Eer en eergerelateerd geweld Final Essay Criminal Minds Docent: Mevr. Ruberg Marieke Verster Deadline: 23 januari 2012 Woorden: 10.423 Inhoudsopgave Inleiding 3 Deelvraag 1 7 1.1 Eer 7 1.2 Definitie 9 1.3 Eergerelateerd geweld 11 1.4 Conclusie 15 Deelvraag 2 17 2.1 Eer in de geschiedenis 17 2.2 Incest en verkrachting tijdens de zeventiende eeuw in Nederland 18 2.3 De definitie van eer 20 2.4 Conclusie 21 Deelvraag 3 23 3.1 De actualiteit van eer 23 3.2 Arresten 24 3.3 Conclusie 28 Conclusie 30 Discussie 33 Literatuur 34 Primaire bronnen 36 2 Inleiding Als er sprake is van het begrip ‘eer’, blijkt dat iedereen hier een bepaald gevoel of idee bij heeft. De eer van een persoon kan verbonden worden aan reputatie, respect of een verschijning. Maar ook een gemeenschap, familie of maatschappij kan aanspraak doen op het begrip eer. De perceptie van het begrip eer is in de loop van de tijd veranderd. In het huidige Nederland wordt eer vaak automatisch gelinkt aan de Arabische en Islamitische cultuur waar de eer van een vrouw of een familie een noodzakelijk gegeven is en waar eerverlies als doodzonde wordt gezien. Dit verband wordt vervolgens in één zin genoemd met het idee van de schaamte en schuld cultuur. Volgens deze opvatting is in ons land anno 2012 namelijk sprake van een schuld cultuur. In tegenstelling tot onze schuld cultuur zou er sprake zijn van een schaamte cultuur in de Arabische en Islamitische traditie. Iets dat gezien wordt als een teken zijn van haar ‘achterlijkheid’. De Nederlandse schuld cultuur zou verbonden zijn met het individualisme waardoor de schaamte cultuur gezien wordt als iets van vroeger en dus ouderwets. Immers is het iets dat in Nederland al een lange tijd niet meer zo voorkomt. Criminaliteit Eer neemt een belangrijke rol in binnen bepaalde criminele zaken. Toch is de hedendaagse perceptie van eer gebonden aan een stereotype. Zoals eerder gezegd zal de algemene opinie het begrip eer met betrekking tot criminaliteit vaak in verband brengen met de Arabische en Islamitische cultuur.1 Terecht of onterecht, dit beeld is in de loop van de tijd ontstaan. Desalniettemin is de Islam of de Arabische cultuur niet de enige cultuur waar eer een rol speelt in criminele zaken. In Aziatische landen speelt de eer van een familie of gemeenschap een belangrijke rol in het dagelijks leven. Ook in Nederland tijdens de vroeg moderne tijd nam eer een hele andere plek in dan tegenwoordig. Eer beïnvloedde de uitkomst van een rechtzaak maar ook hoe er naar slachtoffers en daders gekeken werd. Daarom is het interessant om te kijken naar de verandering die het begrip eer in de loop van de tijd heeft door gemaakt. Is er 1 Ik benoem hier bewust de Arabische en Islamitische cultuur, omdat de tradities van deze cultuur als ‘anders’ gezien worden. Hierbij heeft de afbakening betrekking op mensen met een Arabisch/Islamitische achtergrond. 3 sprake van een verandering? En hoe sluit die eventuele verandering aan op het huidige debat rond de schuld- en schaamte cultuur? Onderzoek In dit essay zal gekeken worden naar de definitie van eer en de rol van eer in zedendelicten. Aan de hand van een vergelijking tussen delicten in Nederland tijdens de zeventiende eeuw en delicten in de huidige tijd zal gekeken worden in hoeverre eer een rol speelt en of deze rol veranderd is. Juist door het huidige debat rond eer is het interessant om onderzoek te doen naar de werkelijke positie en definitie van eer. In hoeverre is de definitie van eer en eergerelateerd geweld veranderd in Nederland in de zeventiende eeuw en Nederland in de huidige tijd? Door middel van deze vraag kan beoordeeld worden of inderdaad de schaamte en schuld cultuur noemenswaardige factoren zijn als verklaring voor de positie van eer. Om antwoord te kunnen geven op de vraag in hoeverre de definitie van eer en eergerelateerd geweld in de loop van de tijd veranderd is, is het noodzakelijk om eerst een goede definitie van eer vast te stellen en zo ook te bepalen wat eer precies betekent in criminele zaken. Daarnaast zal ook gekeken worden in hoeverre eer een drijfveer of motief is. In de literatuur die gebruikt wordt in dit essay valt op dat eer op verschillende manieren uitgelegd kan worden. Daarom zal geprobeerd worden om een zo compleet mogelijke definitie vast te stellen aan de hand van verschillende wetenschappers. Daarna zal gekeken worden met behulp van die definitie wat de rol van eer was in Nederland in de zeventiende eeuw. In deze periode was er volgens enkele wetenschappers spraken van een schaamte cultuur. Hierdoor wordt verondersteld dat eer een andere plek in neemt dan in de huidige tijd. Dit is dan ook de reden waarom gekozen is voor dit tijdsbestek. De zaken uit deze periode die gebruikt worden hebben betrekking op zedendelicten. Tot slot zullen enkele arresten uit de eenentwintigste eeuw gebruikt worden om naar de positie van eer tegenwoordig te kijken. In deze arresten komt eer op een andere manier voor dan tijdens de zeventiende eeuw. Zo kan er hypothetisch gesteld worden dat eer in een zekere mate een evolutie heeft doorgemaakt. 4 Schaamte Er bestaat een verband tussen schaamte en eer dat wordt aangehaald door de natuurlijke scheiding tussen man en vrouw.2 Hierbij wordt de eer vertegenwoordigd door de man en de schaamte door de vrouw, waarbij verschillende verantwoordelijkheden worden opgelegd. Onder meer wordt van de vrouw verwacht dat zij kuisheid nastreeft tot aan haar huwelijk en geen buitenechtelijke relaties aangaat. Deze normen hanteert de vrouw door middel van schaamteregels die haar voorschrijven zich passief, beheerst en terughoudend te gedragen.3 Schaamte zorgt ervoor dat een persoon zich wat aantrekt van de mening van een ander en zich hierdoor gedraagt volgens de ‘erecode’ die de samenleving voor individuen op heeft gesteld. In culturen waar eer een belangrijke rol speelt, is de positie van schaamte relevant. Want hoewel in elke samenleving schaamte in een zekere mate van invloed is op het gedrag, is in een eercultuur schaamte essentieel vanwege het effect op sociale relaties.4 In deze cultuur zorgt schaamte namelijk voor een belangrijke gedragscode. Eercultuur In een eercultuur is de moraal van een persoon middels schaamte te beïnvloeden en te besturen. De veroordeling ‘schaamteloos’ te zijn zorgt ervoor dat een individu zich op een bepaalde, eervolle manier gedraagt. Daarnaast wordt het gevoel van schaamte door de eercultuur uitgedragen als een fundamenteel onderdeel van een eervol, deugdelijk persoon. Schaamte wordt op die manier een essentieel onderdeel van iemands identiteit en kan gedrag zodoende sterk beïnvloeden. Met andere woorden, het hebben van schaamte is iets dat voorkomt dat een individu zich op een onbeschaafde of ondeugdelijke manier gedraagt.5 Omdat in de meeste gevallen het verschil tussen man en vrouw een belangrijke plek inneemt ten opzichte van eer, is het noodzakelijk om hier apart een vermelding van te maken. Niet alleen door de traditionele verdeling tussen man en vrouw, maar ook 2 E. Gezik, Eer, identiteit en moord: Een vergelijkende studie tussen Nederland, Duitsland en Turkije (Utrecht 2003). 15 3 E. Gezik, Eer, identiteit en moord. 15 4 P. Mosquera, Honor and emotion: The cultural shaping of pride, shame and anger (Amsterdam 1999) 10. 5 P. Mosquera, Honor and emotion. 10-11. 5 door religieuze en culturele verschillen, wordt de eer van de vrouw anders bezien. De vrouw is vanwege traditionele waarden belangrijk voor het behoud van de eer maar ook voor het verliezen ervan. Een vrouw heeft volgens deze traditionele visie een plicht ten opzichte van haar vader, haar man, haar huwelijk, haar kinderen, etc.6 In dit essay zal niet in worden gegaan op de vraag waarom de positie van de vrouw ten opzichte van eer anders is dan bij de man of de historische ontwikkeling van dit fenomeen. Wel zal de positie van de vrouw als slachtoffer van eer gerelateerd geweld als uitgangspunt genomen worden omdat dit significant in de literatuur en bronnen naar voren komt.7 Opmerkelijk is namelijk dat de eer van vrouwen als onderdeel van de eer van mannen gezien wordt. Volgens de antropoloog Anton Blok is het zelfs zo dat “vrouwen als bezit worden beschouwd (...) en kunnen hoogstens aanspraak maken op eerbaarheid”8. 