Cursus Formuleren - Toets 6 - versie 1

advertisement
Nieuw Nederlands 4e editie – havo 4/5
Cursus:
Spellen
Leerstof:
Tijdsduur:
Hoofdstuk 1
50 minuten
D-toetsen
D-toets
Opdracht 1
De werkwoorden tussen haakjes hebben een vorm die eindigt op -d en een die eindigt op -t. Noteer de
juiste vorm.
1 Heeft Malika je al (vertellen) dat haar afstudeerdatum (veranderen), omdat ze haar studie
(vertragen) voor een lang bezoek aan de VS?
2 Je ziet dat niemand (geloven) dat de minister-president de Nederlandse burgers heeft (beduvelen).
3 De president (betreuren) het dat een groot deel van de Afghaanse boeren liever papaver
(verbouwen) dan saffraan.
4 Waarom heeft die jongen steeds (ontkennen) dat hij de gestorven varkens meestal zelf (verdelgen)?
Opdracht 2
De werkwoorden tussen haakjes eindigen op -d, -dt of -t. Noteer de juiste vorm.
5 Volgens mijn broer (schudden) het gebouw en (trillen) de grond, als ik met mijn zware
transportvliegtuig van de luchtmacht (landen).
6 Straks (worden) de winnaar weer (belagen) door dit groepje paparazzi, dat altijd (strijden) om de
mooiste foto van de held.
7 Je (raden) nooit waarom de belastingdienst niet op mijn bezwaarschrift (antwoorden).
8 Natuurlijk (vinden) je het vervelend dat elke jongen je belangrijkste concurrente (aanbidden).
Opdracht 3
Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
9 Waarom (antwoorden) je je vriend niet dat zijn gezeur je (vervelen)?
10 Het (bevreemden) me dat er maar steeds geen beslissing over de opstelling (worden) genomen.
11 (Storen) het u dat ik straks de ambassadeur (melden) dat u morgen de gezant op uw kantoor
(ontbieden)?
12 U (veronderstellen) zeker dat dit teleurstellende resultaat het team (ontmoedigen)?
Opdracht 4
Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
13 De wilde zwijnen (wroeten) in de tuintjes van de burgers, die van de jachtopziener (eisen) dat hij
een deel van de dieren (doden).
14 De jongens (bridgen) de hele middag en ’s avonds (darten) ze nog een paar uur.
15 Wij (benijden) je, omdat je baas alle kosten (vergoeden), toen jij op stage naar Canada ging.
16 Vroeger (lunchen) mijn ouders vaak bij Chez Marie, waarna ze ’s avonds in hun tuin (barbecueën).
Opdracht 5
De werkwoorden tussen haakjes hebben vormen met -de(n) en -dde(n), of met -te(n) en -tte(n).
Noteer de juiste vorm.
17 Het in de Telegraaf (vermelden) bericht dat de (verplichten) autokeuring verdwijnt, bleek op
geruchten te (berusten).
18 De bewoners van de gebombardeerde stad zochten in hun (verwoesten) huizen naar de laatste
resten van hun grotendeels (verbranden) huisraad.
19 Jelske (vermoeden) toen vast niet dat de door haar (verleiden) Italiaanse jongen elke dag andere
meisjes (ontmoeten).
20 De socialisten (verspreiden) vroeger altijd folders in de weken voor de verkiezingen om de burgers
te (verleiden) op hen te stemmen.
Opdracht 6
Noteer eerst de werkwoordsvorm van het werkwoord tussen de haakjes: persoonsvorm tegenwoordige
tijd (pvtt), persoonsvorm verleden tijd (pvvt), infinitief (inf), gebiedende wijs (gw), onvoltooid deelwoord
(od), voltooid deelwoord (vd) of bijvoeglijk naamwoord (bn). Noteer daarna het werkwoord.
© Noordhoff Uitgevers bv, 2008
1
Nieuw Nederlands 4e editie – havo 4/5
D-toetsen
21 Als goed (plaatsen) bewakingscamera’s de overval hebben (registreren), (worden) de dader vaak
snel (inrekenen).
22 Zolang het pas (openen) museum nog onvoldoende bezoekers (trekken), (worden) het door de
overheid (subsidiëren).
23 Wanneer het (worden) (ontdekken) dat je hebt (spieken), (bevinden) je je in een lastig parket.
24 De niet tijdens de uitzending (beantwoorden) vragen worden door onze medewerkers via e-mail
(behandelen).
25 Werd de (ontvluchten) gevangene nog dezelfde dag weer (arresteren)?
Opdracht 7
Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen de haakjes.
