OCSG okt 12 – bezinning VERWONDERING… Onze ogen worden verwend, of moet ik zeggen : overbelast ? Langs de kleine en grote schermen van televisie of internet of bioscoop kijken wij zoveel verder dan onze eigen mogelijkheden. We kijken tot in de diepzee, tot in het dichte regenwoud, tot in de kraters van de planeten, tot binnen in het menselijk lichaam, tot in de geheimen van het atoom. Hoe meer we in ons opnemen, hoe sterker de indruk dat we maar een heel klein fragmentje van de werkelijkheid onder ogen krijgen. Ons leven schijnt veel te kort om alles te zien. Omdat er zo veel te zien is, en omdat onze tijd zo beperkt is, nemen we minder en minder de tijd om te kijken naar de samenhang van de dingen. We stellen ons minder de vraag naar hun betekenis, naar het waarom van het licht en schaduw, van geluk en lijden, naar het waarom en de laatste zin van ons bestaan. We moeten weer in de leer gaan, de leerschool van het kijken. Die leerschool loopt over de verwondering. Kijken voor een mens is meer dan een prikkeling voor het netvlies, het hart mag meespelen, er komt vreugde en verrassing aan te pas. Verwondering kan bewondering worden als we liefde vermoeden achter het wonder. Dan worden we dankbaar, dan wordt kijken een innerlijk schouwen: contemplatie is een vorm van wijsheid, een manier van liefhebben, een vorm van bidden. (Manu Verhulst - Neem en Lees, p. 31). Bede om verwondering God Eigenlijk is alles een wonder. Ik kan zomaar een tekst voorlezen. In mijn hoofd leeft een gedachte, niemand kan uitleggen hoe. Ik beweeg mijn mond, vorm een klank, onzichtbaar voor mijn oog. Een ander vangt die op met zijn oor en begrijpt wat ik zeg. We kunnen dit alles wel verklaren, maar het is toch fantastisch. Wij zien nog maar weinig wonderen, omdat we niet verwonderd meer zijn over de gewone dingen ! We kunnen lopen en bewegen, lachen en huilen, luisteren en spreken. We staan er meestal niet bij stil, maar het wonder is al gebeurd. Dank God, om het wonder. Dank God, om de verwondering. Geef mij meer verwondering, God ! Amen.