CONGO Het land, de mensen en de uitdaging voor Broederlijk Delen Januari 2014 Landkaart Congo, een rijk land met een arme bevolking • • • • • • • • • • • 65 à 75 miljoen inwoners op 2.345.409 km² (schattingen 2013) Jonge bevolking (50%<18jaar) Levensverwachting: 49 jaar (2012) Onderwijs: 50% van jongeren voltooit lager onderwijs (2012) Analfabetisme: 41,2% vrouwen en 14,2% mannen (2007) Gemiddeld jaarlijks inkomen per inwoner: 220€ (2012) Ontwikkelingsindex: 187/187 (2012) Armoede: 71,3% (2005) Religie: 40% katholiek, 24% protestant, 5% Kibanguist, Islam 10% Kinshasa: 7,85 miljoen inwoners Verstedelijking: 25% (schatting) Belemmeringen voor ontwikkeling Uit mijn reisverslag: “de erbarmelijke wegen, de chaos en georganiseerde desorganisatie, de straffeloosheid en voortdurende neiging van mensen om het recht in eigen handen te nemen, de alomtegenwoordige corruptie, de aanhoudende “tracasseries” van functionarissen, politie en alles wat een uniform draagt, de creativiteit waarmee de mensen hiermee omgaan en er zelfs in slagen om er een graantje van mee te pikken. “ Kortom, het is een kwestie van wanbestuur, van onverantwoordelijkheid van de verantwoordelijken op alle bestuursniveaus. Het is precies dat wanbestuur en die desorganisatie die ervoor zorgen dat Rwanda en Oeganda succesvol rebellen kunnen ondersteunen in Congo. Verder is het belangrijk te beseffen dat de oorlog in Oost-Congo in 1994 vanuit Rwanda werd geïmporteerd met goedkeuring van Mobutu Pedaleurs i.p.v. camions Erbarmelijke wegen Kansen voor de toekomst? 1. Ondanks alles een land met enorme mogelijkheden 80 miljoen hectare landbouwgrond, waterreserves en neerslag, hernieuwbare energie (water en zon), allerlei natuurlijke rijkdommen voor investeringen, een jonge en dynamische bevolking,… 2. Groeiende invloed van Chinezen, Indiërs en andere (zonder voorwaarden rond mensenrechten en corruptie), o.m.: • Exploitatie rijkdommen investeringen (Chinezen) • Ook opzetten eigen winkels of ondernemingen • Andere: Pakistanese moslimmissionarissen 3. Groeiende regionale integratie, o.m.: • Oplossing voor conflicten in Oost-Congo • Samenwerking met Zuid-Afrika (Grand INGA) • Belang van urbanisatiepool Kinshasa-Brazzaville • Beheer van Congo-bekken 4. Enkele hoopvolle indicatoren (stabiele munt, staatsinkomsten, transparantie van uitgaven, verbetering infrastructuur) Huidige ploeg voor Congo Congo-team (Frank, Amadou, Grégoire, Touré, Luk) Plus Liza (projectbeheerder), Nadia (politiek Oost-Congo) en Jo (politiek Voedselzekerheid) Situatie begin 2013 In 2010 besloot de commissie partnerwerking: • Afbouw van de werking in West-Kasai en Katanga • Aanhouden van de werking in Oost-Kasai • Prospectie in een nieuwe regio (2011: Bandundu) In navolging van andere landen werd geopteerd voor de uitbouw van een nieuwe geïntegreerd programma: • 2 multi-partner streekprogramma’s in Oost-Kasai en Bandundu • Een beperkt nationaal politiek programma dat relevant is voor beide streekprogramma’s • Coherentie met politiek werk van Pax Christi in Oost-Congo Toekomstige interventiezone Bandundu Nieuw programma opgestart in 4 sectoren van de Territoires Bulungu/Bagata en Inongo in het noorden Oost-Kasai Toekomstig programma in 2015 op te starten in het district van Kabinda: territoires van Gandajika en Kabinda Uitgangspunten voor een nieuw programma • Aansluiten bij AGRI-CONGO (lobbywerk familiale landbouw en structureren van een Congolese boerrenbeweging) • Uitbouw van een nieuw streekprogramma in Bandundu • Ombouwen gedurende de komende 3 jaar van de huidige werking in Oost-Kasai tot een nieuw