Grammatica 1 - Mevrouw Zus

advertisement
3 vwo
www.mevrouwzus.wordpress.com
1
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
pv= persoonsvorm
|= zinsdeel
wwg = werkwoordelijk gezegde
nwg = naamwoordelijk gezegd
ond = onderwerp
lv = lijdend voorwerp
mv = meewerkend voorwerp
vzv = voorzetselvoorwerp
bwb = bijwoordelijke bepaling
bijst = bijstelling
bvb = bijvoeglijke bepaling
www.mevrouwzus.wordpress.com
2






pv=
persoonsvorm=
De werkwoordsvorm die verandert als je de
zin in een andere tijd zet.
Zij zingt een lied.
Zij zong een lied.
pv= zingt
www.mevrouwzus.wordpress.com
3




zinsdeel=
Een woord of een groepje woorden dat je
voor de persoonsvorm kunt zetten.
Hij | heeft | een nieuwe cd.
Een nieuwe cd | heeft | hij.
www.mevrouwzus.wordpress.com
4





wwg=
werkwoordelijk gezegde=
Alle werkwoorden in de zin.
Jullie hond heeft mij gebeten.
wwg= heeft gebeten
www.mevrouwzus.wordpress.com
5







nwg=
naamwoordelijk gezegde=
koppelwerkwoord (+hulpwerkwoorden) +
naamwoordelijk deel
Bij een naamwoordelijk gezegde koppelt het
koppelwerkwoord het onderwerp aan het
naamwoordelijk deel.
Het naamwoordelijk deel is dus een kenmerk of
eigenschap van het onderwerp.
Meestal is het naamwoordelijk deel een bijvoeglijk
naamwoord of een zelfstandig naamwoord.
Let op: een zin met een naamwoordelijk gezegde
bevat nooit een lijdend voorwerp!
www.mevrouwzus.wordpress.com
6





Negen koppelwerkwoorden: zijn, worden,
blijven, blijken, lijken, schijnen, heten,
dunken, voorkomen.
Een werkwoord is alleen een
koppelwerkwoord als:
het één van de negen koppelwerkwoorden is
het te vervangen is door een ander
koppelwerkwoord uit het rijtje
Onze buurman is slager.
www.mevrouwzus.wordpress.com
7




Als zijn betekent zich bevinden.
Als schijnen betekent licht uitstralen.
Als blijven betekent verblijven.
Als lijken betekent gelijkenis vertonen.
www.mevrouwzus.wordpress.com
8









ond=
onderwerp=
Wie of wat + gezegde?
Berbel staat niet op de foto.
wwg=
staat
Wie of wat staat?
Berbel
ond= Berbel
www.mevrouwzus.wordpress.com
9









lv=
lijdend voorwerp=
Wie of wat + gezegde + onderwerp?
Anneli heeft de foto’s gemaakt.
wwg= heeft gemaakt
ond= Anneli
Wie of wat heeft Anneli gemaakt?
lvw=
de foto’s
www.mevrouwzus.wordpress.com
10
mv=
meewerkend voorwerp=
Aan of voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend
voorwerp?
 Soms ‘bij’
 Let op: geen lv = geen mv!
 Wil je die bekende acteur een vraag stellen?
 wwg= wil stellen
 ond= je
 lvw= een vraag
 Aan of voor wie wil je een vraag stellen?
 (aan) die bekende acteur =lvw



www.mevrouwzus.wordpress.com
11








vzv=
voorzetselvoorwerp=
Het zinsdeel dat met een voorzetsel begint.
Dit is een vast voorzetsel bij een zelfstandig
werkwoord of het naamwoordelijk gezegde.
Dit voorzetsel kun je (bijna) niet vervangen door
een ander voorzetsel.
De leerlingen | verlangen | erg | naar de
herfstvakantie.
verlangen naar
naar de herfstvakantie = vzv
www.mevrouwzus.wordpress.com
12
bwb=
bijwoordelijke bepaling=
De zinsdelen die overblijven!
Het antwoord op vragen als: waar, wanneer,
waardoor, waarmee, waarheen, hoe, hoeveel?
 Er zijn verschillende bwb: van plaats, tijd,
oorzaak, middel, richting, enz.
 Waar | heb | je | gisteren | de sleutel | gelegd?
 Waar = bwb
 gisteren = bwb