6 S. Hossain, and L. Weichman, Honour: Crimes, paradigms, and violence against women (New York 2005). 48-49. 7 Het is niet zo dat een man nooit slachtoffer kan zijn van eergerelateerd geweld, toch blijkt in de praktijk dat het met name om vrouwen gaat. De mannen die slachtoffer zijn, zijn op een andere manier betrokken bij de zaak. Zie ook: L. Schaap, en E. Torre, Eergerelateerd geweld: Een onderzoek naar twintig ernstige zaken (Den Haag 2006). 16. en: D. Cohen, en J. Vandello, ‘Male honor and female fidelity: Implicit cultural scripts that perpetuate domestic violence’ Journal of personality and social psychology 84 (2003). 8 J. Janssen, Je eer of je leven? Een verkenning van eerzaken voor politieambtenaren en andere professionals (Den Haag 2008). 28. 6 Deelvraag 1 Wat is de definitie van eer en welke positie neemt eer in ten opzichte van wraak en criminaliteit? Om de positie van eer vast te kunnen stellen, is het noodzakelijk om eerst een passende definitie van eer vast te stellen. Volgens het Nederlands woordenboek Van Dale kan eer worden omschreven als een ‘hoog aanzien’ of ‘lof’. De Engelse Thesaurus definieert eer als ‘faithfulness to high moral standards’. 1.1 Eer De opvattingen rondom eer en de schending van eer zijn geen verschijnselen die enkel door migratie naar het Westen zijn gekomen.9 Het gevoel van eer is een universeel verschijnsel. Zo speelde eer in het Westen ook lange tijd een belangrijke rol. In bekend voorbeeld hiervan is het stuk van William Shakespeare Much ado about nothing. In dit stuk wil een vader zijn dochter vermoorden, omdat beweerd wordt dat de dochter geen maagd meer zou zijn tijdens de huwelijksplechtigheid.10 Ook de filosoof Arthur Schopenhauer heeft zich in de negentiende eeuw op verschillende manieren uitgelaten over eer en eervol bestaan. Hij maakte hier een vergelijking tussen eer en beroemd zijn, daarbij concludeerde hij dat het ontbreken van beroemd zijn enkel tot onbekendheid en duisterheid leidde, terwijl het verlies van eer voor schaamte zorgde.11 Julian Pitt-Rivers In 1965 heeft de antropoloog Julian Pitt-Rivers een boek geschreven waar hij als een van de eerste het begrip en de definitie van eer vast probeerde te stellen. De definitie van Pitt-Rivers op het gebied van eer wordt in veel onderzoeken en literatuur als uitgangspunt genomen. In zijn boek Honor and Shame onderzocht Pitt-Rivers de antropologie van de Mediterrane cultuur. In de eerste analyses van deze cultuur kwam naar voren dat eer als een concept onderdeel was van de Mediterrane maatschappijen, 9 J. Janssen, Je eer of je leven? 26. Ibidem 27. 11 A. Welsh, What is honor?: A question of moral imperatives (Yale 2008). 2. 10 7 zowel christelijk als islamitisch.12 Daarnaast bleek dat eer gezien werd in relatie tot het niveau van gedrag in deze maatschappijen. Zo speelde geslacht een rol en kon een belediging ontkend worden door te refereren aan de eer.13 Eer wordt hierbij beschreven als een (paradoxale) zaak van het morele geweten en het sentiment, maar daarnaast ook als een feit of reputatie die beschikbaar wordt gesteld door middel van geboorte, deugdelijkheid, macht, rijkdom, heiligheid, prestige, etcetera.14 Eer is volgens Julian Pitt-Rivers dan ook “the value of a person in his own eyes, but also in the eyes of his society”15 Aan de hand van deze definitie kan gesteld worden dat eer gebaseerd is op sociale status en specifieke handelingen voorschrijft die eervol kunnen zijn. Eer zorgt op deze manier dan voor een moreel kader van het collectieve leven waarin eer vorm geeft aan gedrag, normen en regels. Deze definitie geeft de machtspositie van eer weer, omdat individuen door middel van eer een plek in een samenleving proberen te vinden. De eisen die gesteld worden door die samenleving voor eervol gedrag kunnen hoog zijn, waardoor er veel van een individu geëist kan worden. Alexander Welsh Alexander Welsh stelt in zijn boek What is Honor? het aspect van de individualiteit van eer als belangrijk uitgangspunt voor de definitie van eer. Wanneer er slechts één man en één vrouw op de wereld aanwezig zouden zijn, zou er niet zoiets zijn als persoonlijke eer. Ook wanneer er slechts één familie zou zijn, is er geen sprake van eer.16 Eer is zodoende dus nooit statisch, want het vereist een dynamische samenstelling van personen. Welsh komt terug op de definitie van eer geformuleerd door Pitt-Rivers door naar het formele karakter van eer te verwijzen: eer kan als een gedragscode gelden voor het handhaven van reputatie of een belediging zoals in een duel. Hierbij is het externe aspect van eer van invloed, omdat de aanwezigheid van omstanders een belangrijke rol inneemt.17 12 J. Peristiany, en J. Pitt-Rivers, J., Honor and grace in anthropology (Cambridge 1992) 3-4. 13 J. Peristiany, en J. Pitt-Rivers, Honor and grace in anthropology 4. 14 Ibidem, 5. 15 A. Welsh, What is honor? 9. 16 A. Welsh, What is honor? xv. 17 Ibidem, 9. 8 1.2 Definitie Werkboek eergerelateerd geweld Algemeen genomen kan eer gedefinieerd worden als de positie die het individu inneemt in de gemeenschap. Hierbij is dan de maatschappelijke status van het individu de graadmeter van het hebben of het verliezen van eer.18 Het Werkboek eergerelateerd geweld, dat bedoeld is voor organisaties, functionarissen en geïnteresseerden die te maken kunnen hebben met eergerelateerd geweld, heeft aan de hand van verschillende studies een lijst samengesteld van punten met betrekking tot maatschappelijke status: ‘Tot aangeboren status behoren: - het lid zijn van een bepaalde familie; - het hebben van een bepaalde etnische afkomst; - het hebben van een bepaalde geboorteplaats; - het hebben van een bepaalde tongval; - het hebben van een mooi lichaam; - het hebben van een lichte (of juist donkere) huids- of haarkleur; - het hebben van een lang (of kort) lichaam, enzovoort. Verworven status omvat bijvoorbeeld: - het hebben van een hoge of juist lage leeftijd; - het hebben van een bepaald beroep of opleidingsniveau; - het hebben van sportprestaties, vakmanschap of andere vaardigheden; - het hebben van mooie bezittingen (auto, vee, huis); - het als erg gastvrij, loyaal, moedig bekendstaan; - lekker kunnen koken; - het ingetrouwd zijn in een bepaalde familie; - het hebben van de juiste vrienden; - het hebben van een mooie echtgenoot, enzovoort. - het huishouden goed doen; - het baren van zonen of juist dochters.’19 Uit bovenstaand schema kan worden geconcludeerd dat er twee typen van maatschappelijke status te onderscheiden zijn: de aangeboren en verworven status. Dit onderscheid is belangrijk voor de definitie van het begrip eer, omdat status wordt gezien als een aspect of onderdeel van eer. Toch is maatschappelijke status niet 18 R. Ermers, e.a. Werkboek eergerelateerd geweld: het organiseren van een locale ketensamenwerking eergerelateerd geweld (Den Haag 2010). 32. 19 R. Ermers, e.a. Werkboek eergerelateerd geweld: het organiseren van een locale ketensamenwerking eergerelateerd geweld (Den Haag 2010). 33. 