Het fundamentalistsiche wereldbeeld Een analyse van de manier waarop conflicten tussen fundamentalisten en seculieren voortkomen uit het fundamentalistische wereldbeeld Tim van der Meulen 3646602 OSIII: Tolerantie, secularisering en fundamentalisme Dr. J.P.M. Koch 04/06/2014 Woorden: 9380 Inhoudsopgave Inleiding p. 1 1. Conflict met de moderne wereld p. 4 1.1. Wetenschap en vooruitgang p. 4 1.2. De samenleving en moraliteit p. 6 2. Eeuwige waarheden p. 9 2.1. Tekstuele onfeilbaarheid p. 10 2.2. Fundamentalistische visie op wetenschap p. 12 3. Licht en donker p. 16 3.1. Geen grijs gebied p. 16 3.2. Hoop en veiligheid p. 19 3.3. De eeuwige strijd p. 21 Conclusie p. 25 Literatuurlijst: p. 27 1 Inleiding “Living according to the Word means joy and peace. It means absolutes. It means eternity. Whereas living in the world brings nothing but misery and unhappiness”1 Deze woorden werden gesproken door een lid van een Amerikaanse kerk die trots het label “fundamentalistisch” draagt.2 Het citaat laat een wereldbeeld zien dat typerend is voor de fundamentalistische gelovige. Voor diegenen die in “the world” leven is het een moeilijk te bevatten belevingswereld: de absoluten en contrasten waar de fundamentalist zich veilig bij voelt zijn hen vreemd. Deze kloof zorgt voor veel wederzijds onbegrip. Voor seculieren is religie een privé kwestie, en moeten religieuze uitingen waar mogelijk uit de publieke ruimte verdreven worden. Fundamentalisme wordt gezien als de vijand van het moderne denken, een verdraaing van de menselijke rationaliteit.3 Dit beeld is in de afgelopen decennia enkel versterkt door de gewelddadige vormen die het fundamentalisme heeft aangenomen. Wat begon met de affaire over Salman Rushdie in 1989, groeide door de aanslagen in New York, Londen en Madrid uit tot een angst voor niet alleen de fundamentalistische, maar voor elke vorm van de Islam. Maar de afkeer is niet beperkt gebleven tot de Islam, de protesten tegen homosexualiteit en abortus door Amerikaanse evangelisten en de weigering van streng-hervormde ouders in Nederland om hun kinderen te vaccineren roepen vergelijkbare gevoelens op. Het fundamentalisme is echter meer dan de gevaarlijke antimoderne stroming die zij volgens sommigen is. Voor een beter begrip is inzicht nodig in het werelbeeld van fundamentalisten. Een wereldbeeld is het raamwerk van ideeën en overtuigingen waardoor individuen en groepen de wereld interpreteren en er interactie mee hebben. In dit essay wil ik het fundamentalistische wereldbeeld analyseren, om te begrijpen waarom er sprake is van een terugkerend conflict met de seculiere samenleving. Er is geen concensus over wat de term “fundamentalist” precies inhoudt. De term stamt uit de Verenigde Staten en is ontstaan in het begin van de twintigste eeuw, toen critici van de moderne bijbelkritiek vasthielden aan de “fundamenten” van het geloof. De moderne bijbelkritiek onderzocht de oorsprong van de bijbelboeken en probeerde de ware schrijvers te vinden. De bijbel werd dus als een normaal historisch document behandeld. Hierdoor verdween het Goddelijke uit de bijbel, en 1 N.T. Ammerman, Bible believers, Fundamentalists in the Modern World, New Brunswick 1987, p. 74. 2 Ammerman 1987, p. 14. 3 M. Ruthven, Fundamentalism: a very short introduction, Oxford 2007, p.5. 2 werd het een door de mens gemaakt boek. Dit riep veel verontwaardiging en afkeer onder sommige christenen op.4 Sindsdien wordt de term “fundamentalisme” in almaar bredere zin en ook voor andere religies gebruikt. Zo noemen we de Islamitische hervormingsbewegingen uit de tweede helft van de twintigste eeuw fundamentalistisch, mede door het gebruik van geweld, terwijl dit geweld grotendeels ontbreekt in het optreden van de Amerikaanse fundamentalisten. In dit essay wil ik niet te lang stil staan bij het precieze definiëren van de term fundamentalisme. In de jaren negentig van de afgelopen eeuw kwamen de auteurs van “The Fundamentalist Project”, een uitgebreide internationale studie naar conservatieve religieuze bewegingen, tot de volgende definitie van religieus fundamentalisme: “An identifiable pattern of religious militance in wich self-styled true believers attempt to arrest the erosion of religious identity by outsiders, fortify the borders of the religious community and create viable alternatives to secular structures and processes”5 Deze definitie valt natuurlijk te bekritiseren, maar wat haar erg bruikbaar maakt is dat zij fundamentalisme definieert als een reactie op secularisatie. Hierdoor wordt er een grens getrokken tussen de religieuze hervormingsbewegingen uit de twintigste eeuw en de bewegingen uit vroegere eeuwen, toen van secularisme zoals we het nu kennen immers nog geen sprake was. In de woorden van Martin Marty: “de meeste mensen die in een traditionele cultuur leven hebben niet door dat ze traditionalisten zijn”. Wat fundamentalisten onderscheidt is dat ze zich afzetten tegen een moderne, seculiere cultuur die ze als niet religieus-traditionalistisch genoeg ervaren.6 Er ontstaat een conflict omdat de seculiere en fundamentalistische wereldbeelden zo essentieel verschillen dat ze bijna niet verenigbaar zijn. In het eerste hoofdstuk zal ik dit conflict beschrijven. Hoe heeft dit conflict zich in de afgelopen eeuw ontwikkeld, en welke vormen heeft het aangenomen? In dit hoofdstuk onderscheid ik twee gebieden waarop het conflict zich concentreert. Er is een conflict over de essentie van de natuur en de wereld, en een conflict over de aard van de samenleving en hoe deze ingericht dient te worden. Het conflict wordt beschreven aan de hand van een bondige geschiedenis waarin de belangrijkste punten van het conflict uitgelegd worden. Deze beschrijving is nodig om een context te geven aan het tweede en derde hoofdstuk. In deze hoofdstukken wordt het wereldbeeld van fundamentalisten geanalyseerd. Hiermee hoop ik een 4 Ruthven 2007. p. 8. 5 G. ter Haar en J.J. Busutill, The freedom to do God's will: religious fundamentalism and social change, London 2003, p. 6. 6 Ruthven 2007, pp. 10-11. 3 inzicht te krijgen in de beweegredenen van fundamentalisten om keer op keer de strijd met de seculiere samenleving aan te gaan. Dit zal ik doen aan de hand van historische, sociologische en psychologische literatuur, geïllustreerd en verduidelijkt met uitspraken van fundamentalistische gelovigen. In het tweede hoofdstuk analyseer ik de basis van het fundamentalistische wereldbeeld, namelijk de eeuwige waarheden waarop het berust. De fundamentalist gaat uit van onveranderbare, objectieve waarheden. Hoe komen deze waarheden tot stand, en waarom worden ze zo stellig verdedigd? Dit hoofdstuk laat zien waarom de wereld van de fundamentalist onverenigbaar lijkt te zijn met de seculiere wereld, waarin eeuwige waarheden geen plaats hebben. In het derde hoofdstuk analyseer ik het dualistische wereldbeeld van de fundamentalisten. Fundamentalisten beschouwen zichzelf als levend in een bedreigde enclave, een laatste bastion van Goddelijk licht temidden van een zee van duisternis. Welke effecten heeft dit dualistsich denken? Aan de ene kant zorgt het voor een gevoel van veiligheid, aan de andere kant voor een gevoel van angst en haat. In dit hoofdstuk zal ik analyseren hoe deze gevoelens tot stand komen, en op welke manier dit onderdeel van het fundamentalistische wereldbeeld tot conflicten met de seculiere maatschappij kan leiden. Het doel van dit essay is om het conflict tussen twee werelden te beschrijven aan de hand van een analyse van het fundamentalistische wereldbeeld. 4 1. Conflict met de moderne wereld In de inleiding zijn reeds een aantal voorbeelden genoemd van conflicten tussen fundamentalisten en de moderne, seculiere maatschappij. De conflicten onwtikkelen zich op twee gebieden. Ten eerste is er een conflict tussen seculieren en fundamentalisten over de aard van de natuur en de wereld. Ten tweede is er een conflict over de manier waarop de samenleving ingericht dient te worden en over moraliteit. Wat voor vorm nemen deze confliten aan? Deze vraag zal ik in dit hoofdstuk aan de hand van sprekende voorbeelden proberen te beantwoorden. 