Oefenvragen hoofdstuk 9

Oefenvragen Web Hoofdstuk 9
1
Zie figuur 9.1 voor een schets van een Frame Relay netwerk.
Frame Relay netwerk
zender
Node1
Node2
ontvanger
Node3
Figuur 9.1 Schets van een Frame Relay netwerk
Beschouw de volgende bewering.
Binnen Frame Relay zijn de verbindingen gebaseerd op virtuele circuits.
Is deze bewering juist?
A Ja
B Nee
2
Een technisch bedrijf heeft op netwerk gebied capaciteitsproblemen en overweegt technieken als SDH en ATM in te
zetten.
Beschouw de volgende bewering.
SDH-netwerken kunnen worden ingezet voor het datatransport op basis van ATM.
Is deze bewering juist?
A Ja
B Nee
3
Er wordt vanuit een specialistisch ziekenhuis in Amsterdam een nieuwe medische methode toegepast op een patient
in een ziekenhuis in Maastricht waarbij zowel beelden als spraak worden getransporteerd en ter plekke op een
patient worden uitgevoerd.
Welk protocol is in deze situatie het beste?
A Frame Relay
B FDM
C ATM
D ISDN
4
Zie figuur 9.1 van een Frame Relay netwerk
Beschouw de volgende bewering.
Frame Relay is gebaseerd op packet switching.
Is deze bewering juist?
A Ja
B Nee
5
Welke van onderstaande mogelijkheden hoort NIET bij ATM?
A Hoge snelheid
B Variabele frames
C Foutcontrole
D Synchroon data verkeer
6
Waarom is Frame Relay efficiënter dan X.25?
A Het schakelnetwerk van Frame Relay voert geen hertransmissie van frames uit
B Frames in een Frame Relay netwerk hebben een vaste lengte
C Frame Relay voert geen foutdetectie uit