Het fundamentalistsiche wereldbeeld Een analyse van de manier

advertisement
Het fundamentalistsiche wereldbeeld
Een analyse van de manier waarop conflicten tussen fundamentalisten en seculieren
voortkomen uit het fundamentalistische wereldbeeld
Tim van der Meulen
3646602
OSIII: Tolerantie, secularisering en fundamentalisme
Dr. J.P.M. Koch
04/06/2014
Woorden: 9380
Inhoudsopgave
Inleiding
p. 1
1. Conflict met de moderne wereld
p. 4
1.1. Wetenschap en vooruitgang
p. 4
1.2. De samenleving en moraliteit
p. 6
2. Eeuwige waarheden
p. 9
2.1. Tekstuele onfeilbaarheid
p. 10
2.2. Fundamentalistische visie op wetenschap
p. 12
3. Licht en donker
p. 16
3.1. Geen grijs gebied
p. 16
3.2. Hoop en veiligheid
p. 19
3.3. De eeuwige strijd
p. 21
Conclusie
p. 25
Literatuurlijst:
p. 27
1
Inleiding
“Living according to the Word means joy and peace. It means absolutes. It means eternity.
Whereas living in the world brings nothing but misery and unhappiness”1
Deze woorden werden gesproken door een lid van een Amerikaanse kerk die trots het label
“fundamentalistisch” draagt.2 Het citaat laat een wereldbeeld zien dat typerend is voor de
fundamentalistische gelovige. Voor diegenen die in “the world” leven is het een moeilijk te bevatten
belevingswereld: de absoluten en contrasten waar de fundamentalist zich veilig bij voelt zijn hen
vreemd. Deze kloof zorgt voor veel wederzijds onbegrip. Voor seculieren is religie een privé
kwestie, en moeten religieuze uitingen waar mogelijk uit de publieke ruimte verdreven worden.
Fundamentalisme wordt gezien als de vijand van het moderne denken, een verdraaing van de
menselijke rationaliteit.3 Dit beeld is in de afgelopen decennia enkel versterkt door de gewelddadige
vormen die het fundamentalisme heeft aangenomen. Wat begon met de affaire over Salman Rushdie
in 1989, groeide door de aanslagen in New York, Londen en Madrid uit tot een angst voor niet
alleen de fundamentalistische, maar voor elke vorm van de Islam. Maar de afkeer is niet beperkt
gebleven tot de Islam, de protesten tegen homosexualiteit en abortus door Amerikaanse
evangelisten en de weigering van streng-hervormde ouders in Nederland om hun kinderen te
vaccineren roepen vergelijkbare gevoelens op. Het fundamentalisme is echter meer dan de
gevaarlijke antimoderne stroming die zij volgens sommigen is. Voor een beter begrip is inzicht
nodig in het werelbeeld van fundamentalisten. Een wereldbeeld is het raamwerk van ideeën en
overtuigingen waardoor individuen en groepen de wereld interpreteren en er interactie mee hebben.
In dit essay wil ik het fundamentalistische wereldbeeld analyseren, om te begrijpen waarom er
sprake is van een terugkerend conflict met de seculiere samenleving.
Er is geen concensus over wat de term “fundamentalist” precies inhoudt. De term stamt uit
de Verenigde Staten en is ontstaan in het begin van de twintigste eeuw, toen critici van de moderne
bijbelkritiek vasthielden aan de “fundamenten” van het geloof. De moderne bijbelkritiek onderzocht
de oorsprong van de bijbelboeken en probeerde de ware schrijvers te vinden. De bijbel werd dus als
een normaal historisch document behandeld. Hierdoor verdween het Goddelijke uit de bijbel, en
1
N.T. Ammerman, Bible believers, Fundamentalists in the Modern World, New Brunswick 1987, p. 74.
2 Ammerman 1987, p. 14.
3 M. Ruthven, Fundamentalism: a very short introduction, Oxford 2007, p.5.
2
werd het een door de mens gemaakt boek. Dit riep veel verontwaardiging en afkeer onder sommige
christenen op.4 Sindsdien wordt de term “fundamentalisme” in almaar bredere zin en ook voor
andere religies gebruikt. Zo noemen we de Islamitische hervormingsbewegingen uit de tweede helft
van de twintigste eeuw fundamentalistisch, mede door het gebruik van geweld, terwijl dit geweld
grotendeels ontbreekt in het optreden van de Amerikaanse fundamentalisten. In dit essay wil ik niet
te lang stil staan bij het precieze definiëren van de term fundamentalisme. In de jaren negentig van
de afgelopen eeuw kwamen de auteurs van “The Fundamentalist Project”, een uitgebreide
internationale studie naar conservatieve religieuze bewegingen, tot de volgende definitie van
religieus fundamentalisme:
“An identifiable pattern of religious militance in wich self-styled true believers attempt to
arrest the erosion of religious identity by outsiders, fortify the borders of the religious community
and create viable alternatives to secular structures and processes”5
Deze definitie valt natuurlijk te bekritiseren, maar wat haar erg bruikbaar maakt is dat zij
fundamentalisme definieert als een reactie op secularisatie. Hierdoor wordt er een grens getrokken
tussen de religieuze hervormingsbewegingen uit de twintigste eeuw en de bewegingen uit vroegere
eeuwen, toen van secularisme zoals we het nu kennen immers nog geen sprake was. In de woorden
van Martin Marty: “de meeste mensen die in een traditionele cultuur leven hebben niet door dat ze
traditionalisten zijn”. Wat fundamentalisten onderscheidt is dat ze zich afzetten tegen een moderne,
seculiere cultuur die ze als niet religieus-traditionalistisch genoeg ervaren.6
Er ontstaat een conflict omdat de seculiere en fundamentalistische wereldbeelden zo
essentieel verschillen dat ze bijna niet verenigbaar zijn. In het eerste hoofdstuk zal ik dit conflict
beschrijven. Hoe heeft dit conflict zich in de afgelopen eeuw ontwikkeld, en welke vormen heeft
het aangenomen? In dit hoofdstuk onderscheid ik twee gebieden waarop het conflict zich
concentreert. Er is een conflict over de essentie van de natuur en de wereld, en een conflict over de
aard van de samenleving en hoe deze ingericht dient te worden. Het conflict wordt beschreven aan
de hand van een bondige geschiedenis waarin de belangrijkste punten van het conflict uitgelegd
worden. Deze beschrijving is nodig om een context te geven aan het tweede en derde hoofdstuk. In
deze hoofdstukken wordt het wereldbeeld van fundamentalisten geanalyseerd. Hiermee hoop ik een
4 Ruthven 2007. p. 8.
5 G. ter Haar en J.J. Busutill, The freedom to do God's will: religious fundamentalism and social change, London
2003, p. 6.
6 Ruthven 2007, pp. 10-11.
3
inzicht te krijgen in de beweegredenen van fundamentalisten om keer op keer de strijd met de
seculiere samenleving aan te gaan. Dit zal ik doen aan de hand van historische, sociologische en
psychologische literatuur, geïllustreerd en verduidelijkt met uitspraken van fundamentalistische
gelovigen. In het tweede hoofdstuk analyseer ik de basis van het fundamentalistische wereldbeeld,
namelijk de eeuwige waarheden waarop het berust. De fundamentalist gaat uit van onveranderbare,
objectieve waarheden. Hoe komen deze waarheden tot stand, en waarom worden ze zo stellig
verdedigd? Dit hoofdstuk laat zien waarom de wereld van de fundamentalist onverenigbaar lijkt te
zijn met de seculiere wereld, waarin eeuwige waarheden geen plaats hebben. In het derde hoofdstuk
analyseer ik het dualistische wereldbeeld van de fundamentalisten. Fundamentalisten beschouwen
zichzelf als levend in een bedreigde enclave, een laatste bastion van Goddelijk licht temidden van
een zee van duisternis. Welke effecten heeft dit dualistsich denken? Aan de ene kant zorgt het voor
een gevoel van veiligheid, aan de andere kant voor een gevoel van angst en haat. In dit hoofdstuk
zal ik analyseren hoe deze gevoelens tot stand komen, en op welke manier dit onderdeel van het
fundamentalistische wereldbeeld tot conflicten met de seculiere maatschappij kan leiden. Het doel
van dit essay is om het conflict tussen twee werelden te beschrijven aan de hand van een analyse
van het fundamentalistische wereldbeeld.
4
1. Conflict met de moderne wereld
In de inleiding zijn reeds een aantal voorbeelden genoemd van conflicten tussen fundamentalisten
en de moderne, seculiere maatschappij. De conflicten onwtikkelen zich op twee gebieden. Ten
eerste is er een conflict tussen seculieren en fundamentalisten over de aard van de natuur en de
wereld. Ten tweede is er een conflict over de manier waarop de samenleving ingericht dient te
worden en over moraliteit. Wat voor vorm nemen deze confliten aan? Deze vraag zal ik in dit
hoofdstuk aan de hand van sprekende voorbeelden proberen te beantwoorden.