1.1. Wetenschap en vooruitgang Voor veel inwoners van Westerse en seculiere landen is de moderne samenleving een zegen. We zijn gewend aan vrijheid, pluralisme en democratie en we beschouwen het als normaal dat iedereen voor zichzelf kan bepalen om wel of niet in een God te geloven. De waarden die de basis van de moderne samenleving vormen zijn geworteld in het liberalisme. De term “liberalisme” verraadt meteen een van haar belangrijkste waarden, namelijk vrijheid. Elk volwassen mens heeft een natuurlijk recht om zijn eigen keuzes te maken, zolang hij daarmee anderen niet schaadt. Dit houdt in dat hij zelf kan kiezen welke religie hij wil belijden, zonder dat hij daarvoor verantwoordelijkheid hoeft af te leggen tegenover zijn medeburgers of de overheid. Het recht om af te wijken van de dominante cultuur. Wanneer de overheid niet kan ingrijpen in het religieuze leven van haar burgers is er geen ruimte voor religieuze overheidsinstanties, die zouden immers enkel bepaalde religies begunstigen. Een liberale staat is, in theorie, dus vrijwel automatisch een seculiere staat.7 Tegenwoordig zijn deze waarden in het Westen vrijwel algemeen geaccepteerd. Een volledig seculiere staat is niet mogelijk, en misschien ook niet wenselijk, maar men is vrijin het maken van religieuze keuzes. Dit heeft tot pluralistische samenlevingen gezorgd, waarin een lappendeken is ontstaan van religieuze, semireligieuze en atheïstische overtuigingen. Deze basis van de moderne samenleving contrasteert met het fundamentalistische beeld van de basis van de samenleving. Zoals we in hoofdstuk drie zullen zien hebben fundamentalisten een negatief beeld van vrijheid. Een van de punten waar veel conflict over bestaat, is de opvoeding van kinderen. Volgens liberale waarden moet elk kind een bepaalde basis aan kennis meekrijgen, zodat hij als volwassene de mogelijkheden heeft om als onafhankelijk mens keuzes te maken. Ook wordt aan kinderen de 7 O. Chadwick, The Secularization of the European Mind in the 19 th Century, Cambridge 1975, p. 21-27. 5 evolutietheorie geleerd, als een van de basisprincipes van moderne biologie. Voor fundamentalisten, die de evolutietheorie als conflicterend zien met de eeuwige waarheden van de heilige schrift, is dit een frontale aanval. Fundamentalisten zijn ervan overtuigd aan de kant van God te staan, en het is dus niet verwonderlijk dat ze er alles aan doen om hun kinderen te beschermen tegen godslasterlijke theorieën. In Amerika heeft dit meerdere malen tot rechtszaken geleid om zo mogelijk de evolutietheorie uit het onderwijs te verbannen, of om tenminste het creationisme gelijke lestijd te geven.8 Als deze pogingen falen leidt dit vaak tot het ridiculiseren van fundamentalisten. Een voorbeeld hiervan is het beroemde Scopes-trial uit 1925. De evolutieleer was in 1923 verbannen van scholen in Tenessee, maar dit werd al snel aangevochten door John Scopes, een leraar biologie. Scopes kreeg vanuit New York een van de beste advocaten van het land toegewezen, Clarence Darrow. Voor de creationisten sprak William J. Bryan, een oude, maar zeer gerenomeerde, evangelische politicus die in 1886 en in 1900 de presidentsverkiezingen verloor. Tijdens het proces verdedigde Bryan het creationisme aanvankelijk met vuur, maar toen hij door Darrow ondervraagd werd bleek hij totaal onbekend te zijn met moderne wetenschap en zelfs weinig kennis over de bijbel te bezitten. De oude man werd totaal vernederd tijdens een kruisverhoor en verloor de rechtzaak. De Amerikaanse media waren onverbiddelijk in hun oordeel, fundamentalistische overtuigingen waren belachelijk en fundamentalisten hadden niets te zoeken in een moderne samenleving. Dat de gebroken Bryan een week later stierf deed volgens de kranten niets af aan de lachwekkendheid van zijn argumenten; “His place in Tenessee hagiography is secure, if the village barber saved any of his hair, then it is curing gall-stones down there today”. Het Amerikaanse fundamentalisme zou nooit meer van het imago afkomen van een obscure beweging van slecht opgeleide plattelandslui. De fundamentalistische argumenten werden nooit meer helemaal serieus genomen.9 Zo ontstond rond deze tijd ook het beeld van het fundamentalisme als vijand van de wetenschap en de vooruitgang. Er ontstond een angst dat Amerika terug zou keren naar de Duistere Middelleeuwen als de fundamentalisten teveel invloed zouden krijgen. De fundamentalisten trokken zich na de vernedering van het Scopes-trial terug in eigen kring. Liberaal Amerika voelde zich na dit terugtrekken bevestigd in zijn overtuiging dat het fundamentalisme een verloren zaak was. Voor fundamentalisten werd er echter ook een beeld bevestigd, namelijk dat de moderne samenleving ziek was. De fundamentalisten verdwenen niet, in plaats daarvan versterkten ze hun basis in de gebieden waar hun overtuigingen wel populair waren. Hierdoor kwam de terugkeer van de 8 Ammerman 1987, p. 178. 9 Marsden 2006, pp. 184-189. 6 fundamentalisten op het politieke toneel in de jaren zestig als een verrassing voor veel Amerikanen.10 De fundamentalisten bleven een wereldbeeld uitdragen dat God centraal stelt in de creatie van mens en aarde, en krijgen ook nu nog veel steun voor Amerika. Een recente enquête laat zien dat zesentachtig procent van de Amerikanen van mening is dat God een centrale rol in het ontstaan van het leven heeft gespeeld, tegenover negen procent die van mening is dat God geen rol in het proces heeft gehad en vijf procent zonder mening. De theorie van Intelligent Design, een alternatief voor de evolutietheorie die stelt dat het leven te ingewikkeld is om toevallig te ontstaan, is zeer populair. Ook in Nederland heeft de theorie invloed. In 2005 stelde onderwijsminister Maria van der Hoeven (CDA) dat de evolutietheorie “niet compleet” is, en dat er een dialoog tussen evolutiebiologen en gelovigen nodig was. Van der Hoeven verwees naar “Intelligent Design”, als mogelijk compromis. Er ontstond een storm van kritiek, voornamelijk van wetenschappers maar ook van opiniemakers. Biologen waren bang dat Intelligent Design op het lesprogramma terecht zou komen. Van der Hoeven wilde blijkbaar terug naar de Middelleeuwen. Deze gebeurtenis is een voorbeeld van hoe moeilijk het is om beide werelden te verenigen. Van der Hoeven wilde enkel een dialoog opstarten om beide partijen dichter bij elkaar te brengen, maar wetenschappers wilden geen strobreed toegeven. Evolutie verwordt zo tot een seculier dogma, en de kloof tussen fundamentalisten en seculieren wordt enkel dieper.11 Waarom blijven fundamentalisten tegen ideeën vechten die volgens velen niet eens meer ter discussie staan? Voor fundamentalisten is dit geen keuze, maar een noodzaak. De eeuwige en heilige waarheden uit de heilige schrift staan niet ter discussie, dus moet ervoor gevochten worden. In het tweede hoofdstuk zal dit onderdeel van het fundamentalistische wereldbeeld geanalyseerd worden. 1.2. De samenleving en moraliteit Tijdens de jaren van isolatie had de fundamentalistische beweging in Amerika op politiek gebied zich een gemaakt met het rechtse gedachtegoed, en keerden zich in de woelige jaren zestig tegen de sexuele en raciale emancipatie. Wederom werden fundamentalisten gezien als tegenstanders van de vooruitgang. De beweging droeg een morele boodschap uit waarin een groot deel van de Amerikanen zich in kon vinden, tot onbegrip en irritatie van liberale hervormers.12 Sinds de jaren zestig is er een opmerkelijke paradox in de houding van Amerikaanse fundamentalisten aanwezig. Aan de ene kant wordt de samenleving met afschuw bekeken en worden er waar mogelijk 10 Armstrong 2001, pp. 176-179. 11 C. Buskes, Evolutionair denken: De invloed van Darwin op ons wereldbeeld, Amsterdam 2006., pp. 267-277. 12 Armstrong 1987, pp. 266-273. 