www.mevrouwzus.wordpress.com
13









bijst=
bijstelling=
een deel van een zinsdeel
staat altijd tussen komma’s
achter het zelfstandig naamwoord
noemt hetzelfde nog een keer in andere
woorden
In Amsterdam, de hoofdstad van Nederland,
wonen heel veel mensen.
bijst=
de hoofdstad van Nederland
www.mevrouwzus.wordpress.com
14










bvb=
bijvoeglijke bepaling=
Een deel van een ander zinsdeel!
Een bijzonderheid, kenmerk of eigenschap van een
zelfstandig naamwoord (znw).
Kan voor of achter het znw staan.
Als de bvb achter het znw staat, begint zij met een
voorzetsel.
Voor de deur van de supermarkt | verkoopt | de dakloze
vrouw | haar krantjes.
van de supermarkt  deur
dakloze  vrouw
haar  krantjes
www.mevrouwzus.wordpress.com
15








Bij sommige werkwoorden hoort altijd een
wederkerend voornaamwoord.
Vergissen bijvoorbeeld kan niet zonder
voornaamwoord: ik vergis me, wij vergissen ons etc.
Het voornaamwoord hoort dan bij het gezegde.
Hij kan zich die gebeurtenis niet meer herinneren.
wwg=
kan zich herinneren
Bij andere werkwoorden kan je het wederkerend
voornaamwoord vervangen door een ander woord: hij
wast zich.
Hij wast haar. (zich/haar = lijdend voorwerp)
www.mevrouwzus.wordpress.com
16







Soms bestaat het werkwoordelijk gezegde uit een
werkwoordelijke uitdrukking.
Toen er een agent aankwam, kozen ze het hazenpad.
kozen het hazenpad = een werkwoordelijke uitdrukking (=
vluchten)
Na nog een hartaanval gaf hij de geest.
Gaf de geest = werkwoordelijke uitdrukking (=overlijden)
Een werkwoordelijke uitdrukking bestaat uit een
werkwoord en een paar andere woorden.
Je kunt een werkwoordelijke uitdrukking meestal
vervangen door een werkwoord met dezelfde betekenis
(in de voorbeelden: vluchten, inlichten en overlijden).
www.mevrouwzus.wordpress.com
17




mv = Aan of voor wie + gezegde + onderwerp
+ lijdend voorwerp?
Soms kun je beter het voorzetsel bij
toevoegen.
Onze hond loopt (bij) mij soms voor de voeten.
Het zinsdeel dat aangeeft van wie een
bepaald lichaamsdeel is dat op en andere
plaats in de zin wordt genoemd is mv.
www.mevrouwzus.wordpress.com
18




