Benodigdheden / “Plutonium en Zandkastelen”

advertisement
Dossier I: Het Classicisme
A. Algemeen: maatschappelijke context
a) De eeuw van de Verlichting

Vooral in Frankrijk, Engeland en Italië trad in de loop van de 18de eeuw het
verlichtingsideaal meer en meer op de voorgrond.
 Aandacht voor het rationele, het intellectuele.
 Rede = de norm.
 De verlichte denkers stonden dan ook afkerig tegenover de toenmalige
kunstvormen zoals de Barok, die immers werd gekenmerkt door een haast
overdreven weelderigheid en fantasie.
 Deze afkeer deed een nieuwe kunststijl ontstaan: het classicisme.

Het classicisme is dus in de eerste plaats een ernstige kunst.
 Er is sprake van een algemene versobering. De versiering (het ornament) wordt
bijkomstig en de classicistische kunstenaars hebben de voorkeur voor scherpe
zuivere lijnen.
 Het classicisme wordt beheerst door het verstand.
 Er is slechts zelden sprake van originaliteit of van de uitdrukking van
de gevoelens van de kunstenaar.
 Het is dus eerder een eentonige, koele stijl.
b) Een niet aflatende interesse voor de Oudheid…

Rome kwam volledig op de voorgrond te staan.
 Zo vormde de oude Romeinse republiek en de waarden waarvoor deze stond,
het voorbeeld voor Napoleons nieuwe Franse keizerrijk.

De studie van de klassieke oudheidkunde verkreeg een wetenschappelijke basis.
Dit werd mogelijk gemaakt door: De ontdekking van Pompeii en Herculaneum, het
veldwerk in Griekenland (Acropolis, Parthenon, etc…), de herontdekking van de
Etruskische kunst, de veldtocht van Napoleon doorheen Egypte, etc…

Het enthousiasme bij het kopiëren van de Oudheid zoals tijdens de Renaissance,
heeft in het classicisme wel plaats moeten maken voor een meer koele
wetenschappelijke houding.
10
B. Artistieke realisaties
a) Bouwkunst

Algemene kenmerken:
- Griekse tempelbouw als grote inspiratiebron.
 Zuilen niet decoratief, maar constructief.
 Streven naar eenvoudige, klare grondvormen (vb. kubus, piramide).
 Gladde wanden, zonder of met weinig versiering.
 Nastreven van rationele soberheid.

Parijs als hoofdstad van het classicisme
 Vooral Napoleon wilde van Parijs een stad maken met keizerlijke grandeur
(geïnspireerd op het oude Rome). Zo moest Parijs ook een passende en waardige
hoofdstad worden van het Franse Keizerrijk.
 Place de la Concorde: Brede lanen en statige gebouwen in classicistische
stijl. Op het centrum van het plein staat een Egyptische obelisk.
 Arc de Triomphe de l’ Etoile: Opgericht ter herinnering aan de overwinning
van Napoleon te Austerliz. Antieke inspiratie: vrije nabootsing van de
Titusboog te Rome, maar veel monumentaler (Opgelet: De sculpturen van F. Rude werden
pas later toegevoegd en behoren tot de kunststijl van de Romantiek).
11
b) Beeldhouwkunst

Algemene kenmerken:
- De zoektocht naar de ideale vorm:
 Nastreven van perfectie.
 Gericht op het technische kunnen van de kunstenaar.
 Beelden uitgevoerd in witte marmer met glad en gepolijst oppervlak.
 Menselijke figuur staat centraal.
 Inspiratie in de klassieke literatuur
(mythologische onderwerpen).
 Ideale schoonheid werd gebruikt om een verheven idee uit te dragen.
 Niet erg ontroerend.
 De beeldhouwkunst is evenwel vrijer in vormgeving dan de architectuur

Enkele voorname kunstenaars:
-
Antonio Canova: Vooral bekend om zijn beelden met ideale proporties en
edele naakten met mythologische inspiratie.
-
Bertel Thorwaldsen: Actief te Rome. Onder meer bekend om zijn getrouwe
weergave van klassieke beelden.
12
c) Schilderkunst

Algemene kenmerken:
- Naast portretten waren de onderwerpen overwegend mythologisch van aard.
 Thema’s uit de Griekse of Romeinse mythologie werden gebruikt om
commentaar te geven op de toenmalige actualiteit (Franse Revolutie, etc…).
- Ernstige schilderkunst met een vorm van engagement (werken bevatten een boodschap).
- De tekening overheerst op de slappe koude kleuren.
- Gebruik van zuivere lijnen
 De classicistische schilder is ook een knap tekenaar.

Jean Auguste Ingres:
-
Ingres verbleef lange tijd in Rome om de kunstwerken uit de Oudheid beter
te kunnen bestuderen.
-
Hij schilderde vooral klassieke onderwerpen en portretten (o.a. van Napoleon).
13

Jacques-Louis David:
-
Hij was politiek sterk geëngageerd. Zo was David gedurende de Franse
Revolutie parlementslid en stemde hij bijvoorbeeld vóór de executie van
Lodewijk XVI. David genoot tevens grote steun van Napoleon en moest na
diens nederlaag te Waterloo, dan ook uit Frankrijk wegvluchten.
-
Zijn kunst stond in het teken van het revolutionaire ideaal. Zijn werken
bevatten dan ook vaak een boodschap van vaderlandsliefde, trouw, etc…
-
Sommige van zijn werken zijn een regelrechte verheerlijking van Napoleon.
14
Download