1.1. Wetenschap en vooruitgang
Voor veel inwoners van Westerse en seculiere landen is de moderne samenleving een zegen. We zijn
gewend aan vrijheid, pluralisme en democratie en we beschouwen het als normaal dat iedereen voor
zichzelf kan bepalen om wel of niet in een God te geloven. De waarden die de basis van de moderne
samenleving vormen zijn geworteld in het liberalisme. De term “liberalisme” verraadt meteen een
van haar belangrijkste waarden, namelijk vrijheid. Elk volwassen mens heeft een natuurlijk recht
om zijn eigen keuzes te maken, zolang hij daarmee anderen niet schaadt. Dit houdt in dat hij zelf
kan kiezen welke religie hij wil belijden, zonder dat hij daarvoor verantwoordelijkheid hoeft af te
leggen tegenover zijn medeburgers of de overheid. Het recht om af te wijken van de dominante
cultuur. Wanneer de overheid niet kan ingrijpen in het religieuze leven van haar burgers is er geen
ruimte voor religieuze overheidsinstanties, die zouden immers enkel bepaalde religies begunstigen.
Een liberale staat is, in theorie, dus vrijwel automatisch een seculiere staat.7 Tegenwoordig zijn deze
waarden in het Westen vrijwel algemeen geaccepteerd. Een volledig seculiere staat is niet mogelijk,
en misschien ook niet wenselijk, maar men is vrijin het maken van religieuze keuzes. Dit heeft tot
pluralistische samenlevingen gezorgd, waarin een lappendeken is ontstaan van religieuze, semireligieuze en atheïstische overtuigingen. Deze basis van de moderne samenleving contrasteert met
het fundamentalistische beeld van de basis van de samenleving. Zoals we in hoofdstuk drie zullen
zien hebben fundamentalisten een negatief beeld van vrijheid.
Een van de punten waar veel conflict over bestaat, is de opvoeding van kinderen. Volgens
liberale waarden moet elk kind een bepaalde basis aan kennis meekrijgen, zodat hij als volwassene
de mogelijkheden heeft om als onafhankelijk mens keuzes te maken. Ook wordt aan kinderen de
7
O. Chadwick, The Secularization of the European Mind in the 19 th Century, Cambridge 1975, p. 21-27.
5
evolutietheorie geleerd, als een van de basisprincipes van moderne biologie. Voor fundamentalisten,
die de evolutietheorie als conflicterend zien met de eeuwige waarheden van de heilige schrift, is dit
een frontale aanval. Fundamentalisten zijn ervan overtuigd aan de kant van God te staan, en het is
dus niet verwonderlijk dat ze er alles aan doen om hun kinderen te beschermen tegen godslasterlijke
theorieën. In Amerika heeft dit meerdere malen tot rechtszaken geleid om zo mogelijk de
evolutietheorie uit het onderwijs te verbannen, of om tenminste het creationisme gelijke lestijd te
geven.8 Als deze pogingen falen leidt dit vaak tot het ridiculiseren van fundamentalisten. Een
voorbeeld hiervan is het beroemde Scopes-trial uit 1925. De evolutieleer was in 1923 verbannen
van scholen in Tenessee, maar dit werd al snel aangevochten door John Scopes, een leraar biologie.
Scopes kreeg vanuit New York een van de beste advocaten van het land toegewezen, Clarence
Darrow. Voor de creationisten sprak William J. Bryan, een oude, maar zeer gerenomeerde,
evangelische politicus die in 1886 en in 1900 de presidentsverkiezingen verloor. Tijdens het proces
verdedigde Bryan het creationisme aanvankelijk met vuur, maar toen hij door Darrow ondervraagd
werd bleek hij totaal onbekend te zijn met moderne wetenschap en zelfs weinig kennis over de
bijbel te bezitten. De oude man werd totaal vernederd tijdens een kruisverhoor en verloor de
rechtzaak. De Amerikaanse media waren onverbiddelijk in hun oordeel, fundamentalistische
overtuigingen waren belachelijk en fundamentalisten hadden niets te zoeken in een moderne
samenleving. Dat de gebroken Bryan een week later stierf deed volgens de kranten niets af aan de
lachwekkendheid van zijn argumenten; “His place in Tenessee hagiography is secure, if the village
barber saved any of his hair, then it is curing gall-stones down there today”. Het Amerikaanse
fundamentalisme zou nooit meer van het imago afkomen van een obscure beweging van slecht
opgeleide plattelandslui. De fundamentalistische argumenten werden nooit meer helemaal serieus
genomen.9
Zo ontstond rond deze tijd ook het beeld van het fundamentalisme als vijand van de
wetenschap en de vooruitgang. Er ontstond een angst dat Amerika terug zou keren naar de Duistere
Middelleeuwen als de fundamentalisten teveel invloed zouden krijgen. De fundamentalisten trokken
zich na de vernedering van het Scopes-trial terug in eigen kring. Liberaal Amerika voelde zich na
dit terugtrekken bevestigd in zijn overtuiging dat het fundamentalisme een verloren zaak was. Voor
fundamentalisten werd er echter ook een beeld bevestigd, namelijk dat de moderne samenleving
ziek was. De fundamentalisten verdwenen niet, in plaats daarvan versterkten ze hun basis in de
gebieden waar hun overtuigingen wel populair waren. Hierdoor kwam de terugkeer van de
8 Ammerman 1987, p. 178.
9 Marsden 2006, pp. 184-189.
6
fundamentalisten op het politieke toneel in de jaren zestig als een verrassing voor veel
Amerikanen.10 De fundamentalisten bleven een wereldbeeld uitdragen dat God centraal stelt in de
creatie van mens en aarde, en krijgen ook nu nog veel steun voor Amerika. Een recente enquête laat
zien dat zesentachtig procent van de Amerikanen van mening is dat God een centrale rol in het
ontstaan van het leven heeft gespeeld, tegenover negen procent die van mening is dat God geen rol
in het proces heeft gehad en vijf procent zonder mening. De theorie van Intelligent Design, een
alternatief voor de evolutietheorie die stelt dat het leven te ingewikkeld is om toevallig te ontstaan,
is zeer populair. Ook in Nederland heeft de theorie invloed. In 2005 stelde onderwijsminister Maria
van der Hoeven (CDA) dat de evolutietheorie “niet compleet” is, en dat er een dialoog tussen
evolutiebiologen en gelovigen nodig was. Van der Hoeven verwees naar “Intelligent Design”, als
mogelijk compromis. Er ontstond een storm van kritiek, voornamelijk van wetenschappers maar
ook van opiniemakers. Biologen waren bang dat Intelligent Design op het lesprogramma terecht zou
komen. Van der Hoeven wilde blijkbaar terug naar de Middelleeuwen. Deze gebeurtenis is een
voorbeeld van hoe moeilijk het is om beide werelden te verenigen. Van der Hoeven wilde enkel een
dialoog opstarten om beide partijen dichter bij elkaar te brengen, maar wetenschappers wilden geen
strobreed toegeven. Evolutie verwordt zo tot een seculier dogma, en de kloof tussen
fundamentalisten en seculieren wordt enkel dieper.11 Waarom blijven fundamentalisten tegen ideeën
vechten die volgens velen niet eens meer ter discussie staan? Voor fundamentalisten is dit geen
keuze, maar een noodzaak. De eeuwige en heilige waarheden uit de heilige schrift staan niet ter
discussie, dus moet ervoor gevochten worden. In het tweede hoofdstuk zal dit onderdeel van het
fundamentalistische wereldbeeld geanalyseerd worden.
1.2. De samenleving en moraliteit
Tijdens de jaren van isolatie had de fundamentalistische beweging in Amerika op politiek gebied
zich een gemaakt met het rechtse gedachtegoed, en keerden zich in de woelige jaren zestig tegen de
sexuele en raciale emancipatie. Wederom werden fundamentalisten gezien als tegenstanders van de
vooruitgang. De beweging droeg een morele boodschap uit waarin een groot deel van de
Amerikanen zich in kon vinden, tot onbegrip en irritatie van liberale hervormers.12 Sinds de jaren
zestig is er een opmerkelijke paradox in de houding van Amerikaanse fundamentalisten aanwezig.