Het zinsdeel dat aangeeft dat iemand een
ervaring opdoet of dat iemand iets
overkomt = mv.
De nieuwe plaats beviel Sammy prima.
Dat gebeurt hem wel vaker.
Het is haar te veel geworden.
www.mevrouwzus.wordpress.com
19
van plaats
 waar?
 Daar liggen je handschoenen.
2. van tijd
 wanneer?
 Over een half uur begint de voorstelling.
 hoe lang?
 Ik blijf een uur.
1.
www.mevrouwzus.wordpress.com
20
van oorzaak
 waardoor?
 Door de verkeersopstopping kwam ik te laat.
4. van middel
 waarmee?
 Janneke snijdt het brood met een bot mes.
5. van richting
 waarheen?
 We fietsen naar de bioscoop.
3.
www.mevrouwzus.wordpress.com
21
van hoedanigheid
 hoe?
 Isa heeft het cadeau netjes ingepakt.
7. van hoeveelheid
 hoeveel?
 Het postpakket woog veertien kilo.
8. van gevolg
 met welk gevolg?
 Tot onze spijt komen Jack en Patricia niet.
6.
www.mevrouwzus.wordpress.com
22
9. van reden
 waarom?
 Vanwege de voorspelde storm gaan we niet weg.
10. van de handelende persoon
 door wie?
 Dat schilderij is door mij gemaakt.
11. van doel
 waarvoor? met welk doel?
 Voor zijn ontspanning gaat Max vijf kilometer
lopen.
www.mevrouwzus.wordpress.com
23
12. van voorwaarde
 onder welke voorwaarde of omstandigheid?
 Bij slecht weer verzetten we het uitstapje.
13. van toegeving
 ondanks wat?
 Ondanks alle bezwaren verzette de leraar de
datum van de repetitie niet.
14. van modaliteit
 woorden als: zeker, beslist, helaas, ook, wel,
vermoedelijk
 Vermoedelijk komt hij ook mee.
www.mevrouwzus.wordpress.com
24
van ontkenning
 niet
 Ik heb jou niet verraden.
16. van vergelijking
 constructie met als of dan
 Maurice is kleiner dan zijn zus.
 Dit pakket is net zo groot als dat.
15.
www.mevrouwzus.wordpress.com
25
Woordsoortbenoeming (herhaling)
www.mevrouwzus.wordpress.com
26





lw
Staat meestal vóór een zelfstandig
naamwoord.
Er zijn drie lidwoorden:
de, het, een
De computer staat op het nieuwe bureau.
www.mevrouwzus.wordpress.com
27




znw
Gebruik je voor mensen, dieren, planten en
dingen.
Ook (eigen)namen zijn zelfstandige
naamwoorden.
Tobias ziet dat het boek driehonderd
bladzijden heeft.
www.mevrouwzus.wordpress.com
28





bnw
Geeft een eigenschap of kenmerk van een
zelfstandig naamwoord aan.
Staat meestal direct voor het zelfstandig
naamwoord.
Als er een kww in de zin voorkomt, kan het
bnw ook achter het kww staan.
Het oude paleis wordt toch gesloopt.
www.mevrouwzus.wordpress.com
29




zww
Geeft de handeling in de zin aan.
Er staat altijd maar één zww in de zin.
De atleet heeft zijn zelfstandig record
verbeterd.
www.mevrouwzus.wordpress.com
30





kww
Geeft géén handeling in de zin aan.
Koppelt het onderwerp aan het
naamwoordelijk deel van het gezegde (een
bijvoeglijk en/of zelfstandig naamwoord).
Negen koppelwerkwoorden: zijn, worden,
blijven, blijken, lijken, schijnen, heten,
dunken, voorkomen.
Jouw tekening is nog mooier geworden.
www.mevrouwzus.wordpress.com
31




hww
Geeft géén handeling in de zin aan.
Er moeten minstens twee
werkwoordsvormen in de zin staan, om in die
zin een hww aan te treffen.
Je moet het vlees uit de vriezer halen.
www.mevrouwzus.wordpress.com
32




vz
Kun je meestal invullen op de puntjes in: … de
kast.
Het is altijd het eerste woord van zo’n
woordgroep.
In de bibliotheek vind je de cd’s achter de
informatiebalie.
www.mevrouwzus.wordpress.com
33






bw
Kan iets van een werkwoord, een ander
bijwoord of een bijvoeglijk naamwoord
zeggen.
Het geeft een plaats of tijd aan.
Waar, wanneer, waarom, waardoor, etc.
Hoe, wel, toch, immers, ook, nog, etc.
Waarom reed de automobilist net zo hard
door onze straat?
www.mevrouwzus.wordpress.com
34



pers.vnw
Verwijst naar een persoon, een groep
personen, voorwerpen of onzichtbare zaken.
Ik heb hem het adres gevraagd.
www.mevrouwzus.wordpress.com
35