26 Met een (verbazen) en (ergeren) blik (volgen) de coach de wedstrijd, die voor Nederland
(teleurstellen) verliep.
27 Het (overmaken) bedrag (worden) eerdaags aan u (restitueren), hetgeen (betekenen) dat al het
geld binnenkort aan u (worden) (terugbetalen).
28 De (beginnen) belegger (ervaren) het als een groot probleem, als de AEX drie dagen achtereen zo
sterk (dalen).
29 Wanneer het monument te zijner tijd (worden) (onthullen), (gebeuren) dat uiteraard in
aanwezigheid van de koningin.
30 Tegenwoordig zijn (repareren) en (verstellen) spijkerbroeken weer in de mode, en dat (gelden) ook
voor T-shirts waarvan de gaten zijn (stoppen).
© Noordhoff Uitgevers bv, 2008
2
Nieuw Nederlands 4e editie – havo 4/5
Cursus:
Spellen
Leerstof:
Tijdsduur:
Hoofdstuk 2
50 minuten
D-toetsen
D-toets
Opdracht 1
A Plaats in de zinnen hoofdletters en leestekens.
1 t regent s morgens vaak in de paasvakantie gelukkig is het weer met pinksteren een stuk beter
2 als je dat rooms-katholieke klooster wilt bezoeken zei freek tegen zijn vriendin angela wil ik je mijn
scooter wel lenen
3 mevrouw van herften-de wit zei tegen haar man ik heb heel wat beesten gezien in het safaripark tijgers
olifanten giraffes en leeuwen
B Neem de tekst over en plaats hoofdletters en leestekens.
in de dierenweide van berkum is recentelijk een ezel geboren hendrik genaamd afgelopen zondag
mocht hij voor het eerst naar buiten samen met moeder sophie en broer floris de hele familie heeft
koninklijke namen zegt de beheerder die zelf ook nog eens maurits heet
Opdracht 2
Noteer het meervoud.
4 garage
5 melodie
6 rally
7 café
8 rund
Opdracht 3
Maak samenstellingen.
9 lach + bek
10 tomaat + soep
11 bakker + zaak
12 hoog + school
13 verkeer + zuil
Opdracht 4
Maak het verkleinwoord. Als er meer vormen mogelijk zijn, noteer ze dan allebei.
14 pony
15 pyjama
16 pudding
17 bikini
18 logé
Opdracht 5
Schrijf aan elkaar wat aan elkaar moet.
19 minimum + inkomen
20 lange + afstands + raket
21 sociale + woning + bouw
22 er + tussen + door + praten
23 acht + uur + journaal
Opdracht 6
Maak van de volgende woorden één woord. Plaats zo nodig een koppelteken.
24 kant en klaar maaltijd
25 rekening courant
26 privé praktijk
27 interim directeur
© Noordhoff Uitgevers bv, 2008
3
Nieuw Nederlands 4e editie – havo 4/5
D-toetsen
28 giro rekening
Opdracht 7
Spel correct: laat weg wat weg kan, schrijf aan elkaar wat aan elkaar moet; gebruik waar nodig een
weglatingsstreepje.
29 korte termijn rente en lange termijn rente
30 dorps straten en dorps pleinen
31 klassieke voertuigen en moderne voertuigen
32 hoog opgeleide werknemers en laag opgeleide werknemers
33 auto bussen en brieven bussen
Opdracht 8
Plaats waar nodig een accent, een trema of een apostrof.
34 hyenas
35 Frits aktetas
36 coordinator
37 prostituees
38 compote
39 tvtje
40 gekopieerd
41 enquete
42 beantwoorden
43 clichés
Opdracht 9
Noteer de juiste vorm: met of zonder -n.
44 Van alle huisdieren zijn katten de enige(n) die zich meer aan het huis hechten dan aan de
bewoners.
45 Alle(n) die met de auto waren gekomen, kregen een milieustrafpunt.
46 In dit slachthuis werden tientalle(n) koeien en schapen mishandeld.
47 Jan-Arnold en David van der Gouwe ken ik beide(n) niet, maar de broers schijnen in dit dorp tot de
allerrijkste(n) te behoren.
48 Veel leerlingen hadden een redelijk cijfer voor de toets, maar de slechtste(n) hadden een dikke
onvoldoende.
Opdracht 10
Verbeter de fout gespelde woorden.
49 alinia
50 begroeiing
51 discipline
52 enthousiast
53 exceem
54 gefascineerd
55 gezamelijk
56 indentiteit
57 manouvreren
58 onmiddelijk
59 parallellen
60 rascisme
© Noordhoff Uitgevers bv, 2008
4
Download