Klas 3A www.mevrouwzus.wordpress.com 1 1. 2. 3. proza poëzie toneel www.mevrouwzus.wordpress.com 2 de volle breedte van het papier verdeeld in alinea’s en hoofdstukken bijvoorbeeld: romans en verhalen www.mevrouwzus.wordpress.com 3 bijvoorbeeld: gedichten en liedjes een deel van de bladzijde veel wit de regels worden niet volgeschreven ongelijke regellengte verdeeld in strofen www.mevrouwzus.wordpress.com 4 gespeelde tekst in theater of schouwburg tekst bedoeld om opgevoerd te zien www.mevrouwzus.wordpress.com 5 1. 2. 3. epiek lyriek dramatiek www.mevrouwzus.wordpress.com 6 vertellende tekst waarin tijd verloopt meestal prozateksten, soms vertellende gedichten www.mevrouwzus.wordpress.com 7 de schrijver brengt gevoelens naar voren vooral in poëzie en liedteksten www.mevrouwzus.wordpress.com 8 toneel www.mevrouwzus.wordpress.com 9 = genres 1. roman 2. novelle 3. verhaal www.mevrouwzus.wordpress.com 10 meer dan honderd bladzijden verschillende personages uitvoerig beschreven meerdere verhaallijnen www.mevrouwzus.wordpress.com 11 minder dan honderd bladzijden weinig personages niet diepgaand beschreven één verhaallijn www.mevrouwzus.wordpress.com 12 = beknopte vertelling nadruk op één gebeurtenis gepubliceerd in een verhalenbundel www.mevrouwzus.wordpress.com 13 1. 2. tragedie = serieus toneelstuk komedie = humoristisch stuk www.mevrouwzus.wordpress.com 14 = verhaalsoorten, zoals: sprookjes oorlogsromans liefdesverhalen detectives www.mevrouwzus.wordpress.com 15 musical opera operette cabaret www.mevrouwzus.wordpress.com 16 ode (lofdicht) lied limerick (vijfregelig kort versje) haiku (kort gedicht) www.mevrouwzus.wordpress.com 17 Zie schema p. 15! www.mevrouwzus.wordpress.com 18 www.mevrouwzus.wordpress.com 19 Je bedoelt precies wat je zegt. www.mevrouwzus.wordpress.com 20 De woorden hebben een andere betekenis. www.mevrouwzus.wordpress.com 21 Je gebruikt een beeld om duidelijk te maken wat je bedoelt. Alle uitdrukkingen en gezegden zijn beeldspraak. www.mevrouwzus.wordpress.com 22 1. 2. 3. 4. vergelijking metafoor personificatie metonymia www.mevrouwzus.wordpress.com 23 Je vergelijkt iets met iets anders omdat er overeenkomst is. Het beeld wordt ingeleid door 'als' of een vorm van het werkwoord 'lijken'. Bijvoorbeeld: Lachen als een boer die kiespijn heeft. Hij ging er als een haas vandoor. Je kamer lijkt wel een kloostercel. www.mevrouwzus.wordpress.com 24 Je geeft iets de naam van iets anders omdat er overeenkomst is. Bijvoorbeeld: Kijk de zon gaat onder, het meer staat in brand. Dat schaap heeft zich laten beetnemen. Wat zit jij mistig te kijken. www.mevrouwzus.wordpress.com 25 Als iets levenloos als iets levends wordt voorgesteld. www.mevrouwzus.wordpress.com 26 Je geeft iets direct de naam van iets anders, omdat er een ander verband dan overeenkomst is. Gisteren dronk hij een glaasje te veel. Er zijn in Rome drie Rembrandts gestolen. Geef me de vijf , zei de vrouw. www.mevrouwzus.wordpress.com 27 Wij krijgen een nieuwe badkamer. (bedoeld is: een nieuwe inrichting van de badkamer) Ik ben dol op de polderlandschappen van Willem Roelofs. (bedoeld is: schilderijen van polderlandschappen) In zo'n bloot badpak durf ik me niet te vertonen hoor. (bedoeld is: een badpak dat veel bloot laat zien) Zoek toch eens een leuk vriendje; je komt altijd maar aanzetten met zo'n babyface. (bedoeld is: een (volwassen) man die een babyface heeft) www.mevrouwzus.wordpress.com 28 www.mevrouwzus.wordpress.com 29