streekprogramma in Kabinda (sterke basisorganisaties, BTC en BFVZ) • Uitbouw van een beperkt nationaal programma om: 1. Vorm te geven aan een rechtenbenadering op niveau van de streekprogramma’s i.s.m. een mensenrechtenorganisatie RODHECIC 2. Gewicht te geven aan het politiek lobbywerk in Congo op niveau van gemeenten (secteurs), provincies en land i.s.m. lokale boerenorganisaties, provinciale en een nationale boerenfederatie Stappenplan voor de uitbouw van een streekprogramma 1. Identificatie van de interventiezone en van de basisorganisaties die het programma zullen dragen door een ad hoc stuurcomité (bestaande uit geïnteresseerde NGO’s, Broederlijk Delen en de provinciale boerenfederatie) 2. Uittekenen van een streekprogramma door de weerhouden basisorganisaties (klein beginnen en gaande weg groeien) en gericht contacteren van NGO’s om het programma te ondersteunen 3. Selectie van de ingediende projectvoorstellen van de weerhouden basisorganisaties en van geïnteresseerde NGO’s door het stuurcomité. 4. Werkatelier met alle betrokkenen om weerhouden projectvoorstellen te harmoniseren, een resultatenkader uit te werken en een samenwerkingsprotocol uit te werken Wat betekent dit concreet? Bandundu: het stappenplan werd in april 2013 in gang gezet en moet in april 2014 tot een streekprogramma leiden Oost-Kasai: met de bestaande partners wordt de komende 3 jaar werk gemaakt van harmonisatie van de interventies en van groeiende samenwerking om vanaf 2015 het stappenplan voor identificatie van een nieuw streekprogramma op gang te trekken in Kabinda (ook hier klein beginnen en gaandeweg groeien) Nationaal: Er wordt reeds samengewerkt met een mensenrechtenorganisatie. Daarmee zal begin 2014 bekeken worden in hoeverre een relevante en haalbare rechtenbenadering voor beide streekprogramma’s kan uitgebouwd worden Daarnaast zal in overleg met AGRI-CONGO een samenwerking opgestart worden met de nationale boerenfederatie CONAPAC en haar provinciale platformen Enkele principes voor de toekomstige werking Elke nieuwe partner wordt vooraf gescreend door de coöperant financieel beheer en door de coöperant organisatieversterking met het oog op capaciteitsversterking vooraleer er geld gestuurd wordt. Samenwerking, uitbouw van synergie en complementariteit, uitwisseling en leren van elkaar staan voortaan centraal in de werking zowel voor de partners als voor Broederlijk Delen. Basisorganisaties en hun bovenliggende structuren worden centraal geplaatst in het programma, NGO’s bieden hun diensten aan en zullen hiervoor verantwoording afleggen. De drie coöperanten worden thematisch ingezet voor het geheel van partners. Broederlijk Delen wil dichter aansluiten bij de bestaande NGO-dynamiek in Kinshasa En nog dit… Congo is een land buiten categorie (desorganisatie, politieke instabiliteit, mentale en fysieke isolatie, afstanden, kans op ziekte en ongevallen, extreme werkomstandigheden, familie veraf, enz.). • Werken in Congo = lange termijn engagement, zowel voor Broederlijk Delen als voor de medewerkers in Congo • Werken in Congo is problematisch: dit moet ten alle tijden ‘au sérieux’ genomen worden, wil men de medewerkers in Congo gemotiveerd houden en dat kan druk zetten op het financiële plaatje en op bestaande spelregels Bv.: verplaatsingen zijn onbetaalbaar wegens barslechte wegen en dure vliegtuigtickets, voor residenten is er ook een visumplicht om het land te verlaten (375 $), vakantie of recup in het land opnemen is niet aantrekkelijk, wat te doen met de dagelijkse “tracasseries” eenmaal men op het terrein is, enz. Dank voor jullie aandacht