7 alternatieve, christelijke, structuren opgebouwd. Aan de andere kant is de beweging zeer zichtbaar in de Amerikaanse politiek, en probeert zij actief Amerika terug te brengen naar zijn religieuze wortels. God heeft ze de kracht gegeven hun huizen en kerken christelijk te houden, nu kan met de hulp van God ook de natie veranderd worden.13 De Amerikaanse samenleving is verziekt. Het hooggerechtshof heeft moord gelegaliseerd in de vorm van abortus. Morele zonden zoals homosexualiteit en geslachtsverandering roepen de wraak van God af over Amerika. Alleen door terug te keren naar het ware christelijke geloof kan het land nog gered worden. Dit leidt natuurlijk tot conflicten met seculieren voor wie zaken zoals abortus en sexuele vrijheid juist verworvenheden zijn van de moderne samenleving.14 Ook voor Islamitische fundamentalisten is de moderne samenleving verachtelijk. Voor hen neemt deze verachtelijke samenleving een iets andere, maar net zo bedreigende vorm aan.15 In de Islam bestaat er geen traditie van een scheiding tussen kerk en staat. De openbaringen van Allah gaan niet over Zijn natuur, maar over Zijn wet. Deze wet, de Sha'ria, is de eeuwige manifestatie van de wil van Allah. De Sha'ria heeft zich in de eeuwen na de openbaringen in de Koran ontwikkeld en is aangevuld met informatie uit de hadith (de mondelinge overleveringen van uitspraken en handelingen van de Profeet). Er is dus maar één rechtvaardige staat in de ogen van Allah, en dat is de staat die de wetten van de Sha'ria volgt. Sinds het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk is er geen Kalifaat (Islamitische staat geleid door de Kalief, de plaatsvervanger van Allah op aarde) meer om leiding te geven aan de Umma (De wereldwijde gemeenschapvan moslims).16 Moslims zijn ten prooi gevallen aan koloniale machten en aan corrupte, wereldlijke heersers. In de ogen van moslimfundamentalisten wordt de Umma dagelijks bedreigd op verschillende plekken op de wereld. De aanval op New York werd door Bin Laden gelegitimeerd als een verdediging tegen de aanwezigheid van Amerikaanse troepen op Islamitische grond.17 De gewelddadige aanslagen van moslimterroristen zijn bedoeld om moslims te mobiliseren en vijanden af te schrikken, met als doel het stichten van een Islamitische staat als alternatief voor de zieke moderne wereld. Een van de onderdelen van het fundamentalistische wereldbeeld dat voor veel onbegrip bij seculieren zorgt is de positie van de vrouw in de samenleving. Vrouwen staan volgens de liberale ideologie in principe op gelijke voet met mannen. In fundamentalistische ideologieën wordt de 13 14 15 16 17 Ammerman 1987, p. 202. Ruthven 2007, pp. 82-83. Ruthven 2007, pp. 83-85. M. Ruthven, Islam: a very short introduction, Oxford 2012. pp. 82-84. Q. Wiktorowicz en J. Kaltner, 'Killing in the name of Islam: Al-Qaeda's Justification for September 11' in: Middle East Policy, vol. X, no 2, summer 2003, pp. 85. 8 vrouw vaak een ondergeschikte positie toegekend. De vrouw moet beschermd worden van de buitenwereld, en dit uit zich in het huiselijk leven van fundamentalistische vrouwen. Dit zorgt voor grote woede bij feministische organisaties, die van mening zijn dat deze vrouwen bevrijd moeten worden van het juk dat ze in de naam van religie door mannen opgelegd is. Het dragen van een boerka of een niqaab wordt als onderdrukking gezien, evenals het weren van vrouwen uit publieke functies. Voor fundamentalisten is de positie van de vrouw een principeel thema waarop de moderniteit dreigt de traditie kapot te maken.18 Fundamentalisten zijn er in zeer sterke mate van overtuigd de enige juiste morele boodschap uit te dragen. De zelfverzekerdheid van fundamentalisten wekt onbegrip en onzekerheid bij seculieren op. Het kost kracht om zelfverzekerd te blijven tijdens het keer op keer afgewezen worden wanneer men de boodschap van deur tot deur verkondigt. Toch gaan ze door, met de gedrevenheid van iemand die zeker weet gelijk te hebben. De fundamentalist kan dit volhouden door voor de overwinningen God te danken en door de Satan de schuld van de tegenslagen te geven. Hierdoor wordt de fundamentalist continue versterkt in zijn gevoel het werk van God te doen. Dit continue afwijzen van de moderne wereld, het omgaan met ridicuul en soms zelfs regelrechte vijandigheid roept ook bewondering op. Bewondering wordt gevoeld voor het schijnbaar exemplarische morele leven dat sommige fundamentalisten leiden. Er wordt niet gedronken, gevloekt en het familieleven staat centraal.19 Dit roept ook een afkeer op, een afkeer die men voelt bij mensen die te hard lijken te proberen correct te zijn. De fundamentalisten zijn met trots anders en voelen zich aan Gods zijde superieur, maar mensen die volharden in morele superioriteit roepen ook afkeer op. Fundamentalisten voelen zich moreel verplicht om juist en naar Gods wetten te leven. Waarom deze morele verplichting gevoeld wordt zal in hoofdstuk twee geanalyseerd worden. 18 Ruthven 2007, pp. 65-71. 19 Ammerman 1987, p. 90-91 en 196-197. 9 2. Eeuwige waarheden “Het was, in mijn soezerigheid van voor de slaap, een zenuwslopend idee; want als de wereld zelf onvoorspelbaar van gedaante veranderde, kon je nergens meer staat op maken. Waarop kon je dan nog vertrouwen? Hoe moest je in een verbrokkelde, veranderde tijd nog houvast, fundamenten, vaste punten vinden?” 20 Volgens fundamentalisten is de realiteit gebaseerd op onveranderlijke, door God vastgestelde, waarheden. Deze waarheden zijn over het algemeen gebaseerd op heilige teksten. Vrijwel alle orthodoxe gelovigen gaan uit van schriftelijk literalisme. (Orgineel is dit een Engelse term, enigszins te vertalen als letterlijkheid). Dit houdt in dat de woorden in de heilige tekst opgevat moeten worden zoals de door God geïnspureerde schrijver ervan het bedoeld heeft. De schrijvers van de tekst waren door God geïnspireerd en dus is het mogelijk om door het interpreteren van de bedoelingen van de schrijver de door God gegeven waarheid te achterhalen. De tekst liegt niet, en is voor iedereen die het wil te begrijpen. Dit schriftelijk literalisme kan echter problematisch zijn, het is immers (behalve in het Katholicisme) niet bepaald wie de autoriteit heeft om aan te geven wat de schrijvers met hun woorden bedoelen. Door het gebruik van schriftelijk literalisme is het mogelijk om sommige passages een allergorische of metaforische betekenis te geven. Dit geeft echter ook ruimte voor historische of tekstuele bijbelkritiek, aangezien er te discussiëren valt over welke passages letterlijk waar zijn en welke metaforisch bedoeld zijn. Fundamentalisten ontwijken dit door de heilige teksten tekstuele onfeilbaarheid toe te dichten.Volgens deze overtuiging is de heilige tekst foutloos en altijd feitelijk juist. Tekstuele onfeilbaarheid, de overtuiging dat de woorden die door God geopenbaard zijn precies de letterlijke en onbetwistbare waarheid bevat, is terug te vinden in fundamentalistische stromingen binnen zowel het christendom, de islam als het jodendom. 21 Door vast te houden aan onveranderlijke waarheden kan het fundamentalisme zekerheid bieden in een wereld waarin alles aan twijfel onderhevig is. Maar het zorgt ook voor een onbuigzaamheid die het moeilijk maakt om complexe theologische dilemma's op te lossen en die compromissen 20 S. Rushdie, De grond onder haar voeten, Amsterdam 2000, p. 205. 21 Ruthven 2007, pp. 40-50. 10 22 onmogelijk maakt. Wanneer bomen niet buigen kunnen ze immers breken. In dit hoofdstuk zal ik analyseren wat tekstuele onfeilbaarheid inhoudt en hoe de fundamentalistische waarheden tot stand komen, om vervolgens te analyseren wat de gevolgen hiervan zijn voor de interactie van fundamentalisten met de moderne wereld. 2.1. Tekstuele onfeilbaarheid Gelovigen kennen een liefde en een verering voor hun heilige teksten die nooit helemaal te begrijpen is voor seculieren. Hoe gehecht de atheïst ook aan een tekst of boek kan zijn, hij zal haar nooit boven alle twijfel stellen. Waar gematigde gelovigen bepaalde delen van de heilige tekst relativeren of in een historische context zien, weigeren fundamentalisten elk compromis wat betreft de feitelijke correctheid van hun tekst. Waarheid kan alleen uit de tekst komen, die immers door God gegeven is. In dit hoofdstuk zal ik analyseren op welke manier fundamentalisten hun teksten lezen en op welke manier hun wereldbeeld gebaseerd is op de heilige tekst. Fundamentalisten interpreteren hun heilige teksten intra-tekstueel. Dit houdt in dat door de tekst zelf bepaalt hoe zij gelezen moet worden. De logica hierachter refereert niet aan de inhoud van de tekst, maar aan het proces van het lezen ervan. Men begrijpt de tekst door het proces van het lezen. Wanneer de Bijbel of de Koran volgens dit principe gelezen wordt, bepalen de teksten zelf dat zij heilig zijn. Omdat de heilige tekst claimt Gods woord te zijn is de heilige tekst de enige gezaghebbende tekst, en zijn alle andere teksten dus enigszins overbodig. De wereld wordt geordend aan de hand van de heilige tekst, de waarheden die eruit voortkomen zijn de waarheden die nodig zijn om dit wereldbeeld staande te houden. Deze zijn objectief en bestaan buiten de lezer om, en de combinatie van deze objectieve waarheden vormt de basis van het fundamentalistische 23 wereldbeeld. Een statement van de Baptist Bible Fellowship International geeft het fundamentalistische standpunt goed weer: “We believe that the Holy Bible was written by men supernaturally inspired; that it has truth without any admixture of error for its matter; and therefore is, and shall remain to the end of the age, the only complete and final revelation of the will of God to man; the true centre of Christian 22 A. Heywood, Political ideologies: an introduction, Basingstoke 2012, pp. 288-289. 