Aan de ene kant wordt de samenleving met afschuw bekeken en worden er waar mogelijk
10 Armstrong 2001, pp. 176-179.
11 C. Buskes, Evolutionair denken: De invloed van Darwin op ons wereldbeeld, Amsterdam 2006., pp. 267-277.
12 Armstrong 1987, pp. 266-273.
7
alternatieve, christelijke, structuren opgebouwd. Aan de andere kant is de beweging zeer zichtbaar
in de Amerikaanse politiek, en probeert zij actief Amerika terug te brengen naar zijn religieuze
wortels. God heeft ze de kracht gegeven hun huizen en kerken christelijk te houden, nu kan met de
hulp van God ook de natie veranderd worden.13 De Amerikaanse samenleving is verziekt. Het
hooggerechtshof heeft moord gelegaliseerd in de vorm van abortus. Morele zonden zoals
homosexualiteit en geslachtsverandering roepen de wraak van God af over Amerika. Alleen door
terug te keren naar het ware christelijke geloof kan het land nog gered worden. Dit leidt natuurlijk
tot conflicten met seculieren voor wie zaken zoals abortus en sexuele vrijheid juist verworvenheden
zijn van de moderne samenleving.14
Ook voor Islamitische fundamentalisten is de moderne samenleving verachtelijk. Voor hen neemt
deze verachtelijke samenleving een iets andere, maar net zo bedreigende vorm aan.15 In de Islam
bestaat er geen traditie van een scheiding tussen kerk en staat. De openbaringen van Allah gaan niet
over Zijn natuur, maar over Zijn wet. Deze wet, de Sha'ria, is de eeuwige manifestatie van de wil
van Allah. De Sha'ria heeft zich in de eeuwen na de openbaringen in de Koran ontwikkeld en is
aangevuld met informatie uit de hadith (de mondelinge overleveringen van uitspraken en
handelingen van de Profeet). Er is dus maar één rechtvaardige staat in de ogen van Allah, en dat is
de staat die de wetten van de Sha'ria volgt. Sinds het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk is er
geen Kalifaat (Islamitische staat geleid door de Kalief, de plaatsvervanger van Allah op aarde) meer
om leiding te geven aan de Umma (De wereldwijde gemeenschapvan moslims).16 Moslims zijn ten
prooi gevallen aan koloniale machten en aan corrupte, wereldlijke heersers. In de ogen van
moslimfundamentalisten wordt de Umma dagelijks bedreigd op verschillende plekken op de wereld.
De aanval op New York werd door Bin Laden gelegitimeerd als een verdediging tegen de
aanwezigheid van Amerikaanse troepen op Islamitische grond.17 De gewelddadige aanslagen van
moslimterroristen zijn bedoeld om moslims te mobiliseren en vijanden af te schrikken, met als doel
het stichten van een Islamitische staat als alternatief voor de zieke moderne wereld.
Een van de onderdelen van het fundamentalistische wereldbeeld dat voor veel onbegrip bij
seculieren zorgt is de positie van de vrouw in de samenleving. Vrouwen staan volgens de liberale
ideologie in principe op gelijke voet met mannen. In fundamentalistische ideologieën wordt de
13
14
15
16
17
Ammerman 1987, p. 202.
Ruthven 2007, pp. 82-83.
Ruthven 2007, pp. 83-85.
M. Ruthven, Islam: a very short introduction, Oxford 2012. pp. 82-84.
Q. Wiktorowicz en J. Kaltner, 'Killing in the name of Islam: Al-Qaeda's Justification for September 11' in: Middle
East Policy, vol. X, no 2, summer 2003, pp. 85.
8
vrouw vaak een ondergeschikte positie toegekend. De vrouw moet beschermd worden van de
buitenwereld, en dit uit zich in het huiselijk leven van fundamentalistische vrouwen. Dit zorgt voor
grote woede bij feministische organisaties, die van mening zijn dat deze vrouwen bevrijd moeten
worden van het juk dat ze in de naam van religie door mannen opgelegd is. Het dragen van een
boerka of een niqaab wordt als onderdrukking gezien, evenals het weren van vrouwen uit publieke
functies. Voor fundamentalisten is de positie van de vrouw een principeel thema waarop de
moderniteit dreigt de traditie kapot te maken.18
Fundamentalisten zijn er in zeer sterke mate van overtuigd de enige juiste morele boodschap
uit te dragen. De zelfverzekerdheid van fundamentalisten wekt onbegrip en onzekerheid bij
seculieren op. Het kost kracht om zelfverzekerd te blijven tijdens het keer op keer afgewezen
worden wanneer men de boodschap van deur tot deur verkondigt. Toch gaan ze door, met de
gedrevenheid van iemand die zeker weet gelijk te hebben. De fundamentalist kan dit volhouden
door voor de overwinningen God te danken en door de Satan de schuld van de tegenslagen te geven.
Hierdoor wordt de fundamentalist continue versterkt in zijn gevoel het werk van God te doen. Dit
continue afwijzen van de moderne wereld, het omgaan met ridicuul en soms zelfs regelrechte
vijandigheid roept ook bewondering op. Bewondering wordt gevoeld voor het schijnbaar
exemplarische morele leven dat sommige fundamentalisten leiden. Er wordt niet gedronken,
gevloekt en het familieleven staat centraal.19 Dit roept ook een afkeer op, een afkeer die men voelt
bij mensen die te hard lijken te proberen correct te zijn. De fundamentalisten zijn met trots anders
en voelen zich aan Gods zijde superieur, maar mensen die volharden in morele superioriteit roepen
ook afkeer op. Fundamentalisten voelen zich moreel verplicht om juist en naar Gods wetten te
leven. Waarom deze morele verplichting gevoeld wordt zal in hoofdstuk twee geanalyseerd worden.
18 Ruthven 2007, pp. 65-71.
19 Ammerman 1987, p. 90-91 en 196-197.
9
2. Eeuwige waarheden
“Het was, in mijn soezerigheid van voor de slaap, een zenuwslopend idee; want als de wereld zelf
onvoorspelbaar van gedaante veranderde, kon je nergens meer staat op maken. Waarop kon je dan
nog vertrouwen? Hoe moest je in een verbrokkelde, veranderde tijd nog houvast, fundamenten,
vaste punten vinden?”
20
Volgens fundamentalisten is de realiteit gebaseerd op onveranderlijke, door God vastgestelde,
waarheden. Deze waarheden zijn over het algemeen gebaseerd op heilige teksten. Vrijwel alle
orthodoxe gelovigen gaan uit van schriftelijk literalisme. (Orgineel is dit een Engelse term,
enigszins te vertalen als letterlijkheid). Dit houdt in dat de woorden in de heilige tekst opgevat
moeten worden zoals de door God geïnspureerde schrijver ervan het bedoeld heeft. De schrijvers
van de tekst waren door God geïnspireerd en dus is het mogelijk om door het interpreteren van de
bedoelingen van de schrijver de door God gegeven waarheid te achterhalen. De tekst liegt niet, en is
voor iedereen die het wil te begrijpen. Dit schriftelijk literalisme kan echter problematisch zijn, het
is immers (behalve in het Katholicisme) niet bepaald wie de autoriteit heeft om aan te geven wat de
schrijvers met hun woorden bedoelen. Door het gebruik van schriftelijk literalisme is het mogelijk
om sommige passages een allergorische of metaforische betekenis te geven. Dit geeft echter ook
ruimte voor historische of tekstuele bijbelkritiek, aangezien er te discussiëren valt over welke
passages letterlijk waar zijn en welke metaforisch bedoeld zijn. Fundamentalisten ontwijken dit
door de heilige teksten tekstuele onfeilbaarheid toe te dichten.Volgens deze overtuiging is de heilige
tekst foutloos en altijd feitelijk juist. Tekstuele onfeilbaarheid, de overtuiging dat de woorden die
door God geopenbaard zijn precies de letterlijke en onbetwistbare waarheid bevat, is terug te vinden
in fundamentalistische stromingen binnen zowel het christendom, de islam als het jodendom.
21
Door vast te houden aan onveranderlijke waarheden kan het fundamentalisme zekerheid bieden in
een wereld waarin alles aan twijfel onderhevig is. Maar het zorgt ook voor een onbuigzaamheid die
het moeilijk maakt om complexe theologische dilemma's op te lossen en die compromissen
20 S. Rushdie, De grond onder haar voeten, Amsterdam 2000, p. 205.
21 Ruthven 2007, pp. 40-50.
10
22
onmogelijk maakt. Wanneer bomen niet buigen kunnen ze immers breken. In dit hoofdstuk zal ik
analyseren wat tekstuele onfeilbaarheid inhoudt en hoe de fundamentalistische waarheden tot stand
komen, om vervolgens te analyseren wat de gevolgen hiervan zijn voor de interactie van
fundamentalisten met de moderne wereld.
2.1. Tekstuele onfeilbaarheid
Gelovigen kennen een liefde en een verering voor hun heilige teksten die nooit helemaal te
begrijpen is voor seculieren. Hoe gehecht de atheïst ook aan een tekst of boek kan zijn, hij zal haar
nooit boven alle twijfel stellen. Waar gematigde gelovigen bepaalde delen van de heilige tekst
relativeren of in een historische context zien, weigeren fundamentalisten elk compromis wat betreft
de feitelijke correctheid van hun tekst. Waarheid kan alleen uit de tekst komen, die immers door
God gegeven is. In dit hoofdstuk zal ik analyseren op welke manier fundamentalisten hun teksten
lezen en op welke manier hun wereldbeeld gebaseerd is op de heilige tekst.
Fundamentalisten interpreteren hun heilige teksten intra-tekstueel. Dit houdt in dat door de tekst
zelf bepaalt hoe zij gelezen moet worden. De logica hierachter refereert niet aan de inhoud van de
tekst, maar aan het proces van het lezen ervan. Men begrijpt de tekst door het proces van het lezen.
