Naam:_______________________________________________ Voorbereiding rekentoets les 21 34 A: Getallen: 1: Cijfer, schat en maak de proef a: 78964 + 2569 +378=_____________________ b:78325 – 9687=________________________ c:7892x7=__________________________ d:98672 : 9=__________________________ 2:Getallendictee: noteer de getallen die je meester dicteert a:_______________________________ b:_________________________________ c:_______________________________ d:_________________________________ 3: Stel de getallen samen: a: 6HD + 4TD +5H+2E + 6h +3d=___________________________________ b:4TD + 5E + 6d=__________________________ 4:Schrijf het getal in cijfers: a:tweehonderd gehelen achtendertig duizendsten:_______________________________ b:twee duizendsten:___________________________ 5:Los op: a:7 – 0,32= b:14,20 – 0,05= c:0,18 + 0,95= d:10 –0,02= e:8,4 + =12,56 f:26,5 = 13,92 6:zet de rij verder: a: 2,23 3,34 b:0,99 1,79 7:Los op: 4,45 ____ 2,59 _____ 80,24 : 8=__________ 6 600,36 : 6=_________ 5 x 50,01 =_________ 3 x 20 000,13=_________ 2 x ___________= 34,34 _____ ______ ________ _______ ________ ________ naam: 8:Los op.Noteer de tussenstappen . Doe het zo handig mogelijk. a: 32 000 – 15 750= b:675 + 1030 + 425= c:926 – 329= d:470 + 210 + 120 + 135= 9:Vul in: gebruik < ,> ,= ½_____4/7 6/10_____1/2 10: Orden van klein naar groot ½_____5/9 4/7______5/8 3/8 _____5/9 3/6 3/7 ¾ 3/9 3/10 _________<__________<__________<_________<______ 1/5 1/7 1/8 ½ 1/3 _________<__________<_______<_________<__________ 11:Noteer de percenten eerst als een breuk en dan als een vereenvoudigde breuk 25%= ______________ =______________ 75%=_______________ = _______________ 12:Zet om in percent: a:17/20=___________ b:300/400=___________ 13: Vul in: De 38 leerlingen van het vijfde leerjaar maken een uitstap naar het fort van Breendonk. Voor de bus rekent men €1.5 per kind. De inkomprijs en gids kosten per kind 3 euro. Voor een drankje betaal je €1.2. Het schoolbestuur betaalt 1/5 van de totale kostprijs en de ouderraad betaalt 1/10 van de totale prijs. Hoeveel blijft er in totaal nog te betalen door de kinderen? A: stappen bij het oplossen en formules Antwoord: Naam: 14:In de onderstaande tabel zie je een overzicht van de afvalophaling bij de familie Depeuter. Breng deze gegevens eerst over in een lijngrafiek en daarna in een staafdiagram. jan feb ma apr mei jun jul aug okt nov dec totaal Restafval in 17 12 13 15 15 14 18 17 13 12 19 kg per maand Lijngrafiek: Staafdiagram 15: Duid deze stambreuken aan op de getallenlijn: 1/3 1/6 1/2 0__________________________________________________________1 16:Situeer deze breuken op de getallenas: ½ - 3/8 – 7/8 - 1/4 Meet en verdeel in passende delen. 0________________________________________________________________________ Naam: B: Meetkunde A:teken het vooraanzicht en het linker – en rechterzijaanzicht volgens de gegevens van het bouwplan 1 2 2 3 1 1 1 1 1 1 bouwplan Vooraanzicht Zijaanzicht links Zijaanzicht rechts B: Teken door het punt M een rechte o evenwijdig met q C:Teken hieronder een vierkant FGHI. De omtrek van het vierkant is 18 cm. D: Teken het parallellogram DFGH met deze gegevens: E: Meet deze hoeken: F: Teken deze hoeken: BAC=55° DEF=125° C:Meten 1: Meet van elke figuur de omtrek en de oppervlakte. Noteer telkens eerst de formule en dan de uitkomst. Fig1:omtrek: fig2:omtrek: Oppervlakte: oppervlakte: 2:Los op; noteer telkens de stappen en formules en de antwoordzin a: Jos Groenmans heeft een rechthoekige tuin van 14 x 22m. ¼ van de tuin is grasveld. Hoeveel m² houdt hij over voor zijn groenten? B: Dirk en Iris waren vorig weekend aan zee. Ze fietsten langs de verschillende badsteden. Ze legden 56 km af met een gemiddelde snelheid van 14km/uur. Onderweg zijn ze gestopt om te gaan eten. Dat duurde ongeveer 1 uur en een kwartier. Ze zijn gestart om 9.30 uur. Wanneer waren ze terug van hun fietstocht?