9 hetzelfde als eer, het is belangrijk om dit verschil goed voor ogen te hebben. Volgens het Werkboek eergerelateerd geweld wordt maatschappelijke status ontleend aan eigenschappen en kenmerken waarmee een individu kan uitsteken boven de samenleving, terwijl voor eer het een voorwaarde is dat een individu of familie als lid van een gemeenschap wordt geaccepteerd.20 Zo stelt het Werkboek eergerelateerd geweld evenals Julian Pitt-Rivers dat eerder al deed, dat eer kan worden samengevat als een soort besef of bewustzijn dat men niet wordt buitengesloten, dat men erbij hoort.21 Eer wordt vervolgens gedefinieerd in het Werkboek eergerelateerd geweld gedefinieerd als: ‘Het besef dat iemand, met zijn familie, een volwaardig lid is van de sociale gemeenschap, en dat besef is gebaseerd op het respect dat hij ervaart van die sociale omgeving.’22 Daarnaast is eer het besef dat iemand, eventueel met zijn familie, een volwaardig lid is van de sociale gemeenschap, en dat besef is gebaseerd op het (kennelijk) ontbreken van ernstig wangedrag. Met andere woorden: eer zorgt voor het ontbreken van een maatschappelijk stigma dat veroorzaakt wordt door wangedrag.23 Hierbij is de positie van het individu of de familie ten opzichte van de gemeenschap essentieel om de definitie van eer te bepalen en te zien of eer een rol speelt binnen die gemeenschap. Om de ‘mate’ van eer te bepalen dient men dus tot op zekere hoogte te kijken naar de gemeenschap en hoe die gemeenschap zich onderling verhoudt. De uiteindelijke definitie Door middel van de hierboven genoemde aspecten van eer kan geconcludeerd worden dat eer een algemene, morele gedragscode biedt voor het collectief bestaan in een samenleving. Hierbij zorgt eer niet alleen voor respect en aanzien, ook het gevoel van schaamte bij wangedrag zorgt ervoor dat het individu zich gedraagt volgens deze gedragscode van de gemeenschap. Eer heeft een dynamisch karakter omdat het in zekere mate in elke gemeenschap voorkomt, alleen niet altijd in dezelfde vorm altijd wordt toegepast. Aspecten van eer en een eervol bestaan zijn afgeleid van waarden als respect, reputatie, aanzien en schaamte. 20 R. Ermers, e.a. Werkboek eergerelateerd geweld. 38. Ibidem, 38. 22 Ibidem, 50. 23 Ibidem, 50. 21 10 1.3 Eergerelateerd geweld De aantasting van eer kan op verschillende manieren voorkomen. Veel genoemde punten van eerverlies zijn: ontmaagding voor het huwelijk, aanranding of verkrachting (buitenechtelijk), overspel, schaking (vrijwillige of onvrijwillige ontvoering van een meisje door een jongen) of een seksuele belediging.24 De vrouwelijke maagdelijkheid voor het huwelijk en de seksuele trouw tijdens het huwelijk worden gezien als een van de belangrijkste eerzaken. Maar ook diefstal kan gezien worden als een overtreding van de erecode. Wanneer een familielid deze code overtreedt, bijvoorbeeld door diefstal, kan de blaam net zo groot zijn als wanneer er sprake is van eerverlies door overspel.25 De wijze waarop eer aangetast kan worden is op sommige plekken heel breed gedefinieerd. Aan de hand van het rapport van Amnesty International over eergerelateerd geweld in Pakistan wordt zichtbaar hoe afwijkend de definitie kan zijn: ‘Male control extends not just to a woman’s body and her sexual behaviour, but to all of her behaviour, including her movements and language. In any of these areas, defiance by women translates into undermining male honour.’26 Het grootste verschil in dit soort situaties is dat man en vrouw niet gelijk aan elkaar zijn en dus de perceptie van eer niet op gelijke wijze toegepast wordt. Dit sluit aan op de definitie genoemd in de inleiding door de antropoloog Anton Blok, die stelde dat de eer van vrouwen afhankelijk is van de eer van mannen. Ontleding van eergerelateerd geweld In het boek Honour van Lynn Welchman en Sara Hossain wordt middels een schema uitleg gegeven over eerverlies en het hebben van eer: ‘Honour Vested in person (including conjugal honour), family, tribe, clan, community, collective 24 L. Schaap, en E. Torre, Eergerelateerd geweld: Een onderzoek naar twintig ernstige zaken (Den Haag 2006). 15. 25 Boer, M. De, and Jansen, W., ‘Opvattingen over eer gerelateerd geweld onder Turkse jongeren in Nederland’ Migrantenstudies 4 (2009) 1. 26 Rapport Amnesty International 1999, Honour killings in Pakistan, ASA 33/18/99, 5. 11 Actions of dishonour Associating with male friends, having a boyfriend, attending college or going to work without permission, violating dress codes, choosing ones own marriage partner… Actions that reclaim honour Honour can be restitution through either the modification of the transgressor’s behaviour (forced marriage) or erasure of the carrier of the dishonour (killing). Women’s behaviour that upholds honour Modest sexual behaviour, fidelity in marriage, no prior extramarital relationships with men, no unchaperoned rendez-vous with men outside the family, meeting motherly obligations to children, meeting wifely obligations to husband, meeting daughter’s obligations to parents and so on.’ Dit schema laat zien dat eer en eerverlies zich met name richt op vrouwen. Ook geeft het verschillende aspecten van eerverlies weer en mogelijke oplossingen om de eer te herstellen. Zo wordt het huwelijk als belangrijke optie gezien voor eerherstel nadat de eer beschadigd is of juist het ‘uitwissen’ van de drager van de schande. Deze punten zijn gebaseerd op eergerelateerde (criminele) zaken en zijn belangrijke motieven in deze zaken. Kenmerken Naar aanleiding van het schema geformuleerd door Weichman en Hossain kan gesteld worden dat eer gerelateerd geweld zes kenmerken heeft: 1. Op geslacht gebaseerde relaties die controle uitoefenen en problemen kunnen veroorzaken voor het gedrag van de vrouw. Deze relaties geven vorm aan en controleren de seksualiteit van de vrouw in het algemeen. 2. De rol van vrouwen in het controleren en het hanteren van vrouwelijk gedrag. 3. Collectieve besluitvorming met betrekking tot (strafrechtelijke) vervolging of het leiden van acties voor eerbescherming en eerherstel. 4. De deelname van vrouwen in moordzaken. 5. De mogelijkheid om de eer te herstellen door het huwelijk of juist moord. 6. Erkenning van de staat voor de rol of motivatie van eer in criminele zaken.27 Deze zes punten zijn op zichzelf bruikbaar bij de identificatie van eergerelateerd geweld. 27 S. Hossain, en L. Weichman, Honour. 50. 12 Derden Een belangrijke overeenkomst tussen eer en eergerelateerd geweld is de positie van ‘derden’. Zoals bij de definitie van eer aangegeven is, kan eer niet bestaan of optimaal werken wanneer er geen buitenstaanders of ‘derden’ aanwezig zijn. Wanneer anderen op de hoogte zijn van de erecodes en de bijbehorende normen en waarden, kan eer optimaal werken. Concluderend kan dus gesteld worden dat bij eerverlies ‘derden’ een fundamentele positie innemen. Immers, wanneer de buitenwereld niet op de hoogte is van de breuk met de erecode, zal dit ook geen gevolgen hebben. Andersom werkt dit principe ook: wanneer de ‘anderen’ ervan overtuigd zijn dat er sprake is van eerschending, maar de werkelijke handeling niet plaats heeft gevonden, treedt er alsnog een gevaarlijke situatie op. De ‘derden’ zijn dus feitelijk de rechters van de erecode.28 Een begrip dat nauw samenwerkt met de positie van ‘derden’ is het gevoel of het hebben van schaamte. Zodra een individu zich realiseert dat buitenstaanders op de hoogte zijn van zijn wangedrag, treedt een schaamte gevoel op dat gevormd wordt door de morele richtlijnen van de gemeenschap. Dit gevoel gaat sterk gepaard met het hebben of verliezen van respect, een belangrijk onderdeel van eer. Typen Het Werkboek eergerelateerd geweld vermeld twee typen van eerwraak. Deze twee typen bepalen de oplossing voor eerherstel. Type 1 stelt dat de enige adequate oplossing voor eerherstel is dat de verkrachter of verleider, afhankelijk van de omstandigheden, gedood wordt.29 Deze oplossing is niet voor elke gemeenschap gebruikelijk maar zorgt er wel voor dat het slachtoffer van de eerloze situatie niet betrokken wordt bij het proces van eerherstel. Bij type 2 wordt het familielid in kwestie gedood, omdat verstoting niet afdoende is. Zonder de doding van de ‘drager’ van de schande blijft de naam van de familie de smet dragen. In de situatie van type 2 zorgt de ‘oplossing’ ervoor dat de familie definitief afstand neemt van het wangedrag tegenover de sociale gemeenschap.30 28 J. Janssen, Je eer of je leven? 35. R. Ermers, e.a. Werkboek eergerelateerd geweld. 56. 30 Ibidem, 57. 29 13 Concluderend komt het Werkboek eergerelateerd geweld met zes categorieën gebaseerd op de twee typen van eerwraak. Deze zes categorieën van aan eergerelateerd geweld zijn bruikbaar voor een complete definitie van het begrip: 1. Wangedrag wordt aangepakt door maatschappelijke sancties van de sociale omgeving. Actoren bij deze categorie zijn onder meer buren, vrienden, bekenden, familieleden etc. 2. Reacties van een individu op een belediging. Bij een belediging wordt een emotionele reactie uitgelokt waardoor (agressief) gereageerd wordt om assertiviteit uit te stralen. 