23 R.W. Hood, P.C. Hill en W.P. Williamson, The psychology of religious fundamentalism, New York 2005, pp. 22-23. 11 union and the supreme standard by which all human conduct, creeds, and opinions should be tried.” 24 Vasthouden aan tekstuele onfeilbaarheid is niet iets wat men selectief kan doen. Natuurlijk wordt er ook door fundamentalisten aan de ene passage meer waarde gehecht dan aan de andere, maar dit betekent niet dat deze passages boven andere verheven zijn. Het krampachtig vasthouden aan de feitelijke juistheid van de heilige tekst kan voor buitenstaanders vreemde argumentaties opleveren. Malise Ruthven geeft het voorbeeld van Jezus die de woekeraars uit de tempel verdrijft. Volgens Mattheüs, Marcus en Lucas doet hij dat op een ander tijdstip in zijn leven dan volgens Johannes. Liberale theologen lossen deze discrepantie op door te wijzen naar de verschillende context waarin de schrijvers van de evangeliën de gebeurtenis plaatsen. Voor fundamentalisten is 25 het simpeler, Jezus heeft de woekeraars twee keer uit de tempel verdreven. Een ander voorbeeld zijn de sekten in West-Virginia die slangen ritueel optillen tijdens kerkdiensten. In Markus 16:15-18 staat geschreven voor gelovigen;“they shall speak with new tongues,” “they shall lay hands on the sick,” “shall they cast out devils,” en “they shall take up serpents.” Wanneer de tekst duidelijk aangeeft dat gelovigen “shall take up serpents”, dan zullen de slangen worden opgetild, ook wanneer dit gevaarlijk is. De ware gelovige zal niet sterven aan een beet, want in dezelfde passage 26 staat “if they drink any deadly thing, it shall not hurt them.”. De Islamitische schrijver Said Qutb (1906-1966), een van de meest invloedrijke denkers in het moderne Islamitische fundamentalisme, benadrukt dat er voor moslims maar één bron van heiligheid is, namelijk de Koran. Moslimhervormers proberen de samenleving te spiegelen aan de samenleving van de “gouden generatie”, dat wil zeggen de generatie van Mohammed en zijn directe volgelingen. Volgens Qutb was “The primary spring of which the first generation (of muslims) drank the Qur'an and the Qur'an alone […].”. Willen moslims van deze tijd de heilige leefwijze van Mohammed navolgen, dan dienen zij de Koran te bestuderen en haar regels punctueel na te leven. 27 Door de heilige tekst intra-tekstueel te lezen vindt de fundamentalist niet alleen objectieve waarheden, maar ook bewijs van zijn eigen relatie met God. De heilige tekst wordt de test waaraan het leven moet voldoen om volwaardig in de ogen van God te zijn. Goed leven houdt in dat men 24 25 26 27 P. Herriot, Religious Fundamentalism: global, local and personal, London 2009, p. 199. Ruthven 2007, p. 48. R.W. Hood, P.C. Hill en W.P. Williamson 2005, pp. 117-118. S. Qutb, 'Singposts along the road', in: R.L. Euben en M.Q. Zaman (ed.), Princeton readings in Islamic thought: texts and contexts from al-Banna to Bin Laden, Princeton 2009, pp. 139-141. 12 nooit afdwaalt van de heilige tekst. “Of Course, when you accept the Lord, you accept the Bible, 28 and you accept God's Word. And if God says it, then there is really no argument.” Ook geeft de 29 tekst kennis over wat goed en slecht is in de wereld. Deze kennis leidt tot de dualistische denkwijze van fundamentalisten waar ik later in dit essay nog uitgebreid op terug kom. Fundamentalisten leven aan de hand van een autoritaire ideologie. Wanneer de tekst intra-tekstueel gelezen wordt zijn de waarheden die geopenbaard worden absoluut, en Goddelijk geïnspireerd. In tegenstelling tot de gangbare overtuiging zijn fundamentalisten niet “close-minded”, ze accepteren enkel dat alle objectieve kennis alleen uit de heilige tekst kan komen. Er is sprake van een verschil in het idee wat de bron van kennis is. De heilige tekst wordt uitgebreid onderzocht om deze kennis te vinden. Dit kan gaan om theologische vraagstukken, maar ook over kleinere zaken. Een voorbeeld is de Amerikaanse fundamentalist die op zoek was naar een nieuwe tent. Om te helpen met het kiezen naar welke winkel hij hiervoor zou moeten gaan slaat hij voor hij vertrekt nog één keer de bijbel open. De bijbel valt open op een passage waarin het woord “roebuck' (een soort hert) te vinden is, één van de dieren die joden mogen eten. Omdat de Roebuck blijkbaar op de lijst staat van door God goedgekeurde zaken vertrekt de man, tevreden met het advies, naar de Sears Roebuck Company om een tent te kopen. Deze passage laat, ondanks de enigszins humoristische toon, een serieus beeld zien dat kenmerkend is voor fundamentalisten. De heilige teksten zijn niet enkel een bron van inspiratie, ze zijn dé bron van inspiratie. De heilige tekst is de handleiding van het leven. 30 Wanneer we dit accepteren is het niet verbazend dat morele kwesties die voor seculieren op rationele wijze opgelost dienen te worden, door fundamentalisten aan de hand van de heilige tekst worden beoordeeld. De fundamentalist ziet de wereld zoals hij haar in de pagina's van de heilige tekst lezen kan, en de heilige tekst is de absolute waarheid. 2.2: Fundamentalistische visie op wetenschap Fundamentalisten kijken op een andere manier tegen wetenschap aan dan wat gangbaar is. De verschillende visies op wetenschap van fundamentalisten en seculieren zijn een belangrijke oorzaak van het wederzijdse onbegrip. In dit hoofdstuk zal ik beschrijven op wat voor manier volgens fundamentalisten wetenschap bedreven zou moeten worden en vervolgens analyseren hoe dit voortkomt uit het wereldbeeld van de fundamentalisten dat uit absolute waarheden bestaat. 28 Ammerman 1987, p. 52. 29 R.W. Hood, P.C. Hill en W.P. Williamson 2005, p. 23. 30 R.W. Hood, P.C. Hill en W.P. Williamson 2005, p. 25. 13 George Marsden beschrijft hoe het Amerikaanse fundamentalisme voortkomt uit de ontwikkelingen in de tweede helft van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw. Het was in deze periode dat het wereldbeeld en de ideologische standpunten van de Amerikaanse fundamentalisten werden vastgelegd. Het dominante wetenschappelijke paradigma in Amerika rond deze periode was het “common sense” realisme, gebaseerd op de wetenschapsfilosofie van Francis 31 Bacon en de wiskunde van Isaac Newton. Zoals de invloedrijke pastoor Arthur Pierson in 1895 sprak: “I like Biblical theology that does not start with the superficial Aristotelian method of reason, that does not begin with an hypothesis, and then warp the facts and the philosophy to fit the crook of our dogma, but a Baconian system, wich first gathers the teachings of the words God, and then seeks to deduce some general law upon which the facts can be arranged” 32 In het Baconiaanse systeem worden de feiten empirisch vastgesteld, waarna hieruit theorieën kunnen worden opgesteld. Deze visie werd door de Amerikaanse christenen gebruikt voor een wereldbeeld waarin empirische waarheden werden gezocht in de bijbel. De bijbel, als Gods openbaring, was daarom de basis van waaruit theorieën over de wereld konden worden gededuceerd. Doordat deze methode dominant in Amerika was, konden de theologen een wetenschappelijke basis voor hun dogma's claimen. Tijden veranderen echter, Thomas Kuhn beschrijft in zijn bekende werk over paradigmawisselingen over veranderende wetenschappelijke wereldbeelden. Volgens Kuhn verandert de wetenschap door opeenvolgende revoluties. Elke revolutie verandert de basis van de manier waarop de wereld geïnterpreteerd wordt. Een voorbeeld hiervan is hoe Copernicus het beeld van een stilstaande aarde naar een bewegende aarde veranderde. De revolutie vindt echter niet plotseling plaats, er kunnen generaties overheen gaan voordat de nieuwe visie algemeen geaccepteerd wordt. In de tweede helft van de negentiende eeuw vond er in wetenschappelijk Amerika een paradigmawisseling plaats. Het “common sense” realisme begon plaats te maken voor een filosofische traditie die perceptie als een interpreteerbaar proces zag. Hier zou uiteindelijk de postmoderne wetenschap uit groeien van bijvoorbeeld Albert Einstein. In deze traditie werd minder waarde gehecht aan een basis van empirisch waarneembare waarheden, maar konden theorieën ook op andere, inductieve, manieren tot stand komen. De theorieën van 31 Marsden 2006, p. 214. 