Onderzoek (PMO);
• aanstellingskeuringen waar deze noodzakelijk zijn voor
de functie.
In ieder geval moeten bedrijven over interne Arbodeskundigheid beschikken.
6652_700
15
Arbeidsomstandigheden en milieu
Deskundige ondersteuning:
De preventiemedewerker
• stelt o.a. de RI&E op en het plan van aanpak;
• De RI&E moet wel getoetst worden door een
gecertificeerde Arbodeskundige en deze adviseert over
het plan van aanpak.
6652_700
16
Arbeidsomstandigheden en milieu
WET MILIEUBEHEER
Doelen:
– Bescherming/verbetering van milieu
– Doelmatige verwijdering van afvalstoffen
Dus:
– productieprocessen aanpassen;
– uitstoot beperken;
– afval verminderen en scheiden.
6650_700
17
Arbeidsomstandigheden en milieu
MILIEUWETGEVING
– Wet Milieubeheer, doel: bescherming en verbetering van milieu
– Wet Milieubeheer Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren:
Vergunning met voorschriften en Uitvoeringsbesluiten met
regels
– Wet Milieugevaarlijke Stoffen(nu EG-verordening REACH),
doel: mens en milieu te beschermen tegen gevaarlijke stoffen
Bevat regels over Meldingsplicht, Werkzaamheden, Etikettering
en Verpakking
– REACH=Registratie Evaluatie Autorisatie Chemische stoffen
6650_700
18
CE-markering
CE = Conformité Européene
CE = Europese richtlijn voor gebruikveiligheid van
producten
• Verplicht voor o.a. arbeidsmiddelen, werkkleding,
persoonlijke beschermingsmiddelen etc.
• Verplicht in alle EU-landen
6652_700
19
Risico-inventarisatie en Evaluatie (RI&E)
• Verplicht voor alle bedrijven met (ingeleend)
personeel
• Inventarisatie van gevaren bij het werk en de
kans op negatieve effecten
• Evaluatie: plan van aanpak
– gevaren en risico’s voor mensen voorkomen of
– zo klein mogelijk houden
RI&E en plan van aanpak: regelmatig bijstellen
6652_700
20
Arbo in de Praktijk
Hoofdstuk 2
Arbo in de praktijk
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
2.7
2.8
2.9
6652_700
Risico’s
Ongevalbeheersing
Preventie
Het melden van ongevallen
Taak Risico Analyse en
Laatste Minuut Risico Analyse
Veilig gedrag
Procedures en instructies, signalering
Noodsituaties en Bedrijfsnoodplan
Vragen
21
Arbo in de Praktijk
BRONNEN VAN RISICO’S
•
•
•
•
•
6652_700
het soort werk
kennis en ervaring
de werkplek zelf
het welzijn
de mentaliteit
22
Arbo in de Praktijk
VEILIGHEID:
IS HET BEWUST NEMEN VAN
AANVAARDBARE RISICO’S
6652_700
23
Arbo in de Praktijk
Een ongeval is ongewenst
met schade en/of letsel
tot gevolg
Een bijna-ongeval
is ongewenst
maar heeft geen
schade en/of letsel
tot gevolg
Wat een geluk!
6652_700
24
Arbo in de Praktijk
Ongevallen gebeuren niet zo maar
Er gaat een reeks aan gebeurtenissen vooraf:
ongevallen voorkomen door:
• voorkomen van onveilige handelingen
• voorkomenvan onveilige situaties
Maatregelen:
bv. taak- of werkomschrijving, toezicht
instructie en voorlichting
6652_700
25
Arbo in de Praktijk
Veiligheid is een taak voor iedereen!
20% onveilige
situaties!
80 % onveilige handelingen!
6652_700
26
Arbo in de Praktijk
Als er toch een (bijna-)ongeval plaatsvindt ..
Intern
nummer
Melden
en
Registreren
6652_700
27
Arbo in de Praktijk
TRA en LMRA
Taak Risico Analyse
• analyse van de gevaren
• bij uitvoering van risicovolle taken
• veiligheid en de gezondheid van werknemers.
Doel:
• risico’s te analyseren en te evalueren
• afspreken van juiste beheersmaatregelen
Toepassing bij:
• uitvoering van risicovolle taken / werkzaamheden
• uitvoering van werk in een risicovolle omgeving
6652_700
28
Arbo in de Praktijk
TRA en LMRA
Laatste minuut risico analyse
Een LMRA of Start Werk Analyse:
• Uitvoeren voor je echt aan het werk gaat
• Korte risico controle en “zelf check”
• Eerst denken dan pas doen
6652_700
29
Arbo in de Praktijk
Veiligheidsgedrag
Veilig gedrag is:
Je zodanig gedragen dat je jezelf en anderen niet in
gevaar brengt
Dat bereik je door:
• je aan de veiligheidsvoorschriften houden;
• aanwijzingen en instructies opvolgen;
• onveilige handelingen stoppen;
• onveilige situaties opheffen;
• onveilig gedrag: persoon aanspreken of melden aan leidinggevende;
• orde en netheid betrachten.
6652_700
30
Arbo in de Praktijk
Veiligheidsgedrag
Gevaar van alcohol en drugsgebruik:
• verminderde waakzaamheid;
• verminderd of problematisch functioneren;
• verminderd inschattingsvermogen van situaties;
• drempelverlagend voor grensoverschrijdend gedrag;
• overschatting van de eigen mogelijkheden;
• verhoogde werkdruk op collega’s en verstoring van de
werkorganisatie.
6652_700
31
Arbo in de Praktijk
Procedures en instructies
Algemene veiligheidsregels hebben betrekking op:
• aan en afmelden;
• verkeersregels op het terrein;
• hoe te handelen bij calamiteiten;
• scheiden van afval;
• melden van ongevallen, brand en incidenten.