Wanneer de Bijbel of de Koran volgens dit principe gelezen wordt, bepalen de teksten zelf dat zij
heilig zijn. Omdat de heilige tekst claimt Gods woord te zijn is de heilige tekst de enige
gezaghebbende tekst, en zijn alle andere teksten dus enigszins overbodig. De wereld wordt
geordend aan de hand van de heilige tekst, de waarheden die eruit voortkomen zijn de waarheden
die nodig zijn om dit wereldbeeld staande te houden. Deze zijn objectief en bestaan buiten de lezer
om, en de combinatie van deze objectieve waarheden vormt de basis van het fundamentalistische
23
wereldbeeld. Een statement van de Baptist Bible Fellowship International geeft het
fundamentalistische standpunt goed weer:
“We believe that the Holy Bible was written by men supernaturally inspired; that it has truth
without any admixture of error for its matter; and therefore is, and shall remain to the end of the
age, the only complete and final revelation of the will of God to man; the true centre of Christian
22 A. Heywood, Political ideologies: an introduction, Basingstoke 2012, pp. 288-289.
23 R.W. Hood, P.C. Hill en W.P. Williamson, The psychology of religious fundamentalism, New York 2005, pp. 22-23.
11
union and the supreme standard by which all human conduct, creeds, and opinions should be
tried.”
24
Vasthouden aan tekstuele onfeilbaarheid is niet iets wat men selectief kan doen. Natuurlijk
wordt er ook door fundamentalisten aan de ene passage meer waarde gehecht dan aan de andere,
maar dit betekent niet dat deze passages boven andere verheven zijn. Het krampachtig vasthouden
aan de feitelijke juistheid van de heilige tekst kan voor buitenstaanders vreemde argumentaties
opleveren. Malise Ruthven geeft het voorbeeld van Jezus die de woekeraars uit de tempel verdrijft.
Volgens Mattheüs, Marcus en Lucas doet hij dat op een ander tijdstip in zijn leven dan volgens
Johannes. Liberale theologen lossen deze discrepantie op door te wijzen naar de verschillende
context waarin de schrijvers van de evangeliën de gebeurtenis plaatsen. Voor fundamentalisten is
25
het simpeler, Jezus heeft de woekeraars twee keer uit de tempel verdreven. Een ander voorbeeld
zijn de sekten in West-Virginia die slangen ritueel optillen tijdens kerkdiensten. In Markus 16:15-18
staat geschreven voor gelovigen;“they shall speak with new tongues,” “they shall lay hands on the
sick,” “shall they cast out devils,” en “they shall take up serpents.” Wanneer de tekst duidelijk
aangeeft dat gelovigen “shall take up serpents”, dan zullen de slangen worden opgetild, ook
wanneer dit gevaarlijk is. De ware gelovige zal niet sterven aan een beet, want in dezelfde passage
26
staat “if they drink any deadly thing, it shall not hurt them.”. De Islamitische schrijver Said Qutb
(1906-1966), een van de meest invloedrijke denkers in het moderne Islamitische fundamentalisme,
benadrukt dat er voor moslims maar één bron van heiligheid is, namelijk de Koran.
Moslimhervormers proberen de samenleving te spiegelen aan de samenleving van de “gouden
generatie”, dat wil zeggen de generatie van Mohammed en zijn directe volgelingen. Volgens Qutb
was “The primary spring of which the first generation (of muslims) drank the Qur'an and the
Qur'an alone […].”. Willen moslims van deze tijd de heilige leefwijze van Mohammed navolgen,
dan dienen zij de Koran te bestuderen en haar regels punctueel na te leven.
27
Door de heilige tekst intra-tekstueel te lezen vindt de fundamentalist niet alleen objectieve
waarheden, maar ook bewijs van zijn eigen relatie met God. De heilige tekst wordt de test waaraan
het leven moet voldoen om volwaardig in de ogen van God te zijn. Goed leven houdt in dat men
24
25
26
27
P. Herriot, Religious Fundamentalism: global, local and personal, London 2009, p. 199.
Ruthven 2007, p. 48.
R.W. Hood, P.C. Hill en W.P. Williamson 2005, pp. 117-118.
S. Qutb, 'Singposts along the road', in: R.L. Euben en M.Q. Zaman (ed.), Princeton readings in Islamic thought:
texts and contexts from al-Banna to Bin Laden, Princeton 2009, pp. 139-141.
12
nooit afdwaalt van de heilige tekst. “Of Course, when you accept the Lord, you accept the Bible,
28
and you accept God's Word. And if God says it, then there is really no argument.” Ook geeft de
29
tekst kennis over wat goed en slecht is in de wereld. Deze kennis leidt tot de dualistische
denkwijze van fundamentalisten waar ik later in dit essay nog uitgebreid op terug kom.
Fundamentalisten leven aan de hand van een autoritaire ideologie. Wanneer de tekst intra-tekstueel
gelezen wordt zijn de waarheden die geopenbaard worden absoluut, en Goddelijk geïnspireerd. In
tegenstelling tot de gangbare overtuiging zijn fundamentalisten niet “close-minded”, ze accepteren
enkel dat alle objectieve kennis alleen uit de heilige tekst kan komen. Er is sprake van een verschil
in het idee wat de bron van kennis is. De heilige tekst wordt uitgebreid onderzocht om deze kennis
te vinden. Dit kan gaan om theologische vraagstukken, maar ook over kleinere zaken. Een
voorbeeld is de Amerikaanse fundamentalist die op zoek was naar een nieuwe tent. Om te helpen
met het kiezen naar welke winkel hij hiervoor zou moeten gaan slaat hij voor hij vertrekt nog één
keer de bijbel open. De bijbel valt open op een passage waarin het woord “roebuck' (een soort hert)
te vinden is, één van de dieren die joden mogen eten. Omdat de Roebuck blijkbaar op de lijst staat
van door God goedgekeurde zaken vertrekt de man, tevreden met het advies, naar de Sears Roebuck
Company om een tent te kopen. Deze passage laat, ondanks de enigszins humoristische toon, een
serieus beeld zien dat kenmerkend is voor fundamentalisten. De heilige teksten zijn niet enkel een
bron van inspiratie, ze zijn dé bron van inspiratie. De heilige tekst is de handleiding van het leven.
30
Wanneer we dit accepteren is het niet verbazend dat morele kwesties die voor seculieren op
rationele wijze opgelost dienen te worden, door fundamentalisten aan de hand van de heilige tekst
worden beoordeeld. De fundamentalist ziet de wereld zoals hij haar in de pagina's van de heilige
tekst lezen kan, en de heilige tekst is de absolute waarheid.
2.2: Fundamentalistische visie op wetenschap
Fundamentalisten kijken op een andere manier tegen wetenschap aan dan wat gangbaar is. De
verschillende visies op wetenschap van fundamentalisten en seculieren zijn een belangrijke oorzaak
van het wederzijdse onbegrip. In dit hoofdstuk zal ik beschrijven op wat voor manier volgens
fundamentalisten wetenschap bedreven zou moeten worden en vervolgens analyseren hoe dit
voortkomt uit het wereldbeeld van de fundamentalisten dat uit absolute waarheden bestaat.
28 Ammerman 1987, p. 52.
29 R.W. Hood, P.C. Hill en W.P. Williamson 2005, p. 23.
30 R.W. Hood, P.C. Hill en W.P. Williamson 2005, p. 25.
13
George Marsden beschrijft hoe het Amerikaanse fundamentalisme voortkomt uit de
ontwikkelingen in de tweede helft van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw.
Het was in deze periode dat het wereldbeeld en de ideologische standpunten van de Amerikaanse
fundamentalisten werden vastgelegd. Het dominante wetenschappelijke paradigma in Amerika rond
deze periode was het “common sense” realisme, gebaseerd op de wetenschapsfilosofie van Francis
31
Bacon en de wiskunde van Isaac Newton. Zoals de invloedrijke pastoor Arthur Pierson in 1895
sprak:
“I like Biblical theology that does not start with the superficial Aristotelian method of
reason, that does not begin with an hypothesis, and then warp the facts and the philosophy to fit the
crook of our dogma, but a Baconian system, wich first gathers the teachings of the words God, and
then seeks to deduce some general law upon which the facts can be arranged”
32
In het Baconiaanse systeem worden de feiten empirisch vastgesteld, waarna hieruit theorieën
kunnen worden opgesteld. Deze visie werd door de Amerikaanse christenen gebruikt voor een
wereldbeeld waarin empirische waarheden werden gezocht in de bijbel. De bijbel, als Gods
openbaring, was daarom de basis van waaruit theorieën over de wereld konden worden
gededuceerd. Doordat deze methode dominant in Amerika was, konden de theologen een
wetenschappelijke basis voor hun dogma's claimen. Tijden veranderen echter, Thomas Kuhn
beschrijft in zijn bekende werk over paradigmawisselingen over veranderende wetenschappelijke
wereldbeelden. Volgens Kuhn verandert de wetenschap door opeenvolgende revoluties. Elke
revolutie verandert de basis van de manier waarop de wereld geïnterpreteerd wordt. Een voorbeeld
hiervan is hoe Copernicus het beeld van een stilstaande aarde naar een bewegende aarde
veranderde. De revolutie vindt echter niet plotseling plaats, er kunnen generaties overheen gaan
voordat de nieuwe visie algemeen geaccepteerd wordt. In de tweede helft van de negentiende eeuw
vond er in wetenschappelijk Amerika een paradigmawisseling plaats. Het “common sense” realisme
begon plaats te maken voor een filosofische traditie die perceptie als een interpreteerbaar proces
zag. Hier zou uiteindelijk de postmoderne wetenschap uit groeien van bijvoorbeeld Albert Einstein.
