Groepsopdracht bij de Verlichting

advertisement
Opdracht Denkbeelden Verlichting
Enkele denkbeelden van de Verlichting in het kort:
A
B
C
D
E
F
G
H
I
Mensen horen vrij te zijn en mensenrechten te hebben. Dus moet er opgekomen
worden voor een menswaardiger bestaan en gestreden worden tegen misstanden
zoals slavernij en wrede straffen.
Volkssoevereiniteit, dat wil zeggen meer macht voor het volk en dus een gekozen
parlement en een regering die aan banden is gelegd door een grondwet.
Mensen zijn van nature goed en als ze goed worden opgevoed en onderwezen tot
‘redelijkheid’, dan zullen veel misstanden verdwijnen.
Er moet een scheiding zijn van kerk, staat en rechtspraak
Het verstand (de rede) is belangrijk en zou uitgangspunt moeten zijn. Daarbij is het
wel goed te bedenken dat de eigen kijk op de wereld niet de enige juiste hoeft te zijn.
Tolerantie met betrekking tot andersdenkenden en Godsdienstige
verdraagzaamheid
Economische vrijheid. Ieder individu moet zijn eigen belang kunnen nastreven en
dat levert welvaart op.
God is een horlogemaker ziet die zich na het fabriceren van een kunstig uurwerk
had teruggetrokken.
Er zou een ‘sociaal contract’ moeten komen waarin afspraken tussen regering en
volk moesten worden vastgelegd.
Opdracht teksten uit de Verlichting:
1. Welke teksten die op de volgende bladzijde staan passen volgens jullie bij
welk(e) denkbeeld(en)? Vermeld de juiste letter(s) bij de citaten hieronder.
2. Door rationeel denken wijzigde zich tijdens de Verlichting ook het denken
over politiek, sociale verhoudingen, economie, cultuur, opvoeding en
godsdienst in de westerse wereld. Geef bij elke bron aan met welk van deze
aspecten de bron in verband kan worden gebracht.
Tekst
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
Hoort bij
denkbeeld
Hoort bij politiek, economie, cultuur, opvoeding
of godsdienst
1. Wanneer de uitoefening van de
wetgevende en van de uitvoerende
macht aan één persoon of aan één
instantie toebehoort, dan is er geen
vrijheid omdat men kan vrezen dat
de alleenheerser of instantie naar
willekeur wetten kan geven, die hij
ook willekeurig kan uitvoeren.
4. Een gedichtje uit 18e eeuw..
Mijn speelen is leeren, mijn leeren is
speelen,
En waarom zou mij dan het leeren
verveelen?
Het lezen en schrijven verschaft mij
vermaak
Mijn hoepel, mijn priktol verruil ik
voor boeken;
Ik wil in mijn prenten mijn tijdverdrijf
zoeken;
't Is wijsheid, 't zijn deugden, naar
welken ik haak.
6.
Met
de
afspraken
en
verplichtingen worden het bedrog en
de leugen geboren. Zodra men kan
doen wat men niet mag, wil men
verbergen wat men niet had moeten
doen. Zodra er een belang is dat
ertoe brengt iets te beloven, zal een
groter belang die belofte doen
breken. (...) Als we die zonde niet
hebben kunnen voorkomen, zijn we
terecht gekomen bij de straf; zo
begint de ellende van het bestaan
der mens met zijn fouten.
Ik
heb
genoegzaam
duidelijk
gemaakt
dat behoedt
men een
nooit
13."De arbeid
onskind
voor drie
moet
de straf,
grote straffen
kwaden:vanwege
de verveling,
de maar
dat
die hun
moet overkomen als
ondeugd
enaltijd
de armoede."
een natuurlijk gevolg van hun slechte
daad.
16."Twee dingen vervullen mij altijd
weer met eerbied: de sterrenhemel
boven mij, de zedenwet in mij."
17. Iets kan zowel goed, slecht of
geen van beide zijn. Muziek is
bijvoorbeeld goed voor iemand in
een melancholische bui, slecht voor
degene die rouwt en de dove maakt
het niks uit.
19. Als men jong is moet men de
wijsheid bestuderen, als men oud is
moet men haar in de praktijk
brengen.
21. De mens is vrij geboren en toch
ligt hij overal in ketenen.