Deze zijn bedoeld voor:
• de gehele organisatie;
• eigen personeel;
• uitzendkrachten;
• andere personen op de locatie;
• personeel van aannemers en onderaannemers.
6652_700
32
Arbo in de Praktijk
Procedures en instructies
Specifieke veiligheidsregels hebben betrekking op:
• betreden van besloten ruimten;
• werken op hoogte;
• warm/heet werk;
• werken in explosiegevaarlijke omgeving;
• gebruik van de vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen;
• graafwerkzaamheden;
• gebruik van specifieke gereedschappen, apparatuur en werktuigen.
Zij hebben betrekking op:
- toezicht
- afscherming
- signalering
- opleiding
- ventilatie
- markering
- inspectie
6652_700
33
Arbo in de Praktijk
Bedrijfshulpverleningsplan
Doel:
• voorbereid zijn op noodsituaties;
• noodsituaties bestrijden;
• slachtoffers voorkomen en beperken;
• slachtoffers helpen.
Het BHV plan moet bij iedereen bekend zijn,
dus ook bij bezoekers.
6652_700
34
Arbo in de Praktijk
Bedrijfshulpverleningsplan
In de instructies staat onder meer het volgende:
• onmiddellijk werk onderbreken, externe communicatie stoppen;
• instructies van de opdrachtgever opvolgen;
• zich naar de evacuatieplaats begeven, conform evacuatieplan of
instructies BHV-er;
• evacueren dwars op de windrichting;
• bij aankomst op de evacuatieplaats aanwezigheid melden.
• Gebruik geen liften!
6652_700
35
Arbo in de Praktijk
Wat te doen in geval van nood:
•
•
•
•
6652_700
eerst melden / alarmeren
handelen en maatregelen nemen
situatie veiligstellen en erger voorkomen
beëindiging incident / noodsituatie door hoofd
bedrijfsnoodorganisatie
36
Gevaarlijke stoffen
Hoofdstuk 3
Gevaarlijke stoffen
3.1 Risico’s door opname van gevaarlijke stoffen
3.2 Gevaarlijke stoffen en vergiftiging
3.3 Soorten gevaarlijke stoffen
3.4 Industriële gascilinders en opslag in vaten en tanks
3.5 Biologische stoffen
3.6 Grenswaarden
3.7 Maatregelen tegen gevaarlijke stoffen
3.8 Vragen
6652_700
37
Gevaarlijke stoffen
Vormen waarin gevaarlijke stoffen
kunnen voorkomen:
•
•
•
•
•
•
6652_700
Gas
Damp
Vloeistof
Vaste stof
Nevel
Stof
38
Gevaarlijke stoffen
Opname van gevaarlijke stoffen via:
• spijsverteringsorganen (mond)
• ademhalingsorganen (longen)
• huid
6652_700
39
Gevaarlijke stoffen
Risico’s van gevaarlijke stoffen:
• reukgrens ligt hoger dan de grenswaarde;
• sommige gevaarlijke stoffen ruiken aangenaam;
• sommige gevaarlijke stoffen schakelen de reukzenuw al bij
lage concentraties uit waardoor je denkt dat je veilig bent
(H2S);
• maskering van gevaarlijke stoffen door andere (niet)
gevaarlijke stoffen;
• geur is persoonsafhankelijk.
6652_700
40
Gevaarlijke stoffen
Voorkomen van opname in het lichaam:
• draag beschermende kleding en schoeisel;
• zorg voor goede ventilatie en/of adembescherming;
• eet,drink en rook niet op de werkplek;
• trek vuile werkkleding uit bij pauzes en einde werkdag;
• was altijd eerst je handen en gezicht als je gaat
eten,drinken en roken;
• verzorg wondjes zoals het hoort.
6652_700
41
Gevaarlijke stoffen
Vergiftiging
ACUUT
CHRONISCH
6652_700
42
Gevaarlijke stoffen
Eigenschappen:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
6652_700
explosief
oxiderend
zeer licht ontvlambaar, licht ontvlambaar, ontvlambaar
(zeer) giftig.
schadelijk of irriterend
bijtend of corrosief
kankerverwekkend
milieugevaarlijk
sensibiliserend
43
Gevaarlijke stoffen
Soorten:
• (organische)oplosmiddelen
• cyclische verbindingen
• zuren en logen
• zware metalen
• koolmonoxide
• asbest
• cement
• huishoudmiddelen
6652_700
44
Gevaarlijke stoffen
Huishoudmiddelen
Gebruik van gevaarlijke stoffen in het huishouden.
Risico’s zijn dezelfde als in het bedrijf.
Dus: dezelfde beschermende maatregelen nemen als in het bedrijf!
Houdt kinderen uit de buurt
Zorg dat kinderen er niet bij kunnen komen door
gevaarlijke stoffen achter slot en grendel op te slaan.
Brandgevaarlijke stoffen koel opslaan.
6652_700
45
Gevaarlijke stoffen
Industriële gascilinders
•
•
•
•
•
•
Kleurcodering op schouder van cilinder.
Correct opslaan.
Batterijen gasflessen niet opstellen op arbeidsplaats.
Voldoende ventilatie van opslagruimte.
Nooit opslaan in of bij kelders,putten en sleuven.
Zuurstofflessen gescheiden houden van flessen met
brandbare gassen.
• Aangepaste blusmiddelen.
• Water als koelmiddel bij opslagruimte.
6652_700
46
Gevaarlijke stoffen
Preventieve maatregelen
• Controleer opslagvaten en tanks regelmatig op lekkage.