bez.vnw
Geeft een bezit aan.
Het kan zelfstandig of bijvoeglijk in de zin
voorkomen.
Wil je mijn fiets op slot zetten?
Bij zelfstandig gebruik staat er altijd een
lidwoord voor.
Is dat de jouwe?
www.mevrouwzus.wordpress.com
36




wederkerend vnw
Komt alleen voor in combinatie met een
wederkerend werkwoord:
zich aanpassen, zich verzetten, zich
vergissen, etc.
Jullie vergissen je in de datum.
www.mevrouwzus.wordpress.com
37




wederkerig vnw
= elkaar
Het verwijst naar meer personen.
Wij zullen elkaar volgende week niet zien.
www.mevrouwzus.wordpress.com
38



vr.vnw
wie, wat, welke, wat voor (een)?
Wie weet welke film er zaterdag draait?
www.mevrouwzus.wordpress.com
39







aanw.vnw
Wijst iets of iemand aan.
Deze, dit, die, dat.
Een aanw.vnw kan i.p.v. een lidwoord voor
het zelfstandig naamwoord staan.
Het verwijst dan naar het znw.
Je moet die sjaal kopen.
Wil je dit aan de secretaresse geven?
www.mevrouwzus.wordpress.com
40
betr.vnw
Verwijst terug naar een woord of woordgroepje
dat er vlak voor staat (=antecedent).
 die, dat, wie, wat.
 Het antwoord dat op het bord staat, is fout.
 In zinnen zonder antecedent kun je wie en wat
vervangen door degene die en dat wat.
 Wie en wat noem je dan betr.vnw met
ingesloten antecedent (m.i.a.).
 Wat (=Dat wat) je me hebt verteld, zal ik
geheimhouden.


www.mevrouwzus.wordpress.com
41





onb.vnw
Verwijst vaag naar iets of iemand.
Je kent geen bijzonderheden van de persoon
of het ding.
iets, niets, iemand, alles, men, wat (=iets),
elk, ieder(een), etc.
Niemand heeft mij iets gevraagd.
www.mevrouwzus.wordpress.com
42









telw
Bepaalde hoofdtelwoorden (b.htelw) geven een
nauwkeurige hoeveelheid aan:
één, honderd, een derde, etc.
Onbepaalde hoofdtelwoorden (onb.htelw) geven
een onnauwkeurige hoeveelheid aan:
alle, weinig, wat, sommige, etc.
Bepaalde rangtelwoorden (b.rtelw) geven de
nauwkeurige plaats in een rangorde aan:
eerste, tweede, honderdste, etc.
Onbepaalde rangtelwoorden (onb.rtelw) geven de
onnauwkeurige plaats in een rangorde aan:
middelste, laatste, zoveelste, hoeveelste, etc.
www.mevrouwzus.wordpress.com
43










vw
Verbindt woorden, woordgroepen of zinnen met elkaar.
Nevenschikkende voegwoorden (nevensch.vw)
verbinden gelijkwaardige delen:
en, want, maar, of en dus.
Morgen kan ik helaas niet komen, want ik moet mijn
repetitie leren.
Onderschikkende voegwoorden (ondersch.vw) verbinden
ongelijkwaardige zinnen:
dat en nadat, omdat, zodat, etc.
aangezien, als, dan, hoewel, indien, mits, tenzij, toen,
zodra, daarom, terwijl, ofschoon
en of!
Kevin kan niet pinnen, omdat zijn saldo te laag is.
www.mevrouwzus.wordpress.com
44
vnw.bw
Bestaat uit twee delen.
Het eerste deel wordt meestal gevormd door de
bijwoorden er, hier, waar, daar.
 Het tweede deel is een voorzetsel.
 De delen van het vnw.bw kunnen gescheiden in
de zin voorkomen.
 Ze kunnen geen betrekking op personen
hebben.
 Daarmee heb ik niets te maken.
 Daar heb ik niets mee te maken.



www.mevrouwzus.wordpress.com
45
www.mevrouwzus.wordpress.com
46
Download