In deze traditie werd minder waarde gehecht aan een basis van empirisch waarneembare waarheden,
maar konden theorieën ook op andere, inductieve, manieren tot stand komen. De theorieën van
31 Marsden 2006, p. 214.
32 Marsden 2006, p. 55.
14
Charles Darwin werden door fundamentalisten, terecht of niet, ook in deze traditie geplaatst.
33
Het was de evolutieleer van Darwin die het epicentrum van het conflict werd, ook al was
The Origin of Species door Darwin zelf niet als aanval op de christelijke leer bedoeld. De
evolutieleer verwijderde het heilige uit de ontstaansgeschiedenis van de mens, en maakte hem
geheel tot een onderdeel van de natuur. Ondanks pogingen van zowel gelovige wetenschappers als
liberale theologen om het christendom met de evolutieleer te verenigen, werd de evolutieleer door
zowel agressieve atheïsten als religieus fundamentalisten als het grote voorbeeld van elkaars
ongelijk gemaakt. De discussie verhardde, demagogen namen het debat over en de gemoederen
liepen op tot het punt waarna er geen compromis meer mogelijk was. Voor atheïsten werd de
evolutieleer een bewijs van de achterlijkheid van fundamentalisten, voor de fundamentalisten werd
34
het accepteren ervan de eerste stap op weg naar goddeloos atheïsme. De afkeer van de evolutieleer
werd nog versterkt door de invloed van het Sociaal Darwinisme: het toepassen van “survival of the
fittest” op de menselijke samenleving en op het ontstaan van de Wereldoorlogen. Modernisme,
evolutie, militarisme, fascisme en communisme waren alle uitingen van een “age of insanity”
waarin mensen de lessen van de bijbel negeerden en hun gezonde verstand verloren.
35
In het hoofdstuk over schriftelijk literalisme hebben we al gezien hoe fundamentalisten
objectieve waarheden uit de heilige schriften halen. Fundamentalisten beschouwen het als een
rationele, wetenschappelijke werkwijze om feiten de deduceren uit Gods openbaring. Wanneer
wetenschappers theorieën introduceren, moeten zij dus getest worden aan de heilige schrift om
valide te zijn. Wanneer er geen aanwijzingen voor de theorie in de schrift gevonden kunnen worden,
voldoet de theorie niet aan de feiten en gaat hij tegen het gezonde verstand in. In vers 22:5 van de
Koran vertelt Allah aan Mohammed: “We have created you from dust, then from sperm, then from a
little lump of flesh formed and unformed, that we may make it clear to you” Op deze manier kan de
evolutieleer aangenomen worden door moslims, omdat er aanwijzingen voor zijn in de Koran.
36
Deze vorm van argumentatie levert echter vrijwel nooit een sluitend antwoord op; er zijn
fundamentalistische moslims die het bovengenoemde citaat onvoldoende bewijs voor evolutie
vinden. Dit is echter niet belangrijk, voor de fundamentalist zijn speculatieve theorieën zonder
duidelijke basis in de heilige schrift overbodig.
33
34
35
36
Marsden 2006, pp. 216.
K. Armstrong, The battle for God: A history of fundamentalism, New York 2001, pp. 94-97.
Marsden 2006, pp. 218-221.
Ruthven 2007, p. 45.
15
Ook in de perceptie van de geschiedenis verschillen fundamentalistische theorieën
wezenlijk van de gangbare wetenschappelijke theorieën. Karen Armstrong beschrijft hoe de mens
de wereld op twee verschillende wijzen interpreteert, namelijk volgens de mythos en de logos.
Volgens Armstrong zijn beide essentieel en altijd tot op zekere hoogte samen aanwezig in het
wereldbeeld van de mens. De Logos is het rationele deel, het deel dat gericht is op het nu en dat op
praktische en wetenschappelijke wijze de feiten probeert te ordenen. Mythos, aan de andere kant, is
gericht op het verleden, op het intuïtieve en op het gevoel. De mythos geeft zin aan het dagelijks
leven, plaatst het in een context van het onbegrijpelijke universum en verbindt onze cultuur met die
van onze voorvaderen. Armstrong beschrijft hoe de moderne, seculiere samenleving vrijwel
volledig gefocust is op de logos. In de pre-moderne wereld hadden mensen een mythische visie op
het verleden. Wat er precies gebeurd was werd als minder belangrijk beschouwd dan de betekenis
van de gebeurtenis. Het verleden gaf context aan de gebeurtenissen van het heden. Het gaat er niet
om of de bijbelse verhalen exact gebeurt zijn zoals ze geschreven zijn, het gaat om de mythische
waarde die eraan gegeven wordt. Wanneer we de bijbel op rationele wijze analyseren verwarren we
37
mythos met logos. De visie van Armstrong is misschien enigszins romantisch, maar ze geeft wel
een manier om de verschillen in wereldbeelden te begrijpen. Voor fundamentalisten staat het heden
in direct verband met het verleden en met de toekomst. De mythes van het verleden worden als
leidraad beschouwd voor de keuzes van vandaag. Op deze manier kunnen passages uit heilige
schriften die in de moderne samenleving voor seculieren totaal irrelevant lijken, wijze lessen
bevatten voor de fundamentalist.
Het wereldbeeld van de fundamentalist is gebaseerd op eeuwige, vaststaande waarheden.
Deze waarheden worden gevonden in de openbaringen van God: de heilige schrift. Door te
accepteren dat de schrift door God gegeven is en de tekst intra-tekstueel te lezen, bewijst de tekst
zelf dat zij heilig is. Dit betekent dat de informatie die uit de schrift gehaald wordt objectief is en
altijd nagevolgd moet worden. Fundamentalisten zien zichzelf niet als “close minded” of
onwetenschappelijk. In tegendeel, ze speuren de schrift af naar door God gegeven feiten. Deze visie
op wetenschap is geworteld in het “common sense” realisme dat voortkomt uit het Baconimse van
de zeventiende eeuw, die plaats moest maken voor de moderne visie op wetenschap. Deze visie
strookte echter niet met wat de fundamentalisten als gezond verstand zagen. De discussie
polariseerde, voornamelijk door de evolutietheorie. Fundamentalisten bekijken de wereld op een
mythische wijze, waarin verleden, heden en toekomst door de schrift verbonden zijn. Het mythische
37 Armstrong 2001, pp. Xv-xvii.
16
wereldbeeld heeft echter geen plaats in de moderne, seculiere samenleving die door logos beheerd
lijkt te worden, waardoor het wereldbeeld van de fundamentalist wezenlijk anders is.
17
3. Licht en donker
“Vormt geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeen met
wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis?”- II Corinthiërs 6:14
Wanneer er maar één manier is om juist te leven is het makkelijk om te geloven dat anderen niet
volgens deze manier leven. Fundamentalisten leven in een wereld die is onderverdeeld in twee
kampen, gescheiden door een kloof die diep genoeg is om geen middenweg toe te staan. Het besef
aan de goede kant van de geschiedenis te staan zorgt voor een gevoel van veiligheid en
geborgenheid. Aan de andere kant kan het definiëren van de rest van de wereld als kwaad en
verwerpelijk leiden tot gewelddadige neigingen. In dit hoofdstuk zal ik dit aspect van het
fundamentalistische wereldbeeld beschrijven en de gevolgen ervan analyseren.
3.1. Geen grijs gebied
Door vast te houden aan fundamentele waarheden die door een almachtige God zijn vastgelegd, is
het mogelijk om de wereld te verdelen in goed en kwaad. De essentie van het leven is niet alleen
vastgelegd, maar ook morele codes zijn duidelijk voorgeschreven. Morele codes komen voort uit
38
onveranderbare waarheden en het is dus niet nodig ze constant in twijfel te trekken. De term
“dualistisch denken” wordt veel gebruikt om dit denken in tegenstellingen en conflicten te
39
verbeelden. Volgens deze denkwijze is iedereen die weigert de juiste religie op de juiste manier te
40
belijden verdoemd. Deze denkwijze is terug te zien in verschillende religies. Prediker Olivier W.
van Osdel, een belangrijke dominee uit Michigan schreef in 1919;
“Sometimes people ask what are the objections to dancing and theaters and card playing
and such things; they say that these are not to be severely condemned; but you will notice that the
people who indulge in these worldly things are always loose in doctrine... The two go together, […]
then apostasy easily creeps in, the union of Christendom will be possible and probably will be
38
R.W. Hood, P.C. Hill en W.P. Williamson 2005, p. 34.
39 S.B. Strozier, The fundamentalist mindset: Psychological perspectives on religion, violence and history, Ney York
2010, p. 12.
40 Ruthven 2007, 32.
18
united through corrupt doctrine under one head, the Pope of Rome”
41
De dominee benadrukt dat God niks door de vingers ziet, en dat zelfs de kleinste zonden
leiden tot een verkeerde doctrine. De kleine zonden maken grotere mogelijk. Een moeder vertelt
trots over hoe haar dochter andere kinderen vertelde niet mee te kunnen doen met dansen, “omdat
ze een christen is.”