3. Bescherming tegen onheil van buitenaf. Dit houdt in dat geweld ingezet wordt om buitenstaanders die een gevaar of bedreiging vormen voor een van de familieleden af te schrikken. Ook wordt geweld hier gebruikt om mogelijke slachtoffers van derden te beschermen. 4. Preventieve acties. Deze categorie is vergelijkbaar met de voorgaande categorie. Ook hier is er sprake van bescherming van de eigen familie op wangedrag of wangedrag van derden. 5. Geheimhouding van wangedrag. Geweldshandelingen binnen de familie worden gepleegd om wangedrag geheim te houden of om herhaling van wangedrag te voorkomen. 6. Eerherstel. Onder deze categorie valt het geweld dat gebruikt wordt voor het herstellen van de familie eer. Een belangrijke conclusie die getrokken kan worden aan de hand van de bovenstaande categorieën, is dat aan eer gerelateerd geweld niet altijd tot uiting komt bij een ‘geschonden eer’. Er is dus ook niet altijd sprake van het herstel van de eer, wat van eergerelateerd geweld een complex begrip maakt. Criteria van eergerelateerd geweld Niet alleen de redenen voor eergerelateerd geweld kunnen schematisch opgesomd worden. Ook de daad zelf kan aan de hand van verschillende punten gecategoriseerd worden. Clementine van Eck is specialiste op het gebied van eerwraak en haar kennis op dit gebied wordt regelmatig gebruikt in rechtzaken. Aan de hand van verschillende aan eergerelateerde zaken komt zij tot de conclusie dat eerwraak een ritueel karakter 14 bezit.31 In haar boek Purified by blood stelt zij acht criteria op van eermoord. Het eerste criterium is dat de publieke omgeving van de eermoord fundamenteel is. Aangezien de eer hersteld moet worden volgens de normen van de gemeenschap, is het publieke karakter van eermoord belangrijk. Hierbij vervullen omstanders een belangrijke rol, namelijk die van getuige van eerherstel. Een tweede criterium is dat de eermoord van dichtbij gepleegd wordt. Het aantal messteken of kogels is belangrijk en ook dient de dader32 het slachtoffer face-to-face te benaderen. De houding van de dader tijdens de moord is een essentieel gegeven bij een eermoord. Dit derde punt stelt dat de dader emotieloos te werk gaat en dus de kalmte bewaard. Als vierde punt wordt gesteld dat het slachtoffer moet sterven, pas dan is de eer hersteld. Hoewel eermoord soms roekeloos lijkt te zijn, is de bewijsplicht fundamenteel. De dader moet zeker zijn van de feiten, op basis van geruchten mag geen actie worden ondernomen. Een zesde criterium is dat de dader direct schuld bekend. Dit kan gebeuren door te zeggen dat de eer is hersteld, zich direct aan te geven bij de politie of op het plaatsdelict te blijven. Vervolgens dient de dader geen spijt te hebben van de daad. Tot slot is het symbolische aspect van eermoord belangrijk. De positie van het lichaam van het slachtoffer of het aantal messteken zijn aspecten die wijzen op het rituele karakter.33 1.4 Conclusie De acht criteria van Van Eck zijn bruikbaar in strafzaken om te bepalen in hoeverre eer een motief of drijfveer is geweest in het delict. Andere aspecten van eermoord die uit zaken blijken, zijn de planning rond de eermoord en de positie van bepaalde familieleden. De eermoord wordt uitvoerig besproken door de gemeenschap of familie. Daarnaast kan een grootvader of vader een belangrijke en doorslaggevende rol spelen in de planning en uitvoering van de moord. Op zich is dit geen 31 C. van Eck, Purified by blood: Honour killings amongst Turks in the Netherlands (Amsterdam 2003). 74. 32 De dader is in deze categorisering degene die de eermoord of het eergerelateerd geweld uitvoert. Het slachtoffer is degene die gedood wordt of aangevallen om de eer te herstellen. 33 C. van Eck, Purified by blood. 74-77. 15 merkwaardig gegeven als gekeken wordt naar het rituele karakter van eergerelateerd geweld. De definitie van eer kan uitgelegd worden door middel van de begrippen respect, status, reputatie en schaamte. Deze begrippen zijn namelijk eigenschappen die kenmerkend zijn voor de gemeenschap waartoe een individu behoort of wilt behoren. Wanneer men zich gedraagt volgens de zogenaamde erecode van de gemeenschap of familie, worden de normen en waarden streng nageleefd. Wanneer de erecode gebroken wordt, treedt een schaamte gevoel op. Hierdoor kan het noodzakelijk zijn om de schaamte aan te pakken door middel van eerherstel. Zo wordt de naam gezuiverd en kan een individu zijn plek in de gemeenschap weer oppakken. 16 Deelvraag 2 In hoeverre speelde eer een rol in criminaliteit in Nederland tijdens de zeventiende eeuw? Eer als motief of oorzaak van geweld en criminaliteit is een fenomeen dat al eeuwenlang in Europa aanwezig is. Tot aan de Eerste Wereldoorlog was het duel een populair middel in eerkwesties. Het duel was een traditie van met name de hogere sociale klassen en hier speelde de eer van vrouwen en dochters een belangrijke rol. Door middel van het duel werd de eer gered of gezuiverd.34 Hierin speelde het nobele karakter of de ridderlijkheid een belangrijke rol, die te vergelijken is met de rol van eer. Ook in Nederland was het duel een bekende methode voor het redden van de eer; in 2006 werd het artikel met betrekking tot het duel geschrapt uit het Nederlands Wetboek voor Strafrecht.35 Dit toont aan dat tot een bepaalde periode het duel een veel voorkomende methode was. 2.1 Eer in de geschiedenis In het artikel Reading the body: dissection and the ‘murder’ of Sarah Stout, Hertfordshire, 1699 geschreven door Vanessa McMahon, neemt eer een belangrijke positie in tijdens het onderzoek en de rechtzaak rond de dood van Sarah Stout. McMahon onderzoekt in dit artikel door middel van de moord op Sarah Stout hoe en wanneer lichamelijk bewijs gebruikt werd in moordzaken. In deze specifieke zaak ontstond onduidelijk rond de dood van Sarah Stout. De vraag was of er sprake was van moord of zelfmoord. De uitkomst van het onderzoek rond de doodsoorzaak was essentieel voor de nabestaanden voor het redden van de eer; zelfmoord werd immers gezien als een zonde. Moord zou dus betekenen dat de naam en eer van Sarah Stout gered zou zijn.36 Dit voorbeeld laat zien dat in de vroeg moderne tijd in Europa eer een prominente rol had in het dagelijks bestaan. 34 E. Gezik, Eer, identiteit en moord. 27. J. ten Voorde, ‘Eerwraak in het Nederlands strafrecht’ (Leiden 2008). 2. 36 V. McMahon, ‘Reading the body: dissection and the ‘murder’ of Sarah Stout, Hertfordshire, 1699’, Social History of Medicine 19:1 (2006) 19-35. 35 17 In Nederland tijdens de zeventiende eeuw neemt eer een positie in zoals de definitie van eer gesteld is in deelvraag 1. Volgens die definitie van eer, biedt eer een moreel kader of gedragscode voor individuen in een gemeenschap of sociale groep. Het karakter van eer is op dit gebied universeel, het geldt namelijk voor alle leden en elke groep.37 2.2 Incest en verkrachting tijdens de zeventiende eeuw in Nederland Het artikel van Manon van der Heijden Women as victims of sexual and domestic violence in seventeenth-century Holland: criminal cases of rape, incest, and maltreatment in Rotterdam and Delft onderzoekt de positie van daders en slachtoffers in zedendelicten. Tijdens haar onderzoek komt Van der Heijden achter het feit dat eer een belangrijke positie inneemt in die zedendelicten. Zo blijkt uit de Huwelijkswet van 1656 dat het verleiden van ‘eervolle’ jonge meisjes bij wet verboden was. Daarnaast werd verkrachting gezien als misdaad tegen eer en vrijheid.38 Abraham de Herder De zaak rond Abraham de Herder is bruikbaar om te kijken naar de positie van eer in zeventiende-eeuws Nederland. In 1698 zou hij begonnen zijn met het misbruiken van meisjes. Omdat De Herder het hoofd was van een armenhuis en aangewezen was om de kuisheid en de moraal van de meisjes in het huis te bewaren, werd deze zaak hoog opgenomen.39 De verklaringen van de meisjes werden serieus genomen, ongeacht hun achtergrond. Met name die achtergrond wordt aangewezen als een opvallend gegeven omdat zij als arme, onopgeleide meisjes het op moesten nemen tegen een man met machtige connecties uit een hogere klasse. Aangenomen wordt dat omdat het hier gaat om de zuiverheid van afhankelijke meisjes, de zaak zo hoog is opgenomen en De Herder werd veroordeeld tot de doodstraf.40 37 Hierbij moet de kanttekening geplaatst worden dat verondersteld wordt dat de samenleving in de zeventiende eeuw als een lappendeken was. Het universele karakter van eer geldt dan voor de klasse of gemeenschap, maar niet voor de gehele bevolking. 