32 Marsden 2006, p. 55. 14 Charles Darwin werden door fundamentalisten, terecht of niet, ook in deze traditie geplaatst. 33 Het was de evolutieleer van Darwin die het epicentrum van het conflict werd, ook al was The Origin of Species door Darwin zelf niet als aanval op de christelijke leer bedoeld. De evolutieleer verwijderde het heilige uit de ontstaansgeschiedenis van de mens, en maakte hem geheel tot een onderdeel van de natuur. Ondanks pogingen van zowel gelovige wetenschappers als liberale theologen om het christendom met de evolutieleer te verenigen, werd de evolutieleer door zowel agressieve atheïsten als religieus fundamentalisten als het grote voorbeeld van elkaars ongelijk gemaakt. De discussie verhardde, demagogen namen het debat over en de gemoederen liepen op tot het punt waarna er geen compromis meer mogelijk was. Voor atheïsten werd de evolutieleer een bewijs van de achterlijkheid van fundamentalisten, voor de fundamentalisten werd 34 het accepteren ervan de eerste stap op weg naar goddeloos atheïsme. De afkeer van de evolutieleer werd nog versterkt door de invloed van het Sociaal Darwinisme: het toepassen van “survival of the fittest” op de menselijke samenleving en op het ontstaan van de Wereldoorlogen. Modernisme, evolutie, militarisme, fascisme en communisme waren alle uitingen van een “age of insanity” waarin mensen de lessen van de bijbel negeerden en hun gezonde verstand verloren. 35 In het hoofdstuk over schriftelijk literalisme hebben we al gezien hoe fundamentalisten objectieve waarheden uit de heilige schriften halen. Fundamentalisten beschouwen het als een rationele, wetenschappelijke werkwijze om feiten de deduceren uit Gods openbaring. Wanneer wetenschappers theorieën introduceren, moeten zij dus getest worden aan de heilige schrift om valide te zijn. Wanneer er geen aanwijzingen voor de theorie in de schrift gevonden kunnen worden, voldoet de theorie niet aan de feiten en gaat hij tegen het gezonde verstand in. In vers 22:5 van de Koran vertelt Allah aan Mohammed: “We have created you from dust, then from sperm, then from a little lump of flesh formed and unformed, that we may make it clear to you” Op deze manier kan de evolutieleer aangenomen worden door moslims, omdat er aanwijzingen voor zijn in de Koran. 36 Deze vorm van argumentatie levert echter vrijwel nooit een sluitend antwoord op; er zijn fundamentalistische moslims die het bovengenoemde citaat onvoldoende bewijs voor evolutie vinden. Dit is echter niet belangrijk, voor de fundamentalist zijn speculatieve theorieën zonder duidelijke basis in de heilige schrift overbodig. 33 34 35 36 Marsden 2006, pp. 216. K. Armstrong, The battle for God: A history of fundamentalism, New York 2001, pp. 94-97. Marsden 2006, pp. 218-221. Ruthven 2007, p. 45. 15 Ook in de perceptie van de geschiedenis verschillen fundamentalistische theorieën wezenlijk van de gangbare wetenschappelijke theorieën. Karen Armstrong beschrijft hoe de mens de wereld op twee verschillende wijzen interpreteert, namelijk volgens de mythos en de logos. Volgens Armstrong zijn beide essentieel en altijd tot op zekere hoogte samen aanwezig in het wereldbeeld van de mens. De Logos is het rationele deel, het deel dat gericht is op het nu en dat op praktische en wetenschappelijke wijze de feiten probeert te ordenen. Mythos, aan de andere kant, is gericht op het verleden, op het intuïtieve en op het gevoel. De mythos geeft zin aan het dagelijks leven, plaatst het in een context van het onbegrijpelijke universum en verbindt onze cultuur met die van onze voorvaderen. Armstrong beschrijft hoe de moderne, seculiere samenleving vrijwel volledig gefocust is op de logos. In de pre-moderne wereld hadden mensen een mythische visie op het verleden. Wat er precies gebeurd was werd als minder belangrijk beschouwd dan de betekenis van de gebeurtenis. Het verleden gaf context aan de gebeurtenissen van het heden. Het gaat er niet om of de bijbelse verhalen exact gebeurt zijn zoals ze geschreven zijn, het gaat om de mythische waarde die eraan gegeven wordt. Wanneer we de bijbel op rationele wijze analyseren verwarren we 37 mythos met logos. De visie van Armstrong is misschien enigszins romantisch, maar ze geeft wel een manier om de verschillen in wereldbeelden te begrijpen. Voor fundamentalisten staat het heden in direct verband met het verleden en met de toekomst. De mythes van het verleden worden als leidraad beschouwd voor de keuzes van vandaag. Op deze manier kunnen passages uit heilige schriften die in de moderne samenleving voor seculieren totaal irrelevant lijken, wijze lessen bevatten voor de fundamentalist. Het wereldbeeld van de fundamentalist is gebaseerd op eeuwige, vaststaande waarheden. Deze waarheden worden gevonden in de openbaringen van God: de heilige schrift. Door te accepteren dat de schrift door God gegeven is en de tekst intra-tekstueel te lezen, bewijst de tekst zelf dat zij heilig is. Dit betekent dat de informatie die uit de schrift gehaald wordt objectief is en altijd nagevolgd moet worden. Fundamentalisten zien zichzelf niet als “close minded” of onwetenschappelijk. In tegendeel, ze speuren de schrift af naar door God gegeven feiten. Deze visie op wetenschap is geworteld in het “common sense” realisme dat voortkomt uit het Baconimse van de zeventiende eeuw, die plaats moest maken voor de moderne visie op wetenschap. Deze visie strookte echter niet met wat de fundamentalisten als gezond verstand zagen. De discussie polariseerde, voornamelijk door de evolutietheorie. Fundamentalisten bekijken de wereld op een mythische wijze, waarin verleden, heden en toekomst door de schrift verbonden zijn. Het mythische 37 Armstrong 2001, pp. Xv-xvii. 16 wereldbeeld heeft echter geen plaats in de moderne, seculiere samenleving die door logos beheerd lijkt te worden, waardoor het wereldbeeld van de fundamentalist wezenlijk anders is. 17 3. Licht en donker “Vormt geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeen met wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis?”- II Corinthiërs 6:14 Wanneer er maar één manier is om juist te leven is het makkelijk om te geloven dat anderen niet volgens deze manier leven. Fundamentalisten leven in een wereld die is onderverdeeld in twee kampen, gescheiden door een kloof die diep genoeg is om geen middenweg toe te staan. Het besef aan de goede kant van de geschiedenis te staan zorgt voor een gevoel van veiligheid en geborgenheid. Aan de andere kant kan het definiëren van de rest van de wereld als kwaad en verwerpelijk leiden tot gewelddadige neigingen. In dit hoofdstuk zal ik dit aspect van het fundamentalistische wereldbeeld beschrijven en de gevolgen ervan analyseren. 3.1. Geen grijs gebied Door vast te houden aan fundamentele waarheden die door een almachtige God zijn vastgelegd, is het mogelijk om de wereld te verdelen in goed en kwaad. De essentie van het leven is niet alleen vastgelegd, maar ook morele codes zijn duidelijk voorgeschreven. Morele codes komen voort uit 38 onveranderbare waarheden en het is dus niet nodig ze constant in twijfel te trekken. De term “dualistisch denken” wordt veel gebruikt om dit denken in tegenstellingen en conflicten te 39 verbeelden. Volgens deze denkwijze is iedereen die weigert de juiste religie op de juiste manier te 40 belijden verdoemd. Deze denkwijze is terug te zien in verschillende religies. Prediker Olivier W. van Osdel, een belangrijke dominee uit Michigan schreef in 1919; “Sometimes people ask what are the objections to dancing and theaters and card playing and such things; they say that these are not to be severely condemned; but you will notice that the people who indulge in these worldly things are always loose in doctrine... The two go together, […] then apostasy easily creeps in, the union of Christendom will be possible and probably will be 38 R.W. Hood, P.C. Hill en W.P. Williamson 2005, p. 34. 39 S.B. Strozier, The fundamentalist mindset: Psychological perspectives on religion, violence and history, Ney York 2010, p. 12. 40 Ruthven 2007, 32. 