• Controleer bedrijfsinstallaties zoals leidingen, filters,
afsluiters en verdeelstukken op lekkages.
• Zorg voor voldoende lekbakken.
• Ruim gelekte producten zo snel mogelijk op.
6652_700
47
Gevaarlijke stoffen
Biologische stoffen
Biologische stoffen komen bijvoorbeeld voor in de:
• afvalverwerkingindustrie;
• gezondheidszorg;
• landbouw;
• voedingsindustrie;
• waterzuiveringsinstallaties.
6652_700
48
Gevaarlijke stoffen
Biologische stoffen
Risico’s bij blootstelling:
• infecties;
• vergiftigingen;
• allergie;
• schimmels.
Wanneer?
• bij contact met dieren;
• werken in riolen;
• werken in vervuilde grond
• werken in bepaalde afdelingen van ziekenhuizen en
verpleegcentra.
6652_700
49
Gevaarlijke stoffen
Preventieve maatregelen bij Biologische stoffen:
• inenten;
• blootgestelde werknemers beperken;
• duur blootstelling beperken;
• beschermende kleding gebruiken;
• huidcrème gebruiken;
• oogbescherming gebruiken;
• na het werk en bij pauze de handen en gezicht wassen.
6652_700
50
Gevaarlijke stoffen
Grenswaarde
Wordt uitgedrukt in:
• deeltjes (gas) per miljoen deeltjes lucht [ppm]
of
• milligram stof per kubieke meter [mg/m3]
6652_700
51
Gevaarlijke stoffen
Grenswaarde
• Grenswaarde-TGG (Tijd gewogen gemiddelde)
= maximaal 8 uur per dag of maximaal 40 uur per week
• Grenswaarde-C (Ceiling)
= plafondwaarde ofwel maximale waarde ongeacht
tijdsduur
• Grenswaarde-H
Stoffen gaan gemakkelijk door de huid
6652_700
52
Gevaarlijke stoffen
Grenswaarde
Grenswaarden zijn gezondheidskundige waarden.
De grenswaarde geldt voor mensen die:
• niet meer dan 8 uur per dag werken;
• niet meer dan 40 uur per week werken;
• volwassen en gezond zijn;
• onder normale omstandigheden werken en
geen zwaar werk doen.
6652_700
53
Gevaarlijke stoffen
Maatregelen ter voorkoming aan blootstelling:
• Maatregelen aan de bron
• Ventilatie
• Scheiden van mens en bron
• Persoonlijke bescherming
6652_700
54
Etikettering en signalering
Hoofdstuk 4
Etikettering en signalering
4.1 Etikettering, bijzondere risico’s en veiligheidsmaatregelen
4.2 Gevarendiamant
4.3 Chemiekaarten, veiligheidsinformatiebladen, signaleringsborden
en markeringen
4.4 Vragen
6652_700
55
Etikettering en signalering
Etiketten op kleinverpakkingen:
• (chemische) naam van de stof;
• het gevaarsymbool;
• R-zinnen;
• S-zinnen;
• naam van de fabrikant/leverancier.
6652_700
56
Etikettering en signalering
Gevaarsymbolen
6652_700
explosief
schadelijk
irriterend
(licht)
ontvlambaar
bijtend
oxiderend
milieuschadelijk
(zeer) giftig
klein chemisch
afval
57
Etikettering en signalering
Nieuwe gevaarsymbolen
GHS01: Explosiegevaar
GHS06: Giftig
GHS02: Brandgevaarlijk
GHS07: schadelijk
(minder giftig)
GHS03:
Brandbevorderend
GHS08: lange termijn
gezondheidsschadelijk
GHS04:
Houder onder druk
GHS09: Milieugevaarlijk
GHS05: Bijtend
6652_700
58
Etikettering en signalering
Gevarendiamant (grootverpakkingen)
brandgevaar
2
gezondheidsgevaar
1
0
w
bijzondere aanduidingen
6652_700
59
reactiviteit
instabiliteit
Etikettering en signalering
Chemiekaart
aceton
6652_700
60
Etikettering en signalering
Signalering
Signalering van gevaren op de werkvloer verplicht
Vergelijkbaar met de verkeerstekens
Vijf groepen signaleringstekens:
•
•
•
•
•
verbodsbord;
gebodsbord;
veiligheidsvoorzieningbord;
waarschuwingsbord;
mededelingbord.
Verder wordt gebruik gemaakt van markeringen in de
vorm van strepen en linten
6652_700
61
Elektriciteit
Hoofdstuk 5
Elektriciteit
5.1
5.2
5.3
5.4
6652_700
Risico’s bij het werken met elektriciteit
Veilig werken met elektriciteit
Bijzondere gevaren bij elektriciteit
Vragen
62
Elektriciteit
Veiligheid bij elektriciteit
• ongevallen
- weerstand kleiner  stroomsterkte groter
- stroomsterkte groter  warmteontwikkeling groter
6652_700
63
Elektriciteit
Stroomdoorgang kan dodelijk zijn!
De grootte en aard van het letsel is afhankelijk
van:
- weg van stroom door lichaam
- aanrakingsoppervlak
- stroomsterkte
- tijd stroomdoorgang
- soort en hoogte spanning
- lichamelijke conditie
6652_700
64
Elektriciteit
Stroomsterkte
0,2 - 2 mA
licht prikkelend gevoel
2 mA - 10 mA sterk wordende pijnlijke spierkramp
6652_700
10 - 20 mA
grensstroomsterkte; onder spanning staande delen
kan je niet meer loslaten
>20 mA
ademhaling wordt belemmerd;
snelle hulp is nodig om verstikking
te voorkomen
100 mA
hartfibrillatie is dodelijk als niet direct wordt
ingegrepen (directe elektrocutie)
65
Elektriciteit
Stroomsterkte fataal
Afhankelijk van:
• huidweerstand;
• aanrakingsoppervlak;
• standplaats;
• soort en hoogte spanning
veilige spanning is
• maximaal 120 V gelijkspanning
• maximaal 50 V wisselspanning
6652_700
66
~
Elektriciteit
Veiligheidsmaatregelen zijn:
• alleen handelingen door deskundigen;
• geen deskundigheid? NIET AANKOMEN!