38 M. van der Heijden, ‘Women as victims of sexual and domestic violence in seventeenth century Holland: criminal cases of rape, incest, and maltreatment in Rotterdam and Delft, Journal of Social History 33 (2000) 624. 39 M van der Heijden, ‘Women as victims of sexual and domestic violence in seventeenth century Holland’ 626. 40 Ibidem, 627. 18 Chieltje Claes Tegenover de zaak van Abraham de Herder staat de zaak van de getrouwde Chieltje Claes. Tijdens haar werk werd zij lastiggevallen door een mannelijke buur. Volgens haar verklaring probeerde ze hem van zich af te duwen, maar verloor zij de strijd waardoor de buurman haar verkrachtte.41 In de zaak die volgde, besloten de rechters dat er geen sprake kon zijn van verkrachting maar enkel van overspel met een getrouwde vrouw. De buurman beschikte over een groot netwerk van buren die tijdens de rechtzaak zijn kant van het verhalen kozen. Chieltje Claes werd hierdoor gestraft door een verbanning van 50 jaar, waar de dader er vanaf kwam met een verbanning uit zijn woonplaats van 10 jaar.42 Aan de hand van deze zaak zou gesteld kunnen worden volgens Manon van der Heijden dat er een verschil bestond tussen getrouwde en ongetrouwde vrouwen als slachtoffers van zedendelicten. In de zaak van Chieltje Claes werd namelijk niet gerept over de eventuele geschade eer of onschuld, terwijl in de zaak van Abraham de Herder de meisjes in het gelijk werden gesteld. Een verklaring voor dit verschil kan zijn dat in de zeventiende eeuw jonge meisjes vanaf de puberteit of vanaf hun menstruatie verantwoordelijk werden gehouden voor seksuele overtredingen.43 Jannetje De zaak van de dertienjarige Jannetje, bijvoorbeeld, laat dit zien door het feit dat zij zwanger is geraakt. Hoewel er sprake was van incest, werd de vruchtbaarheid van Jannetje als een zwaarder wegend gegeven beschouwd. Van vrouwen werd in die tijd gevreesd dat zij ‘seksueel onverzadigbaar’ waren. Wanneer een meisje vervolgens vruchtbaar bleek te zijn, zou zij het stadium van seksueel onverzadigbaar hebben bereikt. Hierdoor werd het meisje niet gezien als slachtoffer maar als verlengstuk van de (zondige) daad.44 41 Ibidem, 628. Ibidem, 628. 43 Ibidem, 629. 44 Ibidem, 629-630. 42 19 Dirkje Jans Ook uit de zaak van Dirkje Jans blijkt dat seksualiteit en seksuele ervaringen bepalend zijn voor de uitkomst van een rechtzaak. Dirkje Jans was verkracht door haar stiefvader en als gevolg hiervan kreupel geworden. Omdat zij hiervoor seksueel actief was geweest met een andere man, werd ze beschouwd als mentaal niet helemaal in orde. Hoewel haar mentale toestand in haar verklaringen geen onnatuurlijkheden vertoonde, werd ze toch veroordeeld tot een levenslange verbanning.45 2.3 De definitie van eer Uit de genoemde voorbeelden kan geconcludeerd worden dat in al deze zaken eer een belangrijke rol speelt. Niet alleen bepaalde eer de uitkomst van de rechtzaak, ook maakte eer een scheiding tussen slachtoffer en dader. Eer kan in deze zaken uitgelegd worden volgens de definitie van deelvraag 1, aangezien eer hier een onderdeel is van de morele gedragscode van een gemeenschap. In de zeventiende eeuw in Nederland was de algemene opvatting dat vrouwen gevangen konden worden door een soort hysteria wanneer zij seksueel actief waren. Wanneer een vrouw eenmaal seksueel actief was zou zij een onverzadigbare lust hebben en daarom ook verantwoordelijkheid moeten dragen voor bepaalde daden. Het onderscheid dat gemaakt werd tussen seksueel actieve vrouwen en nog ‘kuise’ vrouwen sluit aan bij de definitie van eer omdat hier de plek van het individu bepaalt werd door de samenleving en seksualiteit samenging met schaamteloos gedrag. Vrouwen waren zich bewust van het feit dat seksuele ervaringen verschil konden maken in een strafzaak, aangezien zij regelmatig deden alsof ze niet wisten wat er was gebeurd.46 De vrouw zou hier haar eer kunnen verliezen en niet alleen haar familienaam kunnen schaden maar ook haar buurt.47 De eer van een buurt Dat laat de zaak van Leendert Jans zien waar buurtbewoners besloten in te grijpen. Leendert Jans stond niet alleen bekend om het mishandelen van zijn vrouw, hij pleegde geregeld overspel. Omdat de vrouw van Leendert Jans niet ingreep, besloot de buurt dat te doen om te voorkomen dat de eer van de buurt geschaad zou worden. 45 Ibidem, 630. Ibidem, 635. 47 Ibidem, 634. 46 20 Niet omdat de buurtbewoners last hadden van lawaai of onrust, maar de reputatie van de buurt was vaak een reden om hulp in te schakelen bij huiselijk geweld.48 Voor de vrouw was dit niet altijd de logische stap die gezet werd, omdat de blaam die achter zou blijven vaker groter was. In deze situatie speelt eer een belangrijke rol voor het verloop en de uitkomst van zo een proces. De vrouw van een veroordeelde man bleef arm en schaamtevol achter, aangezien zij alleen het gezin zou moeten onderhouden en aangekeken werd op de daden van haar man.49 2.4 Conclusie Aan de hand van de zaken die besproken worden in het artikel van Manon van der Heijden wordt duidelijk dat in Nederland tijdens de zeventiende eeuw met name eer de uitkomst van een zaak bepaalde. Als de vrouw gezien werd als drager van de eer, dus wanneer zij zich oneervol gedroeg of betrokken was bij een zedendelict, kon zij net zo zwaar of zelfs zwaarder worden bestraft dan de man. Ook wanneer de man zich misdroeg, kon aanspraak gedaan worden op de eer van de vrouw. En werd de vrouw bestraft. Dit sluit aan bij de eerder genoemde theorie van Anton Blok. Anton Blok stelde namelijk dat de vrouw gezien werd als bezit en hoogstens aansprak kon doen op de eer van de man.50 Dit blijkt uit de zaken genoemd door Van der Heijden aangezien de seksuele ervaring van de vrouw het verloop en de uitkomst bepaalde. Eer zorgde in de zeventiende eeuw dus voor het verloop van een rechtzaak en hoe er naar de betrokken partijen gekeken werd. Ook werd er gehandeld in naam van eer of eerherstel zoals bij de casus van Leendert Jans de buurt ingreep. Volgens de gestelde definitie van eer is reputatie en gedrag belangrijk voor het hebben van eer en het behouden ervan. Uit de reactie van de buurtbewoners in de zaak rond Leendert Jans kan geconcludeerd worden dat reputatie samen gaat met gedrag. Het gedrag van Leendert Jans werd door buurtbewoners als oneervol beschouwd, waardoor besloten werd dat er iets aan gedaan moest worden. De reputatie van de buurt was immers op het spel gezet. Ook het morele geweten en de plek van het individu ten opzichte van de gemeenschap komen als aspecten van eer in de eerder genoemde zaken naar voren. Het feit dat meisjes zich als onwetend opstelden om zo het verloop van de rechtzaak 48 Ibidem, 634. Ibidem, 635. 50 J. Janssen, Je eer of je leven? 28. 49 21 te beïnvloeden, laat zien dat zij zich bewust waren van de morele gedragscode van de gemeenschap. Dit gaat ook sterk gepaard met een gevoel van schaamte omdat de meisjes betrokken zijn bij ondeugdelijke en oneervolle zaken. 