42
Het Christendom kent sinds de oudheid een traditie van het vastleggen van eigen religieuze
dogma's en standpunten. Na het ontstaan van de moderne wetenschap en de opkomst van de
seculiere samenleving ontstond er een splitsing in veel Amerikaanse kerken. Liberalen, die hun
religieuze standpunten wilden aanpassen aan de bevindingen van de moderne wetenschap, stonden
tegenover conservatieven, die fel tegen moderne bijbelkritiek, religieus pluralisme en
compromissen wat betreft doctrine waren. Naarmate de discussie verhardde, groeven de
43
conservatieven zich in en ontwikkelden zich tot fundamentalisten. De bereidheid tot
compromissen te komen verdween, en het belang dat aan doctrinale juistheid wordt gehecht heeft
44
tot een enorme verscheidenheid in Amerikaanse fundamentalistische kerken geleid. Een van de
onderscheidende kenmerken van het Amerikaanse fundamentalisme is altijd een bepaalde
afzondering van de wereld geweest. Deze afzondering is noodzakelijk om de grenzen die de groep
onderscheiden, zowel voor de leden als voor buitenstaanders, zichtbaar te houden. De grenzen
worden door de dominee duidelijk afgebakend, en de grenzen met andere christenen worden nog
het sterkst benadrukt. Deze grenzen zijn het onduidelijkst en kunnen daarom het makkelijkst
overschreden worden.
45
De Islamitische schrijver Said Qutb (1906-1966), een van de meest invloedrijke denkers in
het moderne Islamitische fundamentalisme, verdeelde de wereld in twee kampen. Net als in de tijd
van de Profeet moesten moslims zich afzonderen van de jahiliyyah (“onwetenheid, pre-islamitische
tijd”), een pure enclave creëren, en contacten met de buitenwereld tot een minimum beperken.
Uiteindelijk moest dit leiden tot een complete afscheiding van de buitenwereld. Maar Qutb ging nog
een stap verder; de complete afzondering van de buitenwereld moest gebruikt worden ter
41
42
43
44
45
G.M. Marsden, Fundamentalism and American culture, New York 2006, pp. 156-157.
Ammerman 1987, p. 173.
K. Armstrong, The battle for God: A history of fundamentalism, New York 2001, pp. 170-171.
Marsden 2006, p. 236.
Ammerman 1987, pp. 75-76.
19
voorbereiding van de komende strijd.
46
Niet alle moslims in het Westen hebben moeite met het leven in een moderne, seculiere
maatschappij, maar er zijn onmiskenbaar barrières die integratie in de weg staan. Aan de ene kant is
er de bovengenoemde afkeer van de Islam die in veel Westerse landen leeft, aan de andere kant is
het ook voor moslims zelf vaak moeilijk om het geloof op een juiste manier te belijden in de
Westerse samenleving. Wanneer de Islamitische identiteit onder druk lijkt te staan is isolationisme
een van de mogelijkheden die moslims hebben. Pogingen hiertoe vinden we vooral bij religieuze
leiders die zijn geboren in de Islamitische wereld. Zo pleit de schrijver Ali Kettani ervoor dat
moslims, om de islamitische identiteit te behouden, zich in bepaalde wijken moeten concentreren en
een sociaal leven moeten opbouwen rondom de moskee. Ook moeten zij zich onderscheiden van
47
hun omgeving door eigen kleding en het gebruik van de Arabische taal. Dit geldt ook voor het
afslaan van verdovende middelen, zoals een moslima uit Eindhoven sprak:
“Wij hebben niets te zoeken op een plek waar muziek wordt gedraaid of drank wordt geschonken,
we moeten thuiszitten en leren over de Islam”
48
Kleding, taal en onthouding zijn ook in het Amerikaans fundamentalisme manieren om
grenzen vast te leggen. “They know I don't drink […], they try their level best to coax me into a
49
drink. Every time, every time!”. Gelovigen zien een buitenwereld die gekenmerkt wordt door lust
en verklaren zichzelf graag als gescheiden van een wereld waarin de zonde heerst.
50
De buitenwereld moet worden vermeden vanwege de verleidingen die zij biedt. De
fundamentalist verafschuwt de zondige en ongelovige maatschappij. Niet alleen zaken als drank en
dansen, maar ook moorden, corruptie en oneerlijkheid worden als onmiskenbare onderdelen van de
ongelovige maatschappij gezien die daarom zoveel mogelijk vermeden dienen te worden. Voor
51
Amerikaanse fundamentalisten is de buitenwereld die van Satan. Deze wereld dient zoveel
46 Armstrong 2001, p. 242.
47 N. Landman, 'De Islam in de westerse metropool', in: H. Driessen, In het huis van de Islam: geografie, geschiedenis,
geloofsleer, cultuur, economie, politiek, Nijmegen 2003, pp. 401-403.
48 S.G. Koerkamp en M. Veerman, Het slapende leger: Een zoektocht naar jonge Jihad-sympathisanten in Nederland,
Amersfoort 2006, p. 160.
49 Ammerman 1987, p. 98.
50 Ammerman 1987, p. 89.
51 Ammerman 1978, p. 89.
20
mogelijk vermeden of bestreden te worden, het enige wat men kan doen is af en toe een reddingslijn
over de kloof werpen in de hoop een verloren ziel te redden. Een van de basisprincipes van de
sociale identiteitstheorie is de relatie tussen de sociale groep waarvan het individu lid is, en andere
sociale groepen. Deze relatie heeft veel invloed op de eigen sociale identiteit en daarmee ook op
het individuele zelf. Als deze relatie als een bedreiging wordt gezien, zoals in een
fundamentalistische perceptie vaak het geval is, zal er een dynamiek van insiders tegenover
outsiders gecreëerd worden. Individuen van beide groepen worden gedepersonaliseerd en alleen nog
beoordeeld in relatie tot de groepsdynamiek. De sociale identiteit van de fundamentalist vertelt hem
meer over zichzelf dan zijn individuele identiteit. Zijn individuele identiteit vertelt hem alleen maar
dat hij net zo is als anderen in zijn groep, en dus het tegenovergestelde van de buitenstaanders..
Hierdoor wordt elke reflectie die hij ontvangt over zijn sociale identiteit gekoppeld aan het idee van
52
eigen goedheid en de verwerpelijkheid van de buitenstaander. Het verdelen van de wereld in licht
en donker is dus inherent aan het fundamentalistische wereldbeeld.
3.2. Hoop en veiligheid
Het dualistische denken van fundamentalisten zorgt op twee manieren voor een gevoel van
veiligheid. De fundamentalist vindt een gevoel van veiligheid en geborgenheid in de eigen sociale
kring en in de wetenschap dicht bij God te staan. Dit gevoel wordt veroorzaakt door duidelijke
grenzen en de wetenschap aan de goede kant van de geschiedenis te staan.
“You hear preachers say a lot, “The Lord is still on his throne, and everything is gonna be
alright, and God's gonna take care of us.” Just accepting that has given me a lot of peace in my
heart I didn't have for a long time... God is in control of our lives; God is in complete control.”
53
Volgens psychologen komt veel van het ongelukkige gevoel en de onzekerheid die mensen
meemaken, voort uit tegenstrijdige zelfbeelden. Iemand kan zichzelf als goed persoon zien, maar
kan tegelijkertijd lijden aan een innerlijk conflict door bijvoorbeeld zijn baan als deurwaarder. .
Zoals we al hebben gezien hebben fundamentalisten vaak een sterk zelfbeeld, zonder twijfels over
wat er individueel en sociaal van hen verwacht wordt. Dit zorgt voor een bepaalde voorspelbaarheid
52 Herriot 2009, pp. 165-166.
53 Ammerman 1987, p. 196.
21
54
en controle over iemands persoonlijke omgeving. Alle dingen die in het dagelijks leven gebeuren
worden in een dualistische raamwerk gepast. Goede dingen komen van God, slechte dingen van
55
Satan en de zondige mens. Alle religieuze mensen hebben vertrouwen in Gods handelingen,
fundamentalisten zijn er echter van overtuigd dat God dagelijks ingrijpt in het leven van de mensen
die in God geloven. Diegenen die echt in God geloven kunnen Zijn plannen ontwaren. Bewijzen
van Zijn ingrijpen worden gevonden in eigen getuigenissen en die van andere gelovigen. In zijn
getuigenis in The Fundamentals vertelt Philip Mauro hoe hij op een avond door een ongeziene hand
werd weggedreven van het wereldlijke vermaak dat hij in theaters zocht. Het volgende dat hij zich
herinnerde was dat hij door de stad dwaalde en plotseling werd aangetrokken door een flauw
gezang. “There is no natural explanation of my being attracted by, and of my following up, that
56
sound.” Hij kwam terecht in een kleine kerk waar hij zijn verlossing vond. Een Islamitisch meisje
vertelt hoe Allah tot een ongelovige sprak die een moslima kwaad wilde doen. De ongelovige
schrok hier zo van dat hij zich bekeerde tot de Islam. Wat het meisje mooi vindt aan het verhaal is
57
hoe Allah de gelovigen beschermt en hoe het verhaal de kracht van de Islam laat zien. Deze
bekeringsverhalen zijn populair. Moslims vertellen elkaar hun getuigenissen op internetfora en in
58
chatboxen. Onder christenen zijn autobiografieën van bekende prekers, zoals Jerry Falwell en Pat
Roberson, populair. De thema's in deze biografieën zijn vrijwel allemaal dezelfde, de schrijver
59
leefde ongelukkig in de duisternis, tot hij God vond en het licht zag. Ook de getuigenissen van
minder bekende gelovigen zijn op deze manier geconstrueerd. Getuigenissen geven de lezer het
gevoel dat God over hen waakt, en dat zelfs als het slecht met hen gaat, God hen genoeg
mogelijkheden zal bieden om weer op het rechte pad te komen. Het bekerings-denken geeft niet
alleen hoop voor individuen, maar ook voor de gehele samenleving. De maatschappij kan (nog)
gered worden wanneer de mensen hun hart openen voor God.
