VERSLAG ALGEMENE VERGADERING VAN 29 SEPTEMBER 2006:

advertisement
VERSLAG ALGEMENE VERGADERING VAN 29 SEPTEMBER 2006:
LEZING: ‘KISANGANI, VERLOREN STAD’ door WALTER ZINZEN
Walter Zinzen geeft ons op objectieve wijze een beeld van het Congo van nu en
de evolutie die het de laatste decennia heeft doorgemaakt. Hij kan dit alles op
een zeer boeiende manier verwoorden:
"Sinds lang is er eindelijk een beetje heuglijk nieuws uit het voormalige Zaire.
Men is eindelijk begonnen met het organiseren van verkiezingen. Dit was niet
vanzelfsprekend: alle archieven waren verdwenen. Het was dus niet gemakkelijk
om miljoenen mensen te bewegen om zich te laten registreren: transport was
bijzonder moeilijk, niets verliep op normale wijze. Velen trotseerden gevaren
door dagenlange tochten langs onherbergzaam gebied, om toch te kunnen gaan
stemmen.
Nu maken ze zich klaar voor de 2de ronde van de verkiezingen, welke
plaatsvindt op 29 oktober 2006. Door ja te zeggen tegen de grondwet willen ze
zeggen dat dit het begin is van een nieuw leven in Congo. Is die hoop
gerechtvaardigd? Waarom is het zo dat Congo aan vrije verkiezingen nood had?
Hiervoor moeten we kijken naar de voorgeschiedenis:
De Congolezen wachten al lang op democratie, sinds de tijd van Mobutu. Het
vallen van de Berlijnse muur in de jaren '90 en het verdwijnen van de dictators
in Oost-Europa, heeft de Afrikanen sterk beïnvloed. Mobutu beloofde een
democratie en de Congolezen hebben hem steeds op zijn woord geloofd.
De nieuwe regering: 'Conférence nationale souveraine' werd opgericht (bestond
uit 2000 afgevaardigden, die echter niet verkozen waren). Mobutu probeerde,
door steekpenningen, greep te krijgen op diegenen die zich in de conferentie
inschreven. De conferentie echter ontwierp een nieuwe grondwet waarin werd
gesteld dat corruptie niet meer kon (la commission des biens mal-acquis).
Mobutu voelde zich bedreigd en de conferentie werd vroegtijdig beëindigd. Hij
stelde de verkiezingen uit, sloeg in 1997 op de vlucht en stierf enkele maanden
later. Hij werd opgevolgd door Laurent Désiré Kabila, die de grondwet nog
steeds niet toepaste. Zijn zoon Joseph Kabila nam in 2003 de macht over en
stelde een regering samen van 4 vice-presidenten en een niet verkozen
parlement.
Gedurende al die jaren begon de 'société civile' zich opnieuw te herstellen op
lokaal niveau:
 onderwijs: de staatskas was leeg: de onderwijzers kregen geen wedde. De
ouders legden een deel van het weinige geld dat ze hadden bijeen om de
leerkrachten te kunnen betalen. Men spreekt van de 'prime de motivation'.
Momenteel functioneert het onderwijs in sommige dorpen nog op deze
manier.
 gezondheidszorg: hetzelfde principe werd toegepast wat betreft
gezondheidszorg, mensen legden kleine bedragen bij elkaar om zieken te
helpen.
 economie: in Kinshasa was 90 % van de bevolking werkloos. De mensen
gingen echter toch naar kantoor ondanks dat ze niet betaald werden. De
mensen begonnen kleine ondernemingen op te starten, zoals kleine
'zeepfabriekjes', ambachtelijke ondernemingen. Dit wordt de 'petit
commerce' genoemd. Dankzij deze 'petit commerce' hebben de
Congolezen kunnen overleven.
Mobutu misgunde hen dat succes, die mensen werden vaak bedreigd door de
militairen van Mobutu. De streek rond Bukavo was echter een voorbeeld voor
het latere Congo. Het gonsde er van de activiteit. Deze stad werd niet
geplunderd omdat er belastingen geïnd konden worden om de militairen te
betalen. Men liet de mensen daar met rust.
De Kivu-streek werd echter geteisterd door de oorlog in Rwanda. Vele
Rwandese vluchtelingen verbleven in deze streek. Het 'Rassemblement
Congolais pour la Démocratie', een rebellenbeweging actief in dit oostelijke deel
van Congo, keerde zich tegen de regering in Kinshasa en bestond (bestaat) uit
plunderaars, dieven en verkrachters. In de evenaarsprovincie deed Bemba (lid
van de huidige regering), juist hetzelfde. De rivaliteit tussen hutu's en tutsi's
leidde tot ongekende genocides.
Ook het ééngemaakte leger dat voor vrede moet zorgen kent een verleden van
plunderingen en verkrachtingen. Wat zal er gebeuren wanneer de soldij niet
wordt uitbetaald? De hoop van Congo ligt niet bij de soldaten, ministers of
presidenten. De hoop en de vrede, democratie zoals de Congolezen het wensen;
de vooruitgang, ligt bij de Congolese bevolking zelf.
Wanneer Congolezen op straat elkaar nu begroeten zeggen ze: 'Comment ça
va?", het antwoord is dan: 'Un jour, ça ira'. Het blijft een moedig en volhardend
volk dat blijft streven naar democratie."
Malou Schelfthout
Download