22 Deelvraag 3 In hoeverre speelt eer een rol in criminaliteit in hedendaags Nederland? In hedendaags Nederland speelt het begrip eer nog steeds een rol binnen bepaalde gemeenschappen en families.51 Opvallend is dat sinds de jaren zestig van de twintigste eeuw een nieuwe variant van eer en eergerelateerd geweld in Nederland aanwezig is. Door de komst van verschillende migranten afkomstig uit zuidelijk Europa en het Midden-Oosten is eer als het ware geherintroduceerd in onze samenleving. Mede door de ontwikkelingen op het gebied van eer en eergerelateerd geweld zijn er verscheidene onderzoeken gedaan naar het fenomeen eer en is gekeken hoe dit begrip bijvoorbeeld binnen het Nederlandse rechtssysteem past. Een van de oudste zaken die bekend is en waar eer een belangrijke rol speelt, dateert uit 1976.52 3.1 De actualiteit van eer De Veghelse schietzaak zorgt in 1999 voor een belangrijke ommekeer binnen het juridische en politieke debat rond eer en eergerelateerd geweld. In deze zaak worden een vader en zoon vervolgd voor poging tot doodslag en poging tot moord. In deze zaak werd gekeken naar de positie van eer in en in hoeverre de druk van gemeenschap en familie bepalend kan zijn voor het tot stand komen van een delict.53 Een belangrijk gevolg van deze zaak is de manier waarop er gekeken wordt naar eerwraak in rechtzaken. In het juridische debat rond eergerelateerd geweld wordt bijvoorbeeld gekeken naar de voorbedachte raad of de planning van een delict omdat dit aspecten zijn van eergerelateerd geweld.54 Ook de betrokkenheid van ‘derden’ is een eerder genoemd aspect van eergerelateerd geweld, maar biedt geen waterdicht bewijs aangezien deze aspecten situationeel zijn en niet altijd of in dezelfde vorm 51 Ter afbakening heb ik gekozen om dit onderdeel te wijden aan eer en eergerelateerd geweld in gemeenschappen die oorspronkelijk Arabisch zijn of volgens de eertraditie van de Islam leven. Echter moet vermeld worden dat eer mogelijk ook een belangrijke en vergelijkbare rol zou kunnen spelen in autochtone (Nederlandse) gemeenschappen zoals in de ‘Bijbelgordel’, Urk en Staphorst. Zeer aannemelijk is het dat in deze hechte, religieuze gemeenschappen eer een plek inneemt zoals eer dat doet in een schaamte cultuur en daarom sterk verwikkeld is in de gemeenschap. 52 J. ten Voorde, ‘Eerwraak in het Nederlands strafrecht’ (Leiden 2008). 2. 53 J. ten Voorde, ‘Eerwraak in het Nederlands strafrecht’. 2-3 54 Ibidem, 5. 23 voorkomen. In de huidige tijd wordt over eer als motief voor een delict zeer negatief geoordeeld. Een gevolg hiervan is dat eergerelateerd geweld door sommige gezien wordt als het gebrek aan intergratie en ontwikkeling.55 Langzamerhand is eer een onderdeel geworden van het Islam debat. 3.2 Arresten LJN BO6875 Op 8 november 2010 heeft de rechtbank van ’s-Hertogenbosch uitspraak gedaan over de zaak LJN BO6875. In deze zaak zou er sprake zijn van eergerelateerd geweld omdat een groep van vier personen een meisje heeft aangevallen. Op 22 april 2008 heeft verdachte X in Zaandam geweld gepleegd tegen slachtoffer Y door haar in het gelaat te slaan, tegen de armen en benen te schoppen en slachtoffer Y aan de haren over de grond te slepen.56 Daarnaast is de dader X in het bezit geweest van een busje traangas, dat als verboden wapen gezien wordt. Opvallend in deze zaak is dat verdachte X stelt onschuldig te zijn. Ook de familie pleit onschuld voor verdachte X en de overige betrokken personen, waaronder de vader van slachtoffer Y. Dit is opvallend omdat volgens de criteria van Clementine van Eck een voorwaarde van eergerelateerd geweld is dat er direct schuld bekend wordt, zowel door de dader als door de familie. Uitspraak De uitspraak van de rechter is dat verdachte X schuldig is aan de genoemde geweldsovertredingen en het bezit van een verboden wapen volgens artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie.57 Daarom wordt verdachte X veroordeeld tot het volgende: ‘Verklaart verdachte deswege strafbaar. Veroordeelt verdachte tot een taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van 60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 30 (dertig) dagen hechtenis. Beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht naar de maatstaf van 2 (twee) uren per dag. 55 Ibidem, 5. Arrest LJN BO6875, 08-11-2010 57 Arrest LJN BO6875, 08-11-2010 56 24 Veroordeelt verdachte voorts tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand. Bepaalt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat verdachte zich vóór het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.’58 In deze casus is het moeilijk te beoordelen in hoeverre eer behoorde tot een motief. De rechter heeft geen notie gemaakt van eventuele voorbedachte raad of door eer gemotiveerd geweld. De verdachte X wordt berecht op overtredingen op het gebied van geweld en het dragen van (verboden) wapens. LJN AP1791 Op 24 juni 2004 heeft de rechtbank van Dordrecht uitspraak gedaan over de zaak LJN AP1791. In deze zaak is mogelijk sprake van eer als motief van de verdachte. In deze zaak wordt de verdachte ten laste gelegd dat hij het voorgenomen misdrijf opzettelijk en met voorbedachte rade plande, om persoon A van het leven te beroven. Dit misdrijf vond plaats naar aanleiding van kalm beraad en rustig overleg.59 De zaak “Op zondagmiddag 30 november 2003 heeft [B] onder druk van de verdachte, haar zwager, opgebiecht dat zij reeds geruime tijd een relatie had met de getrouwde [A]. [B] was gedurende de relatie met [A] reeds verloofd met de in Turkije verblijvende [verloofde van B]. De verdachte heeft toen hij zijn reeds lange tijd bestaande vermoedens omtrent een relatie tussen [B] en [A] bevestigd hoorde door [B], onmiddellijk de vader van [B], [vader B], ingelicht. Binnen enkele minuten werd toen ook de rest van de familie op de hoogte gebracht van de kennelijk binnen deze Turkse familie als problematisch ervaren relatie tussen [B] en [A].”60 Ten gevolgen van de zogenaamde ‘problematische relatie’ tussen B en A heeft de verdachte in deze zaak besloten om persoon A van het leven te beroven. Voorafgaande aan dit besluit heeft een familieberaad plaatsgevonden. Tijdens dit beraad heeft de grootvader nadruk gelegd op het doodschieten van persoon A. Om 58 Arrest LJN BO6875, 08-11-2010 Arrest LJN AP1791, 24-06-2004 60 Arrest LJN AP1791, 24-06-2004 59 25 deze klus voor elkaar te krijgen is vervolgens gesproken over een eventuele lening voor de aanschaf van een wapen. Hiervoor is een kredietinstelling benaderd maar vanwege de tijd heeft een tante vervolgens €1500,- ter beschikking gesteld. Op woensdag 3 december 2003 besloot de verdachte een einde te maken aan het leven van persoon A. Deze poging is echter mislukt. De verdachte is na onderzoek toerekeningsvatbaar verklaard en wordt door de rechtbank van Dordrecht schuldig geacht aan poging tot moord, medeplegen van opzettelijk iemand van de vrijheid beroven en medeplegen van opzettelijk iemand van de vrijheid beroofd houden.61 Op grond van deze feiten wordt de verdachte veroordeeld tot een celstraf van zes jaar. Positie van eer In deze zaak zijn verschillende onderdelen verantwoordelijk voor het vermoeden dat eer hier een (doorslaggevende) rol speelt. De familie is samengekomen om te overleggen wat er gedaan zou moeten worden om de eer van persoon B te herstellen, want zij was al verloofd. Ook wordt de rol van de grootvader als een essentieel onderdeel van eergerelateerd geweld gezien. Zeer aannemelijk is het dat de grootvader een oproep heeft gedaan binnen de familie om te kijken wie er instaat zou zijn een persoon te doden. Ook de financiering van het wapen door de tante geeft een mogelijk ‘medeplegen’ weer. Daarnaast komt de houding van de verdachte ten tijden van het beraam en de uitvoer overeen met de criteria die Clementine van Eck heeft opgesteld. Opvallen is namelijk zijn kalme, rustige houding en de doordachte uitvoering. De verdachte voert tijdens de rechtzaak aan dat het niet de intentie was om persoon A te doden. Toch was de verdachte naar A. vertrokken met een wapen op zak. De verdachte schetst de situatie als een op noodweer beruste actie, omdat “op een gegeven moment wilde [A] dit vuurwapen afpakken, waarna het pistool afging en hij gewond raakte door het schot. Ik werd daarna door [A] met een mes gestoken, waardoor ik ernstig gewond raakte.”62 Opvallend is hierbij dat de verdachte in deze zaak slechts tot op zekere hoogte schuld bekend. De verdachte voert namelijk enkel 61 62 Arrest LJN AP1791, 24-06-2004 Arrest LJN AP1791, 24-06-2004 26 aan dat hij gekomen was om met A te praten en niet om hem te doden. Hij ontkent hierbij verder niet de voorafgaande gebeurtenissen (het familieberaad, het wapen, etc.). Hieruit kan geconcludeerd worden dat de verdachte bereid is om de schuld op zich te nemen, maar in het kader van noodweer probeert strafvermindering aan te voeren. LJN AA9954 De rechtbank van ’s-Hertogenbosch deed op 13 februari 2001 uitspraak over de zaak LJN AA9954, waarin sprake is van de meest extreme reactie van de verdachte om de familie eer te zuiveren. In deze