60
De kennis over wat goed en fout is geeft een structuur aan het leven waarbinnen mensen
zich veilig voelen. “I love the absolutes... I don't have responsibility. [God] gives us all the
54 Herriot 2009, pp. 165-166.
55 R.W. Hood, P.C. Hill en W.P. Williamson 2005, p. 37.
56 P. Mauro, 'A Personal Testimony', in: A. Dixon (red.), The Fundamentals: A Testimony to the Truth, Vol IV, Chicago
1910-1915, pp. 105-107.
57 M. de Koning, Zoekern naar een 'zuivere' Islam: Geloofsbelevenis en identiteitsvorming van jonge MarokkaansNederlandse moslims, Amsterdam 2008, pp. 244-245.
58 De Koning 2008, p. 272.
59 M. Lienesch, Redeeming America: piety and politics in the New Christian Right, Chapel Hill 1993, p. 50.
60 Herriot 2009, pp. 168-169.
22
61
answers. He makes the decisions for me, and that is great!” Een uitspraak als deze zal sommigen
vreemd in de oren klinken. In de seculiere samenleving zijn we gewend aan keuzes, vage grenzen
en eigen verantwoordelijkheid. De fundamentalist ziet hierin slechts gevaren en mogelijkheden om
af te glijden in zonde. In de buitenwereld zijn er geen grenzen om je tegen de zonde te beschermen.
Fundamentalisten vinden het beter om sommige keuzes die de buitenwereld biedt, buiten de
62
mogelijkheden te houden. Het opwerpen van grenzen houdt niet alleen de buitenwereld buiten,
maar ook de gelovigen binnen. Dit gevoel van veiligheid wordt ook door fundamentalistische
vrouwen gevoeld. In tegenstelling tot de overtuiging van veel seculieren dat vrouwen door
fundamentalistische mannen onderdrukt worden voelen vrouwen zich vaak geborgen en veilig
binnen de grenzen van het huishouden of onder de beschutting van de boerka. Natuurlijk herkennen
ze ook de beperkingen van deze ondergeschikte rol, maar de voordelen van een zeker en veilig
huwelijk waarin stabiliteit en continuïteit centraal staan wegen hier vaak tegenop. Ook zijn de
heilige teksten vaak duidelijk over de positie van de vrouw, deze is ondergeschikt aan de man.63
Wanneer seculieren de fundamentalistische vrouw als onderdrukt beschouwen, negeren ze het
geloof van de vrouw zelf, die ervan overtuigd is in de ogen van God het juiste leven te leiden.
“This message [from the Quran] relieves him [the believer] of both [dejection and grief],
not merely through patience and steadfastness, but also through a sense of superiority from whose
heights the power of oppression, the dominant values, the current concepts, the standards, the rules,
the customs and habits, and the people steeped in error, all seem low. . . .
64
Qutb beschrijft hier een gevoel dat veel fundamentalisten kennen, een gevoel van
superioriteit ten opzichte van de ongelovigen. Preken en geschriften herinneren de fundamentalist er
doorlopend aan, dat hij aan de juiste kant van de geschiedenis staat. Uiteindelijk zal God ingrijpen
ten bate van de ware gelovigen. Dit kan al tijdens het leven van de gelovige plaatsvinden, maar ook
wanneer dit niet gebeurt, dan zal de gelovige uiteindelijk naar de hemel gaan en de zondige gestraft
worden. Fundamentalisten beoordelen de kwaliteit van hun leven naar spirituele maatstaven, nietgelovigen naar wereldlijke maatstaven. Elke kritiek van niet-gelovigen op fundamentalisten
versterkt dus het idee van fundamentalisten dat ze naar Gods wil leven. Wanneer de Duivel hen
61
62
63
64
Ammerman 1987, p. 196.
Ammerman 1987, pp. 195-196.
Ammerman 1987, pp. 140-146.
Herriot 2009, p. 178.
23
aanvalt, is dit voor de fundamentalisten een bewijs aan de goede kant van de kloof te staan.
65
De fundamentalist voelt zich dus veilig in zijn geloof door de grenzen die het geloof hem
oplegt. Het dualistische wereldbeeld zorgt op twee manieren voor die veiligheid. Aan de ene kant
beweegt de gelovige zich binnen de grenzen van de gelovige groep en vermijdt hij de mogelijke
zonden van de buitenwereld. Aan de andere kant voelt de gelovige zich superieur in de wetenschap
dat God naast hem staat in de strijd tegen de ongelovigen.
3.3. De eeuwige vijand
"Fight those who do not believe in Allah, nor in the latter day, nor do they prohibit what Allah and
His Messenger have prohibited, nor follow the religion of truth, out of those who have been given
the Book, until they pay the tax in acknowledgment of superiority and they are in a state of
subjection." – Koran 9:29
Het dualistische wereldbeeld heeft naast een kant die voor veiligheid en zekerheid zorgt, ook een
kant die voor angst en paranoia kan zorgen. Het is dit onderdeel van het fundamentalistische
wereldbeeld dat individuen en groepen ertoe kan drijven om geweld te gebruiken. Hoe leidt het
dualistische wereldbeeld tot deze angst en achterdochtigheid, en daarmee tot een gewelddadig
aspect in het wereldbeeld? Het is niet mijn bedoeling om alle fundamentalisten gewelddadige
eigenschappen toe te dichten. Een militante verdediging van het geloof is echter een elementair
onderdeel van het wereldbeeld van de fundamentalist en geweld is een van de uitingen van militant
66
denken. Dit blijft vaak beperkt tot beeldspraak over de eeuwige strijd van goed tegen kwaad, maar
de mogelijkheid tot geweld die aanwezig is in het extreem dualistische denken van de
fundamentalist, is niet te verdoezelen. Het accepteren van deze factor kan enkel leiden tot meer
begrip.
Fundamentalisten verdelen de wereld in twee delen, het deel van God en het deel van de
Duivel. Door zichzelf en hun sociale kring in het deel van God te plaatsen, wordt de rest van de
wereld onder het kwade, bedreigende deel van Satan gevoegd. Vaak zijn het specifieke groepen die
de kern van al het kwaad zijn. Voor fundamentalistische Amerikanen zijn dit bijvoorbeeld hun
65 Herriot 2009, p. 177.
66 G. ter Haar en J.J. Busutill 2003, p. 6.
24
liberale of katholieke geloofsbroeders terwijl het voor fundamentalistische moslims Amerika en de
joden zijn. Het identificeren van specifieke vijandelijke groepen helpt een gevoel te versterken dat
de buitenwereld er op uit is de ware gelovigen te vernietigen. Bij een demonstratie in Amsterdam
tegen het Israelische geweld tegen Palestijnen spreekt een jongen:
“ Denk je nou echt dat een demonstratie helpt? Denk je nou echt dat de overheid naar ons
zal luisteren? Van het Westen hoeven we niets te verwachten. Het Westen is voor Israël. Dat maakt
het Westen onze vijand. We moeten onze broeders helpen. Het is onze plicht als moslim. Het is een
schande wat onze broeders en zusters daar moeten doormaken. Dat mogen wij niet laten
gebeuren.”
67
In het vorige hoofdstuk is het gevoel van superioriteit dat hierdoor ontstaat al aangestipt. Dit
idee kan voor een gevoel van veiligheid zorgen, maar kan ook ten koste gaan van de empathie die
voor mensen wordt gevoeld die geen onderdeel van de groep zijn. Dit kan uiteindelijk leiden tot het
dehumaniseren van andere mensen, waardoor ze niet meer als medemens worden gezien maar
68
slechts als dienaren van het kwaad. De hierboven geciteerde jongen ziet Israël tegen moslims
vechten, Amerika steun bieden aan Israël, en geheel Europa achter Amerika staan. Hierdoor is de
Nederlandse overheid een onderdeel van het kwaad. Een vergelijkbare argumentatie is te vinden bij
Amerikaanse fundamentalisten die op begrafenissen van soldaten die in Irak gestorven zijn
protesteren tegen homoseksualiteit. Hier lijkt voor ons geen verband tussen te bestaan, maar voor de
fundamentalisten is de overheid die soldaten naar Irak stuurt, dezelfde overheid die
homoseksualiteit tolereert. Zonden van de vijandige groep veroorzaken een morele
verontwaardiging, maar deze verontwaardiging kan omslaan in woede wanneer de zonden als
69
aanvallen op de eigen groep worden beschouwd. Dit kan leiden tot het bewust uitlokken van
zonden bij de vijand om dit beeld te bevestigen. De aanvallen op 11 september zijn hier een
voorbeeld van. Bin Laden verwachtte een gewelddadige reactie van de VS die veel lijden met zich
mee zou brengen voor moslims wereldwijd. De “war on terror” die inderdaad op de aanvallen
volgde kon makkelijk geportretteerd worden als een “oorlog tegen Islam”. De “oorlog tegen Islam”
versterkt het gevoel van eenheid onder fundamentalistische moslims, en bevestigt voor hen het
beeld van een vijandige buitenwereld die erop uit is hen te vernietigen.