• gebruik "veilige spanning" (in besloten ruimten);
• veiligheidsaarding van uitwendig metalen omhulsel
aarding steigers;
• bij bouwwerken aardlekschakelaar in elektrische
voeding (aanspreekstroom 30 mA);
• aarding van metalen werkplaats- en opslagcontainers;
• deugdelijke kabels (mechanische bescherming).
6652_700
67
Elektriciteit
Veiligheidsmaatregelen zijn (vervolg):
•
•
•
•
•
•
•
6652_700
fysieke afscherming;
isolatie;
dubbele isolatie;
aardlekbeveiliging;
lage spanningen;
veiligheidstransformator;
jaarlijkse controle.
68
dubbel geïsoleerd
Elektriciteit
Statische elektriciteit
• Risico bij:
• slecht geleidende stoffen;
• geïsoleerde (niet-geaarde) opstelling.
• oplading door wrijving
• vonkoverslag als elektrische lading niet kan weglekken
via aardleiding .
6652_700
69
Elektriciteit
Statische elektriciteit, preventieve maatregelen zijn:
• toevoegen anti-statische dope (ASA);
• beperken stroomsnelheid;
• goede aarding leidingen, apparatuur, tanks;
• valhoogte in opslagvat beperken;
• hogedrukspuit aarden;
• toepassen inert gas (bijvoorbeeld stikstof);
• aansluiten op aardleidingnet;
• verhogen luchtvochtigheid bij droge stof.
• draag altijd antistatisch schoeisel, kleding
6652_700
70
Brand- en explosiegevaar
Hoofdstuk 6
Brand- en explosiegevaar
6.1
6.2
6.3
6.4
6.5
6652_700
Wat is brand?
Risico’s bij brand
Blusmiddelen
Wat te doen bij brand?
Vragen
71
Brand- en explosiegevaar
5 componenten
voor brand
6652_700
72
Brand- en explosiegevaar
Risico’s van brand:
•
•
•
•
•
•
•
6652_700
vlampunt;
explosiegrenzen;
zuurstofgehalte;
reactiebevordering;
reactie met water;
zelfontbranding;
brandbevorderende stoffen.
73
Brand- en explosiegevaar
Type brand:
6652_700
Vaste stof
Gas
Vloeistof
Metaal
74
Brand- en explosiegevaar
Vlampunt:
• bij vloeistoffen en dampen
• temperatuur waarbij de
damp (in juiste
mengverhouding met
omgevingslucht) kan
worden ontstoken
(met bv. aansteker, lucifer)
6652_700
75
Brand- en explosiegevaar
Explosiegrenzen
• bij gas, stof (stofexplosie)
• volumepercentage gas of stof
dat (in juiste mengverhouding
met omgevingslucht) kan
exploderen
(ontsteking door vlam, vonk)
elk gas heeft eigen explosiegebied
6652_700
76
Brand- en explosiegevaar
Explosie gevaarlijke omgevingen zijn:
• Gas en Oliewinninginstallaties;
• Raffinaderijen;
• Overlaadstations;
• Opslag brandbare stoffen;
• Graansilo’s.
6652_700
77
Brand- en explosiegevaar
In explosiegevaarlijke omgevingen is het streng
verboden om:
• zonder toestemming te betreden;
• zonder toestemming materialen en middelen mee
te nemen die een gevaar kunnen opleveren;
• zonder werkvergunning werkzaamheden uit te voeren.
6652_700
78
Brand- en explosiegevaar
Blussen door middel van:
• natte blusstoffen
• water, schuim en AFFF
• droge blusstoffen
• zand en bluspoeder
• gasvormige blusstoffen
• kooldioxide (CO2) ook wel
koolzuursneeuw
6652_700
79
Brand- en explosiegevaar
Blusstof:
Water (stoom) - koelende werking
zuurstofverdringing
6652_700
Schuim
- zuurstofafsluiting
Zand
- zuurstofafsluiting en koelend
Bluspoeder
- negatieve katalyse
CO2
- zuurstofverdringing
AFFF
- zuurstofafsluiting
80
Brand- en explosiegevaar
Wat als……?
• Zorg voor eigen veiligheid
• Meld de brand
• Waarschuw mensen in de omgeving
• Doe deuren en ramen dicht
• Breng mensen in veiligheid
Onderneem alléén een bluspoging als het veilig kan
6652_700
81
Werken in besloten ruimten
Hoofdstuk 7
Werken in besloten ruimten
7.1
7.2
7.3
7.4
7.5
7.6
6652_700
Risico’s in besloten ruimten
Maatregelen
Graafwerkzaamheden
Steekflenzen
Werkvergunningen
Vragen
82
Werken in besloten ruimten
Besloten ruimten
Eigenschappen:
• erg klein;
• moeilijk te ventileren;
• kleine in- en uitgangen;
• slecht verlicht;
6652_700
83
Voorbeelden:
• opslagtanks;
• reactieketels;
• kelders;
• riolen;
• liftschachten;
• putten/sleuven.