zaak wordt specifiek gesproken over het fenomeen eerwraak en eergerelateerd geweld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van officiële definities geformuleerd door cultureel antropologen. In deze zaak is de strekking van de ten lastenlegging als volgt: de verdachte is schuldig aan poging tot doodslag op een viertal personen door met een pistool in het Regionaal Opleidingscentrum (de school) te verschijnen en te schieten op het viertal plus enkele personen die zich op dat moment daar bevonden. De zaak Het motief van de verdachte in dit delict is de ontvoering van zijn zus door slachtoffer 1. De zus van de verdachte was enkele tijd voor de gebeurtenis op de school met slachtoffer 1 naar Turkije geweest. Toen zij niet thuis kwam op het afgesproken moment is aangifte gedaan van vermissing. De zus bleek ontvoerd te zijn door slachtoffer 1. De ouders van de verdachte en de zus zijn toen naar Turkije vertrokken om de zus terug te halen. Naar aanleiding van de ontvoering werd door de vader veel druk gelegd op de verdachte omdat hij als broer zijnde op de zus had moeten letten. Uiteindelijk heeft de verdachte samen met de vader het delict gepland om de eer te herstellen. De verdachte is naar de school gegaan en heeft daar geschoten op onder andere slachtoffer 1. Daarna heeft hij aan zijn vader verklaard op slachtoffer 1 geschoten te hebben. Vervolgens zijn vader en verdachte naar het politiebureau vertrokken om schuld te bekennen. Eermotief Uit de verklaring van de verdachte is het motief van eer af te leiden. Dit blijkt onder andere uit de verklaring dat: “Mijn vader heeft mij zo opgevoed dat familie-eer 27 belangrijker is dan je leven. In ons gezin is mijn vader de baas. Wat hij zegt doe ik. Ik mag hem niet tegenspreken.”63 Vanwege de specifieke benoeming van de rol van eer is de hulp ingeschakeld van cultureel antropologen. Geconcludeerd wordt dat er een zware druk lag op de vader als gezinshoofd en de verdachte als oudste zoon, die gevoeld werd vanuit henzelf en vanuit de Turkse omgeving. Deze druk eiste van de vader en de verdachte dat de eer hersteld zou worden.64 De verdachte wordt veroordeeld op het medeplegen van poging tot moord en het medeplegen van poging tot doodslag, meermalen gepleegd. Dit leidt tot een celstraf van vijf jaar en daarnaast een schadevergoeding.65 In deze zaak komen verschillende aspecten van eer aan bod die genoemd zijn in deelvraag 1. De definitie van eer stelt dat eer een plek biedt aan het individu ten opzichte van de gemeenschap. Daarnaast bepaalt de gedragscode van eer hoe om te gaan met bepaalde situaties en hoe men zich in het algemeen dient te gedragen. Deze genoemde aspecten zijn in de zaak LJN AP1791 als motief aan te wijzen. Niet alleen wordt de druk van de gemeenschap expliciet benoemd, ook de gedragscode van die gemeenschap is sterk van invloed op de zaak. Ook de uitvoering van het eerherstel past volgens de criteria van Clementine van Eck.66 Zo is bewust gekozen voor een publieke omgeving met omstanders. De verdachte had geen ervaring met het hanteren van een wapen, waardoor hij de kogels in het rond vuurde.67 De feiten rond de ontvoering van de zus van de verdachte waren volgens vader en de verdachte glashelder. De bewuste keuze om na het incident naar het politiebureau te gaan is volgens Van Eck ook een expliciet onderdeel van eermoord. De verdachte bekend dan direct schuld maar geen spijt. 3.3 Conclusie Uit de drie besproken arresten blijkt dat eer de rol van motief inneemt in deze zaken. Niet in alledrie de zaken zorgt eer voor hetzelfde verloop, toch speelt het op de 63 Arrest LJN AP1791, 24-06-2004 Arrest LJN AP1791, 24-06-2004 65 Arrest LJN AP1791, 24-06-2004 66 Clementine van Eck was als deskundige betrokken bij deze zaak om de positie van eer te definiëren. Aannemelijk is dus dat zowel haar criteria, als haar oordeel in het arrest overeen komen aangezien zij haar criteria gebaseerd heeft op casestudies. 67 Arrest LJN AP1791, 24-06-2004 64 28 achtergrond mee. Dit toont aan dat eer in elke gemeenschap op eigen wijze de gedragscode bepaalt en dus dynamisch is. Opmerkelijk is dat in arrest LJN BO6875 zowel de verdachte als de familie van de verdachte onschuld in de zaak aanvoert. Dit is namelijk in tegenspraak met het criterium van Van Eck dat stelt dat de dader schuld bekend. Een reden hiervoor zou het bestaan van de schaamte cultuur in deze gemeenschap kunnen zijn. In de schaamte cultuur wordt de uitdrukking van eigenschappen als kracht, status en macht in de publieke omgeving als een fundament beschouwd.68 Wanneer een individu niet voldoet aan deze eigenschappen of zich zo niet gedraagt is een schaamtegevoel het gevolg. Elk individu binnen de gemeenschap zal publieke vernedering tegen willen gaan, waardoor de algemene notie van gedrag gehanteerd wordt. In het geval van arrest LJN BO6875 zou het kunnen zijn dat een schuldbekentenis niet past in de code van de gemeenschap, dat wil zeggen dat het niet ‘mannelijk’ of eervol is om schuld te bekennen. Het uitgangspunt was namelijk de eer herstellen en de blaam op de familie zien te lozen. De bijbehorende schaamte gevoelens tellen alleen voor deze gemeenschap. Uit de drie arresten kan geconcludeerd worden dat eer zorgt voor (preventieve) acties om de eer te beschermen en voor acties om de eer te herstellen. Eer bepaalt dus hoe er gehandeld moet worden en hoe een situatie opgelost kan worden. 68 Mosquera, P., Honor and emotion: The cultural shaping of pride, shame and anger (Amsterdam 1999) 90. 29 Conclusie In hoeverre is de definitie van eer en eergerelateerd geweld veranderd in Nederland in de zeventiende eeuw en Nederland in de huidige tijd? Definitie van eer Eer kan gedefinieerd worden als de morele gedragscode van individuen in een gemeenschap of familie. Hierbij zorgt eer niet alleen voor respect en aanzien, ook het gevoel van schaamte bij wangedrag zorgt ervoor dat het individu zich gedraagt volgens deze gedragscode van de gemeenschap. Eer heeft een dynamisch karakter omdat het in zekere mate in elke gemeenschap voorkomt, alleen niet altijd in dezelfde vorm wordt toegepast. Aspecten van eer en een eervol bestaan zijn afgeleid van waarden als respect, reputatie, aanzien en schaamte. De hierboven genoemde definitie is universeel en ook tijdloos. Hij is tot stand gekomen aan de hand van historisch, sociologisch en antropologisch onderzoek. In de zin van de universaliteit is de definitie van eer niet veranderd. Toch is de betekenis en de invulling van de waarde van deze definitie in elke gemeenschap anders en daarom dynamisch. In Nederland tijdens de zeventiende eeuw speelde eer een rol in het verloop van rechtzaken. Eer bepaalde niet alleen wie er dader was, ook slachtoffers konden door middel van eer tot dader worden bestempeld. De gedragscode van de samenleving, die in die tijd veel invloed had, stelde dat de seksuele ervaring van de vrouw een belangrijke rol innam. Wanneer een vrouw seksueel actief was geweest, zou zij seksueel onverzadigbaar zijn en daarom gelijke schuld dragen in zedendelicten. Getrouwde vrouwen konden zodoende ook veroordeeld worden wanneer zij verkracht waren. Hier tegenover stond dat meisjes die nog kuis waren, kosten wat kost beschermd dienden te worden. De zaak rond Abraham de Herder laat zien dat de zuiverheid en kuisheid van de meisjes hen tot slachtoffer maakte. De Herder was immers aangewezen tot de bescherming van de eer van deze meisjes en had de meisjes als het ware beroofd van hun eer. 30 De positie van eer in de huidige tijd vertoont overeenkomsten met die positie tijdens de zeventiende eeuw. In beide situaties is eer namelijk de basis voor het leven van een individu in een collectief bestaan. Zowel in de zeventiende eeuw als in de huidige tijd bepaalt de gemeenschap wat eervol en eerloos is en hoe omgegaan wordt met schaamte. Dit bewijst dan ook dat de definitie van eer gebaseerd is op een grotere groep. In beide periodes kan op gelijke wijze de eer verloren gaan. Expliciet wordt namelijk zowel in de zeventiende eeuw als wel in de huidige tijd de waarde van kuisheid en zuiverheid genoemd. Wanneer er op welke wijze dan ook aantasting van de