18 united through corrupt doctrine under one head, the Pope of Rome” 41 De dominee benadrukt dat God niks door de vingers ziet, en dat zelfs de kleinste zonden leiden tot een verkeerde doctrine. De kleine zonden maken grotere mogelijk. Een moeder vertelt trots over hoe haar dochter andere kinderen vertelde niet mee te kunnen doen met dansen, “omdat ze een christen is.” 42 Het Christendom kent sinds de oudheid een traditie van het vastleggen van eigen religieuze dogma's en standpunten. Na het ontstaan van de moderne wetenschap en de opkomst van de seculiere samenleving ontstond er een splitsing in veel Amerikaanse kerken. Liberalen, die hun religieuze standpunten wilden aanpassen aan de bevindingen van de moderne wetenschap, stonden tegenover conservatieven, die fel tegen moderne bijbelkritiek, religieus pluralisme en compromissen wat betreft doctrine waren. Naarmate de discussie verhardde, groeven de 43 conservatieven zich in en ontwikkelden zich tot fundamentalisten. De bereidheid tot compromissen te komen verdween, en het belang dat aan doctrinale juistheid wordt gehecht heeft 44 tot een enorme verscheidenheid in Amerikaanse fundamentalistische kerken geleid. Een van de onderscheidende kenmerken van het Amerikaanse fundamentalisme is altijd een bepaalde afzondering van de wereld geweest. Deze afzondering is noodzakelijk om de grenzen die de groep onderscheiden, zowel voor de leden als voor buitenstaanders, zichtbaar te houden. De grenzen worden door de dominee duidelijk afgebakend, en de grenzen met andere christenen worden nog het sterkst benadrukt. Deze grenzen zijn het onduidelijkst en kunnen daarom het makkelijkst overschreden worden. 45 De Islamitische schrijver Said Qutb (1906-1966), een van de meest invloedrijke denkers in het moderne Islamitische fundamentalisme, verdeelde de wereld in twee kampen. Net als in de tijd van de Profeet moesten moslims zich afzonderen van de jahiliyyah (“onwetenheid, pre-islamitische tijd”), een pure enclave creëren, en contacten met de buitenwereld tot een minimum beperken. Uiteindelijk moest dit leiden tot een complete afscheiding van de buitenwereld. Maar Qutb ging nog een stap verder; de complete afzondering van de buitenwereld moest gebruikt worden ter 41 42 43 44 45 G.M. Marsden, Fundamentalism and American culture, New York 2006, pp. 156-157. Ammerman 1987, p. 173. K. Armstrong, The battle for God: A history of fundamentalism, New York 2001, pp. 170-171. Marsden 2006, p. 236. Ammerman 1987, pp. 75-76. 19 voorbereiding van de komende strijd. 46 Niet alle moslims in het Westen hebben moeite met het leven in een moderne, seculiere maatschappij, maar er zijn onmiskenbaar barrières die integratie in de weg staan. Aan de ene kant is er de bovengenoemde afkeer van de Islam die in veel Westerse landen leeft, aan de andere kant is het ook voor moslims zelf vaak moeilijk om het geloof op een juiste manier te belijden in de Westerse samenleving. Wanneer de Islamitische identiteit onder druk lijkt te staan is isolationisme een van de mogelijkheden die moslims hebben. Pogingen hiertoe vinden we vooral bij religieuze leiders die zijn geboren in de Islamitische wereld. Zo pleit de schrijver Ali Kettani ervoor dat moslims, om de islamitische identiteit te behouden, zich in bepaalde wijken moeten concentreren en een sociaal leven moeten opbouwen rondom de moskee. Ook moeten zij zich onderscheiden van 47 hun omgeving door eigen kleding en het gebruik van de Arabische taal. Dit geldt ook voor het afslaan van verdovende middelen, zoals een moslima uit Eindhoven sprak: “Wij hebben niets te zoeken op een plek waar muziek wordt gedraaid of drank wordt geschonken, we moeten thuiszitten en leren over de Islam” 48 Kleding, taal en onthouding zijn ook in het Amerikaans fundamentalisme manieren om grenzen vast te leggen. “They know I don't drink […], they try their level best to coax me into a 49 drink. Every time, every time!”. Gelovigen zien een buitenwereld die gekenmerkt wordt door lust en verklaren zichzelf graag als gescheiden van een wereld waarin de zonde heerst. 50 De buitenwereld moet worden vermeden vanwege de verleidingen die zij biedt. De fundamentalist verafschuwt de zondige en ongelovige maatschappij. Niet alleen zaken als drank en dansen, maar ook moorden, corruptie en oneerlijkheid worden als onmiskenbare onderdelen van de ongelovige maatschappij gezien die daarom zoveel mogelijk vermeden dienen te worden. Voor 51 Amerikaanse fundamentalisten is de buitenwereld die van Satan. Deze wereld dient zoveel 46 Armstrong 2001, p. 242. 47 N. Landman, 'De Islam in de westerse metropool', in: H. Driessen, In het huis van de Islam: geografie, geschiedenis, geloofsleer, cultuur, economie, politiek, Nijmegen 2003, pp. 401-403. 48 S.G. Koerkamp en M. Veerman, Het slapende leger: Een zoektocht naar jonge Jihad-sympathisanten in Nederland, Amersfoort 2006, p. 160. 49 Ammerman 1987, p. 98. 50 Ammerman 1987, p. 89. 51 Ammerman 1978, p. 89. 20 mogelijk vermeden of bestreden te worden, het enige wat men kan doen is af en toe een reddingslijn over de kloof werpen in de hoop een verloren ziel te redden. Een van de basisprincipes van de sociale identiteitstheorie is de relatie tussen de sociale groep waarvan het individu lid is, en andere sociale groepen. Deze relatie heeft veel invloed op de eigen sociale identiteit en daarmee ook op het individuele zelf. Als deze relatie als een bedreiging wordt gezien, zoals in een fundamentalistische perceptie vaak het geval is, zal er een dynamiek van insiders tegenover outsiders gecreëerd worden. Individuen van beide groepen worden gedepersonaliseerd en alleen nog beoordeeld in relatie tot de groepsdynamiek. De sociale identiteit van de fundamentalist vertelt hem meer over zichzelf dan zijn individuele identiteit. Zijn individuele identiteit vertelt hem alleen maar dat hij net zo is als anderen in zijn groep, en dus het tegenovergestelde van de buitenstaanders.. Hierdoor wordt elke reflectie die hij ontvangt over zijn sociale identiteit gekoppeld aan het idee van 52 eigen goedheid en de verwerpelijkheid van de buitenstaander. Het verdelen van de wereld in licht en donker is dus inherent aan het fundamentalistische wereldbeeld. 3.2. Hoop en veiligheid Het dualistische denken van fundamentalisten zorgt op twee manieren voor een gevoel van veiligheid. De fundamentalist vindt een gevoel van veiligheid en geborgenheid in de eigen sociale kring en in de wetenschap dicht bij God te staan. Dit gevoel wordt veroorzaakt door duidelijke grenzen en de wetenschap aan de goede kant van de geschiedenis te staan. “You hear preachers say a lot, “The Lord is still on his throne, and everything is gonna be alright, and God's gonna take care of us.” Just accepting that has given me a lot of peace in my heart I didn't have for a long time... God is in control of our lives; God is in complete control.” 53 Volgens psychologen komt veel van het ongelukkige gevoel en de onzekerheid die mensen meemaken, voort uit tegenstrijdige zelfbeelden. Iemand kan zichzelf als goed persoon zien, maar kan tegelijkertijd lijden aan een innerlijk conflict door bijvoorbeeld zijn baan als deurwaarder. . Zoals we al hebben gezien hebben fundamentalisten vaak een sterk zelfbeeld, zonder twijfels over wat er individueel en sociaal van hen verwacht wordt. Dit zorgt voor een bepaalde voorspelbaarheid 52 Herriot 2009, pp. 165-166. 53 Ammerman 1987, p. 196. 