Werken in besloten ruimten
Risico’s van besloten ruimten:
• brand en explosie
• gevaarlijke stoffen
• zuurstoftekort
• elektrocutie
• vallen en struikelen
6652_700
84
Werken in besloten ruimten
Maatregelen bij werken in besloten ruimten
• Voorbereidende werkzaamheden
• Tijdens het werk
6652_700
85
Werken in besloten ruimten
Voorbereidende werkzaamheden
• organiseren;
• toezicht en verblijfsduur;
regelen: veiligheidswacht
• metingen verrichten.
6652_700
86
Werken in besloten ruimten
Metingen vooraf:
• zuurstof
:
19-21%
• explosiegevaar : < 10% LEL
• giftige stoffen
6652_700
: < grenswaarde
87
Werken in besloten ruimten
Maatregelen tijdens het werk:
• bereikbaarheid en vluchtmogelijkheid
• ventileren
• specifieke maatregelen nodig bij:
• lassen;
• verven;
• overige bijzondere werkzaamheden
6652_700
88
Werken in besloten ruimten
Graafwerkzaamheden
Maatregelen vooraf:
• melden bij het KLIC
• geldige graafvergunning
• eventueel opspoorapparatuur gebruiken
Begin met:
• proefsleuf graven(binnen 1,5 meter van opgegeven locatie)
• afwijkingen van leidingen en kabels melden.
• graven met machine met een niet-getande graafbak
• denk aan opstelling van machines
• ook een sleuf kan worden beschouwd als besloten ruimten
• houdt rekening met instortingsgevaar!
• neem de juiste voorzorgsmaatregelen!
6652_700
89
Werken in besloten ruimten
Steekflens
Isoleren van leidingen
met behulp van een
steekflens (zo dicht mogelijk
bij de besloten ruimte!)
6652_700
90
Werken in besloten ruimten
Doel werkvergunning:
Werk
vergunning
…………
…………….
….
……..
………….
6652_700
• overleg tussen betrokkenen;
• bindende afspraken;
• vastleggen van voorwaarden voor
uitvoeren van werk.
91
Werken in besloten ruimten
Onderdelen werkvergunning:
Werk
vergunning
…………
…………….
….
……..
………….
• aanvraag werkzaamheden
• maatregelen door
verstrekkende afdeling
• maatregelen door houder
• bekrachtiging
Je moet de inhoud kennen en begrijpen!
6652_700
92
Werken in besloten ruimten
Specifieke werkvergunningen zijn:
• heetwerkvergunningen t.b.v. laswerkzaamheden;
• graafvergunningen t.b.v. graven van bijvoorbeeld
sleuven om kabels en leidingen te repareren of
toe te voegen;
• werken met gevaarlijke stralingsbronnen;
• verwijderen van asbest.
6652_700
93
Werkplekeisen algemeen
Hoofdstuk 8
Werkplekeisen algemeen
8.1
8.2
8.3
8.4
8.5
8.6
8.7
8.8
6652_700
Voorkom struikelen, uitglijden en verstappen
Risico’s bij tillen
Gevaren van geluidshinder
Risico’s bij sloopwerk
Gevaren bij lassen en snijden
Werken in kou en hitte
Hoge drukpompen en – leidingen
Vragen
94
Werkplekeisen algemeen
Struikelen, uitglijden en verstappen
6652_700
Oorzaken:
- niet-egale ondergrond
- gladde ondergrond
- hoogteverschil
- beperking menselijk lichaam
Preventie:
- aanpak bij de bron
- scheiden van mens en gevaar
- markeringen
- persoonlijke bescherming/gedrag
95
Werkplekeisen algemeen
Tillen
• juiste houding
• gebruik bescherming
• gebruik hulpmiddelen
6652_700
96
Werkplekeisen algemeen
Gevaren van lawaai op de werkplek:
• hinder in de vorm van concentratieverlies;
• vermindering van de spraakverstaanbaarheid;
• tijdelijke gehoorvermindering.
80 dB(A): blijvende schade aan gehoor mogelijk
gehoorbescherming dragen geadviseerd
werkgever moet maatregelen nemen
85 dB(A): gehoorbescherming verplicht
6652_700
97
Werkplekeisen algemeen
Mogelijke gevolgen van geluidhinder kunnen zijn:
• verstoring van de communicatie;
• niet horen van waarschuwingen of hulpgeroep;
• blijvende gehoorschade;
• nervositeit;
• verminderde concentratie, vermoeidheid;
• hoofdpijn;
• versnelde ademhaling;
• maag- en darmklachten;
• verhoogde bloeddruk.
98
Werkplekeisen algemeen
Blijvende gehoorschade heeft tot gevolg:
• moeite hebben met het horen van hoge tonen of zachte
geluiden,
• moeite hebben met telefoneren,
• moeite hebben met het volgen van een gesprek in rumoerige
omgeving,
• horen van fluit, piep- of bromtonen, die niet uit de omgeving komen.
Gehoorschade is definitief
Gehoorschade is niet te genezen
6652_700
99
Werkplekeisen algemeen
Gevaren bij sloopwerkzaamheden zijn:
• verstappen en struikelen;
• uitstekende constructiedelen;
• werken op hoogte;
• instabiliteit bij sloopfront;
• vallend sloopmateriaal;
• instorting;
• vrijkomen gevaarlijke stoffen;
• lawaai.