67
68
69
70
S.G. Koerkamp en M. Veerman 2006, p. 82.
Strozier 2010, pp. 14-15.
Strozier 2010, pp. 27-28.
Herriot 2009, pp. 262-263.
70
25
Vrijwel alle fundamentalisten zijn ervan overtuigd dat de wereld snel gaat eindigen. Voor
sommigen kunnen mensen daar geen rol in spelen, het enige wat mensen kunnen doen is naar het
Woord van God leven en hopen dat zij gered worden. Anderen zien het als een taak van de ware
gelovigen om de eindtijd te bespoedigen. Alle fundamentalisten streven echter naar een, wereldlijke
of hemelse, utopische staat. De overtuiging dat deze staat ooit zal bestaan is een belangrijke
samenbindende factor in de sociale groep van de fundamentalist. De zekerheid dat het ooit beter zal
worden geeft hoop. Er zijn echter kwade krachten in de wereld die het ontstaan van deze utopische
staat proberen tegen te houden, en de grootste boosdoener is de bovengenoemde vijandige groep.
Volgens deze redenering kan de ideale staat alleen worden gevestigd wanneer de vijandige groep
vernietigd wordt. De fundamentalistische groepering ziet zichzelf als moreel superieur, maar veel
zwakker in wereldlijke termen. De vijandige groep is overal aanwezig en zit achter alle pogingen
om de gelovige groepering te verzwakken. Dit is het paranoïde onderdeel van het
fundamentalistische wereldbeeld, de overtuiging dat er een diabolische vijand is die het streven om
71
Gods plannen te vervullen tegenwerkt. Uiteindelijk kunnen deze gevoelens van angst en paranoia
omslaan in gewelddadige ideeën. Vooral wanneer angst en paranoia gepaard gaan met gevoelens
van persoonlijke vernedering is het mogelijk dat de drang om Gods werk te vervullen, tot geweld
kan leiden.
72
Zoals we hebben gezien leidt de drang tot doctrinele juistheid tot een dualistische denkwijze. Deze
denkwijze brengt grenzen met zich mee, zowel om de zondige buitenwereld buiten te houden als
om de gelovigen te beschermen en binnen te houden. Wanneer de wereld op een dualistische wijze
bekeken wordt geeft dit een gevoel van veiligheid en zekerheid, zowel door de geborgenheid van de
eigen sociale kring als door de hoopvolle wetenschap het uiteindelijk bij het juiste eind te hebben.
Toch heeft het ook een angstige en paranoïde kant, de diabolische buitenwereld is er immers op uit
om Gods werk tegen te werken. Dit kan tot extreme reacties lijden. Uiteindelijk kunnen we
concluderen dat het dualistische wereldbeeld zekerheid geeft, maar dat deze zekerheid zich op
verschillende manieren kan uiten.
71 Strozier 2010, pp. 48-49.
72 Strozier 2010, pp. 52.
26
Conclusie
Het fundamentalistische wereldbeeld is elementair verschillend van het seculiere wereldbeeld. Dit
ligt zoals we hebben gezien vooral aan het denken in absolute waarheden dat zo kenmerkend is voor
het fundamentalistische wereldbeeld. De manier waarop de waarheden uit de heilige tekst gezien
worden door fundamentalisten is misschien te vergelijken met de manier waarop wetenschappers
naar wiskundige wetten kijken., namelijk onveranderbaar. Toch kan de perceptie op zelfs de meest
elementaire wetenschappelijke wetten veranderen, zoals we bij Kuhn hebben gezien. Het is
onwaarschijnlijk dat de perceptie van de fundamentalisten op de heiligheid van de wetten van God
verandert. Door de intra-tekstuele methode toe te passen op de heilige teksten, bepalen zij namelijk
zelf dat zij heilig zijn. De tekst wordt als een handleiding voor de grote en kleine dilemmas in het
leven gezien. Omdat de tekst absoluut is, zijn ook de fundamentalistische opvattingen over de
natuur en de wereld absoluut. Dit leidt tot conflicten met de seculiere wetenschap. Vooral op het
gebied van opvoeding botsen de wereldbeelden. Fundamentalisten hebben een mythisch beeld van
het verleden, maar ook het heden wordt beschouwd als een strijdperk tussen goed en kwaad.
Grenzen worden opgeworpen om het kwaad buiten te houden, maar ook om de gelovige binnen te
27
houden en om hem te beschermen tegen zondige verleidingen. Dit dualistische wereldbeeld zorgt
voor een gevoel van veiligheid, de gelovige staat immers aan de kant van God in de eeuwige strijd.
Er ontstaat echter ook een gevoel van angst voor de buitenwereld, en haat tegenover de vijandige
groeperingen die Gods werk saboteren.
Het fundamentalisme lijkt geen voorbijgaand fenomeen te zijn, het vind zichzelf steeds
opnieuw uit. In de afgelopen eeuw hebben seculieren keer op keer de foute aanname gemaakt dat
mensen vanzelf de zegeningen van de moderne samenleving zouden erkennen. Religie zou geen
plaats meer hebben in de moderne samenleving, hoogstens als privézaak zou het nog bestaansrecht
hebben. Zoals Armstrong heeft beschreven is het mythische een primair onderdeel van het
menselijk bewustzijn. Religie geeft antwoorden op vragen waar de logica en rationaliteit van de
moderne wetenschap voor veel mensen geen bevredigend antwoord op geven kan. Voor sommige
mensen is de moderne wereld niet alleen onbevredigend, maar zelfs afstotelijk. De vrijheden die
voor liberalen de basis van de samenleving vormen, geven ruimte aan fenomenen die niet in het
wereldbeeld van fundamentalisten passen, en zelfs als diabolisch worden beschouwd.
Fundamentalisten zien de wereld op een manier die voor seculieren onbegrijpelijk is, en dit zal voor
conflict blijven zorgen.
“Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte zijne macht. Doet de wapenuitrusting Gods aan,
om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels; want wij hebben niet te worstelen
tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer
duisternis, tegen de boze geesten in hemelse gewesten.” – Efeziërs 6:11-12
28
Literatuurlijst
N.T. Ammerman, Bible believers, Fundamentalists in the Modern World, New Brunswick 1987.
K. Armstrong, The battle for God: A history of fundamentalism, New York 2001.
C. Buskes, Evolutionair denken: De invloed van Darwin op ons wereldbeeld, Amsterdam 2006.
O. Chadwick, The Secularization of the European Mind in the 19th Century, Cambridge 1975.
A.C. Dixon (red.), The Fundamentals: A Testimony to the Truth, Vol IV, Chicago 1910-1915.
H. Driessen, In het huis van de Islam: geografie, geschiedenis, geloofsleer, cultuur, economie,
politiek, Nijmegen 2003.
R.L. Euben en M.Q. Zaman (ed.), Princeton readings in Islamic thought: texts and contexts from al-
29
Banna to Bin Laden, Princeton 2009.
P. Herriot, Religious Fundamentalism: global, local and personal, Londen 2009.
A. Heywood, Political ideologies: an introduction, Basingstoke 2012
G. ter Haar en J. J. Busuttil, The freedom to do God's will: religious fundamentalism and social
change, London 2003.
R.W. Hood, P.C. Hill en W.P. Williamson, The psychology of religious fundamentalism, New York
2005.
S.G. Koerkamp en M. Veerman, Het slapende leger: Een zoektocht naar jonge Jihadsympathisanten in Nederland, Amersfoort 2006.
M. de Koning, Zoeken naar een 'zuivere' Islam: Geloofsbeleving en identiteitsvorming van jonge
Marokkaans-Nederlandse moslims, Amsterdam 2008.
M. Lienesch, Redeeming America: piety and politics in the New Christian Right, Chapel Hill 1993.
G.M. Marsden, Fundamentalism and American culture, New York 2006.
S. Rushdie, De grond onder haar voeten, Amsterdam 2000.
M. Ruthven, Fundamentalism: a very short introduction, Oxford 2007.
M. Ruthven, Islam: a very short introduction, Oxford 2012.
S.B. Strozier, The fundamentalist mindset: Psychological perspectives on religion, violence and
history, New York 2010.
Q. Wiktorowicz en J. Kaltner, "Killing in the Name of Islam: Al-Qaeda's Justification for September
11", in: Middle East Policy, vol. X., no 2, Summer 2003, pp. 76-92.
Download