21 54 en controle over iemands persoonlijke omgeving. Alle dingen die in het dagelijks leven gebeuren worden in een dualistische raamwerk gepast. Goede dingen komen van God, slechte dingen van 55 Satan en de zondige mens. Alle religieuze mensen hebben vertrouwen in Gods handelingen, fundamentalisten zijn er echter van overtuigd dat God dagelijks ingrijpt in het leven van de mensen die in God geloven. Diegenen die echt in God geloven kunnen Zijn plannen ontwaren. Bewijzen van Zijn ingrijpen worden gevonden in eigen getuigenissen en die van andere gelovigen. In zijn getuigenis in The Fundamentals vertelt Philip Mauro hoe hij op een avond door een ongeziene hand werd weggedreven van het wereldlijke vermaak dat hij in theaters zocht. Het volgende dat hij zich herinnerde was dat hij door de stad dwaalde en plotseling werd aangetrokken door een flauw gezang. “There is no natural explanation of my being attracted by, and of my following up, that 56 sound.” Hij kwam terecht in een kleine kerk waar hij zijn verlossing vond. Een Islamitisch meisje vertelt hoe Allah tot een ongelovige sprak die een moslima kwaad wilde doen. De ongelovige schrok hier zo van dat hij zich bekeerde tot de Islam. Wat het meisje mooi vindt aan het verhaal is 57 hoe Allah de gelovigen beschermt en hoe het verhaal de kracht van de Islam laat zien. Deze bekeringsverhalen zijn populair. Moslims vertellen elkaar hun getuigenissen op internetfora en in 58 chatboxen. Onder christenen zijn autobiografieën van bekende prekers, zoals Jerry Falwell en Pat Roberson, populair. De thema's in deze biografieën zijn vrijwel allemaal dezelfde, de schrijver 59 leefde ongelukkig in de duisternis, tot hij God vond en het licht zag. Ook de getuigenissen van minder bekende gelovigen zijn op deze manier geconstrueerd. Getuigenissen geven de lezer het gevoel dat God over hen waakt, en dat zelfs als het slecht met hen gaat, God hen genoeg mogelijkheden zal bieden om weer op het rechte pad te komen. Het bekerings-denken geeft niet alleen hoop voor individuen, maar ook voor de gehele samenleving. De maatschappij kan (nog) gered worden wanneer de mensen hun hart openen voor God. 60 De kennis over wat goed en fout is geeft een structuur aan het leven waarbinnen mensen zich veilig voelen. “I love the absolutes... I don't have responsibility. [God] gives us all the 54 Herriot 2009, pp. 165-166. 55 R.W. Hood, P.C. Hill en W.P. Williamson 2005, p. 37. 56 P. Mauro, 'A Personal Testimony', in: A. Dixon (red.), The Fundamentals: A Testimony to the Truth, Vol IV, Chicago 1910-1915, pp. 105-107. 57 M. de Koning, Zoekern naar een 'zuivere' Islam: Geloofsbelevenis en identiteitsvorming van jonge MarokkaansNederlandse moslims, Amsterdam 2008, pp. 244-245. 58 De Koning 2008, p. 272. 59 M. Lienesch, Redeeming America: piety and politics in the New Christian Right, Chapel Hill 1993, p. 50. 60 Herriot 2009, pp. 168-169. 22 61 answers. He makes the decisions for me, and that is great!” Een uitspraak als deze zal sommigen vreemd in de oren klinken. In de seculiere samenleving zijn we gewend aan keuzes, vage grenzen en eigen verantwoordelijkheid. De fundamentalist ziet hierin slechts gevaren en mogelijkheden om af te glijden in zonde. In de buitenwereld zijn er geen grenzen om je tegen de zonde te beschermen. Fundamentalisten vinden het beter om sommige keuzes die de buitenwereld biedt, buiten de 62 mogelijkheden te houden. Het opwerpen van grenzen houdt niet alleen de buitenwereld buiten, maar ook de gelovigen binnen. Dit gevoel van veiligheid wordt ook door fundamentalistische vrouwen gevoeld. In tegenstelling tot de overtuiging van veel seculieren dat vrouwen door fundamentalistische mannen onderdrukt worden voelen vrouwen zich vaak geborgen en veilig binnen de grenzen van het huishouden of onder de beschutting van de boerka. Natuurlijk herkennen ze ook de beperkingen van deze ondergeschikte rol, maar de voordelen van een zeker en veilig huwelijk waarin stabiliteit en continuïteit centraal staan wegen hier vaak tegenop. Ook zijn de heilige teksten vaak duidelijk over de positie van de vrouw, deze is ondergeschikt aan de man.63 Wanneer seculieren de fundamentalistische vrouw als onderdrukt beschouwen, negeren ze het geloof van de vrouw zelf, die ervan overtuigd is in de ogen van God het juiste leven te leiden. “This message [from the Quran] relieves him [the believer] of both [dejection and grief], not merely through patience and steadfastness, but also through a sense of superiority from whose heights the power of oppression, the dominant values, the current concepts, the standards, the rules, the customs and habits, and the people steeped in error, all seem low. . . . 64 Qutb beschrijft hier een gevoel dat veel fundamentalisten kennen, een gevoel van superioriteit ten opzichte van de ongelovigen. Preken en geschriften herinneren de fundamentalist er doorlopend aan, dat hij aan de juiste kant van de geschiedenis staat. Uiteindelijk zal God ingrijpen ten bate van de ware gelovigen. Dit kan al tijdens het leven van de gelovige plaatsvinden, maar ook wanneer dit niet gebeurt, dan zal de gelovige uiteindelijk naar de hemel gaan en de zondige gestraft worden. Fundamentalisten beoordelen de kwaliteit van hun leven naar spirituele maatstaven, nietgelovigen naar wereldlijke maatstaven. Elke kritiek van niet-gelovigen op fundamentalisten versterkt dus het idee van fundamentalisten dat ze naar Gods wil leven. Wanneer de Duivel hen 61 62 63 64 Ammerman 1987, p. 196. Ammerman 1987, pp. 195-196. Ammerman 1987, pp. 140-146. Herriot 2009, p. 178. 23 aanvalt, is dit voor de fundamentalisten een bewijs aan de goede kant van de kloof te staan. 65 De fundamentalist voelt zich dus veilig in zijn geloof door de grenzen die het geloof hem oplegt. Het dualistische wereldbeeld zorgt op twee manieren voor die veiligheid. Aan de ene kant beweegt de gelovige zich binnen de grenzen van de gelovige groep en vermijdt hij de mogelijke zonden van de buitenwereld. Aan de andere kant voelt de gelovige zich superieur in de wetenschap dat God naast hem staat in de strijd tegen de ongelovigen. 3.3. De eeuwige vijand "Fight those who do not believe in Allah, nor in the latter day, nor do they prohibit what Allah and His Messenger have prohibited, nor follow the religion of truth, out of those who have been given the Book, until they pay the tax in acknowledgment of superiority and they are in a state of subjection." – Koran 9:29 Het dualistische wereldbeeld heeft naast een kant die voor veiligheid en zekerheid zorgt, ook een kant die voor angst en paranoia kan zorgen. Het is dit onderdeel van het fundamentalistische wereldbeeld dat individuen en groepen ertoe kan drijven om geweld te gebruiken. Hoe leidt het dualistische wereldbeeld tot deze angst en achterdochtigheid, en daarmee tot een gewelddadig aspect in het wereldbeeld? Het is niet mijn bedoeling om alle fundamentalisten gewelddadige eigenschappen toe te dichten. Een militante verdediging van het geloof is echter een elementair onderdeel van het wereldbeeld van de fundamentalist en geweld is een van de uitingen van militant 66 denken. Dit blijft vaak beperkt tot beeldspraak over de eeuwige strijd van goed tegen kwaad, maar de mogelijkheid tot geweld die aanwezig is in het extreem dualistische denken van de fundamentalist, is niet te verdoezelen. Het accepteren van deze factor kan enkel leiden tot meer begrip. Fundamentalisten verdelen de wereld in twee delen, het deel van God en het deel van de Duivel. Door zichzelf en hun sociale kring in het deel van God te plaatsen, wordt de rest van de wereld onder het kwade, bedreigende deel van Satan gevoegd. Vaak zijn het specifieke groepen die de kern van al het kwaad zijn. Voor fundamentalistische Amerikanen zijn dit bijvoorbeeld hun 65 Herriot 2009, p. 177. 66 G. ter Haar en J.J. Busutill 2003, p. 6. 24 liberale of katholieke geloofsbroeders terwijl het voor fundamentalistische moslims Amerika en de joden zijn. Het identificeren van specifieke vijandelijke groepen helpt een gevoel te versterken dat de buitenwereld er op uit is de ware gelovigen te vernietigen. Bij een demonstratie in Amsterdam tegen het Israelische geweld tegen Palestijnen spreekt een jongen: “ Denk je nou echt dat een demonstratie helpt? Denk je nou echt dat de overheid naar ons zal luisteren? Van het Westen hoeven we niets te verwachten. Het Westen is voor Israël. Dat maakt het Westen onze vijand. We moeten onze broeders helpen. Het is onze plicht als moslim. Het is een schande wat onze broeders en zusters daar moeten doormaken. Dat mogen wij niet laten gebeuren.” 