6652_700
100
Werkplekeisen algemeen
Veiligheidsmaatregelen bij slopen zijn:
• persoonlijke valbeveiliging gebruiken
• rekening houden met draagkracht van
overblijvende constructie
• zonder specifiek plan niet boven of onder elkaar werken
• gebruik stortkokers
• persoonlijke beschermingsmiddelen; helm,
• veiligheidsschoenen, overall, adembescherming,
• gehoorbescherming gebruiken
• inventariseren concentratie gevaarlijke
stoffen (bv. asbestinventarisatie)
6652_700
101
Werkplekeisen algemeen
Mogelijke gevaren bij elektrisch lassen zijn:
• elektrocutie;
• brand en explosie door hittevorming en wegspringende spetters;
• verbranding van de huid door vrijkomende UV-straling;
• verbranding van het hoornvlies door vrijkomende UV- straling;
• verblinding van de ogen door vrijkomende infrarood straling;
• warmtestraling;
• vergiftiging door lasrook;
• longaandoeningen door inademen van lasrook;
• verkeerde werkhouding.
6652_700
102
Werkplekeisen algemeen
Veiligheidsmaatregelen bij elektrisch lassen zijn:
• spanningverlagend relais (in besloten ruimten verplicht);
• persoonlijke bescherming:
- laskap
- lasschort
- laskleding
- veiligheidsschoenen
- luchtgeventileerde laskap;
• lasgordijnen voor bescherming van personen in de omgeving tegen
UV en infraroodstraling;
• plaatselijke afzuiging van lasrook;
• ruimtelijke ventilatie;
• blusmiddelen onder handbereik;
6652_700
• werkvergunningensysteem indien
vereist.
103
Werkplekeisen algemeen
Enkele gevaren bij Autogeen lassen, snijden en branden
zijn:
• geraakt worden door spetters gloeiend materiaal;
• brand door brandbaar materiaal dat vlam vat;
• vlamterugslag;
• lekkage van gas en zuurstof;
• sommige gassen zoals propaan zijn zwaarder dan lucht
en blijft hangen in putten, uitgravingen en kelders.
6652_700
104
Werkplekeisen algemeen
Veiligheidsmaatregelen bij autogeen lassen, snijden en
branden zijn:
• draag de juiste beschermende kleding;
• verwijder eerst de brandbare materialen in je omgeving of dek ze af;
• gebruik van vlamdover in de slang tussen acetyleenfles en brander;
• terugstroombegrenzers op gas en zuurstofslang van brander;
• wees bedacht op lekkage van gas en zuurstof in laaggelegen
werkomgeving;
6652_700
105
Werkplekeisen algemeen
Veiligheidsmaatregelen bij autogeen lassen, snijden en
branden zijn (vervolg):
• slangbreuk beveiliging toepassen;
• continue gas meten;
• acetyleenfles rechtopstaand gebruiken of minimaal onder een
hoek van 30 graden;
• plaatselijke afzuiging van lasrook en gassen;
• ruimtelijke ventilatie.
• blusmiddelen onder handbereik;
• werkvergunningensysteem indien vereist.
106
Werkplekeisen algemeen
Het gevaar bij werken in kou is:
• versnelde afkoeling met gevolg:
• bevangen raken door de koude;
• bevriezingsverschijnselen;
• veel materiaal niet veilig te gebruiken.
Maatregelen hiertegen zijn:
• warmteondergoed en isolerende kleding dragen;
• op beschutte werkplek je werk uitvoeren;
• nooit in tocht werken;
• geschikt gereedschap gebruiken;
• op tijd extra pauzes inlassen;
• afwisselen met collega’s.
6652_700
107
Werkplekeisen algemeen
Het gevaar bij werken in warmte is:
• bevangen raken en flauwvallen;
• onvoldoende afvoer van lichaamswarmte;
• verlies van lichaamsvocht.
Maatregelen hiertegen zijn:
• voldoende pauzes inlassen;
• afwisselen met collega’s;
• op tijd voldoende drinken;
• ademende werkkleding gebruiken;
• hittewerende werkkleding gebruiken.
6652_700
108
Werkplekeisen algemeen
Gevaren bij werken met hoge druk zijn:
• openbarsten van leidingen;
• doorspuiten van onderdelen van installaties;
• geraakt worden door wegschietende onderdelen;
• onbevoegd en onbekwaam werken met hoge druk machines
zoals industriële hoge druk reinigers.
Maatregelen hiertegen zijn:
• voor ingebruikname installaties en machines testen;
• afpersen van installaties met vloeistof, meestal water;
• testen en afpersen met zo weinig mogelijk personeel en gebied
afschermen/afzetten;
• veiligheidsinstructies nauwkeurig opvolgen;
6652_700
• alleen hiertoe opgeleid personeel
inzetten.
109
Hijs- en hefwerktuigen
Hoofdstuk 9
Hijs- en hefwerktuigen
9.1
9.2
9.3
9.4
9.5
9.6
9.7
9.8
6652_700
Hijskranen
Kettingwerk
Staalkabels
Touw en hijsbanden
Samenstel,stroppen, lengen
en hijsjukken
Takels
Vorkheftrucks en Palletwagens
Vragen
110
Hijs- en hefwerktuigen
Hijsen:
• manueel;
• hulpmiddelen (takels e.d.);
• mobiele hulpmiddelen (steekwagen, vorkheftruck);
• hijskranen.
Voorbeelden:
• mobiele kraan;
• portaalkraan;
• auto laadkraan;
• bouwkraan.
6652_700
111
Hijs- en hefwerktuigen
Regels voor hijswerktuigen zijn:
• kraanboek aanwezig;
• hijstabellen en hijsgrafieken aanwezig;
• keuringscertificaten aanwezig.
6650_700
112
Hijs- en hefwerktuigen
Vereisten voor de bediener van een hijswerktuig:
• Deskundigheidsbewijs STVT
(Verplicht voor torenkranen, mobiele kranen en
heistellingen)
• Registratieboekje
(Ervaring en geneeskundige verklaring)
6652_700
113
Hijs- en hefwerktuigen
Risico’s bij hijswerktuigen:
•
•
•
•
•
6652_700
personen binnen draaibereik;
afstempelen;
zware lasten;
windkracht;
(naderend)onweer.