kuisheid van een vrouw plaats vindt, heeft dit enorme gevolgen voor de eer. Een verschil is echter hoe er vervolgens omgegaan wordt met de geschade eer. In de genoemde zaken uit de zeventiende eeuw wordt geen melding gemaakt van eerwraak of daden gericht op eerherstel. De meisjes die door Abraham de Herder waren aangetast in hun eer besloten hun gelijk te halen in de rechtzaal en niet door zelf hun eer te herstellen. In andere gevallen deden slachtoffers juist alsof ze zich niet bewust waren van wat er gebeurde om zo de eigen eer te redden. Met andere woorden, eer werd destijds hersteld door het rechtssysteem en niet door leden van de gemeenschap of familie. In de huidige tijd is het herstellen van de eer echter een belangrijk motief in criminele zaken. Eer zorgt ervoor dat leden van een gemeenschap of familie door middel van (criminele) daden de eer beschermen en herstellen. Dit kan dus zowel preventief als achteraf voorkomen. Eerherstel wordt systematisch besproken en gepland en ook de schuld wordt vaak direct bekend. De rol van eer wordt vaak genoemd in relatie tot het bestaan van een schuld cultuur en een schaamte cultuur. De algemene opvatting in de huidige tijd is dat er in Nederland sprake is van een schuld cultuur. In de zeventiende eeuw was eerder sprake was van een schaamte cultuur. In zekere zin is deze opvatting waar, als gekeken wordt naar de positie die een individu tegenwoordig inneemt en destijds innam. Ten tijden van de zeventiende eeuw was het collectief bestaan de basis van het individu. De grote gemeenschap bepaalde de normen en waarden. Om te voldoen aan de normen en waarden was het veroveren van een plek in de gemeenschap belangrijk. Deze plek kon echter alleen veroverd worden wanneer een individu zich aanpaste aan 31 de gedragscode van de gemeenschap. Deze gedragscode had destijds eer hoog in het vaandel staan, aangezien eer een soort graadmeter was voor deugdelijkheid. Tegenwoordig zorgt het individualisme ervoor dat juist het individu de normen en waarden van de gemeenschap bepaalt. Hierdoor is het bezitten van een plek in een gemeenschap niet meer zo belangrijk als het was tijdens de zeventiende eeuw. Zoals eerder gezegd, is het hebben van schaamte een belangrijke eigenschap van eer omdat het een corrigerende werking heeft. Wanneer een individu zich niet gedraagt volgens de erecode van zijn gemeenschap zal een gevoel van schaamte optreden. Ook wanneer een familielid zich niet gedraagt volgens die erecode kan een gevoel van schaamte overheersen en leiden tot het overgaan tot actie. Dit verklaart dan ook waarom eerherstel zo belangrijk is in bepaalde gemeenschappen. Hieruit kan vervolgens geconcludeerd worden dat wanneer er sprake is van een sterk ontwikkelde eercultuur, de schaamte cultuur ook sterk ontwikkeld is. Eer kan immers niet optimaal functioneren zonder schaamte. Zodoende is zowel tijdens de zeventiende eeuw als in bepaalde gemeenschappen anno nu sprake van een schaamte cultuur. Echter is het daarbij benoemen van een zekere mate van ‘achterlijkheid’ een heel ander verhaal. Geconcludeerd kan worden dat niet zozeer de definitie van eer veranderd is, maar de toepassing en de uitwerking van eer. Waar eer ten tijden van de zeventiende eeuw uitmaakte wie dader en wie slachtoffer was, zorgt eer in bepaalde gemeenschappen in de huidige tijd voor (gewelds-) conflicten en escalaties. Eer zal volgens de definitie een handleiding vormen voor de gedragscode in een gemeenschap. Maar de uitwerking ervan in de praktijk is niet constant en zodoende aan verandering onderhevig. 32 Discussie Uit dit essay blijkt dat de definitie van eer constant is en de toepassing ervan juist dynamisch. Interessant is het om daarom te kijken naar hoe dit past binnen de civilisatietheorie van Norbert Elias. Elias verklaarde dat de afname van moordzaken een teken zou kunnen zijn van een toename van civilisatie. De mogelijkheid bestaat volgens hem dat wanneer moordzaken afnemen, de maatschappij evolueert tot meer geciviliseerde samenleving.69 Uiteraard zou dit fenomeen ook andersom werken. Als er sprake is van een lineaire ontwikkeling van de samenleving, welke gevolgen heeft dit dan voor een begrip als eer? Kan gesteld worden dat wanneer eer minder belangrijk wordt gevonden door een gemeenschap, er sprake is van een toename van civilisatie? Dat zou mogelijk betekenis kunnen geven aan het huidige politieke debat rond eergerelateerd geweld. Hier wordt namelijk de ‘achterlijkheid’ van bepaalde gemeenschappen genoemd omdat zij op een ouderwetse manier tradities in stand houden. Het debat toont een verschil of strijd aan tussen culturen. Hier zou onderzocht kunnen worden in hoeverre er sprake is van een toename of juist afname in de strijd en verschillen tussen deze culturen. Spierenburg, Pieter, ‘Violence and the civilizing process: Does it work?’, Crime, Histoire &Sociétés/Crime, History & Societies 5: 2 (2001) 87-105. 69 33 Literatuur Boeken Balchin, C. and Warraich, S., Recognizing the un-recognized: Inter-country cases and Muslim marriages and divorces in Britain (London 2006). Eck, C., Purified by blood: Honour killings amongst Turks in the Netherlands (Amsterdam 2003). Ermers, R., e.a. Werkboek eergerelateerd geweld: het organiseren van een locale ketensamenwerking eergerelateerd geweld (Den Haag 2010). Gezik, E., Eer, identiteit en moord: Een vergelijkende studie tussen Nederland, Duitsland en Turkije (Utrecht 2003). Hossain, S. and Weichman, L., Honour: Crimes, paradigms, and violence against women (New York 2005). Husseini, R., Murder in the name of honour: The true story of one woman’s heroic fight against an unbelievable crime (Oxford 2009). Janssen, J., Je eer of je leven? Een verkenning van eerzaken voor politieambtenaren en andere professionals (Den Haag 2008). Kardam, F., The dynamics of honor killings in Turkey: Prospects for action. United Nations Development Programme Onal, A., Honour killing: Stories of men who killed (London 2008). Peristiany, J., and Pitt-Rivers, J., Honor and grace in anthropology (Cambridge 1992). Schaap, L., and Torre, E., Eergerelateerd geweld: Een onderzoek naar twintig ernstige zaken (Den Haag 2006). Welsh, A., What is honor? A question of moral imperatives (Yale 2008). Zee, R. Van der, Eerwraak in Nederland (Antwerpen 2000). Dissertatie Mosquera, P., Honor and emotion: The cultural shaping of pride, shame and anger (Amsterdam 1999) Artikelen Boer, M. De, and Jansen, W., ‘Opvattingen over eer gerelateerd geweld onder Turkse jongeren in Nederland’ Migrantenstudies 4 (2009) 34 Cohen, D., and Vandello, J., ‘Male honor and female fidelity: Implicit cultural scripts that perpetuate domestic violence’ Journal of personality and social psychology 84 (2003). Hadidi, M., e.a., ‘A review of 16 cases of honour killings in Jordan in 1995’ International journal legal medicine 114 (2001) 357-359. Heijden, M. Van der, ‘Women as victims of sexual and domestic violence in seventeenth century Holland: criminal cases of rape, incest, and maltreatment in Rotterdam and Delft, Journal of Social History 33 (2000) 623-644 Hussain, M., ‘Take my riches, give me justice: a contextual analysis of Pakistan’s honor crimes legislations’ (Via http://www.law.harvard.edu/students/orgs/…/hussain.pdf) (version 20 December 2011). Khan, A. ‘Domestic Violence In Pakistan: UNAFEI Country Report’ (2005) McMahon, Vanessa, ‘Reading the body: Dissection and the “murder” of Sarah Stout, Hertfordshire, 1699’, Social History of Medicine 19:1 (2006) 19-35 Meetoo, V., and Mirza, H., ‘There is nothing ‘honourable’ about honour killings: Gender, violence and the limits of multi-culturalism’ Woman’s studies international forum 30 (2007) 187-200. Spierenburg, Pieter, ‘Violence and the civilizing process: Does it work?’, Crime, Histoire &Sociétés/Crime, History & Societies 5: 2 (2001) 87-105 Voorde, J. ten, ‘Eerwraak in het Nederlands strafrecht’ (Leiden 2008). World Organization Against Torture, ‘Rights of the child in Pakistan: Report on the implementation of the convention on the rights of the child by Pakistan’ (Geneva 2003). 35 Primaire bronnen Arresten LJN AA9954 LJN AP1791 LJN BO6875 36