67 In het vorige hoofdstuk is het gevoel van superioriteit dat hierdoor ontstaat al aangestipt. Dit idee kan voor een gevoel van veiligheid zorgen, maar kan ook ten koste gaan van de empathie die voor mensen wordt gevoeld die geen onderdeel van de groep zijn. Dit kan uiteindelijk leiden tot het dehumaniseren van andere mensen, waardoor ze niet meer als medemens worden gezien maar 68 slechts als dienaren van het kwaad. De hierboven geciteerde jongen ziet Israël tegen moslims vechten, Amerika steun bieden aan Israël, en geheel Europa achter Amerika staan. Hierdoor is de Nederlandse overheid een onderdeel van het kwaad. Een vergelijkbare argumentatie is te vinden bij Amerikaanse fundamentalisten die op begrafenissen van soldaten die in Irak gestorven zijn protesteren tegen homoseksualiteit. Hier lijkt voor ons geen verband tussen te bestaan, maar voor de fundamentalisten is de overheid die soldaten naar Irak stuurt, dezelfde overheid die homoseksualiteit tolereert. Zonden van de vijandige groep veroorzaken een morele verontwaardiging, maar deze verontwaardiging kan omslaan in woede wanneer de zonden als 69 aanvallen op de eigen groep worden beschouwd. Dit kan leiden tot het bewust uitlokken van zonden bij de vijand om dit beeld te bevestigen. De aanvallen op 11 september zijn hier een voorbeeld van. Bin Laden verwachtte een gewelddadige reactie van de VS die veel lijden met zich mee zou brengen voor moslims wereldwijd. De “war on terror” die inderdaad op de aanvallen volgde kon makkelijk geportretteerd worden als een “oorlog tegen Islam”. De “oorlog tegen Islam” versterkt het gevoel van eenheid onder fundamentalistische moslims, en bevestigt voor hen het beeld van een vijandige buitenwereld die erop uit is hen te vernietigen. 67 68 69 70 S.G. Koerkamp en M. Veerman 2006, p. 82. Strozier 2010, pp. 14-15. Strozier 2010, pp. 27-28. Herriot 2009, pp. 262-263. 70 25 Vrijwel alle fundamentalisten zijn ervan overtuigd dat de wereld snel gaat eindigen. Voor sommigen kunnen mensen daar geen rol in spelen, het enige wat mensen kunnen doen is naar het Woord van God leven en hopen dat zij gered worden. Anderen zien het als een taak van de ware gelovigen om de eindtijd te bespoedigen. Alle fundamentalisten streven echter naar een, wereldlijke of hemelse, utopische staat. De overtuiging dat deze staat ooit zal bestaan is een belangrijke samenbindende factor in de sociale groep van de fundamentalist. De zekerheid dat het ooit beter zal worden geeft hoop. Er zijn echter kwade krachten in de wereld die het ontstaan van deze utopische staat proberen tegen te houden, en de grootste boosdoener is de bovengenoemde vijandige groep. Volgens deze redenering kan de ideale staat alleen worden gevestigd wanneer de vijandige groep vernietigd wordt. De fundamentalistische groepering ziet zichzelf als moreel superieur, maar veel zwakker in wereldlijke termen. De vijandige groep is overal aanwezig en zit achter alle pogingen om de gelovige groepering te verzwakken. Dit is het paranoïde onderdeel van het fundamentalistische wereldbeeld, de overtuiging dat er een diabolische vijand is die het streven om 71 Gods plannen te vervullen tegenwerkt. Uiteindelijk kunnen deze gevoelens van angst en paranoia omslaan in gewelddadige ideeën. Vooral wanneer angst en paranoia gepaard gaan met gevoelens van persoonlijke vernedering is het mogelijk dat de drang om Gods werk te vervullen, tot geweld kan leiden. 72 Zoals we hebben gezien leidt de drang tot doctrinele juistheid tot een dualistische denkwijze. Deze denkwijze brengt grenzen met zich mee, zowel om de zondige buitenwereld buiten te houden als om de gelovigen te beschermen en binnen te houden. Wanneer de wereld op een dualistische wijze bekeken wordt geeft dit een gevoel van veiligheid en zekerheid, zowel door de geborgenheid van de eigen sociale kring als door de hoopvolle wetenschap het uiteindelijk bij het juiste eind te hebben. Toch heeft het ook een angstige en paranoïde kant, de diabolische buitenwereld is er immers op uit om Gods werk tegen te werken. Dit kan tot extreme reacties lijden. Uiteindelijk kunnen we concluderen dat het dualistische wereldbeeld zekerheid geeft, maar dat deze zekerheid zich op verschillende manieren kan uiten. 71 Strozier 2010, pp. 48-49. 72 Strozier 2010, pp. 52. 26 Conclusie Het fundamentalistische wereldbeeld is elementair verschillend van het seculiere wereldbeeld. Dit ligt zoals we hebben gezien vooral aan het denken in absolute waarheden dat zo kenmerkend is voor het fundamentalistische wereldbeeld. De manier waarop de waarheden uit de heilige tekst gezien worden door fundamentalisten is misschien te vergelijken met de manier waarop wetenschappers naar wiskundige wetten kijken., namelijk onveranderbaar. Toch kan de perceptie op zelfs de meest elementaire wetenschappelijke wetten veranderen, zoals we bij Kuhn hebben gezien. Het is onwaarschijnlijk dat de perceptie van de fundamentalisten op de heiligheid van de wetten van God verandert. Door de intra-tekstuele methode toe te passen op de heilige teksten, bepalen zij namelijk zelf dat zij heilig zijn. De tekst wordt als een handleiding voor de grote en kleine dilemmas in het leven gezien. Omdat de tekst absoluut is, zijn ook de fundamentalistische opvattingen over de natuur en de wereld absoluut. Dit leidt tot conflicten met de seculiere wetenschap. Vooral op het gebied van opvoeding botsen de wereldbeelden. Fundamentalisten hebben een mythisch beeld van het verleden, maar ook het heden wordt beschouwd als een strijdperk tussen goed en kwaad. Grenzen worden opgeworpen om het kwaad buiten te houden, maar ook om de gelovige binnen te 27 houden en om hem te beschermen tegen zondige verleidingen. Dit dualistische wereldbeeld zorgt voor een gevoel van veiligheid, de gelovige staat immers aan de kant van God in de eeuwige strijd. Er ontstaat echter ook een gevoel van angst voor de buitenwereld, en haat tegenover de vijandige groeperingen die Gods werk saboteren. Het fundamentalisme lijkt geen voorbijgaand fenomeen te zijn, het vind zichzelf steeds opnieuw uit. In de afgelopen eeuw hebben seculieren keer op keer de foute aanname gemaakt dat mensen vanzelf de zegeningen van de moderne samenleving zouden erkennen. Religie zou geen plaats meer hebben in de moderne samenleving, hoogstens als privézaak zou het nog bestaansrecht hebben. Zoals Armstrong heeft beschreven is het mythische een primair onderdeel van het menselijk bewustzijn. Religie geeft antwoorden op vragen waar de logica en rationaliteit van de moderne wetenschap voor veel mensen geen bevredigend antwoord op geven kan. Voor sommige mensen is de moderne wereld niet alleen onbevredigend, maar zelfs afstotelijk. De vrijheden die voor liberalen de basis van de samenleving vormen, geven ruimte aan fenomenen die niet in het wereldbeeld van fundamentalisten passen, en zelfs als diabolisch worden beschouwd. Fundamentalisten zien de wereld op een manier die voor seculieren onbegrijpelijk is, en dit zal voor conflict blijven zorgen. “Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte zijne macht. Doet de wapenuitrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels; want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in hemelse gewesten.” – Efeziërs 6:11-12 28 Literatuurlijst N.T. Ammerman, Bible believers, Fundamentalists in the Modern World, New Brunswick 1987. K. Armstrong, The battle for God: A history of fundamentalism, New York 2001. C. Buskes, Evolutionair denken: De invloed van Darwin op ons wereldbeeld, Amsterdam 2006. O. Chadwick, The Secularization of the European Mind in the 19th Century, Cambridge 1975. A.C. Dixon (red.), The Fundamentals: A Testimony to the Truth, Vol IV, Chicago 1910-1915. H. Driessen, In het huis van de Islam: geografie, geschiedenis, geloofsleer, cultuur, economie, politiek, Nijmegen 2003. R.L. Euben en M.Q. Zaman (ed.), Princeton readings in Islamic thought: texts and contexts from al- 29 Banna to Bin Laden, Princeton 2009. P. Herriot, Religious Fundamentalism: global, local and personal, Londen 2009. A. Heywood, Political ideologies: an introduction, Basingstoke 2012 G. ter Haar en J. J. Busuttil, The freedom to do God's will: religious fundamentalism and social change, London 2003. R.W. Hood, P.C. Hill en W.P. Williamson, The psychology of religious fundamentalism, New York 2005. S.G. Koerkamp en M. Veerman, Het slapende leger: Een zoektocht naar jonge Jihadsympathisanten in Nederland, Amersfoort 2006. M. de Koning, Zoeken naar een 'zuivere' Islam: Geloofsbeleving en identiteitsvorming van jonge Marokkaans-Nederlandse moslims, Amsterdam 2008. M. Lienesch, Redeeming America: piety and politics in the New Christian Right, Chapel Hill 1993. G.M. Marsden, Fundamentalism and American culture, New York 2006. S. Rushdie, De grond onder haar voeten, Amsterdam 2000. M. Ruthven, Fundamentalism: a very short introduction, Oxford 2007. M. Ruthven, Islam: a very short introduction, Oxford 2012. S.B. Strozier, The fundamentalist mindset: Psychological perspectives on religion, violence and history, New York 2010. Q. Wiktorowicz en J. Kaltner, "Killing in the Name of Islam: Al-Qaeda's Justification for September 11", in: Middle East Policy, vol. X., no 2, Summer 2003, pp. 76-92.