114
Hijs- en hefwerktuigen
Hijsgereedschap:
Let op:
maximale werklast
•
•
•
•
•
•
•
kettingwerk
staalkabels
touw
stroppen, lengen
en hijsbanden
haken en ogen
takels
hoeken van lengen
mogelijke slijtage
6652_700
115
Hijs- en hefwerktuigen
Risico’s van takels zijn:
• mechanische breuk van takel of van bevestigingspunt;
• overbelasting.
Niet doen:
• overbelasten;
• vastmaken aan bordessen, railing en leidingwerk;
• op de punt belasten;
• niet zijdelings belasten.
Wel doen:
• regelmatig controleren, zeker voor elk gebruik;
• defecten direct melden.
6650_700
116
Hijs- en hefwerktuigen
Vorkheftrucks:
•
•
•
•
6652_700
wettelijke verplichtingen;
voorzieningen;
veilig gebruik;
markering en keuring.
117
Hijs- en hefwerktuigen
Verboden bij het werken met een vorkheftruck:
• meerijden tenzij er een 2e zitplaats is;
• personen te heffen tenzij speciale voorziening
aanwezig is;
• hijsen tenzij juiste aanpassing aanwezig is;
• het contragewicht te verzwaren;
• te roken bij elektro-heftrucks.
Verplicht bij het werken met vorkheftrucks is:
• de chauffeur moet goed zicht hebben;
• gebruik van de veiligheidsgordel.
6652_700
118
Hijs- en hefwerktuigen
Palletwagen:
• altijd op een vlakke ondergrond
gebruiken;
• denk aan obstakels;
• zorg voor voldoende transportruimte.
6652_700
119
Werken op hoogte
Hoofdstuk 10
Werken op hoogte
10.1
10.2
10.3
10.4
10.5
10.6
10.7
10.8
6652_700
Risico’s op hoogte
Ladders
Stalen steigers
Rolsteigers
Hangsteigers
Hoogwerkers
Werkbakken
Vragen
120
Werken op hoogte
Werken op hoogte
2,5 m
meer dan 2,5 m valgevaar
6652_700
121
Werken op hoogte
Bij schuine en platte daken of
gaten in vloeren en wanden:
• gebruik valbeveiliging;
• gebruik loopplanken (hellend dak);
• gebruik dakrandbeveiliging of
vangnet (plat dak);
• dek gaten af met stevig materiaal;
• breng beveiligingen en markering aan op
gevaarlijke plaatsen.
6652_700
122
Werken op hoogte
Ladders: •
•
•
•
enkele ladder;
opsteekladders;
schuifladders;
reformladders.
Gebruiksregels voor ladders:
•
•
•
•
•
6652_700
in goede staat houden;
niet verven;
niet zelf repareren;
zorgvuldig en goed opstellen;
op de juiste wijze gebruiken.
123
Werken op hoogte
Voor steigers geldt:
• streng verboden zelf te (ver)bouwen aan
steiger;
• geen materiaal achterlaten;
• houdt de vloer stroef;
• gebruik geen los klimmateriaal op de steiger.
• let op de maximale belasting
• gebruik stortkokers voor afvoer materiaal
• gebruik de bouwlift veilig (personenlift of
goederenlift)
6652_700
124
Werken op hoogte
Ook zijn er bij steigers regels voor:
•
•
•
•
•
•
kantplanken en leuningen
inspectiewerk
werkzaamheden
hulpsteigers
liften
takels
Steigerkaart geeft veiligheidstatus aan.
Geen steigerkaart of gebreken? Steiger niet betreden!
6652_700
125
Werken op hoogte
Rolsteigers: Risico = verplaatsbaarheid
Aandachtspunten bij het werken met rolsteigers:
• blokkeren wielen
• van binnenuit beklimmen
• denk aan gereedschap (kan vallen)
• sta niet op de schoren
• houd de steiger schoon
• niet verplaatsen als er iemand op staat
• verrijden op vlakke ondergrond door 2 personen
• gebruik de persoonlijke beschermingsmiddelen
6652_700
126
Werken op hoogte
Voorbeelden van hangsteigers zijn:
• hangbrug;
• hangsteiger;
• eenmanswerkbrug.
Aandachtspunten bij het werken met hangsteigers zijn:
• vanaf windkracht 7 Bft niet mee werken;
• let op bedieningsorganen;
• bij storing niet verder werken maar (laten) repareren;
• nooit gebruiksklaar achterlaten;
• hulpmiddelen gebruiken voor communicatie,
vanaf 25 m verplicht (en als normale communicatie
niet mogelijk is)
6652_700
127
Werken op hoogte
Hoogwerkers
Vast opgesteld
Mobiel
Risico voor beknelling (schaararm) en omvallen
Vanaf windkracht 7 Bft, niet mee werken
Daarom:
- getraind/opgeleid personeel
- signalering maximum werklast
- specifieke gebruiksregels
6652_700
128
Werken op hoogte
Voor het werken met werkbakken geldt:
• alleen gebruiken als het echt niet anders kan;
• windkracht vanaf 7 Bft verboden;
• de kraanmachinist en persoon in de werkbak
moeten elkaar zien en verstaan;
• iedere persoon in de werkbak draagt een
harnasgordel (vast aan de werkbak);
• in- of uitstappen alleen toegestaan als werkbak op
stevige ondergrond staat
6652_700
129
Handgereedschap
Hoofdstuk 11
Handgereedschap
11.1
11.2
11.3
11.4
11.5
6652_700
Eenvoudig handgereedschap
Elektrisch handgereedschap
Pneumatisch en hydraulisch handgereedschap
Handslijpmachines
Vragen
130
Handgereedschap
Eenvoudig handgereedschap
Risico door:
• slecht onderhoud;
• slecht gebruik.