2. De stem van het grootste aantal
bindt steeds de anderen.Maar men
vraagt zich af hoe een mens vrij kan
zijn en toch gedwongen zich te
voegen naar de wil die niet de zijne
is! Hoe zijn de tegenstanders vrij en
tevens onderworpen aan de wetten
welke zij niet hebben gestemd?
Hierop antwoord ik dat de vraag
slecht gesteld is. De burger gaat
akkoord met alle wetten, zelfs met
die
welke
men
zonder
zijn
goedkeuring oplegt, bovendien ook
met die welke hem straffen wanneer
hij
overtredingen
begaat.
De
bestendige wil van al de leden van
de staat is de algemene wil; het is
door deze wil dat zij burgers en vrije
lieden zijn.
7. "Men moet altijd handelen volgens
een regel waarvan men zou willen
dat het een algemene wet is."
8. "Vrijheid is het recht om alles te
doen wat de wet toestaat."
9. "Het lot van een volk heeft vaak
afgehangen van de goede of slechte
spijsvertering van de eerste
minister."
10."De mens is het enige wezen dat
opvoeding nodig heeft."
14. Vóór de Verlichting gaat men
ervan uit dat de mens tot het kwade
neigt en afhankelijk is van God en de
kroon. De verlichte denkers zien de
mens als van nature goed, autonoom
en onafhankelijk. Nuttigheid, de
waardigheid van de mens en zijn
streven naar geluk in dit aardse leven
(en niet in het hiernamaals) vormden
het uitgangspunt in de moraal. De
denkers streven naar rationele en
universele regels.
18. Aangezien de denkwijzen van
mensen verschillen, zodanig dat
sommigen gemakkelijker dan
anderen de een of andere vorm van
geloof omarmen, want wat de een
leidt tot gebed kan de ander tot
spotternij leiden, concludeer ik, dat
iedereen vrij zou moeten zijn om voor
zichzelf de basis van zijn overtuiging
te kiezen,
22. Als God ons gemaakt heeft naar
zijn evenbeeld, dan hebben wij hem
dat mooi betaald gezet.
3....Geen verstandige huisvader zal
thuis zelf iets maken dat hem
duurder komt dan wanneer hij het in
de winkel koopt... Wat in een
huisgezin verstandig gehandeld is,
kan in een groot koninkrijk moeilijk
dwaasheid zijn. Wanneer een
vreemd land ons iets goedkoper kan
leveren dan wij zelf kunnen maken,
dan kunnen wij dit veel beter in ruil
voor een deel van onze productie
van onze nijverheid van dat vreemde
land kopen...
5. Heel onze wijsheid bestaat uit
slaafse vooroordelen; al onze
gebruiken zijn niet meer dan
onderworpenheid, hinder en dwang.
De burgerlijke mens (l'homme civil)
wordt geboren, leeft en sterft in
slavernij: bij zijn geboorte wikkelt
men hem in windselen, bij zijn dood
nagelt men hem in een kist: zolang
hij eruit ziet als een mens is hij door
onze instituties geketend. Men zegt
dat sommige vroedvrouwen menen
door het hoofd van de pasgeborenen
te kneden er een betere vorm aan
geven, en men staat het toe! Onze
hoofden zoals de schepper ze heeft
gevormd, deugen niet: ze moeten
van buiten worden gevormd door
vroedvrouwen, en van binnen door
de leraren.
11."In geen koninkrijken hebben
zoveel burgeroorlogen gewoed als in
dat van Christus."
12."Men haat wat men heeft, en men
bemint wat men niet heeft."
15. In de nasleep van de ramp,
waarbij
tienduizenden
mensen
omkwamen
op
de
feestdag
Allerheiligen,
schreef
hij
het
volgende: ‘Hoe kon deze gebeurtenis
gerijmd worden met het idee van een
goede,
morele
orde
in
het
universum? Elke poging God te
verdedigen,
bagatelliseerde
de
menselijke lot, herhaalde afgezaagde
waarheden als 'Gods wegen zijn
ondoorgrondelijk', of erger nog, legde
de schuld bij de slachtoffers”.
20. Wanneer de instanties door een
slecht bestuur hun recht en hun
macht verbeuren, dan keert de
hoogste macht bij de gemeenschap
terug, en het volk heeft het recht te
handelen en de wetgevende macht
zelf uit te oefenen of een nieuwe
regeringsvorm op te richten, en de
hoogste macht - die het volledig en
onbeperkt bezit - in nieuwe handen
te leggen, geheel zoals het volk wil.
Download