6652_700
131
Handgereedschap
Handgereedschap met elektrische aandrijving
Veilige spanning:
• 50 V ~ (wisselspanning)
•120 V = (gelijkspanning)
Risico door:
• elektrocutie
• verbranding (vonken)
dubbel geïsoleerd
6652_700
132
Handgereedschap
Aandachtspunten bij gebruik van een nietmachine:
• gebruik met maximale werkdruk;
• geleider leeg bij plaatsen lader;
• nagels/nieten aangepast aan
apparaat.
Mogelijke risico’s:
• wegschieten van de nagel;
• terugslaan van de nagel;
• doorboren van het werkstuk.
6652_700
133
Handgereedschap
Aandachtspunten bij het gebruik van de Handcirkelzaag:
• beschermkap over het deel van de zaag dat
zaagt (vast aan het frame en scharnierend
deel aan geleider);
• automatische beschermkap over snijdend
deel van de zaag, ook als deze niet zaagt;
• spouwmes aangepast aan diameter en dikte
van de zaag.
6652_700
134
Handgereedschap
Aandachtspunten bij het gebruik van een kettingzaag:
• bedieners minimaal 18 jaar oud;
• opleiding met toets gehad hebben;
• voorgeschreven PBM gebruiken;
• stilstand ketting bij stationair toerental;
• kettingrem binnen 0,15 sec werken;
• CE markering.
6652_700
135
Handgereedschap met pneumatische aandrijving
Risico door:
• trillen
• geluid
dodemansknop en
gehoorbescherming
verplicht.
6652_700
136
Handgereedschap
Handgereedschap met hydraulische aandrijving
Risico door:
• oliedruk
• bevestigingen
dodemansknop en
onderhoud verplicht.
6652_700
137
Handgereedschap
Handslijpmachines
Risico door:
•
•
•
•
•
•
6652_700
rondvliegende delen;
aanraken slijpschijf;
uit elkaar springen van schijf;
brand door vonken;
geluid;
verkeerd gebruik.
138
doorslijpschijven
afbraamschijven
Gereedschapsmachines
Hoofdstuk 12
Gereedschapsmachines
12.1
12.2
12.3
12.4
6652_700
Gereedschapmachines en kolomboormachines
Vast opgestelde slijpmachines
Zaagmachines
Vragen
139
Gereedschapsmachines
Voorbeelden van gereedschapsmachines zijn:
• Vast opgestelde boormachines
• let op: 'happen' in werkstuk
• Vast opgestelde slijpmachines
• let op: uit elkaar vliegen
slijpsteen
• Cirkelzagen
• let op: snijgevaar
6652_700
140
Gereedschapsmachines
Cirkelzagen:
• universele cirkelzaagmachine;
• bouwcirkelzaag machine (met
noodstop en als extra eis
nulspanningschakelaar);
• voor machines met
meerdere bedieningsplaatsen
gelden aanvullende eisen.
6652_700
141
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Hoofdstuk 13
Persoonlijke beschermingsmiddelen
13.1
13.2
13.3
13.4
13.5
13.6
13.7
6652_700
PBM’s in het algemeen
Adembescherming
Gehoorbescherming
Lichaamsbescherming
Oogbescherming
Valbeveiliging
Vragen
142
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Gebruik persoonlijke
beschermingsmiddelen als het
echt niet anders kan.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
beschermen tegen:
de gevolgen van onveiligheid en
ze voorkomen erger letsel
6652_700
143
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Fabrikant zorgt voor PBM’s die
• sterk
• betrouwbaar
• getest
zijn.
Gebruiker:
beheert ze, controleert ze,
zorgt voor veilige opslag en
gebruikt ze goed.
6652_700
144
Persoonlijke beschermingsmiddelen
CE-markering
6650_700
145
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Drie belangrijke wettelijke eisen ten aanzien
van persoonlijke beschermingsmiddelen:
Doeltreffende bescherming
Ergonomisch verantwoord
Goede gebruiksaanwijzing
6652_700
146
Persoonlijke beschermingsmiddelen
zuurstofconcentratie < 19%
bijzondere stof
overschrijding grenswaarde
omgevingslucht
filteren
afhankelijke
adembescherming,
bijvoorbeeld een
filterbusmasker.
onafhankelijke adembescherming,
bijvoorbeeld persluchtapparatuur
verseluchtkap
LET OP GEBRUIKSREGELS
6652_700
147
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Gehoorbescherming
boven 80 dB(A) aanbevolen
watjes
pluggen
oordoppen
otoplastieken
gehoorkappen
wettelijk
verplicht!
boven 85 dB(A)
6652_700
148
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Voorbeelden van bescherming van lichaamsdelen:
• hoofdbescherming;
• bescherming voor handen en armen;
• bescherming voor voeten;
• bescherming voor het lichaam.
6652_700
149
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Voorbeelden van oogbescherming:
• normale veiligheidsbril;
• ruim zichtbril;
• gelaatsscherm;
• lasbrillen en laskappen.
6652_700
150
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Bescherming van lichaamsdelen
Valbeveiliging:
• gebruik altijd een harnasgordel
(na valbelasting vernietigen);
• eventueel met remchute of nonchute
en vallijn (na valbelasting controle).
6652_700
151
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Voor het examen geldt:
• Lees vragen goed door.
• Kies het meest juiste antwoord.
• Controleer of je alle vragen goed hebt
beantwoord.
6650_700
152
Download